1 Algemene opmerkingen

Vergelijkbare documenten
Gebundeld verslag van de terugkoppelingsmomenten met de MDT s in het kader van de simulatie D&I (september 2012)

OPLEIDING MODULE D 2019

Hulpmiddelenfiches. Gebruikerservaring BZIO

Nummer: INF/MDT/1106. Brussel, 27 april Aan de instanties die erkend zijn om multidisciplinaire verslagen af te leveren

Toelichting bij de. Classificerende Diagnostische Protocollen

HANDLEIDING: HULPMIDDELEN ADVISEREN EN AANVRAGEN MET HULPMIDDELENFICHES

Personen met een handicap kunnen op het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) een beroep doen voor hulpmiddelen.

HANDLEIDING VOOR HET INVULLEN VAN HET FORMULIER CDP S

Huursysteem hulpmiddelen bij snel degeneratieve aandoeningen

INFONOTA. Toelichting bij de verschillende onderdelen van het MDV (volgens het modulair systeem)

TOELICHTING BIJ DE HULPMIDDELENFICHES

HANDLEIDING: HULPMIDDELEN ADVISEREN EN AANVRAGEN MET HULPMIDDELENFICHES

Nummer: INF/MDT/1213. Brussel, 8 augustus 2012

Wijzigingen Individuele Materiële Bijstand (IMB) 1/07/2019

MDT - HET VEER - CAR HOE KAN ONS MDT U HELPEN? In deze brochure leest u hoe multidisciplinair team Het Veer

Hulpmiddelenfiches. Volgens refertelijst van 01/07/2011

In zijn antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 466 van 15 april 2016 gaf de minister cijfers ter zake hierover.

VERTICALE CIRCULATIE DOELGROEPOMSCHRIJVINGEN KEUZEPROCESSEN TEGEMOETKOMINGEN VAPH

Procedure voor een aanvraag bij het VAPH in UZ Leuven

nr. 306 van TINE VAN DER VLOET datum: 1 februari 2016 aan JO VANDEURZEN Jongdementie - Erkenning door het VAPH (2)

De erkenning en de grenzen van ons multidisciplinair team

1 Vul hieronder de gegevens in van de persoon waarvoor het medisch voorschrift wordt opgemaakt. dag maand jaar

MDT - HET VEER - CAR HOE KAN ONS MDT U HELPEN?

Over te maken door de rechthebbende aan de door hem gekozen verstrekker.

MDT TER KOUTER- CAR HOE KAN ONS MDT U HELPEN? In deze brochure leest u hoe multidisciplinair team Ter Kouter

Medisch voorschrift voor een mobiliteitshulpmiddel

Vlaams & Neutraal ziekenfonds. West-Vlaamse consultatiebureaus

Minimale kwaliteitseisen voor multidisciplinaire teams

Nummer: INF/MDT/1215

Betreft: Hulpmiddelen voor studenten met behoefte aan extra ondersteuning in het hoger onderwijs.

Hoe kan het multidisciplinair team van het COS u helpen?

Beoordelingsrapport Keuzehulp Borstkanker PATIENT+

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Medisch voorschrift voor een mobiliteitshulpmiddel

VERBOUWEN OF BIJBOUWEN AAN DE WONING

Herziening PAB. Hoe de budgethoogte van het Persoonlijke Assistentiebudget herzien? Onafhankelijk Leven vzw Groot Begijnhof 14 A 9040 Sint Amandsberg

nr. 263 van TINE VAN DER VLOET datum: 19 januari 2018 aan JO VANDEURZEN VAPH - Aanpassingspremies woningen

MOHM Terugbetaalde mobiliteit

OZ SOCIALE DIENST, TEAM VAPH HOE KUNNEN WIJ JOU HELPEN?

Zorgregierapport VAPH minderjarigen

Webplatform. Informeren op maat 22/06/

Aanvraag van een machtiging als expert

MDT meerderjarigen. Wij helpen u bij het vinden van de juiste hulp! Adres: Caritasstraat 76, 9090 Melle 09/

Bijlage 19 (blad 1 recto)

Poliklinische revalidatie voor kinderen en jongeren

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 maart 2019;

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

Wijzigingen regelgeving IMB - opleiding MDT s

Simulatie D&I-project

MULTIDISCIPLINAIR FUNCTIONERINGSRAPPORT VOOR DE AANVRAAG VAN EEN MOBILITEITSHULPMIDDEL EN/OF AANPASSINGEN

Een aanvraag bij de Intersectorale Toegangspoort

1 Opvragen van informatie

Nieuwe evaluatieschaal voor de

Thuis Blijven Wonen. Inge Claessens, Ergotherapeute, Thuiszorgpunt

Aanvraag aanpassingspremie voor een woning

Dossier aanpassing arbeidsomgeving: arbeidspostaanpassing (APA) & arbeidsgereedschap en kledij (AG)

HULPMIDDELENINFO VERSUS UNIVERSAL DESIGN

elk kind een plaats... 1

Valpoli Analyse valrisico, advies en behandeling Vakgroep Klinische Geriatrie Afdeling Fysiotherapie Afdeling Ergotherapie IJsselland Ziekenhuis

HANDLEIDING FORMULIER AANVRAGEN BBC VOOR AUTOAANPASSINGEN (V2.0) april

1. Laattijdig vervolledigen van een dossier omwille van overmacht

Provinciaal kantoor VAPH. Overdracht bevoegdheid mobiliteitshulpmiddelen VAPH - VSB

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

De intake meerderjarigen

HUISHOUDELIJK REGLEMENT REGIONALE PRIORITEITENCOMMISSIE WEST-VLAANDEREN

Ergotherapie. Beter voor elkaar

Voor de CLB s: - hun oriëntering kan zeer gericht gebeuren

Herziening PAB. Hoe de budgethoogte van het Persoonlijke Assistentiebudget herzien? Onafhankelijk Leven vzw Groot Begijnhof 14 A 9040 Sint-Amandsberg

MDT - HET VEER - CAR HOE KAN ONS MDT U HELPEN?

DE VERNIEUWDE AANPASSINGSPREMIE VANAF 1 JUNI 2019

AANMELDING mobiele/ambulante begeleiding buitengewoon onderwijs

Tweede aanvraag van een premie voor de renovatie van een woning uitdovend stelsel 2015

HULPMIDDELENINFO HULPMIDDELEN VOOR INTIEME VERZORGING

Over te maken door de rechthebbende aan de door hem gekozen verstrekker.

Maak kennis met ons Multidisciplinair team

Aanvraag van een premie voor de renovatie van een woning

Update richtlijnen bij modulair basisdossier

Handleiding Mijn Loopbaan voor partners voor registratie van de begeleiding van personen met een arbeidsbeperking

Evaluatie POVO

Aanvraagformulier mantelzorgpremie

MDT HET VEER CAR HOE KAN ONS MDT U HELPEN? Volwassenen. Indienen van een aanvraag bij het Vlaams agentschap voor personen met een handicap.

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Nieuwsbrief mobiliteitshulpmiddelen 2019/04

Zelfevaluatie InZicht Zelfevaluatie binnen het woon- en zorgcentrum

Hand-out 3.14 WZM. WZM: Handout 3.14 Caresolutions Brandekensweg Schelle-Tel.: 03/

Veel gestelde vragen omtrent de minimale kwaliteitseisen

SPEELWIJZE LEIDERSCHAPSSPEL

BEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN EINDRAPPORT - PERIODE : 2007

INFOBUNDEL MINIMALE KWALITEITSEISEN

Inlichtingenformulier over de handicap van een kandidaat voor een selectie

Dienstorder MOW/AWV/2013/12

Een geïntegreerd zorgmodel voor abnormale moeheid: Oost-en West Vlaanderen

~aam.e Regering ~ door de toezichthouder met betrekking tot de toewijzing van de woning gelegen naast zich neer te leggen.

OZ SOCIALE DIENST, TEAM VAPH HOE KUNNEN WIJ JOU HELPEN?

Oplossingen om deuren, ramen en rolluiken te openen voor personen met een motorische handicap

Handleiding MyHandicap

Voorbereiding van mijn aanvraag, Te bewaren

Technische nota bij de mededeling van het budget van financiële middelen op 1 januari 2019.

Wat betekent het CLB voor u? Hoe kan ons multidisciplinair team VAPH u helpen?

Terugkoppeling testen egeo internetpanel

Transcriptie:

Verslag 1 maart 2012 Gebundeld verslag van de terugkoppelingsmomenten met de MDT s in het kader van de simulatie D&I (maart 2012) 1 Algemene opmerkingen 1.1 Vragen en opmerkingen van de MDT s Het gebruiken van de instrumenten in de simulatie zorgt ervoor dat sommige MDT s veel kritischer gaan kijken naar de informatie die ze aanleveren, ook in het kader van de gewone procedure. De kwaliteit stijgt: de nieuwe dossiers zijn veel beter onderbouwd dan de oude. Naast de instrumenten die gebruikt worden in de simulatie is dit ook een gevolg van de MKE s. Twee teams melden dat dossiers met een negatief advies van hen toch positief worden beslist door het VAPH. Dit is opmerkelijk maar niet onmogelijk. Er wordt met deze teams afgesproken dat ze, indien dit nog gebeurt, de dossiernummers aan het VAPH bezorgen. Een team krijgt ook veel vragen binnen van Oost-Vlaanderen die voldoen aan de steekproefcriteria. Mogen deze ingediend worden in de simulatie? Antwoord: Neen, deze mogen niet ingediend worden. Deze dossiers kunnen in Feniks (elektronische ondersteuning PA) niet behandeld worden door personeel tewerkgesteld in West-Vlaanderen. Het formulier dat momenteel wordt gebruikt voor incontinentiemateriaal schiet tekort indien het gaat om iemand die sonderen combineert met incontinentiemateriaal. Er is nood aan een forum om te kunnen discussiëren over twijfelgevallen, zowel die waar het MDT achter de vraag staat als die waar het MDT niet achter staat. Zo n forum is ook nodig om afwijkingen op opgelegde termijnen (bv. revalidatietermijn van 6 maanden) in vraag te kunnen stellen voor specifieke dossiers. Het zou moeten mogelijk zijn dat de aanvrager kan gezien worden door een VAPH-arts bv. op vraag van het MDT zodat de juiste beslissing wordt genomen. Er is nood aan meer overleg tussen de PA en het MDT. Momenteel zit er teveel tijd tussen de opeenvolgende overlegmomenten. Het nieuw BVR werkingstoelage MDT s moedigt de MDT s aan tot het vormen van samenwerkingsverbanden. Er zijn heel wat kleine, gespecialiseerde MDT s die moeite ondervinden om zo n samenwerkingsverbanden aan te gaan. 1.2 Vragen en opmerkingen van het VAPH Soms worden ingediende vragen stopgezet. Aangezien de dossierstromen gescheiden zijn, vraagt het tijd om dit op te merken. Kunnen de MDT s dit a.u.b. per mail laten weten aan de simcel inschrijvingen (gwendolien.deleersnijder@vaph.be)? 1 van 11

2 Opmerkingen over de hulpmiddelenfiches (HMF s) 2.1 Algemene vragen en opmerkingen van de MDT s Voor sommige HMF is er maar 1 doelgroep mogelijk, de optie andere zou hier moeten voorzien worden. Dit staat echter haaks op de principes van werken met HMF. In versie VAPH-F-2011-801-3.5 van het aanvraagformulier is de mogelijkheid voorzien om Geen van de doelgroepen uit de fiche te kiezen als doelgroep. Dan moet wel aangevinkt worden dat er afgeweken wordt van de doelgroep in de fiche. Deze afwijking moet vervolgens ook gemotiveerd worden. Sommige teams hebben de indruk dat beperkingen van de aanvragers vaak ernstiger zijn dan die beschreven in de doelgroepen. Afspraak: De best passende doelgroep wordt gekozen en een afwijking van de doelgroep wordt gevraagd. In het tekstvak wordt dan de aanvulling voor de doelgroep geschreven. Werken met HMF biedt de MDT s meer steun naar de aanvragers toe om niet mee te gaan in bepaalde vragen. Sommige MDT s hebben de indruk dat het nieuw IMB-beleid strenger is, een vorm van verdoken besparing. Volgende doelgroepen ontbreken vaak in de HMF: personen met amputaties die bv. stappen met een prothese, personen met ruglijden, para- en tetraplegie. Het zou handig zijn mocht het team een apart document kunnen toevoegen aan de HMF of dat er een leeg blad wordt voorzien om daar een aantal zaken in te typen. In deze bijlage zou het MDT het advies kunnen nuanceren. Waar men in een adviesrapport duidelijk deze nuance kwijt kan, kan dit in de HMF niet. Ondanks dat iemand past binnen de HMF, is het MDT soms van mening dat de aanvrager het hulpmiddel om de een of andere reden niet moet krijgen (negatief advies). In de HMF is hier niks voor voorzien. Sommige MDT s vragen zich af of het VAPH echt voldoende heeft met de informatie bekomen via de HMF. Voor eenvoudige hulpmiddelen is het nieuwe systeem zeker eenvoudiger. Maar, het gebeurt niet vaak dat men enkel eenvoudige hulpmiddelen vraagt. Het is niet duidelijk op basis van wat er werd beslist om de ene keer wel en de andere keer geen testverslag te vragen. Voor de Kurzweil is er bv. geen testverslag nodig terwijl je goed moet kunnen werken met de computer. Bij een draagbare beeldschermloep moet er wel een testverslag toegevoegd worden, bij de gewone niet. Wat zijn de redenen? Antwoord: Bij het opstellen van de hulpmiddelenfiches is er voor gekozen om een testverslag te vragen voor hulpmiddelen (of combinaties van hulpmiddelen) waarbij in specifieke situaties kan getwijfeld worden aan de bruikbaarheid of werkzaamheid ervan voor de beschreven doelgroep. Op dat ogenblik werd de werkzaamheid van een tekstherkenningsprogramma met scanner (cf. Kurzweil) niet in twijfel getrokken voor de doelgroep blinde computergebruikers. Van het hulpmiddel is geweten dat het functioneert en de situatie van een blinde computergebruiker is relatief gestandaardiseerd. De gebruiksomstandigheden van een draagbare beeldschermloep zijn veel gevarieerder: binnen, buiten, invallend zonlicht, verschillende teksten op verschillende voorwerpen, de mate van slechtziendheid van de gebruiker Voor de draagbare beeldschermloep werd daarom gekozen om een testverslag, onder omstandigheden die nauw aansluiten bij de realiteit, te vragen. 2.2 Specifieke vragen en opmerkingen van de MDT s 2.2.1 Fiches met betrekking op autoaanpassingen In deze fiches wordt melding gemaakt van de carpas. Iedereen die met een (nieuwe) tweedehandsauto rijdt, moet zo n pas hebben. 2

2.2.2 Ombouwen/aanbouwen van de woning: Toegang tot de woning (HMF 1) Indien de aanvrager de toegang tot de woning wil verbouwen, moet hij een schriftelijke toestemming van de eigenaar van de woning kunnen voorleggen. Dit kan lang op zich laten wachten. Een team merkt op dat de aanvrager toch geen verbouwing zal laten uitvoeren als dit niet mag van de eigenaar. Een ander team haalt dit ook aan. Als team lossen zij dit op door te vragen naar de haalbaarheid. Ze wachten echter niet op de documenten om de vraag in te dienen bij het VAPH. Ook in de gewone procedure op vlak van de VAPH-administratie wordt hiermee soepel omgesprongen (er wordt niet gewacht op de schriftelijke toestemming). 2.2.3 Andere aanvullende uitrusting van de woning (HMF 27) Er kan niet gespecificeerd worden wat er precies wordt gevraagd. In de simulatie moet men deze informatie gaan halen in het adviesrapport. Afspraken: De HMF zal worden bijgestuurd (exacte vermelding van het gevraagde hulpmiddel) Het specifiek hulpmiddel wordt ingegeven in het invulvak: "Som hieronder de documenten op die u ter staving van de aanvraag bij dit document voegt." 2.2.4 Handgrepen beugels (HMF20) Ontbrekende doelgroep: personen zonder rugproblemen die binnenshuis nog een beetje kunnen stappen met steun, maar zonder hulpmiddel. Ze hebben wel nood aan een handgreep of beugel om op te staan en/of te gaan zitten. Het aantal handgrepen en de plaats waar de handgrepen moeten komen, kan nergens vermeld worden. Afspraken: De HMF zal worden bijgestuurd (aantal handgrepen en plaats voor installatie)) Het aantal en de plaats voor installatie wordt ingegeven in het invulvak: "Som hieronder de documenten op die u ter staving van de aanvraag bij dit document voegt." 2.2.5 Anti-decubituszitkussens (HMF 73) Volgens een team zit dit niet in de HMF-PDF. De oorzaak hiervan moet onderzocht worden: wordt dit veroorzaakt door het huidig gebruiksonvriendelijk systeem of is er een andere oorzaak? In versie VAPH-F-2011-801-3.5 van het aanvraagformulier kan de fiche Anti-decubituszitkussens geselecteerd worden. 2.2.6 Rolstoelen Een goedkeuring via het RIZIV is makkelijker te bekomen dan via het VAPH. 2.2.7 Automatische en semi-automatische transmissie (HMF 34) Helemaal onderaan de fiche staat dat een rechtstreekse aanvraag door de persoon met een handicap mogelijk is. Wat wordt hiermee bedoeld? Antwoord: Dit kadert binnen het nieuwe hulpmiddelenbeleid waarbij zal gewerkt worden met HMF s, D&I-team, Deze procedure werd niet meegenomen in de simulatie omdat de steekproef te beperkt is hiervoor. 2.2.8 Draaischijf (HMF 59) Tijdens één van de terugkoppelmomenten bleek dat voor de zitdraaischijf niet in de HMF draaischijf werd voorzien waardoor het in de simulatie strikt gezien niet mogelijk is om reglementair een zitdraaischijf te vragen. Daarom werd volgende oplossing voorzien (zie ook de veelgestelde vragen op de website www.vaph.be) 3

Hoe een zitdraaischijf aanvragen in de simulatie? De draaischijf die beschreven wordt in de hulpmiddelenfiche is een voetdraaischijf. Deze voetdraaischijf wordt gebruikt als hulpmiddel voor de transfer van zit naar zit. Regelmatig wordt ook een zitdraaischijf geadviseerd. O.a. voor transfers in en uit de auto. Zitdraaischijven kunnen in de simulatie strikt genomen niet reglementair aangevraagd worden. Ze passen niet in de hulpmiddelenfiche en kunnen niet aangevraagd worden via de BBC (hulpmiddel zonder hulpmiddelenfiche) omdat ze minder dan 300 euro kosten. Daarom volgende afspraak: "Zitdraaischijven kunnen aangevraagd worden met de hulpmiddelenfiche draaischijf. Het MDT moet daarbij een afwijking van de doelgroep vragen en motiveren dat het een aanvraag voor een zitdraaischijf betreft." 2.2.9 Elektrificatie rolluiken (uitgezonderd bij nieuwbouw) (HMF 12) Een team vraagt zich af waarom de rolluiken enkel beperkt zijn tot de doelgroep OL. Wat met personen met beperkingen aan de bovenste ledematen (BL)? Doelgroep C van de HMF verwijst naar personen met beperkingen in de bovenste ledematen: C. Personen met een matig, ernstig of volledig functieverlies in één of beide bovenste ledematen: waar gedurende langere tijdspannes geen andere personen aanwezig zijn om de rolluiken, gordijnen of zonnewering te bedienen 2.2.10 Witte stok (HMF 111) Een attest moet worden toegevoegd. Vaak gaat het om mensen die al lang blind zijn. Wat is de meerwaarde van dit attest? Op het attest staat trouwens niet altijd dat iemand een witte stok moet hebben? Antwoord/oplossing: Het gevraagde attest heeft zeker zin bij een eerste aanvraag. Op dat ogenblik moet ook een MDV ingevuld worden waarin de beperkingen beschreven worden. Dit attest is een bewijsstuk. Voor een volgende aanvraag (hernieuwing) is het niet zinvol om opnieuw hetzelfde attest te vragen. Er hoeft dan ook geen attest geleverd te worden, want dan volstaat een gemotiveerde aanvraag van de persoon zelf. Dit moet misschien nog duidelijker verwerkt worden in de algemene procedures van D&I, maar is niet van toepassing in de simulatie. Dat het attest niet aangeeft dat de persoon een witte stok moet hebben is geen probleem. Het attest geeft iemand het recht om een witte stok te gebruiken. Wie dit attest niet heeft, mag de witte stok niet gebruiken. Voor het VAPH is het dan ook onlogisch om voor deze laatste de witte stok terug te betalen. Het hulpmiddel is principieel onbruikbaar. 2.2.11 Geleidehond voor blinden (HMF 110) Er worden hier twee attesten gevraagd (bewijs van oriënterings- en mobiliteitsvaardigheid en een attest blindengeleidehondenschool met checklist voor opleiding op maat). Bij navraag blijken deze attesten niet te bestaan. Antwoord/oplossing: Het bewijs van oriënterings- en mobiliteitsvaardigheid wordt gevraagd om na te kunnen gaan of de blinde zich zelfstandig buitenshuis kan verplaatsen. Dit bewijs is het resultaat van een mobiliteitstraining (cf. HMF 112 Aanleren verplaatsingstechnieken witte stok). Het kan afgeleverd worden door de mobiliteitstrainer. Het attest van de blindengeleidehondenschool moet aangeven dat de school een hond zal opleiden/opgeleid heeft die voldoet/zal voldoen aan de specifieke noden van de blinde. De hondenschool zou dit kunnen attesteren. De checklist waarnaar verwezen wordt, is de "Leidraad motivatieverslag blindengeleidehonden" die op de VAPH-site staat. Deze leidraad wordt momenteel door het KOC herwerkt. 4

2.2.12 Tekstherkenningsprogramma met scanner (tekstherkenningssysteem op basis van standaard PC) (HMF 108) Dit is beperkt tot blinden. Waarom zitten slechtzienden niet in deze doelgroep? Antwoord/oplossing: Tekstherkenningsprogramma met scanner staat in de refertelijst bij Vervanging Zicht (VZ). Bij het opstellen van de hulpmiddelenfiches moest de nieuwe regelgeving zo nauw mogelijk aansluiten met de bestaande refertelijst. De doelgroep blinden komt best overeen met het bestaande interventieniveau VZ. 2.2.13 Meerkost van een aan de functiebeperkingen aangepaste werk- of bureaustoel voor volwassenen, voorzien van een of meer van de volgende functies of aanpassingen: artrodesezitting, duo-back, specifieke polstering, abductiebalk, pelottes voor zijwaartse steun (HMF 68) Momenteel is het in de gewone procedure moeilijk om zo n hulpmiddel te krijgen. Deze worden vaak negatief beslist. In de simulatie is dit heel gemakkelijk. Vermoedelijk zullen er dus in de simulatie veel vaker positieve beslissingen zijn voor dergelijke hulpmiddelen. 2.2.14 HMF drempelbrug en HMF oprijgoot versus HMF hellingsbaan Voor personen die geduwd worden, moet er kunnen afgeweken worden van de beschrijving van het hulpmiddel in de HMF. Iemand die een rolstoel duwt kan volgens een team steilere hellingen overwinnen dan deze die in richtlijnen van art. 19 van het 'Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid' beschreven staan. De HMF s drempelbruggen, oprijgoten en hellingsbanen overlappen elkaar. Het is niet duidelijk welke fiche gekozen moet worden. 2.2.15 Aanpassing en toebehoren voor een bed: Per elektrisch regelbaar gedeelte (hoofdgedeelte, ruggedeelte, bovenbeengedeelte, onderbeengedeelte) (HMF 72) Doelgroep F - Personen met een matig of ernstig functieverlies in rug, wervelzuil of bekken: die onvoldoende kracht of coördinatie hebben om zelfstandig of met behulp van een oprichthulp (optrektouw, bedgalg,... ) vanuit lig recht te komen tot zit of te gaan liggen. Er stellen zich vaak problemen met deze doelgroep, nu moet het MDT telkens een afwijking vragen op de doelgroep. Afspraak: Indien men afwijkt van de doelgroep neemt men de best passende doelgroep die dan wordt uitgebreid met wat er nog afwijkt. 2.2.16 Hoog-laag verzorgingsbed of hoog-laag bed-in-bed systeem (HMF 70) Voor het volgend geval werd een afwijking gevraagd op de doelgroep: het gaat om een persoon die regelmatig met een rollator stapt. Hij kan echter onmogelijk de transfer maken van rolwagen naar rollator en omgekeerd. Hij heeft het verzorgingsbed nodig om die transfers te maken. Een team had problemen met het onderscheid tussen doelgroep A en doelgroep F. Voor een aantal situaties zijn twee of meer doelgroepen perfect passend. In het aanvraagformulier kan slechts één doelgroep geselecteerd worden. Het MDT mag in de simulatie kiezen wat zij de best passende doelgroep vinden. Naar de toekomst toe zal er nagegaan worden of mogelijk is meerdere passende doelgroepen kunnen geselecteerd worden. 2.2.17 Ombouwen/aanbouwen van de woning: Badkamer (HMF 3) en Ombouwen/aanbouwen van de woning: Verbouwingen sanitair: bad, douche, wastafel,... (HMF 9) In de simulatie is er ten opzichte van de gewone procedure veel minder mogelijk om bij te vragen in functie van het verbouwen van de badkamer. Voor iemand met paraplegie is het verbouwen van de 5

badkamer een standaardbehoefte. Het verbouwen van de badkamer kan niet met een budget van 2800 euro. Veel teamleden zijn van mening dat de werkwijze in de simulatie rond het verbouwen van de badkamer geen verbetering is. In de gewone procedure volstaat het om de situatie van de badkamer te beschrijven. In de simulatie moet men een globaal verslag maken van de totale leefsituatie. Deze werkwijze is veel tijdsintensiever en zeker geen administratieve vereenvoudiging. De basis voor de HMF is de refertelijst. In de refertelijst worden de interventieniveaus aanvulling onderste (AO) en vervanging onderste (VO) als twee gescheiden doelgroepen beschouwd. Bijgevolg zijn deze niet cumuleerbaar. Momenteel wordt er in het VAPH discussie gevoerd om de modaliteiten rond deze materie eventueel te wijzigen. Bv. iemand die kiest om boven naar te badkamer te gaan met behulp van een traplift ten opzichte van iemand die kiest om de badkamer beneden te verbouwen. Meer hierover vindt u ook terug onder punt 3. 2.3 Vragen en opmerkingen van het VAPH 2.3.1 Woningaanpassingen, persoonlijke/dagelijkse verzorging, autoaanpassingen en de aanwezigheid van een verslag In de HMF worden vaak de gegevens uit de motivatieverslagen gekopieerd. De inhoud van deze motivatieverslagen is echter maar in zo n 70% van de gevallen voldoende. Het motivatieverslag bevat vaak net niet die elementen die nodig zijn ikv de HMF. Het verslag van het huisbezoek is veel nuttiger, interessanter. We willen weten hoe de aanvrager zich gedraagt in de woning, waarom bepaalde aanpassingen net wel of net niet worden gevraagd, Het volledig probleem op vlak van de leefsituatie moet in kaart gebracht worden. Op die manier kan ook vermeden worden dat bepaalde zaken niet over het hoofd worden gezien zoals toekomstgerichte vragen. In de simulatie D&I is er slechts 1 verslag nodig voor de volledige woning in plaats van 4 aparte als je nu in de gewone procedure 4 verschillende woningaanpassingen vraagt. Het globaal beeld is dus belangrijk: de totale woonruimte in plaats van de aparte kamers. Deze opmerking geldt ook voor persoonlijke/dagelijkse verzorging en voor autoaanpassingen. Tijdens het focusmoment werd getracht hier een antwoord op te geven. Er werden templates voorgesteld voor de motivatieverslagen woningaanpassingen en persoonlijke verzorging. 2.3.2 Testverslagen Het is vaak heel moeilijk om een test te bekomen. De vereiste aanwezigheid van een testverslag zit echter ook vervat in de MKE s. Er is nog heel wat discussie over het testverslag en wat er daarin moet staan. Zie ook punt 2.3.1. 2.3.3 Nieuw hulpmiddel op de refertelijst Sinds 1/02/2012 is er een nieuwe refertelijst. Dit betekent dat er voor sommige hulpmiddelen op de nieuwe refertelijst nog geen HMF werden ontwikkeld. Deze hulpmiddelen moeten in de simulatie aangevraagd worden als hulpmiddelen zonder HMF, dezelfde procedure als de niet-referte hulpmiddelen. Een voorbeeld hiervan is mobiele parlofoon. Op basis van deze input zal het eenvoudiger zijn om voor deze hulpmiddelen ook een HMF te maken. 2.3.4 Algemene opmerkingen Af en toe worden ten onrechte hulpmiddelen gevraagd via de werkwijze HM zonder HMF terwijl er wel degelijk een HMF bestaat. 6

Bij het bekijken van de individuele resultaten per team valt het op dat er relatief weinig afwijkingen gevraagd worden. De meest voorkomende gevraagde afwijkingen zijn vereiste verslagen en doelgroep. De mogelijkheid om af te wijken moet blijven bestaan. De meeste teams geven aan dat ze in tegenstelling tot de gewone procedure het gevoel hebben dat ze veel extra verslagen moeten aanleveren. Indien de teams echter werken met globale verslagen, zou dit het aantal in te dienen verslagen moeten verminderen. Daarnaast wordt sinds kort naar aanleiding van de MKE s in de gewone procedure voor een heel aantal hulpmiddelen gevraagd om een testverslag of verslag huisbezoek in te dienen. Er heerst blijkbaar onduidelijkheid over hoe de HMF s en CDP s in de toekomst zullen worden geïmplementeerd. Een aantal teams vrezen dat de huidige PDF s te beperkt zijn. Ze kunnen er hun ei niet in kwijt: nuances (oa negatieve adviezen), ernst van beperkingen, Er zal echter altijd een elektronisch dossier (nu het mdv) blijven bestaan waar ze deze zaken in kwijt kunnen. 3 Opmerkingen over de toetstabellen of ernsttabellen Het is soms moeilijk om iemand te scoren volgens de toetstabellen. Hoe scoor je een patiënt die een paar stappen kan zetten met de rollator maar het grootste gedeelte van de dag de rolstoel gebruikt? De ganse dag in de rolstoel zitten, kan in feite beschreven worden als ernstig. In de specifiek beschreven situatie ging het echter om matige beperkingen. De factor toezicht wordt niet meegenomen in de tabellen maar kan wel van belang zijn. Sommige mensen kunnen wel onder begeleiding enkele stappen zetten maar door het hoge valrisico kunnen ze dit zonder toezicht stappen. Hierdoor zijn ze dan weer wel rolstoelafhankelijk. Ook mensen die kunnen stappen met een prothese zijn moeilijk om in te schatten. Het gebruik van de toetstabellen voelt zeer subjectief aan. Een MDT pleit voor een iets ruimer gebruik van de grenzen van de toetstabellen. De vraag stelt zich in welke mate je dan nog kunt werken met grenzen van de HMF. Het lijkt beter om de grenzen van de toetstabellen zo strikt mogelijk toe te passen en de grenzen van de HMF strikt te gebruiken. Je kan dan nog altijd een afwijking vragen op de doelgroep van de HMF. Indien je een ruimer gebruik toelaat, is de transparantie en uniformiteit ten gevolge van het gebruik van de HMF binnen de kortste keren volledig achterhaald. Eventueel is het makkelijker om te werken met procenten alhoewel dit ook niet altijd evident is. Er wordt verwezen naar protocol 3 (FOD). 4 Opmerkingen over de classificerende diagnostische protocollen (CDP s) 4.1 Algemene opmerkingen Alle teams geven aan dat ze maar zelden kunnen voldoen aan alle criteria van de CDP s. Dit wordt bevestigd door de cijfers. Meestal wordt de optie ja maar aangekruist. De meningen over de CDP s zijn zeer uiteenlopend. Algemeen kan gesteld worden dat MDT s gevestigd binnen een gespecialiseerde setting veel minder problemen ervaren met het werken met de CDP s dan de MDT s die niet gevestigd zijn in een gespecialiseerde setting. Dit is te wijten aan de beschikbaarheid van de medische verslagen. In de gespecialiseerde setting zit men aan de bron. Bij de niet-gespecialiseerde teams moet dit opgevraagd worden, vaak aan artsen, en dit heeft een zeer negatieve invloed op de doorlooptijd. Deze verslagen kunnen lang op zich laten wachten en worden vaak afgeleverd zonder voorgeschiedenis. Bijkomend is ook dat het VAPH niet gekend is bij huisartsen, geneesheer-specialisten. Eventueel kan een campagne meer bekendheid geven aan het VAPH. Zelfs gespecialiseerde teams kunnen (vaak) niet voldoen aan alle criteria van de CDP s. De gebruikte terminologie in de CDP s is voor de leek vaak onbegrijpelijk. Kennen de specialisten ter zake wel alle vermelde testen? De huidige manier van werken met de CDP s in tijdrovend (vooral voor de artsen) en weinig praktisch bruikbaar. 7

Door het gebruiken van de CDP s komt men op het domein van anderen. Dit kan als beledigend worden ervaren. De bundel met CDP s is te lijvig. Het is echter niet mogelijk om enkel met de voorbladen aan de slag te gaan zonder kennis van de CDP s (sommige MDT s gaven aan dat ze nog nooit de CDP-bundel hadden doorgenomen). De bundel zou gebruiksvriendelijker (en minder lijvig) moeten worden. Het valt ook op dat verschillende schrijvers gewerkt hebben aan de bundel. De verschillende CDP s moeten uniformer. De CDP s zijn een goede richtlijn maar zouden niet meer dan dat mogen zijn. Enkele MDT s vinden de huidige vorm van de CDP s goed mits de optie ja maar behouden blijft en de criteria worden herzien in functie van feedback van de MDT-artsen. Indien deze optie niet behouden blijft, zullen heel veel aanvragers uit de boot vallen. Personen die een combinatie van allerlei aandoeningen hebben waardoor er een invaliderend effect ontstaat, kan men niet kwijt indien er gewerkt wordt met de CDP s. Sommige teams ervaren de noodzaak aan een CDP rugproblemen, tetra- en paraplegie en algemeen motorische problemen, personen met amputaties, morbide obesitas Hoe moet men omgaan met oude diagnoses? Antwoord: dit gaat over het onderscheid tussen recent en actueel. De diagnose dat iemand blind werd geboren is 20 jaar later nog steeds actueel maar niet recent. Moeten voor alle stoornissen, ook die vermeld in de kantlijn, CDP s worden ingediend? Nee, enkel voor de relevante stoornissen moet een CDP worden ingediend. Bv. een bijziende persoon met verstandelijke handicap: de bijziendheid is niet relevant. Indien het echter gaat om een persoon met een verstandelijke handicap die blind is, zijn beide stoornissen relevant zelfs als staan ze niet in directe relatie tot wat men vraagt. Meer hierover op de veelgestelde vragen (www.vaph.be). Praktisch: indien een stoornis volgens u niet relevant is, laat dit dan weten aan gwendolien.deleersnijder@vaph.be. Zo krijgt u geen brieven met de vraag het CDP aan te leveren. Het gebruik van de CDP s brengt sommige MDT s in een lastig parket. Vaak heeft de aanvrager al een heel parcours afgelegd voor hij aanklopt bij het MDT in het kader van een VAPH-vraag. De aanvrager moet zijn verhaal opnieuw beginnen. Het in vraag stellen van de kwaliteit van de aangeleverde diagnostiek kan negatieve gevoelens losmaken bij de aanvrager. In de CDP s kan het MDT niks kwijt over de ernst van de beperkingen. Antwoord: dit is altijd de bedoeling geweest zodat de CDP s intersectoraal bruikbaar zijn en blijven. De ernst van de beperkingen zal ook in toekomst nog steeds moeten beschreven worden (in het MDV of) basisdossier. Sommige MDT s behouden diagnoses zonder dit te motiveren, zelfs wanneer er aan geen enkel criterium is voldaan. Enkele MDT s trekken nooit/zelden het aangeleverd diagnostisch materiaal in twijfel. Ze vertrouwen erop dat de diagnosestelling werd uitgevoerd zoals het hoort. 4.2 Specifieke opmerkingen 4.2.1 CDP verstandelijke handicap Enkele algemene opmerkingen bij dit CDP: Bij oudere personen met een verstandelijke handicap zijn er vaak geen recente tests meer beschikbaar. Indien er toch een test beschikbaar is, gaat het vaak om een slecht instrument volgens de tabel in het CDP. Vaak zijn er wel ruwe scores aanwezig maar geen informatie over de testomgeving. Volgens sommige MDT s zou een indicering vanuit Onderwijs moeten volstaan. Het feit dat deze personen al in contact zijn gekomen met een gespecialiseerde setting wordt als motivatie opgegeven. Niet iedereen die Buso heeft gedaan is een persoon met een verstandelijke handicap. Dit CDP maakt heel wat los. Sommige mensen zijn te beperkt om normaal te kunnen functioneren in een maatschappij waar de eisen hoog liggen maar net niet beperkt genoeg om te kunnen toestromen naar bv. het VAPH. Dit is echter een discussie die op het politiek niveau moet gevoerd worden want de budgettaire implicaties zijn enorm. 8

Criterium 4: is de sociale aanpassing gemeten met een kwalitatief aanvaardbare schaal Dit vormt een discussiepunt voor de meeste MDT s. Ook vanuit het D&I-team kwam hierop kritiek. Binnen het D&I-team is men van mening dat een goede beschrijving van het sociaal aanpassingsgedrag in het MDV een betere vereiste is dan dit criterium. 4.2.2 CDP CVA en NAH In de revalidatiesetting is het onderscheid tussen NAH en CVA artificieel. Het CDP voor NAH is zeer uitgebreid, dat voor CVA beperkt tot een aantal bladzijden. Aangezien het om dezelfde/gelijkaardige symptomen gaat, ziet een team weinig meerwaarde in het gebruiken van 2 CDP s. De testen die vermeld staan bij NAH zouden evengoed in het CDP CVA kunnen staan. Bij NAH gaan er effectief eerder cognitieve stoornissen zijn maar het vertrekpunt voor de indicering is dezelfde. Wat kan de persoon, wat kan hij niet meer, Suggestie voor verbetering: deze twee CDP s herleiden tot één CDP voor beide stoornissen. Rond de revalidatietermijn: in de simulatie kan hier flexibel mee worden omgegaan. In de gewone procedure kan dit niet. Indien goed onderbouwd, moet een team hiervan kunnen afwijken. CDP NAH, criterium 6 werd ook het ziekte-inzicht en de mogelijkheden tot verwerking nagegaan? Deze testafname kan vaak niet plaatsvinden net omdat de aanvrager totaal geen ziekte-inzicht heeft. In de gespecialiseerde revalidatiesetting kennen ze de aanvrager goed waardoor ze hier wel zicht op hebben zonder hiervoor specifieke testen af te nemen. CDP NAH, criterium 5: werd er bij de intelligentiebepaling rekening gehouden met premorbide intelligentie, Dit is geen relevant gegeven. De breuk tussen de persoon voor het NAH en na het NAH is vaak zo groot, dat het geen meerwaarde heeft om dit mee te nemen. 4.2.3 CDP auditieve stoornissen Criterium 3: met inbegrip van otoscopie Dit criterium is overbodig. Elke arts doet dit (toch?). 4.2.4 CDP visuele stoornissen Criterium 4 was er een indicatie voor visueel perceptie onderzoek, en gebeurde dat dan ook, met geëigende tests? Als er geen indicatie is, moet men dan een afwijking vragen? Antwoord: Nee, er moet geen afwijking gevraagd worden. Criterium 5 en criterium 6 zijn in feite overbodig. Criterium 6: werd het functioneren in de dagelijkse praktijk in kaart gebracht met een aangepast instrument? Dit wordt wel bekeken maar niet met het aangepast instrument zoals beschreven in het CDP. Tests zijn vaak zeer specifiek voor bepaald ziekenhuis of afdeling. De vereisten rond al die tests zijn dan ook onbruikbaar. 4.3 De taak van de arts in het MDT Voor de meeste teams geldt dat enkel in uitzonderlijke gevallen de MDT-arts de aanvrager ziet. De MDT-arts is wel (altijd) aanwezig op de maandelijkse teambespreking. In functie van de maandelijkse teambespreking, worden de voorbladen van de CDP s voorbereid door niet-artsen. Vaak gaat het om de maatschappelijk assistenten, ergotherapeuten of coördinatoren van het MDT. De artsen worden al 9

bedolven onder een berg andere administratie, dit kan er niet meer bij. In een enkel team is de participatie van een arts quasi onbestaand. Bevraging leert ons dat het voor de MDT-arts, toch zeker van één team, ook praktisch onmogelijk is om de aanvragers te zien. Vaak gaat het om aanvragers met motorische problemen waardoor men genoodzaakt is om een huisbezoek uit te voeren. Dit huisbezoek wordt meestal uitgevoerd door de ergotherapeuten. 5 Suggesties voor technische verbeteringen aan de documenten 5.1 HMF-PDF Er zou een overzicht moeten gegeven worden van de aangevraagde/ingevulde HMF. Dit overzicht moet vooraan de PDF komen. Momenteel worden de doelgroepen aangeduid met letters van het alfabet. Dit is vervelend en niet gebruiksvriendelijk. De effectieve doelgroepen zouden hier moeten verschijnen. Het zoeken van een HMF is omslachtig. Er zou een soort van automatische zoekfunctie moeten zijn zodat bij het intypen van de eerste letters de mogelijke HMF s verschijnen. Deze opmerking werd door alle MDT s gegeven! Soms overlapt de informatie in de HMF elkaar en is die niet meer leesbaar (deze HMF werd achterna bezorgd en het probleem werd opgelost door de ICT). 5.2 CDP-PDF Indien je een CDP toevoegt, komt dit bovenaan te staan. Dit is zeer verwarrend. Bronvermelding: indien het gaat om verschillende verslagen afkomstig van 1 specialist, zouden de verschillende data op 1 lijn moeten kunnen worden ingevoerd. Nu moet het team telkens opnieuw alle velden invullen per onderzoek. Als je nee aanklikt, dan kan je er niks meer kwijt. Er werd geen tekstvak voorzien. Hier is nood aan. 5.3 Schuldvorderingen Een team heeft problemen met de schuldvorderingen: er verschijnen dingen op de zijkant. Navraag aan de andere teams leert ons dat het zou gaan om 1 team. Niet gebruiksvriendelijk (oa. het invullen van het rijksregisternummer en die strepen die er tussen staan) 5.4 Algemeen Het uploaden gaat verschrikkelijk traag. Sommige teams prefereren dit systeem boven het huidige systeem met Griffoen en vragen zich af waarom niet alles via dit systeem mag/kan worden toegestuurd. Het koppelen en versturen van bijlagen zou in 1 keer moeten kunnen gebeuren ipv voor elke bijlage apart. Het VAPH zou in de toekomst moeten werken met het rijksregisternummer in plaats van VAPH-nummer. Dit is een unieke ingangspoort en het gebruik ervan zou leiden tot efficiëntiewinsten. Deze opmerking wordt door 2 MDT s gegeven die zelf de overstap hebben gemaakt naar het rijksregisternummer en geen organisatie-gebonden nummer meer gebruiken. Er zijn veel te weinig printlijnen in het huidig MDV (synthese 1 en 2). Het beheren van de bijlages is niet overzichtelijk en omslachtig (je kan bv. niet zien waar er een bijlage zit en waar niet). Eens het over veel dossiers gaat, is men het overzicht volledig kwijt. De formulieren zijn redelijk praktisch maar teveel informatie moet dubbel aangeleverd worden. Vaak neemt het MDT foto s die ze dan ook willen doorsturen. Dit doorsturen is moeilijk en zou gebruiksvriendelijker moeten. 10

6 Input voor focusmoment Hieronder volgt een gebundeld overzicht van de input verkregen van de MDT s om het focusmoment rond op te bouwen. We proberen het focusmoment hierop zo goed mogelijk af te stemmen. Wat is de stand van zaken, wat komt er binnen bij het VAPH? Zijn er opvallende verschillen tussen de MDT s op vlak van interpretatie en op vlak van werking? Hoe loopt het binnen de andere MDT s? Wat zijn de ervaringen van de mensen van het VAPH die meedraaien in de simulatie? Het globale plaatje: waar willen we naartoe? Zal de procedure tot dit herleid worden? Voorbeelden/sjablonen van de testverslagen en verslagen huisbezoeken Waar wordt er vaak tegen gezondigd Welke wijzigingen worden er zeker meegenomen? Vergelijking van de beslissingen in de gewone procedure met de beslissingen in de simulatie Bijsturingen: waar moeten we aan werken? Wat zijn de verwachtingen en bedenkingen van het VAPH? Casussen bespreken: dossiers waar MDT s het moeilijk mee hebben gehad. Hoe zou een ander MDT ermee omgaan? 11