STUDIE RUIMTELIJKE ORDENING EIGEN LEEFOMGEVING Analyse RUP Bron: De Gregorio & Partners
OVERZICHTSKAART HEVERLEE: Bron: Stad Leuven Wat valt op? In een groot deel van Heverlee is het oude Gewestplan nog van toepassing. Een ruimtelijk uitvoeringsplan (ter vervanging van het bestaande gewestplan) is nog maar voor bepaalde gebieden in Heverlee vastgelegd. Een RUP kan worden opgesteld door de gemeente, de provincie of het gewest. Men vindt in Heverlee alleen nog ruimtelijk uitvoeringsplannen. Een RUP kadert steeds in de uitvoering van de bestaande ruimtelijke structuurplannen en mag hier niet mee in strijd zijn.
KADERING KEUZE RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN Aangezien mijn woning gelegen is in een gebied waar nog geen RUP van toepassing is, koos ik ervoor een gebied te bestuderen waar ik veel kom en dicht gelegen is bij mijn woonplaats. Bron: Stad Leuven Ik koos voor de studie van: GEMEENTELIJK GEBIEDSGERICHT RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN GGR-H2 Philipsterrein en omgeving (Herziening van het BPA H15 Philipsterrein en omgeving, goedgekeurd bij MB van 10/03/1999 en gewijzigd bij MB van 20/08/2002)
EVOLUTIE VAN HET PHILIPSTERREIN Leervraag: Wat was de vroegere bodembestemming van dit gebied? Leuven ontstond op een eilandje in de Dijle. Dat eilandje werd in de 12 de eeuw omwald. In de 14de eeuw werd de omwalling uitgebreid tot aan de huidige ring-boulevard en viel die splitsing Naamsestraat en Parkstraat binnen de stadsmuren. De Parkstraat vormde een rechtstreekse verbinding tussen het stadscentrum en de Norbertijner Parkabdij. De Philipssite maakte oorspronkelijk deel uit van de abdij. Het terrein was een hertogelijk bezit dat aan de abdij werd geschonken. Dit geheel bleef ongeschonden bewaard tot omstreeks 1850. Rond 1850 werd de Leuvense stadsstructuur grondig gewijzigd door de aanleg van de spoorlijn. De aanleg van die spoorlijn deelde het grondgebied van de abdij in twee. De site zelf werd in de 19de eeuw gebruikt als militair oefenterrein. Being 1920 verhuisde het militaire oefenterrein naar de Zavelstraat. Dit was een opportuniteit voor 'Louvain Sportif' om op dit verlaten terrein een betonnen wielerbaan te bouwen. In 1929 moest de velodroom al terug afgebroken worden en plaats te maken voor de Eindhovense Philipsfabrieken. Jarenlang was Philips een belangrijke werkgever voor de regio. Vanaf 1976 is men de activiteit echter stilaan beginnen afbouwen, wat resulteerde in de uiteindelijke sluiting van de fabriek. Bron: VETO In 1995 kocht de stad Leuven het volledige terrein op met de bedoeling er alle stadsdiensten onder te brengen. Dat plan werd afgevoerd. In plaats daarvan wordt er een volledig nieuw complex aangelegd dat moet zorgen voor het behoud en de groei van de tewerkstelling in Leuven. In 1997 kregen Aldo Rossi en De Gregorio & Partners van het stadsbestuur de opdracht om voor de oude industriële site een 'dienstencampus' te ontwerpen.
VISIE Architect Alfredo De Gregorio over zijn project Philipssite : "In het begin van de 20ste eeuw bouwden grote bedrijven als Philips hun productieateliers rond de pas aangelegde kanalen en spoorwegen. Op die manier ontstonden nieuwe centra met een eigen functionele typologie, op de grens tussen de historische stadskern en de buitenwijken. Na verschillende jaren van ononderbroken activiteit en groei bleken deze vestigingen vaak niet meer geschikt binnen het wijzigende economische landschap en ging de industrie nieuwe terreinen verkennen. Verlaten industriële sites als deze van de Philipsvestiging zijn voor de stad waar ze gelegen zijn een unieke gelegenheid om een homogeen stadsgedeelte te creëren. Het is noodzakelijk om er niet alleen een nieuwe functie voor te vinden maar ook een nieuwe betekenis, een nieuwe rol in het stedelijke leven. De stad Leuven, onder leiding van burgemeester Louis Tobback, koos ervoor om deze site een publieke invulling te geven door er verschillende stedelijke, provinciale en sociale diensten te huisvesten, aangevuld met de mogelijkheid voor de privésector om eveneens aanwezig te zijn. De site wordt niet in haar vroegere gestrengheid bestendigd maar krijgt een nieuwe functie in de stad van morgen: de natuur primeert en maakt van het Philipsterrein een oase in een drukke stad." Bron: De Gregorio & Partners
TOT STAND KOMING VAN HET RUP PHILIPSTERREIN EN OMGEVING Leervraag: Welke noden waren er om het BPA te vervangen door een nieuw RUP? Het gebiedsgericht RUP Philipsterrein en Omgeving beoogt de realisatie van de visie, zoals vastgelegd in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Leuven: De Vesten en meer concreet de herinrichting van de Parkpoort en Geldenaaksevest, met het oog op de verbetering van de oversteekbaarheid van de vesten en de inrichting van een knooppunt voor het openbaar vervoer. De Geldenaaksebaan, en meer concreet de maatregelen ter verbetering van de doorstroming van het openbaar vervoer en de verhoogde veiligheid. Doelstellingen hierbij zijn de afbouw van het doorgaand autoverkeer, een verbeterde doorstroming van het openbaar vervoer en een verhoogde veiligheid voor langzaam verkeer. De inrichting van groene ruimte, speel- en sportruimte binnen de woonkernen. De multifunctionele ontwikkelingspool Philips en meer concreet de aanpassing van de bestaande voorschriften aan de gedetailleerde uitwerking van de functies van openbaar nut die daar worden ingeplant. Deze visies waren deels, maar niet volledig, realiseerbaar binnen het bestaande BPA Philipsterrein en omgeving. Door het gehele BPA te vervangen door een nieuw gebiedsgericht RUP, bewerkstelligt de stad de doelstelling om systematisch het stelsel van plannen van aanleg te vervangen door ruimtelijke uitvoeringsplannen
ANALYSE VAN HET RUP PHILIPSTERREIN EN OMGEVING Het begrip 'samenhang' staat hier cruciaal. Niet alleen intern, op de site zelf, maar ook extern, naar de ringboulevard en de binnenstad toe. Het geheel is een openbaar initiatief. In het Philipsproject treedt de stad Leuven als een dynamische projectontwikkelaar op, om op die manier verdere groei in de universiteitsstad te stimuleren. Doel: de vroegere Philipsterreinen nieuw leven in te blazen, zodat de site weer aan belang wint voor het leven in de stad. De stad Leuven is hoofdcoördinator van het renovatieproces en beslist over de aard van de werken die op de site worden uitgevoerd door de verschillende partners. Het werd zo een essentieel architecturaal uitgangspunt om het industrieel verleden van de site te combineren met de geschiedenis van de parkabdij.
Wat valt op? Behoud van de Philipstoren. De Philipstoren is voor elke Leuvenaar een begrip en een vast herkenningspunt in het stadslandschap. Hij blijft gehandhaafd en gerestaureerd in het nieuwe project. De Philips-vestiging zelf werd in 1989 gesloten; naarmate de regio herstelde van deze economische tegenvaller, werd de site ook meer een stuk industrieel-archeologisch patrimonium, en kwamen nieuwe potenties van het terrein aan de orde, vergelijkbaar met de oude Limburgse mijnen. Aandacht voor mobiliteit. Landschappelijk en infrastructureel is er veel aandacht besteed aan mobiliteit in en rond de site: de hoofd- en dwarsassen worden 'ondersteund' door een tunnel en een ondergrondse parking. Voor de bezoekers en werknemers is er een ondergrondse parking van 1200 parkeerplaatsen beschikbaar. De inrit ligt aan de centrale dreef, tussen het politiekantoor en het postsorteercentrum. De voetgangersuitgang van de parking is voorzien middenin het park. Geen enkel gebouw is voor bezoekers en werknemers bereikbaar vanuit de ondergrond. Om in de gebouwen te geraken moet iedereen een stukje door het park wandelen. Het openbaar vervoer speelt eveneens een belangrijke rol. Samenvloeien van groen, gemeenschapsvoorziening en diensten. Dit concept is niet los te maken van de complexe socio-culturele functionaliteit van de verschillende site-elementen (politie, bedrijfscentrum, sportcomplex, kinderdagverblijf,...). Dit is een mooi staaltje puzzelwerk. Kantorenterrein, diensten, gemeenschapsvoorzieningen (zoals het zwembad) en groen kan perfect en in een realistische verhouding samengaan. De gehouwen (met o.a. de Philipstoren en de kantoorgebouwen) zijn markant aanwezig maar spelen niet de hoofdrol. Werk, opvang, sport en ontspanning. Naast de open ruimte en de actieve en passieve recreatiemogelijkheden is de Philipssite ook een werkplek voor vele Leuvenaars en inwoners uit de ruime omgeving. Deze plek biedt, t.o.v. de vroege Philipsindustrie, werkgelegenheid voor veel verschillende sectoren.
KADERING IN RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN RSV: Uitgangshouding: duurzame ontwikkeling draagkracht ruimtelijke kwaliteit Deze drie peilers vinden we alle drie verwerkt in het RUP van de Philipssite en omgeving. Men is gegaan voor ruimtelijke kwaliteit zonder de draagkracht van het gebied te overschatten. De samenvloeien van groen, gemeenschapsvoorziening en diensten zorgt voor ademruimte in deze voormalige industriële site. Kerndoel: Vlaanderen open en stedelijk Behoud van open ruimte en versterking van de kernen van stedelijke gebieden, kernen in het buitengebied en economische knooppunten Men creëerde meer open ruimte dan er al was en zorgde voor tewerkstelling in verschillende sectoren. De gehouwen (met o.a. de Philipstoren en de kantoorgebouwen) zijn markant aanwezig maar spelen niet de hoofdrol. Het RUP bevat alle inhouden vooropgesteld door het RSV: Grafisch plan met alle zones Stedenbouwkundige voorschriften voor elke zone (bestemming, inrichting en beheer) Bestaande toestand Toelichtingsgnota Relatie van RUP met het plan waarvan het een uitvoering is Visie, concepten, inrichting Doorlopen procedure Sectorale aangelegenheden
Literatuurlijst Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen Vlaamse Overheid RSLeuven Stad Leuven GEMEENTELIJK GEBIEDSGERICHT RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN GGR-H2 Philipsterrein en omgeving Stad Leuven Philipssite Masterplan De Gregorio & Partners Mozaïek Mei 2006