Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 oktober 2004 (14.10) (OR. en) 13411/04 PUBLIC LIMITE AGRILEG 139 VERSLAG van: het Speciaal Comité Landbouw d.d.: 11 oktober 2004 aan: de Raad nr. Comv.: 10436/04 + ADD 1 Betreft: Europees actieplan voor biologisch voedsel en biologische landbouw 1. Op 21 juni 2004 heeft de Raad Landbouw en Visserij tijdens een openbaar debat de mededeling van de Commissie over het Europees actieplan voor biologisch voedsel en biologische landbouw en het door de Commissiediensten opgestelde begeleidende werkdocument 1 besproken. Tijdens vier vergaderingen op 8 juli, 6, 20 en 30 september 2004 heeft de Groep kwaliteit levensmiddelen (biologische landbouw) de mededeling besproken en ontwerp-conclusies van de Raad opgesteld op basis van een door het voorzitterschap ingediende tekst. 1 COM(2004) 415 def., SEC(2004) 739: doc. 10436/04 + ADD 1. 13411/04 cle/ks/ls 1 DG B II NL
2. In zijn vergadering van 11 oktober 2004 heeft het Speciaal Comité Landbouw er nota van genomen dat er consensus over de conclusies 1 bestaat en heeft het de Raad verzocht - de ontwerp-conclusies in bijlage I aan te nemen; - te besluiten de verklaring in bijlage II in de notulen op te nemen. 1 De Griekse delegatie handhaafde in dit stadium een voorbehoud bij punt 4 van deze tekst. De Griekse delegatie en de Commissievertegenwoordiger werd verzocht de zaak bilateraal op te helderen. 13411/04 cle/ks/ls 2 DG B II NL
ONTWERP-CONCLUSIES VAN DE RAAD BIJLAGE I De Europese Raad heeft in juni 2001 in Göteborg verklaard "dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid en zijn toekomstige ontwikkeling als een van hun doelstellingen moeten bijdragen tot het bereiken van duurzame ontwikkeling door meer nadruk te leggen op de bevordering van gezonde producten van hoge kwaliteit, ecologisch duurzame productiemethodes waaronder de biologische productie en hernieuwbare grondstoffen, en de bescherming van de biodiversiteit". Het Europees Parlement en de Raad hebben in hun Besluit van 22 juli 2002 tot vaststelling van het Zesde Milieuactieprogramma van de Europese Gemeenschap de volgende actie opgenomen: "Stimulering van een meer milieuverantwoorde landbouw, met waar wenselijk extensieve productiemethoden, geïntegreerde landbouwpraktijken, biologische landbouw en agrobiodiversiteit, in toekomstige herzieningen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, waarbij rekening wordt gehouden met de noodzaak van een evenwichtige benadering van de multifunctionele rol van plattelandsgemeenschappen". Op de wereldtop inzake duurzame ontwikkeling in Johannesburg in september 2002 is opnieuw de verbintenis aangegaan tot ondersteuning van vrijwillige, met de WTO verenigbare marktgerichte initiatieven voor de totstandbrenging en uitbreiding van nationale en internationale markten voor milieuvriendelijke goederen en diensten, waaronder biologische producten, die optimale voordelen opleveren voor het milieu en de ontwikkeling, onder meer door capaciteitsopbouw en technische bijstand aan ontwikkelingslanden. De Raad Landbouw/Visserij heeft in september 2003 nota genomen van de presentatie door de Commissie van haar aanbeveling inzake "richtsnoeren voor de ontwikkeling van nationale strategieën en beste werkwijzen ter waarborging van de coëxistentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele en biologische landbouw" en heeft een diepgaand politiek debat gehouden over de voornaamste punten van zorg in verband met de coëxistentie van genetisch gemodificeerde organismen met conventionele en biologische landbouw. In dat verband nam de Raad er nota van dat de Europese Commissie toezegde een verslag in te dienen over de ervaring die de lidstaten in de twee jaar na de publicatie van de aanbeveling zullen hebben opgedaan, met, indien nodig, een beoordeling van alle mogelijke en noodzakelijke stappen. 13411/04 cle/ks/ls 3
De Europese Conferentie over plattelandsontwikkeling heeft tijdens haar bijeenkomst te Salzburg in november 2003 de nadruk gelegd op de centrale doelstelling, te weten versterking van het concurrentievermogen van de landbouwsector door diversificatie, innovatie en productie met een toegevoegde waarde, rekening houdend met de diversiteit van het landbouwpotentieel in de verschillende plattelandsgebieden. De Commissie heeft in juni 2004, op verzoek van de Raad Landbouw van juni 2001 - een verzoek dat de Raad tijdens zijn zittingen van december 2002 en december 2003 heeft herhaald - een mededeling ingediend over het Europees actieplan voor biologisch voedsel en biologische landbouw, vergezeld van een toelichtend werkdocument van de Commissiediensten. De Raad van de Europese Unie, Overwegende hetgeen volgt: De biologische landbouw en de biologische levensmiddelensector zijn van vitaal belang voor de uitvoering van het plattelandsontwikkelingsbeleid en voor de levensmiddelenkwaliteit, alsmede voor de instandhouding van de biodiversiteit en de niet-vernieuwbare hulpbronnen in de landbouw, omdat zij specifiek gericht zijn op duurzaamheid en dierenwelzijn. Biologische productie, die een voortrekkersrol vervult voor de gehele Europese landbouw- en voedingsmiddelensector, kan het concurrentievermogen van de sector door verdere toepassing van milieuvriendelijke innovaties en door het effect daarvan op de conventionele landbouw versterken. De uitbreiding van de biologische productie moet gebaseerd zijn op een evenwichtige toename van vraag en aanbod. Initiatieven ter verbetering van de marktvoorwaarden en de voorlichting van de consument vervullen derhalve een sleutelrol. Het nieuwe GLB heeft een belangrijke rol te vervullen bij de benutting van de mogelijkheid om de productiebasis van de sector in stand te houden en te ontwikkelen; daartoe moet een toereikend aantal instrumenten ter ondersteuning van de biologische landbouw voorhanden zijn, waarbij rekening moet worden gehouden met de diversiteit van het landbouwpotentieel in de verschillende plattelandsgebieden. 13411/04 cle/ks/ls 4
Communautaire voorschriften inzake de biologische productie van landbouwproducten en verwijzingen daarnaar op landbouwproducten en levensmiddelen zijn vervat in Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad. Momenteel voorziet deze verordening in uitvoeringsvoorschiften voor de meeste landbouw- en levensmiddelenproducten, uitgezonderd voor bijvoorbeeld wijn, vis en andere aquacultuurproducten, 1. Beschouwt de mededeling van de Commissie van juni 2004 over het Europees actieplan voor biologisch voedsel en biologische landbouw als een belangrijke stap in de ontwikkeling van een totaal beleidsconcept voor de gehele keten van biologische productie, verwerking, distributie en handel. 2. Sluit zich volledig aan bij de analyse door de Commissie van de huidige stand van de ontwikkeling van de biologische sector in de Europese Unie. 3. Verleent in het algemeen zijn steun aan de voorgestelde alomvattende reeks van 21 acties. De snelle en coherente uitvoering ervan kan een belangrijke bijdrage leveren tot het wegnemen van de bestaande belemmeringen voor de groei en aldus tot de versterking en de uitbreiding van de biologische sector. Deze acties zijn toegespitst op de volgende hoofdthema's: - markt voor biologisch voedsel - overheidsbeleid en biologische landbouw - normen en controle. 4. Hecht bijzonder veel belang aan de volgende actielijnen, wat naar behoren tot uiting moet komen in het tijdpad voor de uitvoering ervan: - verbetering van de voorlichting van het publiek en van de bewustmaking van de consument via voorlichtings- en afzetbevorderingscampagnes, inclusief het EU-logo - verbetering van de verzameling en analyse van statistische gegevens over de gehele keten van biologische productie, verwerking, distributie en handel, alsmede van andere informatie die relevant is voor het concurrentievermogen van de sector 13411/04 cle/ks/ls 5
- optimalisering van de opneming van biologische landbouw in de plattelandsontwikkelingsprogramma's - opvoering van het onderzoek naar biologische productie, verwerkingsmethoden en afzet van biologische producten, waarbij ten volle gebruik moet worden gemaakt van de mogelijkheden binnen de onderzoeksprogramma's van de EU - definitie van de basisbeginselen van biologische productie, zowel in het kader van Verordening (EEG) nr. 2092/91 als in internationale fora zoals de FAO/WHO-Codex Alimentarius en de IFOAM - vervollediging en verdere harmonisatie van de normen voor biologische productie, waarbij tevens moet worden bezien of de werkingssfeer ervan moet worden uitgebreid tot gebieden die thans niet worden bestreken - verduidelijking van met GGO's verband houdende vraagstukken - aanpassing van de controlevoorschriften en verbetering van de samenwerking tussen controle-instanties aan de hand op basis van een op risico's gebaseerde aanpak voor de controle op het naleven van de voorschriften, ten einde de administratieve procedures te stroomlijnen en de traceerbaarheid van de producten te waarborgen - uitvoering van maatregelen ter bevordering van de handel, met name betere markttoegang voor ontwikkelingslanden, waaronder verbetering van op gelijkwaardigheid gebaseerde mogelijkheden voor de handel in biologische producten met derde landen. 5. Wat de uitvoering van deze prioritaire acties betreft, verzoekt de Raad de Commissie en de lidstaten om, binnen hun respectieve bevoegdheden, - de nauwe coördinatie te versterken tussen door de Commissie opgezette EU-campagnes en campagnes of andere activiteiten op nationaal en regionaal niveau om op deze niveaus aan specifieke eisen te voldoen, waarbij ten volle gebruik moet worden gemaakt van mogelijke samenwerking met de betrokken marktdeelnemers - de erkenning van het EU-logo te bevorderen, zonder het gebruik van andere logo's uit te sluiten 13411/04 cle/ks/ls 6
- de middelen voor de verzameling en analyse van gegevens te versterken, waarbij ongerechtvaardigde kosten en administratieve lasten voor het bedrijfsleven en de overheid moeten worden vermeden - te waarborgen dat biologische productie een integrerend onderdeel vormt van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, het plattelandsontwikkelingsbeleid en zijn instrumenten - de nodige aandacht te besteden aan vrijwillige initiatieven voor de inrichting van plattelandsgebieden die gericht zijn op productie met een toegevoegde waarde, zoals biologische, typische en traditionele producten - de coördinatie en de samenwerking bij onderzoek en bij de verspreiding van de resultaten te verbeteren - de voor biologische productie relevante Gemeenschapswetgeving in het licht van een definitie van de basisbeginselen te toetsen om aldus de harmonisatie van de normen te stimuleren, en waar mogelijk de gedetailleerdheid te beperken - een wetgevend kader te ontwikkelen voor een goede werking van het vrije verkeer van biologische producten, met name in verband met particuliere en nationale normen en controlesystemen - bijlage III van Verordening (EEG) nr. 2092/91 vóór 1 juli 2005 aan de hand van een op risico's gebaseerde aanpak te wijzigen, teneinde deze aan te passen aan de nieuwe controlevoorschriften als vervat in Verordening (EG) nr. 392/2004, en binnen het inspectiesysteem strenge kruiscontrole te ontwikkelen - ervoor te zorgen dat het nieuwe systeem dat in de plaats treedt van de huidige nationale afwijking voor invoer, ruim vóór het verstrijken van de afwijking bij de betrokken sectoren bekend is. 6. De Raad verzoekt de Commissie te vorderen met de uitvoering van het actieplan op basis van concrete maatregelen met het oog op vereenvoudiging en algemene samenhang, en zo spoedig mogelijk in de loop van 2005 voorstellen hiertoe in te dienen. De lidstaten zullen in het kader van het Permanent Comité voor biologische landbouw op de hoogte worden gehouden van de vorderingen. 13411/04 cle/ks/ls 7
BIJLAGE II Gemeenschappelijke verklaring van Oostenrijk, Italië, Denemarken, Estland, Griekenland, Slovenië, Letland, Litouwen, Luxemburg en Cyprus "Met betrekking tot punt 4 van de conclusies van de Raad betreffende het Europees actieplan voor biologisch voedsel en biologische landbouw wijzen wij erop dat wij een bijzonder belang hechten aan de met GGO's verband houdende vraagstukken, met name het naast elkaar bestaan van biologische en GGO-gewassen. Teneinde de verdere ontwikkeling van de biologische sector te waarborgen verzoeken wij de Commissie een voor de gehele Gemeenschap geldend regelgevingsvoorstel inzake dit naast elkaar bestaan in te dienen, rekening houdend met de resolutie van het Europees Parlement over dit onderwerp. Voorts verzoeken wij de Commissie passende initiatieven te nemen met betrekking tot de drempels voor zaai- en pootgoed, teneinde een GGO-vrije productie te garanderen. Tot slot moedigen wij de oprichting aan van een communautaire task force, die informatie en ervaringen zal verzamelen betreffende het resultaat van de uitvoering van het nationale regelgevingsstelsel inzake coëxistentie." 13411/04 cle/ks/ls 8 BIJLAGE II DG B II NL