?? NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 mei 2004 (14.05) (OR. en) 9414/04 POLGEN 21

Transcriptie

1 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 mei 2004 (14.05) (OR. en) 9414/04 POLGEN 21 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers / de Raad Verslag over de stand van de werkzaamheden in de andere Raadsformaties 1. Hieronder gaat voor de delegaties een overzicht van de belangrijkste kwesties die thans aan de orde zijn in de andere Raadsformaties. Dit document moet de delegaties in staat stellen de aandacht van het voorzitterschap te vestigen op punten waarvan zij menen dat ze gevolgen hebben voor de goede organisatie van de werkzaamheden op de desbetreffende gebieden. 2. Het voorzitterschap wijst erop dat er in de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 29 april belangrijke akkoorden zijn bereikt inzake een algemene oriëntatie betreffende wederzijdse erkenning van beslissingen tot confiscatie en een algemene oriëntatie betreffende de richtlijn betreffende minimumnormen voor de procedures voor de toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus. De Raad heeft ook formeel de richtlijn betreffende minimumnormen voor de erkenning en de status van onderdanen van derde landen als vluchteling aangenomen. Op 11 mei is in de Raad ECOFIN een politiek akkoord bereikt over twee belangrijke maatregelen betreffende financiële diensten: de richtlijn inzake trans parantievereisten en de richtlijn betreffende een nieuwe comitéstructuur voor financiële diensten. 9414/04 sme/ngs/mj 1

2 LANDBOUW EN VISSERIJ Tijdens zijn zitting van 26 april 2004 heeft de Raad de volgende aangelegenheden besproken: Bescherming van dieren tijdens het vervoer De Raad heeft een diepgaand debat gevoerd over het voorstel voor een verordening inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten. Het voorstel strekt tot wijziging van de bestaande voorschriften uit hoofde van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG, en tot invoering van nieuwe maatregelen op dit gebied, met inbegrip van de uitbreiding van de werkingssfeer tot veemarkten en veeschepen, de harmonisatie van het vervoersvergunningsdocument, de definitie van dieren die "ongeschikt" zijn voor vervoer, alsook een vereenvoudigde herzieningsprocedure. Aan het slot van de bespreking constateerde het voorzitterschap dat er in deze fase geen overeenstemming over de verordening kon worden bereikt. Tweede spoorwegpakket (A-punt) De Raad stelde de drie richtlijnen en de verordening, die samen het tweede spoorwegpakket vormen, vast op basis van de gezamenlijke teksten die het Europees Parlement en de Raad tijdens de bemiddelingsvergadering van 16 maart 2004 zijn overeengekomen. Gememoreerd wordt dat de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad van 2003 de Raad had verzocht om spoedig definitief akkoord te bereiken over het tweede spoorwegpakket (punt 29 van de conclusies). Coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (A-punt) De Raad hechtte zijn goedkeuring aan de door het Europees Parlement in tweede lezing voorgestelde amendementen op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad inzake een verordening betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (herziening van Verordening nr. 1408/71). Deze verordening wordt derhalve geacht te zijn aangenomen. Gememoreerd wordt dat de Europese Raad van Barcelona van 2002 erom had verzocht dat de verordening vóór eind 2003 zou worden aangenomen (punt 33 van de conclusies). 9414/04 sme/ngs/mj 2

3 JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN Tijdens zijn zitting van 29 april 2004 heeft de Raad de volgende aangelegenheden besproken: Terrorisme De Raad heeft de balans opgemaakt van de follow-up van de verklaring van de Europese Raad over terrorisme en van de werkzaamheden betreffende dossiers waarvoor de Europese Raad om spoedige afhandeling had verzocht. Hij was tevens ingenomen met het werk van de Commissie, die nieuwe voorstellen heeft ingediend, en nam nota van de opmerkingen van de delegaties inzake de vorderingen met betrekking tot uitvoeringsinstrumenten zoals het Europees aanhoudingsbevel en de gemeenschappelijke onderzoeksteams. De Raad werd voorts door de coördinator voor terrorismebestrijding geïnformeerd over de stand van zaken in de aanloop naar de volgende bijeenkomst van de Europese Raad. Afgezien van voorbehouden voor parlementaire behandeling bereikte de Raad overeenstemming over een algemene oriëntatie betreffende het ontwerp-kaderbesluit inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning van beslissingen tot confiscatie. Met dit besluit wordt beoogd om overeenkomstig het beginsel van wederzijdse erkenning de tenuitvoerlegging in een lidstaat van een in een andere lidstaat gegeven beslissing tot confiscatie te verbeteren, onder andere ter fine van teruggave aan slachtoffers van strafbare feiten. De Europese Raad had om aanneming op uiterlijk 1 mei verzocht. De Raad heeft tevens de richtlijn aangenomen betreffende de verplichting voor vervoerders om de passagiersgegevens door te geven aan de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het controleren van personen aan de buitengrenzen. De Europese Raad had verzocht dat deze maatregel spoedig haar beslag zou krijgen. Ten slotte hechtte de Raad zijn goedkeuring aan de Overeenkomst inzake samenwerking tussen Europol en Eurojust die bedoeld is om hun efficiëntie bij de bestrijding van ernstige vormen van internationale criminaliteit te verbeteren. De Europese Raad had om goedkeuring op uiterlijk 1 mei verzocht. 9414/04 sme/ngs/mj 3

4 Asiel Afgezien van enige parlementaire voorbehouden bereikte de Raad overeenstemming over een algemene oriëntatie inzake de richtlijn betreffende minimumnormen voor de procedures voor de toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus. Deze richtlijn strekt tot vaststelling van gelijkwaardige procedures, met inbegrip van basisbeginselen en waarborgen in verband met de asielprocedure, procedures in eerste aanleg en beroepsprocedures. De Raad heeft zich ertoe verbonden om de landen die opgenomen kunnen worden in een minimale gemeenschappelijke EUlijst van derde landen die als veilig land van herkomst gelden, grondig te evalueren om te waarborgen dat deze landen aan de criteria van de richtlijn beantwoorden. Voorts heeft de Raad de richtlijn betreffende minimumnormen voor de erkenning en de status van onderdanen van derde landen als vluchteling aangenomen. Doel van deze richtlijn is een kader te creëren voor een internationale beschermingsregeling die gebaseerd is op de bestaande internationale en communautaire verplichtingen en op de praktijken van de huidige lidstaten. Met deze richtlijn moet worden gegarandeerd dat in alle lidstaten een minimumbeschermingsniveau wordt geboden aan alle personen die daadwerkelijk bescherming nodig hebben en dat de verschillen tussen de wetgeving en praktijken van de lidstaten op deze gebieden worden beperkt. Gememoreerd wordt dat in het Verdrag van Amsterdam 1 mei 2004 wordt aangegeven als uiterste datum voor de aanneming van beide richtlijnen. ECOFIN Tijdens zijn zitting van 11 mei 2004 heeft de Raad de volgende aangelegenheden besproken: Stabililiteits- en groeipact De Raad heeft een beschikking aangenomen tot intrekking van de beschikking van 2002 betreffende het bestaan van een buitensporig begrotingstekort in Portugal, omdat hij heeft geconstateerd dat het land gevolg heeft gegeven aan de aanbeveling om deze tekortsituatie te verhelpen. De Raad benadrukte de inspanningen van Portugal om het gestelde doel te bereiken, alsook de noodzaak van verdere waakzaamheid in /04 sme/ngs/mj 4

5 De Raad nam nota van de presentatie door de Commissie van haar aanbeveling voor een vroegtijdige waarschuwing aan Italië om een buitensporig tekort aldaar te voorkomen. De Raad nam ook nota van de Italiaanse toezegging dat ervoor zal worden gezorgd dat het tekort in 2004 niet boven 3% zal uitstijgen. Er was een brede consensus om verder beraad over dit onderwerp uit te stellen tot de zitting van 5 juli, teneinde de door de Italiaanse regering aangekondigde maatregelen te kunnen bestuderen. Richtlijn belasting op rente van spaargelden onderhandelingen met derde landen De Raad maakte een balans op van de onderhandelingen over overeenkomsten inzake belasting op rente van spaargelden met Andorra, Liechtenstein, Monaco en San Marino, met de Britse kroonkolonies en territoria in het Caribisch gebied en met de Nederlandse gebiedsdelen in het Caribisch gebied. Hij was ingenomen over de vooruitgang die met Andorra over een overeenkomst inzake belasting op rente van spaargeld is geboekt en met het vooruitzicht van een monetaire overeenkomst met Andorra. Met betrekking tot Liechtenstein, Monaco en San Marino nam de Raad nota van de ontwikkelingen sinds zijn zitting van 9 maart en hij bevestigde nogmaals zijn steun voor het standpunt dat de Commissie tijdens de onderhandelingen heeft ingenomen. Hij benadrukte met name dat hij geen toegevingen wil doen met betrekking tot de voordelen van de EU-richtlijnen inzake interesten en royalty s en moedermaatschappijen en dochterondernemingen. De Raad bevestigde nogmaals dat hij wenst dat de diverse onderhandelingen over belasting op rente van spaargelden worden afgerond. Dat zal hem in staat stellen te concluderen dat zal worden voldaan aan de voorwaarden voor de toepassing van de bepalingen van de richtlijn belasting op rente van spaargelden, te weten: toepassing van gelijkwaardige maatregelen door Andorra, Liechtenstein, Monaco, San Marino en Zwitserland, en toepassing van dezelfde maatregelen door de van het VK en Nederland afhankelijke en daarmee geassocieerde landen. Financiële diensten De Raad bereikte een politiek akkoord over de ontwerp-richtlijn betreffende transparantievereisten, zoals die door het Europees Parlement in eerste lezing is gewijzigd. Deze richtlijn een essentiële bouwsteen van het Actieplan financiële diensten behelst een herziening en vervanging van de richtlijn van 2001 betreffende de toelating van effecten tot de officiële notering aan een effectenbeurs. Deze richtlijn heeft ten doel dat beleggers over betere informatie kunnen beschikken, zodat ze hun middelen op basis van een beter onderbouwde inschatting kunnen inzetten. 9414/04 sme/ngs/mj 5

6 De Raad bereikte ook overeenstemming over een richtlijn betreffende een nieuwe comitéstructuur voor financiële diensten. Ze maakt deel uit van een pakket maatregelen dat beoogt de comitéstructuur van de EU die sinds 2002 voor het effectenbedrijf wordt gebruikt uit te breiden tot banken, verzekeringen en beleggingsondernemingen. Doel is regelgevers en toezichthouders in staat te stellen sneller en efficiënter op technologische veranderingen en marktontwikkelingen te reageren en nauwere samenwerking tussen toezichthouders mogelijk te maken. 9414/04 sme/ngs/mj 6