Besturing en Controlling Bestuursondersteuning Gemeente Delft De Torenhove Martinus Nijhofflaan 2 2624 ES Delft IBAN NL21 BNGH 0285 0017 87 t.n.v. gemeente Delft Retouradres : Advies, Postbus 78, 2600 ME Delft Aan: Gemeenteraad Behandeld door Iris du Pon idupon@delft.nl Internetwww.delft.nl Telefoon 14015 VERZONDEN - 1 JULI 2015 Gescand archief datum ^ 2 1 JULI 2015 Datum 1924850 Uw brief van Onderwerp Amendementen regionaal inkoopkader jeugdhulp Uw kenmerk Bijlage 2 Geachte leden van de gemeenteraad, In de commissie Sociaal Domein van 16 juni jl. hebben wij u toegezegd om een toelichting te geven op de aangenomen amendementen van het regionaal inkoopkader Jeugdhulp en hoe hier regionaal mee om wordt gegaan. Met deze brief informeren wij u hierover en beschouwen daarmee de toezegging als afgedaan. Tevens zenden wij u het regionaal inkoopkader jeugdhulp 2016-2017 waarin de aangenomen amendementen zijn verwerkt en een tweede gewijzigde versie van het lokaal inkoopplan Jeugdhulp Delft 2016. Gewijzigde versie lokaal inkoopplan Jeugdhulp 2016 In het Regionaal inkoopkader Jeugdhulp 2016-2017 Haaglanden, inclusief Delftse amendementen, staat op pagina 17 in paragraaf 6.3 het volgende: "Desalniettemin willen wij in 2016 een stap vooruit maken en uiterlijk voor het eind van 2016 mogelijk te gebruiken outcomecriteria in kaart hebben gebracht met aanbieders, om hier de inkoop voor 2017 op te kunnen baseren." Dit is conform de tekst uit amendement 3. Aanvankelijk werd het tijdschema in de regio niet haalbaar geacht, waardoor in paragraaf 9 van het lokaal inkoopplan Jeugd ten onrechte het jaartal 2018 terecht kwam. In het bestuurlijk overleg jeugd van 24 juni jl. is geconstateerd, dat alle betrokkenen een volgende stap willen maken in de ontwikkeling van outcomecriteria. Dat vraagt een forse inspanning van de regio, landelijke kenniscentra en de betreffende zorgaanbieders. Streven is om die stap in 2016 te zetten en de (eerste) resultaten daarvan op te nemen in het inkoopplan 2017. Het jaartal in paragraaf 9 op pagina 9 onderaan is dan ook aangepast naar 2017 conform uw amendement. Wij verzoeken u de bijgevoegde tweede gewijzigde versie te betrekken bij de raadsbehandeling op 2 juli 2015. Toelichting amendementen en het regionaal inkoopkader Naar aanleiding van de behandeling van het Regionaal Inkoopkader Jeugdhulp in de raden van de gemeenten in Haaglanden, zijn in een aantal
Datum gemeenten amendementen aangenomen. Doordat in diverse gemeenten amendementen zijn aangenomen, sommige op gelijke onderdelen met ongelijke redactie, zijn er van het Regionaal Inkoopkader Jeugdhulp 2016-2017 verschillende versies ontstaan. Dit is een situatie die in de regio mogelijk tot verwarring kan leiden. Desondanks kiezen de colleges er voor geen nieuwe regionale versie te maken. De nuances zijn er zeker, de doelstellingen blijven gelijk. Voor het regionaal inkoopkader werken we de komende twee jaar met deze - licht verschillende - documenten. De belangrijkste accenten worden vastgelegd in het lokaal inkoopplan. De meeste amendementen gaan over sturing. De gedachte achter de amendementen: toegroeien naar sturing op prestaties, wordt door de colleges in de regio onderschreven. Dit is verwerkt in alle lokale inkoopplannen in de paragraaf die gaat over bekostigen, monitoren en sturen. Kort samengevat staat in deze paragraaf vermeld dat er inmiddels op regionaal niveau wordt gewerkt aan een regionale strategische visie over monitoren, leren en verantwoorden. Daarnaast wordt er met het Inkoopbureau H10 en de zorgaanbieders gewerkt aan een regionale jeugdhulpmonitor die ons komende jaren steeds beter in staat moet stellen de resultaten van de jeugdhulp te meten, bij te sturen en ervan te leren. Op termijn zal deze informatie ons in staat stellen de werking van het stelsel te volgen. In de jeugdhulpmonitor is opgenomen welke informatie op landelijk niveau moet worden aangeleverd en welke informatie aanvullend op regioniveau noodzakelijk geacht wordt. Dit wordt de basisset informatievoorziening jeugdhulp genoemd. Stap voor stap zullen aan de basisset ook prestatie-indicatoren worden verbonden. Het streven is dat deze bij de contractering voor 2017 kunnen worden betrokken. In de strategische visie komen de in de amendementen genoemde onderwerpen terug met uitwerking en planning van invoering. De strategische visie kan naar verwachting eind derde, begin vierde kwartaal aan de raden worden voorgelegd. De inhoud van de strategische visie zal voor de meeste gemeenten aansluiten op hun versie van het regionale kader. Een tweede verschil betreft monitoren en de opvatting of dit een lokale of regionale taak is. De analyse van de regionale colleges is dat hier mogelijk sprake is van gebruik van verschillende termen, terwijl hetzelfde wordt beoogd. De meeste data worden via het Inkoopbureau H10 regionaal verzameld, maar worden op niveau van afzonderlijke gemeenten geanalyseerd. Dit heeft als voordeel dat op basis van de regionaal verzamelde data beter geanalyseerd en onderling vergeleken kunnen worden. De regionale dataset kan daarnaast ook worden uitgebreid met lokale indicatoren. In veel gemeenten zijn tijdens de behandeling van zowel het regionale inkoopkader als de lokale inkoopplannen vragen gesteld over outcomefinanciering. Invoeren van outcome-financiering vergt een aantal stappen om de outcome betrouwbaar te kunnen meten. In een recente studie van het Instituut Beleid & Management Gezondheidszorg worden diverse randvoorwaarden en potentiële knelpunten genoemd, met als conclusie dat invoering van outcome-financiering zeker mogelijk is, maar een proces van meerdere jaren vraagt. In de eerder genoemde strategische visie zullen wij de uitkomsten van deze studie meenemen. 2/3
Datum De uitwerking van nieuwe vormen van bekostiging is een ingewikkeld vraagstuk en vraagt tijd. Dit vindt mede zijn oorzaak in het op landelijk niveau ontwikkelen van een nieuwe productentabel en de noodzakelijke ombouw van computerprogramma's. Naast de eerder genoemde strategische visie waarin wij in de breedte op monitoren, leren en verantwoorden willen ingaan, zullen wij over de wijze van bekostigen ook een aparte notitie maken. Deze verwachten de gemeenten in de regio eind 2015, begin 2016 af te ronden. Hoogachtend, het college van burgemeester en wethouders van Delft, ^ö^zjl^jt., burgemeester mftdrs. G.A.A. Verkerk.W. Andriessen l.s. 3/3
Besturing en Controlling Bestuursondersteuning Gemeente Delft De Torenhove Martinus Nijhofflaan 2 2624 ES Delft IBAN NL21 BNGH 0285 0017 87 t.n.v. gemeenle Delft Retouradres : Advies, Postbus 78, 2600 ME Delft Aan; Gemeenteraad eindparaaf wethouder wathoudar Hekker Behandeld door Iris du Pon idupon@delft.nl Internetwww.delft.nl Telefoon 14015 VERZONDtiM - 1 JÜU 2015 (f.é. Datum 1924850 Uw brief van Onderwerp Amendementen regionaal inkoopkader jeugdhulp Uw kenmerk Bijlage 2 Geachte leden van de gemeenteraad, In de commissie Sociaal Domein van 16 juni jl. hebben wij u toegezegd om een toelichting te geven op de aangenomen amendementen van het regionaal inkoopkader Jeugdhulp en hoe hier regionaal mee om wordt gegaan. Met deze brief informeren wij u hierover en beschouwen daarmee de toezegging als afgedaan. Tevens zenden wij u het regionaal inkoopkader jeugdhulp 2016-2017 waarin de aangenomen amendementen zijn verwerkt en een tweede gewijzigde versie van het lokaal inkoopplan Jeugdhulp Delft 2016. Gewijzigde versie lokaal inkoopplan Jeugdhulp 2016 In het Regionaal inkoopkader Jeugdhulp 2016-2017 Haaglanden, inclusief Delftse amendementen, staat op pagina 17 in paragraaf 6.3 het volgende: "Desalniettemin willen wij in 2016 een stap vooruit maken en uiterlijk voor het eind van 2016 mogelijk te gebruiken outcomecriteria in kaart hebben gebracht met aanbieders, om hier de inkoop voor 2017 op te kunnen baseren." Dit is conform de tekst uit amendement 3. Aanvankelijk werd het tijdschema in de regio niet haalbaar geacht, waardoor in paragraaf 9 van het lokaal inkoopplan Jeugd ten onrechte het jaartal 2018 terecht kwam. In het bestuurlijk overleg jeugd van 24 juni jl. is geconstateerd, dat alle betrokkenen een volgende stap willen maken in de ontwikkeling van outcomecriteria. Dat vraagt een forse inspanning van de regio, landelijke kenniscentra en de betreffende zorgaanbieders. Streven is om die stap in 2016 te zetten en de (eerste) resultaten daarvan op te nemen in het inkoopplan 2017. Het jaartal in paragraaf 9 op pagina 9 onderaan is dan ook aangepast naar 2017 conform uw amendement. Wij verzoeken u de bijgevoegde tweede gewijzigde versie te betrekken bij de raadsbehandeling op 2 juli 2015. Toelichting amendementen en het regionaal Inkoopkader Naar aanleiding van de behandeling van het Regionaal Inkoopkader Jeugdhulp in de raden van de gemeenten in Haaglanden, zijn in een aantal
Da,um gemeenten amendementen aangenomen. 3 Doordat in diverse gemeenten amendementen zijn aangenomen, sommige op gelijke onderdelen met ongelijke redactie, zijn er van het Regionaal Inkoopkader Jeugdhulp 2016-2017 verschillende versies ontstaan. Dit is een situatie die in de regio mogelijk tot verwarring kan leiden. Desondanks kiezen de colleges er voor geen nieuwe regionale versie te maken. De nuances zijn er zeker, de doelstellingen blijven gelijk. Voor het regionaal inkoopkader werken we de komende twee jaar met deze - licht verschillende - documenten. De belangrijkste accenten worden vastgelegd in het lokaal inkoopplan. De meeste amendementen gaan over sturing. De gedachte achter de amendementen: toegroeien naar sturing op prestaties, wordt door de colleges in de regio onderschreven. Dit is verwerkt in alle lokale inkoopplannen in de paragraaf die gaat over bekostigen, monitoren en sturen. Kort samengevat staat in deze paragraaf vermeld dat er inmiddels op regionaal niveau wordt gewerkt aan een regionale strategische visie over monitoren, leren en verantwoorden. Daarnaast wordt er met het Inkoopbureau H10 en de zorgaanbieders gewerkt aan een regionale jeugdhulpmonitor die ons komende jaren steeds beter in staat moet stellen de resultaten van de jeugdhulp te meten, bij te sturen en ervan te leren. Op termijn zal deze informatie ons in staat stellen de werking van het stelsel te volgen. In de jeugdhulpmonitor is opgenomen welke informatie op landelijk niveau moet worden aangeleverd en welke informatie aanvullend op regioniveau noodzakelijk geacht wordt. Dit wordt de basisset informatievoorziening jeugdhulp genoemd. Stap voor stap zullen aan de basisset ook prestatie-indicatoren worden verbonden. Het streven is dat deze bij de contractering voor 2017 kunnen worden betrokken. In de strategische visie komen de in de amendementen genoemde onderwerpen terug met uitwerking en planning van invoering. De strategische visie kan naar verwachting eind derde, begin vierde kwartaal aan de raden worden voorgelegd. De inhoud van de strategische visie zal voor de meeste gemeenten aansluiten op hun versie van het regionale kader. Een tweede verschil betreft monitoren en de opvatting of dit een lokale of regionale taak is. De analyse van de regionale colleges is dat hier mogelijk sprake is van gebruik van verschillende termen, terwijl hetzelfde wordt beoogd. De meeste data worden via het Inkoopbureau H10 regionaal verzameld, maar worden op niveau van afzonderlijke gemeenten geanalyseerd. Dit heeft als voordeel dat op basis van de regionaal verzamelde data beter geanalyseerd en onderling vergeleken kunnen worden. De regionale dataset kan daarnaast ook worden uitgebreid met lokale indicatoren. In veel gemeenten zijn tijdens de behandeling van zowel het regionale inkoopkader als de lokale inkoopplannen vragen gesteld over outcomefinanciering. Invoeren van outcome-financiering vergt een aantal stappen om de outcome betrouwbaar te kunnen meten. In een recente studie van het Instituut Beleid & Management Gezondheidszorg worden diverse randvoorwaarden en potentiële knelpunten genoemd, met als conclusie dat invoering van outcome-financiering zeker mogelijk is, maar een proces van meerdere jaren vraagt. In de eerder genoemde strategische visie zullen wij de uitkomsten van deze studie meenemen. 2/3
onn^ ^ e uitwerking van nieuwe vormen van bekostiging is een ingewikkeld vraagstuk en vraagt tijd. Dit vindt mede zijn oorzaak in het op landelijk niveau ontwikkelen van een nieuwe productentabel en de noodzakelijke ombouw van computerprogramma's. Naast de eerder genoemde strategische visie waarin wij in de breedte op monitoren, leren en verantwoorden willen ingaan, zullen wij over de wijze van bekostigen ook een aparte notitie maken. Deze verwachten de gemeenten in de regio eind 2015, begin 2016 af te ronden. Hoogachtend, het college van burgemeester en wethouders van Delft,, burgemeester _^pptr?drs. GAA. Verkerk, secretaris Andriessen l.s. 3/3
Wethouder Hekker. Besturing en Controlling Bestuursondersteuning Retouradres : Advies, Postbus 78. 2600 ME Delft Aan: Gemeenteraad Gemeente Delft : behoudens wijzigingen (mandaat wethouder Hekker) vastgesteld. De Torenhove Martinus Nijhofflaan 2 2624 ES Delft IBAN NL21 BNGH 0285 0017 87 t.n.v. gemeente Delft Behandeld door Iris du Pon idupon@delft,nl Internet www.delft.nl Teiefoon 14015 Datum 1924850 Uw brief van Onderwerp Amendementen regionaal inkoopkader jeugd Uw kenmerk Geachte leden van de gemeenteraad, In de commissie Sociaal Domein van 16 juni jl. hebben wij u toegezegd om een toelichting te geven op de aangenomen amendementen van het regionaal inkoopkader jeugd en hoe hier regionaal mee om wordt gegaan. Met deze brief informeren wij u hierover en zenden wij u het regionaal inkoopkader waarin de aangenomen amendementen zijn verwerkt (zie bijlage). Hiermee beschouwen wij de toezeggingen als afgedaan. Toelichting amendementen en het regionaal inkoopkader Naar aanleiding van de behandeling van het Regionaal Inkoopkader Jeugdhulp in de raden van de gemeenten in Haaglanden, zijn in een aantal gemeenten amendementen aangenomen. Doordat in diverse gemeenten amendementen zijn aangenomen, sommige op gelijke onderdelen met ongelijke redactie, zijn ervan het Regionaal Inkoopkader Jeugdhulp 2016-2017 verschillende versies ontstaan. Dit is een situatie die in de regio mogelijk tot verwarring kan leiden. Desondanks kiezen de colleges er voor geen nieuwe regionale versie te maken. Niet alleen zijn de verschillen beperkt en lijken er inhoudelijk geen verschillen in doelstellingen (zie onder), ook zou het document wederom aan alle raden moeten voorgelegd. s De meeste amendementen gaan over sturing. De gedachte achter de amendementen: toegroeien naar sturing op prestaties, wordt door de colleges onderschreven. Dit is verwerkt in alle lokale inkoopplannen in de paragraaf die gaat over bekostigen, monitoren en sturen. Kort samengevat staat in deze paragraaf vermeld dat er inmiddels op regionaal niveau wordt gewerkt aan een regionale strategische visie over monitoren, leren en verantwoorden. Daarnaast wordt er met het Inkoopbureau H10 en de zorgaanbieders gewerkt aan een regionale jeugdhulpmonitor die ons komende jaren steeds beter in staat moet stellen de resultaten van de jeugdhulp te meten, bij te sturen en ervan te leren. Op termijn zal deze informatie naar verwachting ons in staat stellen de werking van het stelsel te volgen. In de jeugdhulpmonitor is opgenomen welke informatie op landelijk niveau moet worden aangeleverd en welke informatie aanvullend op regioniveau noodzakelijk geacht wordt. Dit wordt de basisset
Datum 30-O6-2015 informatievoorziening jeugdhulp genoemd. Stap voor stap zullen aan de basisset ook prestatie-indicatoren worden verbonden. Streefdatum is dat deze bij de contractering voor 2017 kunnen worden betrokken. In de strategische visie komen de in de amendementen genoemde onderwerpen terug met uitwerking en planning van invoering. De strategische visie kan naar verwachting eind derde, begin vierde kwartaal aan de raden worden voorgelegd. De inhoud van de strategische visie zal voor de meeste gemeenten aansluiten op hun versie van het regionale kader. Een tweede verschil betreft monitoren en de opvatting of dit een lokale of regionale taak is. De analyse van de regionale colleges is dat hier mogelijk sprake is van gebruik van verschillende termen, terwijl in principe hetzelfde wordt beoogd. De meeste data wordt via het Inkoopbureau regionaal verzameld, maar wordt op niveau van afzonderlijke gemeenten geanalyseerd. Doordat er regionaal verzameld wordt en een regionale basisset is, biedt dit de mogelijkheid om naast lokale monitoring de uitkomsten in de gemeenten in de regio ook onderling te vergelijken. De regionale dataset kan daarnaast ook worden uitgebreid met lokale prestatieindicatoren. In veel gemeenten zijn tijdens de behandeling van zowel het regionale inkoopkader als de lokale inkoopplannen vragen gesteld over outcomefinanciering. Achterliggende gedachte is dat inadequate bekostiging bijdraagt aan ondoelmatige zorg. Invoeren van outcome-financiering zal een aantal stappen vergen. Deze zijn voorwaarde om de outcome betrouwbaar te kunnen meten. In een recente studie van het Instituut Beleid & Management Gezondheidszorg worden diverse randvoorwaarden en potentiële knelpunten genoemd, die dit instituut doet concluderen dat invoering van outcome-financiering zeker mogelijk is, maar een proces van vele jaren vraagt. In de eerder genoemde strategische visie zullen wij de uitkomsten van deze studie meenemen. De uitwerking van nieuwe vormen van bekostiging is een ingewikkeld vraagstuk en vraagt tijd. Dit vindt mede zijn oorzaak in het op landelijk niveau ontwikkelen van een nieuwe productentabel en de noodzakelijke ombouw van computerprogramma's. Naast de eerdergenoemde strategische visie waarin wij in de breedte op monitoren, leren en verantwoorden willen ingaan, zullen wij over de wijze van bekostigen ook een aparte notitie maken. Deze verwachten de gemeenten in de regio eind 2015, begin 2016 af te ronden. Hoogachtend, het college van burgemeester en wethouders van Delft,, burgemeester, secretaris 2/2