*Z007B8D4FF3* documentnr.: INT/C/14/08883 zaaknr.: Z/C/14/08258 Raadsinformatiebrief Onderwerp Aard : de Wet Markt en Overheid : Actieve informatie Portefeuillehouder : M.F.R.A. Jilisen Datum college : 24 juni 2014 Openbaar : Ja Afdeling : Control en Kwaliteit Contactpersoon : M. van Egmond Telefoon : 357 In te vullen door de griffie Nummer brief : 2014-73 Datum verzending : 26 juni 2014 Nummer weekbericht : 26 Aanleiding Per 1 juli 2014 moeten alle bestuursorganen, dus ook de gemeente, voldoen aan de Wet Markt en Overheid (hierna te noemen: Wet MenO). Deze wet is een onderdeel van de Mededingingswet en wil oneerlijke mededinging (concurrentie) tegengaan. De kern van de Wet MenO is dat het een gemeente is toegestaan om economische activiteiten uit te voeren mits de gemeente daarbij geen oneerlijke concurrentie vormt voor ondernemers. Inhoud Een economische activiteit is een activiteit die een gemeente uitvoert als zij producten of diensten aanbiedt op een bepaalde markt. Denk hierbij aan de verhuur van een (sport- )accommodatie. Ook een commerciële exploitant kan een dergelijke ruimte te huur aanbieden. Typische overheidstaken zoals het handhaven van de openbare orde, het beheer en onderhoud van de openbare ruimte worden niet als economische activiteit gezien. De wet heeft ook geen betrekking op aanbestedingen of overheidssteun. Om oneerlijke concurrentie te voorkomen, moet de gemeente zich houden aan 4 regels: 1. De gemeente moet ten minste de integrale kosten van een economische activiteit in rekening brengen: een product of dienst mag niet onder de kostprijs worden aangeboden; 2. De gemeente mag eigen gemeentelijke bedrijven niet bevoordelen ten opzichte van concurrerende bedrijven; 3. De gemeente mag beschikbare gegevens alleen hergebruiken voor andere, economische activiteiten als andere organisaties/ondernemingen ook onder dezelfde voorwaarden over de gegevens kunnen beschikken; 4. De gemeente moet door functiescheiding belangenverstrengeling voorkomen. Binnen de gemeente Cuijk is, op basis van een overzicht van de Autoriteit Consument en Markt (de ACM), de instantie die toezicht houdt op de naleving van deze wet, een inventarisatie uitgevoerd. Hieruit is gebleken, dat de gemeente activiteiten uitvoert die onder de reikwijdte van de wet vallen. Daarbij wordt in een aantal gevallen niet voldaan aan de eisen van de wet omdat voor deze economische activiteiten niet de integrale kostprijs in rekening wordt gebracht.
Het gaat hierbij, volgens ons college, om de volgende activiteiten: - aanbieden van sportvoorzieningen (zoals het in gebruik geven en de verhuur en exploitatie van sportaccommodaties en/of de ondergrond hiervan); - aanbieden van voorzieningen ten behoeve van recreatie, onderwijs, welzijn en cultuur (zoals het in gebruik geven en de verhuur en exploitatie van accommodaties): - beschikbaar stellen van benodigdheden (zoals dranghekken en vlaggenmasten) ten behoeve van evenementen: - aanbieden van panden ter bewoning in het kader van anti-kraak. Economische activiteiten die niet tegen de kostprijs in rekening worden gebracht maar die plaatsvinden in het algemeen belang kunnen uitgezonderd worden van de reikwijdte van de Wet MenO. Hierbij wordt als voorwaarde gesteld, dat de gemeenteraad hiervoor expliciet een besluit neemt. Dit besluit is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht en hier staat bezwaar en beroep tegen open. Dit komt omdat de vaststelling rechtsgevolgen heeft: de betreffende economische activiteit valt door het besluit namelijk niet langer onder de Wet MenO. Met het raadsbesluit om een dienst of product van algemeen belang te verklaren en deze onder de kostprijs te leveren, bestaat het risico op verdringing van de markt van private ondernemingen die een vergelijkbare dienst of product aanbieden. De voordelen voor het algemeen belang moeten opwegen tegen de nadelen voor deze belangen van derden. Bij genoemde activiteiten is hiervan sprake. Deze belangenafweging moet in de motivering van het besluit worden aangegeven. Als bijlage bij deze brief is ons voorgenomen ontwerp-raadsbesluit gevoegd. In dit besluit is de motivering voor de genoemde activiteiten opgenomen. Overigens is dit concept-besluit er op gericht om de huidige, reeds bestaande, situaties te bestendigen. Het voorstel leidt niet tot financiële consequenties en heeft ook geen gevolgen voor bestaande financiële relaties: huren/vergoedingen worden niet gewijzigd, bestaande (exploitatie-)bijdragen veranderen niet. Het gaat er om dat activiteiten die op dit moment door de gemeente onder de kostprijs worden aangeboden, in het kader van de Wet MenO expliciet benoemd worden in een raadsbesluit. Voor de toekomst kunnen heroverwegingen plaatsvinden ten aanzien van dit besluit. Dit betekent dat er nieuwe uitzonderingen geformuleerd kunnen worden, dan wel dat er uitzonderingen zullen verdwijnen omdat er een integrale kostprijsdoorrekening zal gaan plaatsvinden. Procedurele informatie Zoals beschreven is het mogelijk om tegen het raadsbesluit bezwaar en beroep aan te tekenen. Een besluit dient zorgvuldig te worden voorbereid. Omdat dit besluit een brede reikwijdte heeft, achten wij het noodzakelijk om een inspraakprocedure te volgen. Dit betekent, dat het concept van het raadsbesluit zoals wij dat nu voornemens zijn om ter besluitvorming aan u voor te leggen, gedurende 4 weken ter inzage wordt gelegd. Tijdens deze periode kunnen zienswijzen worden ingediend. Na afloop van de inspraak kunnen de eventueel ingediende zienswijzen worden betrokken bij onze voorbereiding voor de definitieve raadsstukken die wij u voor de vergadering van 22 september ter besluitvorming willen aanbieden. Omdat de gemeente per 1 juli 2014 moet voldoen aan de Wet MenO, had er voor die datum een raadsbesluit met betrekking tot de aanwijzing van economische activiteiten in het kader van het algemeen belang genomen moeten worden. Dit is helaas niet gelukt omdat er pas in maart 2014 concrete informatie (zoals de voorbeeld-inventarisatielijst) van de ACM beschikbaar was. Op basis van deze informatie is de inventarisatie binnen de organisatie uitgezet, de inventarisatie heeft ook enige tijd in beslag genomen.
Door de ACM wordt toezicht gehouden op de naleving van de wet. Bedrijven kunnen bij de ACM een melding doen indien zij van mening zijn dat een overheid zich niet aan de regels houdt. De ACM onderzoekt de melding. Blijkt uit het onderzoek dat de overheid zich niet aan de regels houdt dan kan de ACM optreden. De ACM kan bijvoorbeeld een last onder dwangsom opleggen. Hoewel er per 1 juli 2014 nog geen raadsbesluit is, kan wel worden aangetoond dat dit besluit op korte termijn (raadsvergadering van 22 september) zal worden genomen. Bijlagen Voorgenomen concept-raadsbesluit. Burgemeester en wethouders van Cuijk, drs. R.H.M.A. Rongen secretaris mr. W.A.G. Hillenaar burgemeester
*Z007B8EDD63* documentnr.: INT/C/14/08884 zaaknr.: Z/C/14/08258 De raad van de gemeente Cuijk gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 augustus 2014, gelet op artikel 25i van de Mededingingswet op basis van welk artikel verplicht de integrale kostprijs moet worden doorberekend tenzij het gaat om activiteiten die plaatsvinden in het algemeen belang zoals bedoeld in artikel 25h lid 5 van de Mededingingswet; gelet op de zienswijzen die gedurende de inspraakperiode zijn ingediend. (informatie kan uiteraard pas ingevuld worden nadat inspraakprocedure is doorlopen). besluit de volgende economische activiteiten vast te stellen als activiteiten die plaatsvinden in het algemeen belang zoals bedoeld in artikel 25h lid 5 Mededingingswet: - Aanbieden van sportvoorzieningen (zoals het in gebruik geven en de verhuur en exploitatie van sportaccommodaties en/of de ondergrond hiervan): De publieke taak om te voorzien in voldoende sportvoorzieningen en sportaccommodaties voor een brede doelgroep inwoners wordt verhinderd indien de gemeente is gehouden aan het integraal doorberekenen van al haar kosten in de gebruikerstarieven en de gemeente geen subsidie/exploitatie- en/of onderhoudsbijdrage mag verlenen. Het feit dat de tarieven niet kostendekkend zijn wordt ingegeven vanuit een maatschappelijke doelstelling om sport betaalbaar en toegankelijk te houden voor een breed publiek. Sport heeft grote positieve gezondheids- en maatschappelijke effecten. Sport is onmisbaar voor een gezonde levensstijl maar bevordert daarnaast ook maatschappelijke betrokkenheid en sociale samenhang. Sportfaciliteiten dienen laagdrempelig en, omdat elk individu gebaat is bij sport en bewegen, in beginsel voor een ieder toegankelijk te zijn. Toepassing van een (volledige) kostendekkendheid zou resulteren in tarieven die voor de gebruikers onbetaalbaar zijn. Tevens moeten sportvoorzieningen veilig en toegankelijk zijn. Sportverenigingen vervullen een belangrijke rol in de sportbeoefening. De door de gemeente aangeboden sportvoorzieningen worden niet of nauwelijks door private partijen aangeboden. Gelet op de doelstellingen van het belang van laagdrempelige sportvoorzieningen weegt het algemeen belang zwaarder dan mogelijk nadelige gevolgen voor (potentieel) private aanbieders/marktpartijen. - Aanbieden van voorzieningen ten behoeve van recreatie, onderwijs, welzijn en cultuur (zoals het in gebruik geven en de verhuur en exploitatie van accommodaties): Het gaat hierbij om het beschikbaar stellen van de accommodaties voor verhuur en beheer aan maatschappelijke, culturele- en creatieve instellingen/ondernemers, stichtingen en verenigingen en dergelijke. Met het beschikbaar stellen van deze accommodaties bevordert de gemeente de participatie in de samenleving en wordt de kracht van de gemeente ondersteund. Het in rekening brengen van de volledige kostprijs zal ertoe leiden dat genoemde organisaties hogere kosten krijgen en zo hun maatschappelijke, culturele en creatieve activiteiten door hun beperkte financiële armslag niet of niet volledig meer kunnen uitvoeren. Er is een risico dat concurrentieverstoring kan ontstaan met ondernemingen die binnen de gemeente actief zijn op het gebied van verhuur van vastgoed. Hierbij moet in aanmerking worden genomen dat de accommodaties voornamelijk gebruikt worden als openbaar gebouw ten behoeve van maatschappelijke instellingen zonder winstoogmerk. Het belang dat de genoemde instellingen voor de samenleving en de gemeente hebben, weegt zwaarder dan het commerciële belang dat partijen op de vastgoedmarkt hebben bij een integrale kostendoorberekening. - Beschikbaar stellen van benodigdheden (zoals dranghekken en vlaggenmasten) ten behoeve van evenementen: In sommige gevallen is het in het belang van een goede (verkeers-)veiligheid tijdens evenementen dat er dranghekken (al dan niet voorzien van verkeersborden) worden geplaatst. Het in rekening brengen van de volledig integrale kostprijs van dergelijke materialen kan er toe leiden dat organisatoren, om kosten te besparen, hierop gaan bezuinigen. Dat zal leiden tot onwenselijke situaties. Door het onder de kostprijs aanbieden van de genoemde materialen wordt mogelijk toetreden van private ondernemers tot deze markt bemoeilijkt. De aan het algemeen belang gekoppelde doelstelling in het kader van de veiligheid wordt echter zwaarwegender geacht dan mogelijke commerciële belangen van private ondernemers.
- Aanbieden van panden ter bewoning in het kader van anti-kraak : Leegstaande panden worden soms tijdelijk ter bewoning aangeboden als maatregel om het kraken van het betreffende pand tegen te gaan. In veel gevallen gaat de zogenoemde verhuur ten behoeve van anti-kraak via tussenkomst van een verhuurbedrijf. Het ontbreken van huurbescherming is op zichzelf al reden genoeg om niet de integrale kostprijs door te rekenen in de huur. Bovendien vergemakkelijkt een lagere prijs de verhuur van deze panden hetgeen verloedering van de gebouwen en de omgeving daarvan tegengaat. Er is een risico dat concurrentieverstoring kan ontstaan met ondernemingen die ook actief zijn op het gebied van verhuur van vastgoed. Het belang dat toegekend wordt aan de mogelijkheid om op deze wijze vernieling en verloedering van panden en de directe omgeving daarvan tegen te gaan, weegt echter zwaarder dan het commerciële belang dat partijen op de vastgoedmarkt hebben bij een integrale kostendoorberekening. Aldus besloten door de raad van de gemeente Cuijk in zijn openbare vergadering van 22 september 2014. De raad voornoemd, R.M. van der Weegen griffier mr. W.A.G. Hillenaar voorzitter