GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Vergelijkbare documenten
Kankerscreening. Jean Tafforeau

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Screening van suikerziekte

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Vaccinatie. Jean Tafforeau

Diensten voor thuiszorg en sociale en preventieve diensten

Leefstijl en preventie

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Resultaten voor België Kankerpreventie Gezondheidsenquête, België, 1997

De gezondheidstoestand

Doelstelling 1

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Bevolkingsonderzoeken naar kanker: stand van zaken in Tremelo

Houdingen ten aanzien van het levenseinde

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Kanker Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Prenatale Opvolging Gezondheidsenquête, België, 1997

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Het gebruik van tabak

Ambulante contacten met de specialist

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Inleiding. Bespreking pagina 1

Preventie van wiegendood bij zuigelingen

Resultaten voor België Toegang tot de gezondheidszorg Gezondheidsenquête, België, 1997

Passief roken. Edith Hesse

Borstkankerscreening

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Inleiding. Bespreking pagina 1

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Gezondheid en samenleving

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Gezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.)

Medische preventie van cardiovasculaire aandoeningen

Resultaten voor Brussels Gewest Prenatale Opvolging Gezondheidsenquête, België, 1997

Klassiek wordt de mate van cariës voorgesteld door een cariës-index (DMFT-index = gemiddeld aantal gecarieerde, afwezige of gevulde tanden).

Contacten met de huisarts

Resultaten voor Brussels Gewest Tandhygiëne Gezondheidsenquête, België, 1997

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Medische consumptie. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Darmkankeronderzoek vanaf 2014 bij 1,9 miljoen Vlamingen

Spreker Functie. Bevolkingsonderzoek Borstkanker Vlaanderen

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald

Gezondheidsenquête, België Methodologie. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Resultaten voor België Roken Gezondheidsenquête, België, 1997

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Spreker Functie. Bevolkingsonderzoek Borstkanker Vlaanderen

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Prenatale opvolging Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Risicofactoren voor wiegendood Gezondheidsenquête, België, 1997

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Mondgezondheid. Johan Van der Heyden

Resultaten voor Brussels Gewest Contraceptie Gezondheidsenquête, België, 1997

Borstkankeropsporing in de beleids- en beheerscyclus van gemeenten en OCMW s (BBC)

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Jaarrapport bevolkingsonderzoeken. Dr. Patrick Martens, Directeur CvKO Isabel De Brabander, Belgian Cancer Register

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Alcoholverbruik Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Roken Gezondheidsenquête, België, 1997

Gezondheidsindicatoren Vlaams Gewest. Kanker en andere nieuwvormingen

Resultaten voor België Risicofactoren voor wiegendood Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Contraceptie Gezondheidsenquête, België, 1997

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Contacten met de Huisarts Gezondheidsenquête, België, 1997

Preventie van. Wat u moet weten over. baarmoederhalskanker. Deze brochure bevat informatie over baarmoederhalskanker,

De kosteneffectiviteit van de bevolkingsonderzoeken in Vlaanderen. Baarmoederhalskanker, Borstkanker en Dikkedarmkanker

Resultaten voor België Contraceptie Gezondheidsenquête, België, 1997

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

Resultaten voor Brussels Gewest Vaccinatie bij Volwassenen Gezondheidsenquête, België, 1997

FACTS & FIGURES Participatie aan erfgoedactiviteiten Mathijs De Baere

Contacten met paramedische zorgverstrekkers

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Opname in het ziekenhuis

Patiëntentevredenheid

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Transcriptie:

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 5: PREVENTIE

Stefaan Demarest, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat 14 B-1050 Brussel +32 2 642 57 94 E-mail: stefaan.demarest@wiv-isp.be Depotnummer: D/2015/2505/22 Intern referentienummer PHS Report 2015-013

3. Kankerscreening AUTEUR Jean TAFFOREAU

Gelieve bij het verwijzen naar resultaten van dit hoofdstuk de volgende referentie te gebruiken: Tafforeau J. Kankerscreening. In: Demarest S, Charafeddine R (ed.). Gezondheidsenquête 2013. Rapport 5: Preventie. WIV-ISP, Brussel, 2015

INHOUDSTAFEL Samenvatting...29 1. Inleiding...33 2. Vragen...35 3. Indicatoren...39 4. Resultaten...43 4.1. Vroegtijdige opsporing van borstkanker...43 4.2. Vroegtijdige opsporing van baarmoederhalskanker...54 4.3. Vroegtijdige opsporing van dikkedarmkanker...59 5. Bespreking...67 6. Bibliografie...71 7. Tabellen... 73 KANKERSCREENING Inhoudstafel 27

SAMENVATTING Studies hebben de doeltreffendheid van vroegtijdige opsporing van borstkanker door mammografie aangetoond, meer bepaald bij het terugdringen van de mortaliteit bij vrouwen tussen 50 en 69 jaar. In België is er een nationaal programma voor vroegtijdige opsporing van borstkanker. Eind 2000 werd hieromtrent een interministerieel protocolakkoord afgesloten. Baarmoederhalskanker is de vijfde belangrijkste kanker bij vrouwen voor wat betreft de mortaliteit. In dit domein is er geen nationaal screeningsprogramma. Wel is het zo dat in Vlaanderen alle vrouwen tussen 25 en 64 jaar sinds juni 2013 een uitnodiging krijgen om zich te laten screenen voor baarmoederhalskanker, terwijl dit voorheen enkel het geval was in bepaalde provincies. In deze context biedt de Gezondheidsenquête een niet te missen opportuniteit om na te gaan in welke mate vroegtijdige opsporing van deze kanker gebeurd bij een representatief staal van de bevolking in België. Colorectale tumoren behoren tot de meest voorkomende kankers in België, zowel bij mannen als bij vrouwen. Programma s om te screenen naar colorectale kanker werden opgestart in 2009 in de Franse Gemeenschap en in 2013 in de Vlaamse Gemeenschap. Een vergelijking met terugbetalingsgegevens van het RIZIV toont aan dat het percentage personen dat aan vroegtijdige opsporing van borstkanker en baarmoederhalskanker doet, door de gezondheidsenquête overschat wordt. Toch blijft de gezondheidsenquête een belangrijke informatiebron omdat ze de mogelijkheid biedt om de evolutie over de tijd te volgen en het percentage personen dat gescreend wordt te bepalen in functie van een aantal socio-economische parameters die in de terugbetalingsgegevens van het RIZIV niet beschikbaar of niet bruikbaar zijn. Vroegtijdige opsporing van borstkanker In België geeft 76% van de vrouwen (tussen 50 en 69 jaar) aan een mammografie te hebben laten uitvoeren in de twee jaar voorafgaand aan het interview. Zelfs buiten deze groep zijn de percentages hoog, met name 43% bij vrouwen van 40-49 jaar en 37% bij vrouwen van 70-79 jaar. Dit duidt er op dat een mammografie niets steeds wordt uitgevoerd volgens de aanbevelingen, althans niet als het gaat om vroegtijdige opsporing, want de doelgroep is beperkt tot vrouwen van 50 tot 69 jaar. Niettegenstaande er een nationaal programma bestaat, blijven er in België belangrijke verschillen bestaan in het percentage vrouwen dat een mammografie laat uitvoeren in functie van de opleiding: bij hoger opgeleide vrouwen is dit percentage hoger. Deze verschillen werden reeds vastgesteld in vorige enquêtes. Het lijkt er dus op dat het nationaal programma er niet in geslaagd is om de socio-economische verschillen in dit domein te doen verminderen. KANKERSCREENING Samenvatting Tijdens de periode 1997-2001 is het percentage vrouwen (van 50-59 jaar) dat aangeeft een mammografie te hebben laten uitvoeren in de afgelopen twee jaar zeer duidelijk gestegen: van 49% in 1997, over 59% in 2001 tot 71% in 2004. Daarna is de toename minder uitgesproken: 73% in 2008 en 76% in 2013. 29 Het percentage vrouwen (van 50-69 jaar) dat de afgelopen twee jaar een mammografie liet uitvoeren, is hoger in het Vlaams Gewest (78%) dan in het Waals Gewest (71%). Dit verschil is zelfs groter als we rekening houden met de overschatting in de Gezondheidsenquête t.o.v. de RIZIV-gegevens, omdat de overschatting meer uitgesproken is in het Waals Gewest dan in het Vlaams Gewest. De evolutie over de tijd verschilt ook volgens het gewest: In het Vlaams Gewest neemt het percentage vrouwen (van 50-69 jaar) dat een mammografie liet uitvoeren in de afgelopen twee jaar toe tussen 1997 en 2004, om daarna minder snel te stijgen. In het Brussels Gewest is er een stijging tussen 1997 en 2001, daarna een stabilisatie. In het Waals Gewest is er een stijging tussen 1997 en 2008, maar daarna eerder een daling.

De verdeling van het tijdstip van de laatste mammografie duidt op een zekere vorm van over screening. We stellen inderdaad vast dat het percentage vrouwen (van 50-69 jaar) dat een mammografie liet uitvoeren in de afgelopen 12 maanden (44%) een stuk groter is dan het percentage dat een mammografie liet uitvoeren in de periode tussen de 12 en 24 maanden geleden (31%). De belangrijkste factor die vrouwen er toe aanzet om een mammografie te laten uitvoeren is het advies van de gynaecoloog, vooral in het Waals en Brussels Gewest. De rol van de huisarts is meer uitgesproken bij vrouwen met een lage opleiding. Dit is vooral het geval in het Waals Gewest. Vooral in het Vlaams Gewest speelt de uitnodigingsbrief een rol bij het motiveren van vrouwen om een mammografie te laten uitvoeren, ook in de leeftijdsgroep 50-69 jaar. In België geeft 82% van de vrouwen van 50-69 jaar aan in de afgelopen twee jaar een uitnodigingsbrief te hebben ontvangen om een screeningsmammografie te laten uitvoeren. Vroegtijdige opsporing van baarmoederhalskanker 69% van de vrouwen van 20-69 jaar heeft een baarmoederhalsuitstrijkje laten uitvoeren in de afgelopen drie jaar. Dit percentage is hoger dan de cijfers die gepubliceerd werden door het Intermutualistisch Agentschap (IMA). Ook buiten de doelgroep zijn de cijfers vrij hoog: zo gaat het om bijna 27% van de vrouwen van 70-79 jaar. In het Brussels Gewest bedraagt dit percentage zelfs 54%. KANKERSCREENING Samenvatting 30 Zoals voor de mammografie, duidt de verdeling van het tijdstip van het laatste uitstrijkje op een zekere vorm van over screening. We stellen inderdaad vast dat bij de helft van de vrouwen die een uitstrijkje lieten uitvoeren in de afgelopen 3 jaar het laatste uitstrijkje werd afgenomen in de afgelopen 12 maanden (tegenover 35% tussen de 12 en 24 maanden geleden en nauwelijks 13% tussen 24 en 36 maanden geleden). Het preventief uitvoeren van een baarmoederhalsuitstrijkje gebeurt niet steeds volgens de richtlijnen: soms worden uitstrijkjes uitgevoerd bij vrouwen die niet tot de doelgroep behoren; bij sommige vrouwen van de doelgroep worden uitstrijkjes te frequent uitgevoerd; tenslotte wordt 30% van de vrouwen die deel uitmaken van de doelgroep niet gescreend. Bovendien stellen we ook socio-economische ongelijkheden vast. Bij laag opgeleide vrouwen bedraagt het percentage vrouwen dat in de afgelopen drie jaar een uitstrijkje liet uitvoeren 47%, terwijl dit bij de hoogst opgeleiden 76% was. Dit kan eventueel een reden zijn om een nationaal programma voor vroegtijdige opsporing van baarmoederhalskanker op te starten. Toch dient opgemerkt te worden dat het nationaal programma voor vroegtijdige opsporing van borstkanker er niet voor gezorgd heeft dat de socio-economische ongelijkheden in dit domein zijn verminderd. Desondanks zou dergelijk programma misschien wel kunnen leiden tot een toename van het percentage vrouwen dat aan vroegtijdige opsporing van baarmoederhalskanker doet, een percentage dat immers sinds 1997 niet echt meer is veranderd. In 1997 en 2001 ging het om 65% van de vrouwen in de doelgroep; in 2004 om 68%, in 2008 om 67% en in 2013 om 69%. Het percentage vrouwen dat in de afgelopen 3 maanden een baarmoederhalsuitstrijkje liet uitvoeren, vertoont regionale verschillen. In het Brussels (72%) en in het Waals Gewest (73%) is dit percentage hoger dan in het Vlaams Gewest (66%). De evolutie over de tijd van het percentage vrouwen (van 20-69 jaar) dat een uitstrijkje liet uitvoeren, is sterk verschillend tussen de gewesten. In het Brussels Gewest is er een significante toename tot 2004 en in het Waals Gewest tot 2008, en daarna een stabilisering. In het Vlaams Gewest is er eerder een daling, maar deze is niet significant. Het is vooral de gynaecoloog die een in rol speelt bij het aanmoedigen van vrouwen om een uitstrijkje te laten uitvoeren (zonder dat er een abnormaliteit werd vastgesteld op het moment van de consultatie). Hier ziet men een belangrijk verschil tussen de gewesten, waarbij de rol van de gynaecoloog veel groter is in het Brussels en het Waals Gewest en de rol van de huisarts belangrijker is in het Vlaams Gewest.

Vroegtijdige opsporing van dikkedarmkanker In 2013 liet 16% van de bevolking in België van 50-74 jaar een fecaal occult bloedtest (FOBT) uitvoeren in de afgelopen twee jaar, en 24% had een colonoscopie in de afgelopen 10 jaar. Wanneer men beide technieken combineert, blijkt dat het totaal aantal personen dat zich in deze leeftijdsgroep laat screenen voor dikkedarmkanker 34% bedraagt. Het percentage personen bij wie een FOBT werd uitgevoerd, varieert niet in belangrijke mate in functie van het opleidingsniveau of de urbanisatiegraad van de gemeente waar men woont. Dit is daarentegen wel het geval voor wat betreft de colonoscopie, die uitgevoerd werd bij 17% van de 50-74-jarigen met een laag opleidingsniveau, tegenover 28% bij 50-74-jarigen met een hoog opleidingsniveau. Dergelijke verschillen worden echter niet waargenomen in het Vlaams Gewest. Het aantal 50-74 jarigen bij wie een FOBT werd uitgevoerd, is in 2013 hoger dan in 2008, toen dit voor de eerste maal gemeten werd in de Gezondheidsenquête: Het betreft 16% tegenover 9% in 2008. Colonoscopie kwam in 2013 voor het eerst aan bod in de Gezondheidsenquête. Het aantal 50-74 jarigen bij wie een FOBT werd uitgevoerd is hoger in het Brussels Gewest (20%) dan in de andere twee gewesten (16%), maar dit verschil is niet significant. Dit geldt ook voor de colonoscopie: in het Brussels Gewest wordt een hoger percentage 50-74-jarigen gevonden bij wie een colonoscopie werd uitgevoerd dan in de andere twee gewesten (23%). Wanneer beide onderzoeken samen bekeken worden, bedraagt het percentage waarbij een onderzoek voor het opsporen van dikkedarmkanker gebeurde 33% in het Vlaams en Waals Gewest tegenover 48% in het Brussels Gewest. In de doelgroep van 50-74 jaar is het aantal personen bij wie ooit een FOBT werd uitgevoerd, maar bij wie dit meer dan twee jaar geleden was, relatief belangrijk (30%). Dit wijst er op dat er in deze bevolkingsgroep al een sensibilisering werd gedaan en dat er werkelijk een potentieel is om het percentage personen dat correct gescreend wordt te doen toenemen als de periode tussen de tests (twee jaar) beter zou worden gerespecteerd. KANKERSCREENING Samenvatting 31

1. INLEIDING De vaakst voorkomende kwaadaardige tumoren bij de vrouw in België zijn borstkanker (meer dan een derde van de kankers), dikkedarmkanker en huidkanker. De belangrijkste doodsoorzaak door kanker bij de vrouw is borstkanker, gevolgd door longkanker en dikkedarmkanker. Baarmoederhalskanker is bij vrouwen de vijfde belangrijkste kanker (in termen van sterfte). Bij mannen komt prostaatkanker het meest voor, gevolgd door longkanker en dikkedarmkanker 1. De belangrijkste doodsoorzaak van kanker bij mannen is longkanker (ongeveer een derde van de kankerdoden), gevolgd door prostaatkanker en dikkedarmkanker. Borstkanker In de jaren tachtig lag de nadruk vooral op het zelfonderzoek en het klinisch onderzoek, maar deze methoden worden op dit moment niet meer aanbevolen. De vragen hieromtrent worden daarom niet meer gesteld. De effectiviteit van vroegtijdige opsporing van borstkanker door mammografie is duidelijk aangetoond door studies, meer bepaald bij vrouwen tussen 50 en 69 jaar. Om een daling van de mortaliteit te bekomen van 30% (1;2) is het echter nodig dat minstens 70% van de doelpopulatie (3) om de twee jaar gescreend wordt. Voor vrouwen tussen de 40 en 49 jaar is de effectiviteit van vroegtijdige opsporing nog niet aangetoond (4). In België is er een nationaal programma voor vroegtijdige opsporing van borstkanker. Eind 2000 werd hieromtrent een interministerieel protocolakkoord afgesloten. De activiteiten van dit nationaal programma zijn in juni 2001 van start gegaan in het Vlaams Gewest en een jaar later in de Franse Gemeenschap, het Brussels Gewest en de Duitstalige Gemeenschap. Het is dus belangrijk om in dit domein de evolutie over de tijd op te volgen. Vragen over vroegtijdige opsporing van borstkanker komen aan bod sinds de eerste Gezondheidsenquête in 1997. Baarmoederhalskanker Heel wat studies hebben de effectiviteit van een vroegtijdige opsporing van baarmoederhalskanker via een baarmoederhalsuitstrijkje aangetoond (5;7). Europese aanbevelingen hieromtrent werden gepubliceerd: de doelgroep zijn vrouwen tussen 20 en 69 jaar en de periodiciteit die wordt voorgesteld is tussen de 3 en 5 jaar (3). Het is op basis hiervan dat de Vlaamse Gemeenschap besloten heeft om vrouwen uit te nodigen om zich voor baarmoederhalskanker te laten screenen, waarbij de leeftijdsgroep weliswaar werd aangepast naar 25-64 jaar 2. KANKERSCREENING 1. Inleiding Nieuwe methoden worden echter in dit domein uitgetest, met name het aantonen van het Humaan Papillomavirus (HPV), wat veelbelovend lijkt (8). 33 De Gezondheidsenquête biedt de mogelijkheid om te monitoren in welke mate vrouwen aan vroegtijdige opsporing van baarmoederhalskanker doen in een representatief staal van de bevolking. Dikkedarmkanker Op Europees vlak wordt vroegtijdige opsporing van dikkedarmkanker aanbevolen (9) via een programma waarbij de aanwezigheid van occult bloed in de stoelgang wordt nagegaan (en een colonoscopie wordt uitgevoerd bij positieve gevallen). De doelpopulatie bestaat uit mannen en vrouwen tussen de 50 en 74 jaar oud en de voorgestelde periodiciteit is 1 tot 2 jaar. De aanbevelingen in de Verenigde Staten (10) betreffen ook een vroegtijdige opsporing bij de 50-74 jarigen (of eerder indien er een verhoogd risico is), ofwel door het nagaan van occult bloed in de stoelgang, 1 http://www.registreducancer.org/ 2 http://www.zorg-en-gezondheid.be/nieuws/bevolkingsonderzoek-voor-betere-opsporing-vanbaarmoederhalskanker/

ofwel door een colonoscopie. In de Franse Gemeenschap werd een programma opgestart in 2009 3, in de Vlaamse Gemeenschap was dit in 2013 4. De meest doeltreffende manier om dikkedarmkanker te vermijden, bestaat eruit de consumptie van vetten te verminderen en het gebruik van fruit, groenten en vezels te verhogen 5. Op die manier kan 30 tot 40% van de dikkedarmkankers vermeden worden (11). Ook lichaamsbeweging en niet roken zijn belangrijk. Validiteit van de gegevens De hier besproken gegevens zijn gebaseerd op informatie die de personen zelf aangeven, met alle subjectiviteit die dat met zich meebrengt. De informatie wordt verzameld via een vragenlijst die de personen zelf moeten invullen, zonder tussenkomst van de enquêteur. Een vergelijking met terugbetalingsgegevens van het RIZIV 6 toont aan dat het percentage personen dat aan vroegtijdige opsporing van borstkanker doet door de gezondheidsenquête overschat wordt. In 2008 bleek op basis van de gezondheidsenquête dat 73% van de vrouwen van 50-69 jaar een mammografie had laten uitvoeren in de afgelopen twee jaar; op basis van de RIZIV-gegevens was dit slecht 60%. Hetzelfde geldt voor het baarmoederhalsuitstrijkje. In de Gezondheidsenquête 2008 geeft 70% van de vrouwen van 20-69 jaar aan in de afgelopen drie jaar een uitstrijkje te hebben laten afnemen; in de RIZIVstatistieken is dit slechts 60% 7. KANKERSCREENING 1. Inleiding Toch blijft de gezondheidsenquête een belangrijke informatiebron, omdat ze toelaat de evolutie over de tijd te volgen en het percentage personen dat gescreend wordt te bepalen in functie van een aantal socio-economische parameters die via de terugbetalingsgegevens van het RIZIV niet beschikbaar zijn of weinig bruikbaar zijn. 34 3 http://www.ccref.org/contexte-colon.php 4 https://www.bevolkingsonderzoek.be/dikkedarmkanker/nieuws/131 5 vragen hieromtrent zijn opgenomen in de enquête ; zie de module over voeding 6 http://www.aim-ima.be/binaries/imaweb/fr/pdf/projects/8e_aim_d-pistage_cancer_du-sein_2014.pdf 7 http://www.aim-ima.be/binaries/imaweb/fr/pdf/projects/depistage_col_uterus_rapport_3_aim_10022015.pdf

2. VRAGEN Doelstelling van deze module is om na te gaan in welk mate aan vroegtijdige opsporing van borstkanker, baarmoederhalskanker en dikkedarmkanker gedaan wordt. De volgende vragen worden in dit verband in de Gezondheidsenquête 2013 gesteld: Dikkedarmkanker SC01 SC02 Er bestaat een test voor het vroegtijdig opsporen van darmkanker door de aanwezigheid van bloed in de stoelgang na te gaan. Hebt u ooit zo een test gehad? (Ja / Neen / Ik weet het niet) Wanneer hebt u voor het laatst een test gehad om de aanwezigheid van bloed in de stoelgang op te sporen? Minder dan één jaar geleden Meer dan 1 jaar, maar minder dan 2 jaar geleden Meer dan 2 jaar, maar minder dan 3 jaar geleden Meer dan 3 jaar geleden SC03 SC04 Borstkanker SC05 SC06 Een meer gesofistikeerd onderzoek bestaat uit een inwendig onderzoek van de darmen waarbij gebruik gemaakt wordt van een flexibele slang. Dit wordt «colonoscopie» genoemd. Hebt u ooit zo n colonoscopie gehad? (Ja / Neen / Ik weet het niet) Wanneer hebt u voor het laatst een colonoscopie gehad? Minder dan één jaar geleden Meer dan 1 jaar maar minder dan 5 jaar geleden Meer dan 5 jaar maar minder dan 10 jaar geleden Meer dan 10 jaar geleden Hebt u ooit een mammografie (radiografie van de borsten) gehad? (Ja / Neen / Ik weet het niet) Hebt u ooit een mammografie (radiografie van de borsten) gehad? Minder dan één jaar geleden Meer dan 1 jaar maar minder dan 2 jaar geleden Meer dan 2 jaar maar minder dan 3 jaar geleden Meer dan 3 jaar geleden KANKERSCREENING 2. Vragen 35 SC07 Is er ter gelegenheid van dit onderzoek ook een echografie van de borsten uitgevoerd? (Ja / Neen / Ik weet het niet)

SC08 SC09 SC10 Om welke reden hebt u deze laatste mammografie gehad? Op aanraden van uw huisarts, zonder dat er een klacht of abnormaliteit was Op aanraden van uw gynaecoloog zonder dat er een klacht of abnormaliteit was Borstkanker(-s) bij familieleden U hebt reeds zelf een borstcyste, een borsttumor, borstkanker of een operatie aan de borsten gehad Opvolging van een vorig onderzoek Pijn aan de borsten U hebt zelf een abnormaliteit in uw borst vastgesteld (bv. een knobbeltje) Uw arts heeft een abnormaliteit in uw borst vastgesteld tijdens een onderzoek Naar aanleiding van een uitnodigingsbrief Andere reden, omschrijf :. Hebt u in de afgelopen 2 jaar een uitnodigingsbrief gekregen voor een gratis (mammografisch) onderzoek voor de opsporing van borstkanker? (Ja / Neen / Ik weet het niet) Hebt u naar aanleiding van deze uitnodigingsbrief een (mammografisch) borstkankeronderzoek laten uitvoeren? (Ja / Neen / Ik weet het niet) KANKERSCREENING 2. Vragen SC11 Waarom hebt u geen (mammografisch) borstkankeronderzoek laten uitvoeren naar aanleiding van deze uitnodigingsbrief? Omdat ik kort ervoor al een mammografisch onderzoek had ondergaan Omdat ik geen tijd had Omdat zo een onderzoek te veel kost Omdat ik dit niet nodig vind Omdat ik zo een onderzoek onaangenaam vind Omdat ik reeds een chirurgische ingreep van een borst heb ondergaan Omdat een arts me een borstkankeronderzoek heeft afgeraden Andere reden, omschrijf : 36 Baarmoederhalskanker SC12 Hebt u ooit een uitstrijkje van de baarmoederhals laten uitvoeren? (Ja / Neen / Ik weet het niet) SC13 Wanneer hebt u voor het laatst een uitstrijkje laten uitvoeren? Minder dan één jaar geleden Meer dan 1 jaar maar minder dan 2 jaar geleden Meer dan 2 jaar maar minder dan 3 jaar geleden Meer dan 3 jaar maar minder dan 5 jaar geleden Meer dan 5 jaar geleden

SC14 Wat was de reden voor het uitvoeren van het laatste uitstrijkje van de baarmoederhals? Op aanraden van uw huisarts, zonder dat er een klacht of abnormaliteit was Op aanraden van uw gynaecoloog zonder dat er een klacht of abnormaliteit was Opvolging van een voorgaand onderzoek Wegens abnormaal bloeden U had zelf een andere abnormaliteit vastgesteld Uw arts heeft een abnormaliteit vastgesteld tijdens een onderzoek U hebt reeds een kanker aan de baarmoederhals gehad Naar aanleiding van een uitnodigingsbrief Andere reden, omschrijf:. KANKERSCREENING 2. Vragen 37

3. INDICATOREN Borstkanker Het percentage vrouwen dat gescreend werd voor borstkanker maakt deel van de «European Core Health Indicators» (12). De indicator wordt als volgt geformuleerd: percentage vrouwen tussen 50 en 69 jaar oud dat een mammografie liet uitvoeren in de afgelopen twee jaar. Het is tevens een OESO-indicator (health care quality indicators project 8 ). Ook wordt in het kader van de «Epidemiological guidelines for quality assurance in breast cancer screening» aangeraden om via een bevolkingsenquête na te gaan wat de proportie vrouwen binnen de doelgroep is die een opportunistische screening ondergaat, d.i. buiten het kader van een georganiseerd programma (13). De indicatoren worden berekend voor de doelgroep (50-69 jaar), maar ook voor de vrouwen van 15 jaar en ouder. De lijst omvat de volgende indicatoren: SC_1 SC_2 : SC09_1 Percentage van de vrouwen (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft in de afgelopen twee jaar een mammografie te hebben laten uitvoeren Percentage van de vrouwen van 50 tot 69 jaar dat aangeeft in de afgelopen twee jaar een mammografie te hebben laten uitvoeren Percentage vrouwen dat aangeeft in de afgelopen twee jaar een uitnodigingsbrief te hebben ontvangen om een screeningsmammografie te laten uitvoeren Bijkomende indicatoren zijn : SC_3 SC08_1 Verdeling van de vrouwen volgens het tijdstip van de laatste mammografie Verdeling van de vrouwen volgens de reden van de laatste mammografie In 2008 werd een bijkomende vraag gesteld aan de vrouwen die een mammografie hadden laten uitvoeren om na te gaan of ze op hetzelfde moment ook een echografie hadden gehad. Het lijkt er inderdaad op dat buiten het kader van een screeningsprogramma heel wat mammografieën samen worden uitgevoerd met een echografie. Doelstelling daarvan was om na te gaan of het om een screeningsmammografie ging (zonder echografie op hetzelfde moment, hetzij op advies van een arts zonder dat er een afwijking was vastgesteld, hetzij omwille van een familiale voorgeschiedenis, hetzij als gevolg van een uitnodigingsbrief). KANKERSCREENING 3. Indicatoren 39 Een koppeling van de gegevens van de deelnemers aan de Gezondheidsenquête 2008 met gegevens van de verzekeringsinstellingen liet toe om voor deze onderzoeken de antwoorden op de vragen over mammografieën in de gezondheidsenquête te vergelijken met de terugbetaalde prestaties gedurende dezelfde periode (2008) 9. Het percentage vrouwen (van 50-69 jaar) dat een mammografie liet uitvoeren (in de afgelopen twee jaar) bedroeg 73% op basis van de gegevens van de Gezondheidsenquête, wat een overschatting is t.o.v. de 63% die berekend wordt op basis van de gegevens van de verzekeringsinstellingen. Dit komt overeen met de cijfers die hoger worden geciteerd i.v.m. de validiteit van de gegevens. Opgemerkt dient te worden dat de overschatting iets meer uitgesproken is in het Waals Gewest en vooral in het Brussels Gewest. 8 http://ec.europa.eu/health/indicators/other_indicators/quality/index_en.htm 9 F. Renard, Institut Scientifique de Santé Publique, communication personnelle, 2014

Voor wat betreft de screeningsmammografie zijn de verschillen groter. Op basis van de gegevens van de Gezondheidsenquête blijkt 23% van de vrouwen in de doelgroep een screeningsmammografie te hebben laten uitvoeren. Dit is een onderschatting t.o.v. de 33% die gevonden wordt op basis van de gegevens van de verzekeringsinstellingen. Hier blijkt het verschil groter te zijn in het Vlaams Gewest. De validiteit van de indicatoren werd getest aan de hand van de gevoeligheid, de specificiteit en de positieve en negatieve predictieve waarde. De resultaten zijn aanvaardbaar voor de mammografie in het algemeen (met een gevoeligheid van 94%), maar voldoen niet voor de screeningsmammografie, met een gevoeligheid van 46%. Daarom werd besloten om deze indicator niet te berekenen voor de Gezondheidsenquête 2013. Baarmoederhalskanker In het kader van de Europese Gezondheidsindicatoren (12) raadt de Europese Commissie 10 aan om de mate waaraan men aan vroegtijdige opsporing van baarmoederhalskanker doet, te meten. Dit geldt ook voor de OESO 11. De leeftijdscategorie is echter licht verschillend (20-69 jaar) van deze die tot nu toe gehanteerd werd (25-64 jaar), en daarom gaan we ons aanpassen aan de internationale standaarden. Bovendien zijn er ook Europese aanbevelingen voor de evaluatie van een programma voor vroegtijdige opsporing (13). De volgende indicatoren worden berekend: KANKERSCREENING 3. Indicatoren 40 SC_5 SC_6 Percentage vrouwen (15 jaar en ouder) dat aangeeft een baarmoederhalsuitstrijkje te hebben laten uitvoeren in de afgelopen drie jaar Percentage vrouwen (van 20-69 jaar) dat aangeeft een baarmoederhalsuitstrijkje te hebben laten uitvoeren in de afgelopen drie jaar Als bijkomende indicator wordt voorgesteld: SC14_1 Verdeling van de vrouwen volgens de reden voor het uitvoeren van het baarmoederhalsuitstrijkje Dikkedarmkanker In het kader van de Europese Gezondheidsindicatoren 12 beveelt de Europese Commissie (12) aan om te meten in welke mate personen van 50 tot 74 jaar aan vroegtijdige opsporing van dikkedarmkanker doen door middel van een test om occult bloed in de stoelgang op te sporen. Er bestaat ook een leidraad van goede epidemiologische praktijk voor de opvolging van een programma van vroegtijdige opsporing van dikkedarmkanker (9). In 2008 gingen de vragen enkel over een test om occult bloed in de stoelgang op te sporen, maar in lijn met de aanbevelingen van Eurostat over de inhoud van de vragenlijst van de gezondheidsenquête 13 (item PA6), werden in 2013 ook vragen over colonoscopie toegevoegd. 10 http://www.echim.org/indicators.html 11 http://ec.europa.eu/health/indicators/other_indicators/quality/index_en.htm 12 http://www.echim.org/indicators.html 13 http://ec.europa.eu/eurostat/en/web/products-manuals-and-guidelines/-/ks-ra-13-018

De volgende indicatoren werden berekend: SC_7 SC_8 SC_10 SC_11 Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft in de afgelopen twee jaar een test te hebben laten uitvoeren om occult bloed in de stoelgang op te sporen Percentage van de bevolking van 50 tot 74 jaar dat aangeeft in de afgelopen twee jaar een test te hebben laten uitvoeren om occult bloed in de stoelgang op te sporen Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft in de afgelopen tien jaar een colonoscopie te hebben laten uitvoeren Percentage van de bevolking van 50 tot 74 jaar dat aangeeft in de afgelopen tien jaar een colonoscopie te hebben laten uitvoeren Als bijkomende indicator wordt voorgesteld: SC_9 Verdeling van de bevolking (van 15 jaar en ouder) volgens het tijdstip van de laatste test om occult bloed op te sporen in de stoelgang KANKERSCREENING 3. Indicatoren 41

4. RESULTATEN 4.1. VROEGTIJDIGE OPSPORING VAN BORSTKANKER 4.1.1. MAMMOGRAFIE IN DE AFGELOPEN TWEE JAAR 4.1.1.1. België In België geeft 38% van de vrouwen (van 15 jaar en ouder) aan een mammografie te hebben laten uitvoeren in de afgelopen twee jaar. Als we enkel de doelgroep (van 50 tot 69 jaar) beschouwen, gaat het om 76% van de vrouwen. Analyse volgens leeftijd Het percentage vrouwen dat een mammografie heeft laten uitvoeren in de afgelopen twee jaar, neemt progressief toe met de leeftijd, waarbij een sterke toename wordt vastgesteld rond de leeftijd van 50 jaar met een piek (80%) bij de vrouwen van 55-59 jaar. Ook buiten de doelgroep van 50-69 jaar is het percentage vrouwen dat een mammografie heeft laten uitvoeren in de afgelopen twee jaar niet verwaarloosbaar: het gaat om 43% van de vrouwen van 40-49 jaar en om 37% van de vrouwen van 70-79 jaar. Figuur 1 Percentage van de vrouwen (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft een mammografie te hebben laten uitvoeren in de afgelopen twee jaar, volgens leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2013 KANKERSCREENING 4. Resultaten 43 Analyse volgens socio-economische achtergrondkenmerken Het percentage vrouwen dat een mammografie liet uitvoeren in de afgelopen twee jaar, varieert met het opleidingsniveau. Hoog opgeleiden vrouwen rapporteren dit vaker dan laag opgeleide vrouwen. Dit percentage neemt toe van 56% bij de vrouwen zonder diploma of hoogstens een diploma lager onderwijs tot 82% bij vrouwen met een diploma hoger onderwijs. Dit verschil blijft significant na correctie voor leeftijd. Voor deze indicator noteren we geen significante verschillen in functie van de urbanisatiegraad van de gemeente waar men woont.

Evolutie over de tijd Tijdens de periode 1997-2004 is het percentage vrouwen dat aangeeft een mammografie te hebben laten doorvoeren in de afgelopen 2 maanden duidelijk gestegen. In de leeftijdsgroep 50-69 jaar zagen we een toename van 49% in 1997, over 59% in 2001 tot 71% in 2004. De stijging nam daar af om 73% te bereiken in 2008 en 76% in 2013. Het verschil tussen 2004-2008, enerzijds, en 2013, anderzijds, is echter niet significant. Figuur 2 Percentage van de vrouwen van 50 tot 69 jaar dat aangeeft een mammografie te hebben laten uitvoeren in de afgelopen twee jaar, per jaar en per gewest, Gezondheidsenquête, België, 2013 KANKERSCREENING 4. Resultaten Wanneer we nagaan wanneer vrouwen van 15 jaar en ouder in België voor de laatste keer een mammografie hebben laten uitvoeren, stellen we vast dat dit in 22% van de gevallen minder dan een jaar geleden was, bij 16% één tot twee jaar geleden, en bij 21% meer dan twee jaar geleden. De rest, meer bepaald 40% van de vrouwen, heeft nog nooit een mammografie laten uitvoeren. In de doelgroep (van 50-69 jaar) blijkt dat 44% van vrouwen minder dan een jaar geleden een mammografie liet uitvoeren; voor 31% gebeurde dit voor het laatst één tot twee jaar geleden en voor 17% meer dan twee jaar geleden. De rest, meer bepaald 8%, heeft nog nooit een mammografie laten uitvoeren. 44 4.1.1.2. Gewesten Het percentage vrouwen (van 50-69 jaar) dat een mammografie liet uitvoeren in de afgelopen twee jaar vertoont verschillen volgens de gewesten. Dit percentage is significant hoger in Vlaanderen (78%) dan in Wallonië (71%). In Brussel bedraagt dit percentage 75%. Deze verschillen zijn significant na correctie voor leeftijd. Wanneer we vrouwen van 15 jaar en ouder bekijken zijn er geen significante verschillen. De evolutie over de tijd varieert ook in functie van de gewesten (na correctie voor leeftijd): In het Vlaams Gewest neemt het percentage vrouwen (van 50-69 jaar) dat een mammografie liet uitvoeren in de afgelopen twee jaar significant en lineair toe tussen 1997 en 2004; dit percentage blijft stabiel tussen 2004 en 2008 om daarna terug significant te stijgen tussen 2008 en 2013. In het Brussels Gewest is er een significante stijging tussen 1997 en 2001; daarna is er een stabilisering. In het Waals Gewest is er een lineaire stijging tussen 1997 en 2008; tussen 2008 en 2013 is er geen stijging; integendeel, er is eerder een tendens die wijst op een daling, hoewel deze niet significant is.

Vlaams Gewest In het Vlaams Gewest geeft 38% van de vrouwen (van 15 jaar en ouder) aan een mammografie te hebben laten uitvoeren in de afgelopen twee jaar. Als we enkel de doelgroep (van 50 tot 69 jaar) beschouwen, gaat het om 78% van de vrouwen. De analyses in functie van de leeftijd (Figuur 3), opleiding en urbanisatiegraad geven dezelfde resultaten als voor heel België. Ook de verdeling van het tijdstip van de laatste mammografie is vrij gelijkaardig aan wat we vinden voor heel België. Figuur 3 Percentage van de vrouwen (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft een mammografie te hebben laten uitvoeren in de afgelopen twee jaar, volgens leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2013 Vlaams Gewest In het Vlaams Gewest is het percentage vrouwen van 50-69 jaar dat aangeeft een mammografie te hebben laten doorvoeren in de afgelopen 2 jaar in de periode 1997-2004 significant en lineair gestegen. Tussen 2004 en 2008 was er een stabilisering en tussen 2008 en 2013 terug een significante stijging: 46% in 1997, 54% in 2001, KANKERSCREENING 4. Resultaten 70% in 2004, 71% in 2008, 45 78% in 2013. In de doelgroep voor vroegtijdige opsporing van borstkanker (leeftijdsgroep 50-69) was het tijdstip van de laatste mammografie bij 46% van de vrouwen minder dan een jaar geleden; bij 32% van de vrouwen was dit één tot twee jaar geleden en bij 15% van de vrouwen langer dan twee jaar geleden. De overige vrouwen (7%) hadden nog nooit een mammografie laten uitvoeren. Brussels Gewest In het Brussels Gewest geeft 37% van de vrouwen (van 15 jaar en ouder) aan een mammografie te hebben laten uitvoeren in de afgelopen twee jaar. Als we enkel de doelgroep (van 50 tot 69 jaar) beschouwen, gaat het om 75% van de vrouwen.

De analyses in functie van de leeftijd (Figuur 4) geven dezelfde resultaten als voor heel België. We noteren echter geen significante verschillen in functie van het opleidingsniveau (het aantal gevallen dat in rekening genomen wordt in de analyse bedraagt echter maar 200). Figuur 4 Percentage van de vrouwen (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft een mammografie te hebben laten uitvoeren in de afgelopen twee jaar, volgens leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2013 Brussels Gewest KANKERSCREENING 4. Resultaten 46 Het percentage vrouwen van 50-69 jaar dat een mammografie liet uitvoeren in de afgelopen twee jaar is tussen 1997 en 2001 significant gestegen, maar sindsdien niet meer significant veranderd: 58% in 1997, 72% in 2001, 72% in 2004, 70% in 2008, 75% in 2013. In de doelgroep voor vroegtijdige opsporing van borstkanker (leeftijdsgroep 50-69) was het tijdstip van de laatste mammografie bij 49% van de vrouwen minder dan een jaar geleden; bij 25% van vrouwen was dit één tot twee jaar geleden en bij 20% van de vrouwen langer dan twee jaar geleden. De overige vrouwen (6%) hadden nog nooit een mammografie laten uitvoeren. Waals Gewest In het Waals Gewest geeft 40% van de vrouwen (van 15 jaar en ouder) aan een mammografie te hebben laten uitvoeren in de afgelopen twee jaar. Als we enkel de doelgroep (van 50 tot 69 jaar) beschouwen, gaat het om 70% van de vrouwen. De analyses in functie van de leeftijd (Figuur 5), opleiding en urbanisatiegraad geven dezelfde resultaten als voor heel België. Ook de verdeling van het tijdstip van de laatste mammografie is vrij gelijkaardig aan wat we vinden voor heel België.

Figuur 5 Percentage van de vrouwen (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft een mammografie te hebben laten uitvoeren in de afgelopen twee jaar, volgens leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2013 Waals Gewest In het Waals Gewest is er bij de 50-69 jarigen tussen 1997 en 2008 een lineaire stijging van het percentage vrouwen dat aangeeft in de afgelopen twee jaar een mammografie te hebben laten uitvoeren; tussen 2008 en 2013 is er geen stijging; integendeel, er is eerder een tendens die wijst op een daling, hoewel deze niet significant is: 52% in 1997, 64% in 2001, 73% in 2004, 77% in 2008, 70% in 2013. In de doelgroep voor vroegtijdige opsporing van borstkanker (leeftijdsgroep 50-69) was het tijdstip van de laatste mammografie bij 39% van de vrouwen minder dan een jaar geleden; bij 30% van vrouwen was dit één tot twee jaar geleden en bij 20% van de vrouwen langer dan twee jaar geleden. De overige vrouwen (9%) hadden nog nooit een mammografie laten uitvoeren. KANKERSCREENING 4. Resultaten 47

4.1.1.3. Reden voor de laatste mammografie De redenen voor het uitvoeren van de laatste mammografie worden aangegeven in Tabel 1 Tabel 1 Verdeling van de redenen voor het uitvoeren van de laatste mammografie (aantal antwoorden gedeeld door het aantal vrouwen dat geantwoord heeft), volgens leeftijdsgroep, Gezondheidsenquête, België, 2013 Reden Vrouwen 15+ Vrouwen 50-69 jaar op aanraden van de gynaecoloog 35% 35% op aanraden van de huisarts 24% 23% uitnodigingsbrief 20% 31% antecedenten of borstkanker bij familieleden 19% 18% klacht/abnormaliteit vastgesteld door de vrouw 12% 6% klacht/abnormaliteit vastgesteld door de arts 9% 10% andere 5% 4% KANKERSCREENING 4. Resultaten 48 Totaal 124% 127% Het totaal is meer dan 100%, omdat sommige vrouwen meer dan één reden aangeven. Vooral de gynaecoloog adviseert vrouwen om een mammografie te laten uitvoeren (zonder dat er een klacht of abnormaliteit wordt vastgesteld op het moment van de consultatie). De verdeling varieert licht naargelang men alle vrouwen (van 15 jaar of meer) beschouwt of enkel de doelgroep (50-69-jarigen): bij 50-69 jarigen wordt de uitnodigingsbrief meer vermeld; wanneer we alle vrouwen (van 15 jaar en ouder) beschouwen, komt klachten/anomalieën vastgesteld door de vrouw relatief vaker voor. De rol van de huisarts is belangrijker bij vrouwen met een laag opleidingsniveau: het percentage vrouwen dat aangeeft een mammografie te hebben laten uitvoeren op advies van de huisarts bedraagt 37% bij vrouwen zonder een diploma of hoogstens een diploma lager onderwijs en daalt vervolgens tot 18% bij vrouwen met een opleiding hoger onderwijs. Voor wat betreft het advies van de gynaecoloog, vinden we een omgekeerde situatie: het percentage vrouwen dat aangeeft een mammografie te hebben laten uitvoeren op advies van de gynaecoloog stijgt van 25% bij de laagst opgeleiden tot 39% bij de hoogst opgeleiden. Men observeert belangrijke verschillen tussen de gewesten, meer bepaald: de belangrijkere rol van de gynaecoloog in Brussel (49% van de vrouwen (in de doelgroep) heeft een mammografie laten uitvoeren op aanraden van een gynaecoloog) en Wallonië (44%) in vergelijking met Vlaanderen (17%), de belangrijkere rol van de huisarts in Wallonië (31%) in vergelijking met Brussel (22%) en Vlaanderen (14%), het belang van een uitnodigingsbrief in Vlaanderen (58%) in vergelijking met Brussel (16%) en Wallonië (14%). De evolutie over de tijd is moeilijk in te schatten omdat deze vraag niet volledig op dezelfde manier werd gesteld in de vorige enquêtes.

4.1.2. UITNODIGINGSBRIEF OM EEN SCREENINGSMAMMOGRAFIE TE LATEN UITVOEREN IN DE AFGELOPEN TWEE JAAR 4.1.2.1. België In België geeft 33% van de vrouwen (van 15 jaar en ouder) aan in de afgelopen twee jaar een uitnodigingsbrief te hebben ontvangen om een screeningsmammografie te laten uitvoeren. Dit percentage bedraagt 82% in de doelgroep (50 tot 69 jarigen). Analyse volgens leeftijd Het percentage vrouwen dat aangeeft een uitnodigingsbrief te hebben ontvangen, vertoont een piek (86%) bij vrouwen van 55-64 jaar (Figuur 6). Dit percentage is echter ook niet verwaarloosbaar bij jongere vrouwen (20% bij de 40-49 jarigen) en oudere vrouwen (24% bij de 70-79 jarigen). Figuur 6 Percentage van de vrouwen (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft een uitnodigingsbrief voor een screeningsmammografie te hebben ontvangen in de afgelopen twee jaar, volgens leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2013. KANKERSCREENING 4. Resultaten Analyse volgens socio-economische achtergrondkenmerken Het percentage vrouwen (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft een uitnodigingsbrief te hebben ontvangen varieert relatief weinig in functie van het opleidingsniveau: vrouwen met een diploma lager secundair geven, na correctie voor leeftijd, significant minder vaak aan dat ze een uitnodiging voor een mammografie kregen dan vrouwen uit de andere opleidingscategorieën. 49 Voor deze indicator vinden we geen significante verschillen in functie van de urbanisatiegraad van de de gemeente waar men woont.

Evolutie over de tijd Tussen 2001 en 2008 is er een significante toename van het percentage vrouwen van 50 tot 69 jaar dat aangeeft een uitnodiging te hebben ontvangen voor een mammografie: 44% in 2001, 70% in 2004, 82% in 2008. Deze trend is gestopt en dit percentage is tussen 2008 en 2013 gelijk gebleven (82%). Dezelfde trend wordt geobserveerd bij vrouwen van 15 jaar en ouder: 21% in 2001, 28% in 2004, 32% in 2008, 33% in 2013. Figuur 7 Percentage van de vrouwen (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft in de afgelopen twee jaar een uitnodiging te hebben ontvangen voor een screeningsmammografie, per jaar en per gewest, Gezondheidsenquête, België, 2013 KANKERSCREENING 4. Resultaten 50 4.2.3.2. Gewesten Het percentage vrouwen van 50 tot 69 jaar dat aangeeft in de afgelopen twee jaar een screeningsmammografie te hebben laten uitvoeren, varieert in functie van het gewest waar men woont: dit percentage is significant hoger in het Vlaams Geweest (87%) dan in het Waals en Brussels Gewest (respectievelijk 74% en 72%). De evolutie over de tijd is vrij gelijkaardig in het Vlaams en Waals Gewest met een toename van het percentage van de vrouwen dat aangeeft een uitnodiging te hebben ontvangen tot 2008 en daarna een stabilisering. In het Brussels Gewest daarentegen blijft dit percentage stijgen tot 2013 (Tabel 2).

Tabel 2 Percentage vrouwen dat aangeeft in de afgelopen twee jaar een uitnodiging te hebben ontvangen voor een screeningsmammografie, per jaar, per gewest en per leeftijdsgroep, Gezondheidsenquête, België, 2013 Gewest Jaar Vrouwen 15 jaar + Vrouwen 50-69 jaar Vlaams Gewest 2001 28% 58% 2004 34% 80% 2008 36% 89% 2013 35% 88% Brussels Gewest 2001 9% 20% 2004 12% 30% 2008 18% 61% 2013 22% 72% Waals Gewest 2001 14% 24% 2004 24% 61% 2008 29% 74% 2013 31% 74% Vlaams Gewest In het Vlaams Gewest geeft 35% van de vrouwen (van 15 jaar en ouder) aan in de afgelopen twee jaar een uitnodigingsbrief te hebben ontvangen om een screeningsmammografie te laten uitvoeren. Dit percentage bedraagt 87% in de doelgroep (50 tot 69 jarigen). De analyses in functie van de leeftijd (Figuur 8), het opleidingsniveau en de urbanisatiegraad, alsook de evolutie over de tijd geven dezelfde resultaten als voor heel België. We stellen vast dat ook het percentage vrouwen van 40-49 jaar dat aangeeft in de afgelopen twee jaar een uitnodigingsbrief te hebben ontvangen, niet verwaarloosbaar is (19%). Dit is eveneens het geval voor de oudere vrouwen (20% bij de 70-79 jarigen). KANKERSCREENING 4. Resultaten 51

Figuur 8 Percentage van de vrouwen (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft in de afgelopen twee jaar een uitnodigingsbrief voor een screeningsmammografie te hebben ontvangen, volgens leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2013 Vlaams Gewest KANKERSCREENING 4. Resultaten Brussels Gewest In het Brussels Gewest geeft 22% van de vrouwen (van 15 jaar en ouder) aan in de afgelopen twee jaar een uitnodigingsbrief te hebben ontvangen om een screeningsmammografie te laten uitvoeren. Dit percentage bedraagt 72% in de doelgroep (50 tot 69 jarigen). De analyses in functie van de leeftijd (Figuur 9) geven verschillende resultaten dan deze voor heel België. In het Brussels Gewest is het percentage vrouwen van 40-49 jaar dat aangeeft in de afgelopen twee jaar een uitnodigingsbrief te hebben ontvangen vrij laag (2%). Anderzijds is dit percentage bij oudere vrouwen (33% bij de 70-79-jarigen) hoger dan in de andere twee gewesten. Figuur 9 Percentage van de vrouwen (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft in de afgelopen twee jaar een uitnodigingsbrief voor een screeningsmammografie te hebben ontvangen, volgens leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2013 Brussels Gewest 52

Het percentage vrouwen (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft in de afgelopen twee jaar een uitnodigingsbrief voor een screeningsmammografie te hebben ontvangen, varieert in het Brussels Gewest niet in functie van het opleidingsniveau. Ten slotte observeren we in het Brussels Gewest een toename van het percentage vrouwen van 50-69 jaar dat aangeeft in de afgelopen twee jaar een uitnodigingsbrief voor een screeningsmammografie te hebben ontvangen over de tijd: 20% in 2001, 30% in 2004 en 61% in 2008. Deze trend zet zich verder door in 2013 met 72% van de vrouwen die aangeven dat ze in de afgelopen twee jaar een uitnodigingsbrief voor een screeningsmammografie hebben ontvangen. Waals Gewest In het Waals Gewest geeft 31% van de vrouwen (van 15 jaar en ouder) aan in de afgelopen twee jaar een uitnodigingsbrief te hebben ontvangen om een screeningsmammografie te laten uitvoeren. Dit percentage bedraagt 74% in de doelgroep (50 tot 69 jarigen). De analyses in functie van de leeftijd (Figuur 10), de urbanisatiegraad, en de evolutie over de tijd geven dezelfde resultaten als voor heel België. We stellen vast dat ook het percentage vrouwen van 40-49 jaar dat aangeeft in de afgelopen twee jaar een uitnodigingsbrief te hebben ontvangen niet verwaarloosbaar is (24%). Dit is eveneens het geval voor de oudere vrouwen (30% bij de 70-79 jarigen). Figuur 10 Percentage van de vrouwen (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft in de afgelopen twee jaar een uitnodigingsbrief voor een screeningsmammografie te hebben ontvangen, volgens leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2013 Waals Gewest KANKERSCREENING 4. Resultaten 53 Het percentage vrouwen (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft in de afgelopen twee jaar een uitnodigingsbrief voor een screeningsmammografie te hebben ontvangen varieert in het Waals Gewest niet in functie van het opleidingsniveau.

4.2. VROEGTIJDIGE OPSPORING VAN BAARMOEDERHALSKANKER 4.2.1. BAARMOEDERHALSUITSTRIJKJE IN DE AFGELOPEN DRIE JAAR 4.2.1.1. België In België geeft 59% van de vrouwen van 15 jaar en ouder aan een baarmoederhalsuitstrijkje te hebben laten uitvoeren in de afgelopen drie jaar. Bij vrouwen van de doelgroep (van 20 tot 69 jaar) is dit 69%. Van de vrouwen van 20-69 jaar die een uitstrijkje lieten uitvoeren in de afgelopen drie jaar, gebeurde dit in 51% van de gevallen in de afgelopen 12 maanden, in 35% van de gevallen tussen de 12 en 24 maanden geleden en in 13% van de gevallen tussen de 24 en 36 maanden geleden. Analyse volgens leeftijd Het percentage vrouwen dat een uitstrijkje liet uitvoeren in de afgelopen drie jaar, neemt toe met de leeftijd, om 68% te bereiken op de leeftijd van 25 jaar (Figuur 11). Dit percentage blijft vrij stabiel tot de leeftijd van 50-54 jaar om dan progressief te dalen tot 13% bij de 75-plussers. Dit percentage is nochtans niet verwaarloosbaar buiten de doelgroep (20-69 jaar): het gaat bijvoorbeeld om bijna 27% van de vrouwen van 70 tot 79 jaar. KANKERSCREENING 4. Resultaten Figuur 11 Percentage van de vrouwen van 20 tot 69 jaar dat aangeeft in de afgelopen drie jaar een baarmoederhalsuitstrijkje te hebben laten uitvoeren, volgens leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2013 54 Analyse volgens socio-economische achtergrondkenmerken Het percentage vrouwen dat in de afgelopen drie jaar een uitstrijkje heeft laten uitvoeren, varieert in functie van het opleidingsniveau. Dit percentage neemt toe van 51% bij vrouwen van 20-69 jaar met hoogstens een diploma lager onderwijs of geen diploma tot 77% bij vrouwen van deze doelgroep met een diploma hoger onderwijs. Dit verschil blijft significant na correctie voor leeftijd. Deze indicator vertoont geen verschil in functie van de urbanisatiegraad van de gemeente waar men woont.

Evolutie over de tijd Het percentage vrouwen van 20-69 jaar dat aangeeft in de afgelopen drie jaar een uitstrijkje te hebben laten uitvoeren, varieert nauwelijks over de tijd (Figuur 12): 65% in 1997 65% in 2001, 68% in 2004, 67% in 2008, 69% in 2013. Enkel het verschil tussen 1997 en 2013 is significant na correctie voor leeftijd. Figuur 12 Percentage van de vrouwen van 20 tot 69 jaar dat aangeeft in de afgelopen drie jaar een baarmoederhalsuitstrijkje te hebben laten uitvoeren, per jaar en per gewest, Gezondheidsenquête, België, 2013 4.2.1.2. Gewesten KANKERSCREENING 4. Resultaten Het percentage vrouwen van 20-69 jaar dat in de afgelopen drie jaar een uitstrijkje heeft laten uitvoeren, varieert in functie van het gewest waar men woont: 73% in het Waals Gewest, 72% in het Brussels Gewest en 66% in het Vlaams Gewest. Het verschil tussen het Waals en Vlaams Gewest en tussen het Brussels en het Vlaams Gewest, is significant na correctie voor leeftijd. 55 Voor wat betreft de evolutie over de tijd van het percentage vrouwen van 20-69 jaar dat in de afgelopen drie jaar een uitstrijkje liet uitvoeren, zijn er belangrijke verschillen tussen de gewesten (Tabel 3).

Tabel 3 Percentage van de vrouwen van 20 tot 69 jaar dat aangeeft in de afgelopen drie jaar een baarmoederhalsuitstrijkje te hebben laten uitvoeren, per jaar en per gewest, Gezondheidsenquête, België, 2013 Gewest Jaar Vrouwen 20-69 jaar Vlaams Gewest 1997 70% 2001 67% 2004 67% 2008 64% 2013 66% Brussels Gewest 1997 59% 2001 67% 2004 72% 2008 72% 2013 72% KANKERSCREENING 4. Resultaten 56 Waals Gewest 1997 58% 2001 61% 2004 68% 2008 73% 2013 73% Het percentage vrouwen van de doelgroep met een uitstrijkje in de afgelopen drie jaar stijgt in het Brussels Gewest tot 2004 en in het Waals Gewest tot 2008, om daarna stabiel te blijven. In het Vlaams Gewest, daarentegen, is er een daling, hoewel deze na correctie voor leeftijd niet significant is. Vlaams Gewest In het Vlaams Gewest geeft 56% van de vrouwen van 15 jaar en ouder aan een baarmoederhalsuitstrijkje te hebben laten uitvoeren in de afgelopen drie jaar. Bij vrouwen van de doelgroep (van 20 tot 69 jaar) is dit 66%. De analyses in functie van leeftijd (Figuur 13), opleidingsniveau, tijdstip van het laatste uitstrijkje en urbanisatiegraad geven dezelfde resultaten als voor heel België. In het Vlaams Gewest is er ook een niet verwaarloosbaar aantal vrouwen in de leeftijdsgroep van 70-79 jaar dat een uitstrijkje laat uitvoeren (23%). Voor wat betreft de evolutie over de tijd, noteren we eerder een daling van het percentage vrouwen dat zich laat screenen, maar deze daling is niet significant na correctie voor leeftijd.

Figuur 13 Percentage van de vrouwen van 20 tot 69 jaar dat aangeeft in de afgelopen drie jaar een baarmoederhalsuitstrijkje te hebben laten uitvoeren, volgens leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2013 Vlaams Gewest Brussels Gewest In het Brussels Gewest geeft 67% van de vrouwen van 15 jaar en ouder aan een baarmoederhalsuitstrijkje te hebben laten uitvoeren in de afgelopen drie jaar. Bij vrouwen van de doelgroep (van 20 tot 69 jaar) is dit 72%. De analyses in functie van leeftijd (Figuur 14), opleidingsniveau en tijdstip van het laatste uitstrijkje geven dezelfde resultaten als voor heel België. In het Brussels Gewest is het percentage vrouwen in de leeftijdsgroep van 70-79 jaar dat aangeeft een uitstrijkje te hebben laten uitvoeren zeer hoog (54%), maar dit moet met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden, want het aantal vrouwen dat hier in rekening gebracht wordt, is zeer klein (iets meer dan 50). Voor wat betreft de evolutie over de tijd, noteren we in het Brussels Gewest een significante stijging tot 2004, en daarna een stabilisering. KANKERSCREENING 4. Resultaten 57

Figuur 14 Percentage van de vrouwen van 20 tot 69 jaar dat aangeeft in de afgelopen drie jaar een baarmoederhalsuitstrijkje te hebben laten uitvoeren, volgens leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2013 Brussels Gewest KANKERSCREENING 4. Resultaten Waals Gewest In het Waals Gewest geeft 63% van de vrouwen van 15 jaar en ouder aan een baarmoederhalsuitstrijkje te hebben laten uitvoeren in de afgelopen drie jaar. Bij vrouwen van de doelgroep (van 20 tot 69 jaar) is dit 73%. De analyses in functie van leeftijd (Figuur 15), opleidingsniveau, tijdstip van het laatste uitstrijkje en urbanisatiegraad geven dezelfde resultaten als voor heel België. In het Waals Gewest is het percentage vrouwen in de leeftijdsgroep van 70-79 jaar dat aangeeft een uitstrijkje te hebben laten uitvoeren, niet verwaarloosbaar (29%). Voor wat betreft de evolutie over de tijd, noteren we in het Waals Gewest een significante stijging tot 2008, en daarna een stabilisering. Figuur 15 Percentage van de vrouwen van 20 tot 69 jaar dat aangeeft in de afgelopen drie jaar een baarmoederhalsuitstrijkje te hebben laten uitvoeren, volgens leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2013 Waals Gewest 58

4.2.1.3. Reden voor het laatste uitstrijkje Vooral de gynaecoloog moedigt vrouwen aan om een baarmoederhalsuitstrijkje te laten uitvoeren (zonder dat er een klacht of abnormaliteit wordt vastgesteld op het moment van de consultatie). De redenen die vrouwen aangeven om een uitstrijkje te laten uitvoeren zijn aangegeven in Tabel 4. Tabel 4 Verdeling van de redenen die vrouwen van 20 tot 69 jaar aangeven voor het uitvoeren van het laatste baarmoederhalsuitstrijkje (aantal antwoorden gedeeld door het aantal vrouwen dat de vraag heeft beantwoord), Gezondheidsenquête, België, 2013 Reden Vrouwen 20-69 jaar Op aanraden van de gynaecoloog 62% Op aanraden van de huisarts 16% Antecendenten/abnormaliteit vastgesteld door de arts/opvolging van vorig onderzoek 11% Klachten/abnormaliteit vastgesteld door de vrouw 4% Routineonderzoek 4% Uitnodigingsbrief 3% Andere 5% Totaal 105% Het totaal is meer dan 100% omdat vrouwen verschillende redenen kunnen aangeven. We noteren een aantal verschillen tussen de gewesten, meer bepaald: een belangrijkere rol van de gynaecoloog in het Brussels Gewest (71%) en het Waals Gewest (72%) dan in het Vlaams Gewest (44%) ; een belangrijkere rol van de huisarts in het Vlaams Gewest (44%) dan in het Brussels Gewest (15%) en het Waals Gewest (15%); een belangrijkere rol van de uitnodigingsbrief in het Vlaams Gewest (7%) dan in het Brussels Gewest (2%) en het Waals gewest (1%). 4.3. VROEGTIJDIGE OPSPORING VAN DIKKEDARMKANKER KANKERSCREENING 4. Resultaten 4.3.1. OPSPOREN VAN OCCULT BLOED IN DE STOELGANG IN DE AFGELOPEN TWEE JAAR 59 4.3.1.1. België In 2013 geeft 8% van de bevolking van 15 jaar en ouder in België aan dat bij hen in de afgelopen twee jaar een fecaal occult bloedtest (FOBT) werd uitgevoerd. Dit percentage bedraagt 16% bij personen van 50 tot 74 jaar. Analyse volgens geslacht en leeftijd Het percentage personen bij wie een FOBT werd uitgevoerd in de afgelopen twee jaar is gelijk bij mannen en vrouwen. Dit percentage neemt toe vanaf de leeftijd van 50 jaar en bereikt een plateau tussen 55 en 74 jaar (rond de 18%). Het verschil tussen de 50-54 jarigen (11%) en de 60-64 jarigen (21%) is significant na correctie voor geslacht.

Figuur 16 Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft in de afgelopen twee jaar een fecaal occult bloedtest (FOBT) te hebben laten uitvoeren, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 KANKERSCREENING 4. Resultaten Analyse volgens socio-economische achtergrondkenmerken Het percentage personen bij wie in de afgelopen twee jaar een FOBT werd uitgevoerd varieert niet significant in functie van het opleidingsniveau of de urbanisatiegraad. Evolutie over de tijd Het percentage personen bij wie in de afgelopen twee jaar een FOBT werd uitgevoerd, werd voor het eerst gemeten in de Gezondheidsenquête 2008. Dit percentage is in 2013 toegenomen: bij de 15-plussers van 5% in 2008 naar 8% in 2013; bij de 50-74 jarigen van 9% in 2008 naar 16% in 2013. Deze verschillen zijn significant na correctie voor geslacht. Figuur 17 Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft in de afgelopen twee jaar een fecaal occult bloedtest (FOBT) te hebben laten uitvoeren, per jaar en per gewest, Gezondheidsenquête, België, 2013 60

Bij 15-plussers is het tijdstip waarop de laatste FOBT werd uitgevoerd: in 4% van de gevallen minder dan een jaar geleden, in 4% van de gevallen tussen één en twee jaar geleden, in 4% van de gevallen langer dan twee jaar geleden. Bij de rest, dus 88% van de bevolking van 15 jaar en ouder werd nog nooit een FOBT uitgevoerd. Bij 50-74 jarigen is het tijdstip waarop de laatste FOBT werd uitgevoerd: in 8% van de gevallen minder dan een jaar geleden, in 8% van de gevallen tussen één en twee jaar geleden, in 8% van de gevallen langer dan twee jaar geleden. Interessant is dat er in deze leeftijdsgroep een aantal personen zijn bij wie deze test reeds werd uitgevoerd, maar waarbij dit langer dan twee jaar geleden is. Dit fenomeen is meer uitgesproken in het Brussels Gewest: in 10% van de gevallen is dit minder dan een jaar geleden, in 10% van de gevallen is dit tussen één en twee jaar geleden, in 12% van de gevallen is dit langer dan twee jaar geleden. 4.3.1.2. Gewesten Het percentage personen bij wie in de afgelopen twee jaar een FOBT werd uitgevoerd, lijkt iets hoger te zijn in het Brussels Gewest (20%) dan in de andere twee gewesten (16%), maar dit verschil is niet significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Vlaams Gewest In 2013 geeft 8% van de bevolking van 15 jaar en ouder in het Vlaams Gewest aan dat bij hen in de afgelopen twee jaar een fecaal occult bloedtest (FOBT) werd uitgevoerd. Dit percentage bedraagt 16% bij personen van 50 tot 74 jaar. Figuur 18 Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft in de afgelopen twee jaar een fecaal occult bloedtest (FOBT) te hebben laten uitvoeren, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 - Vlaams Gewest KANKERSCREENING 4. Resultaten 61

De analyses in functie van leeftijd en geslacht (Figuur 18), opleidingsniveau en urbanisatiegraad, en de evolutie over de tijd geven dezelfde resultaten als voor heel België. Brussels Gewest In 2013 geeft 9% van de bevolking van 15 jaar en ouder in het Brussels Gewest aan dat bij hen in de afgelopen twee jaar een fecaal occult bloedtest (FOBT) werd uitgevoerd. Dit percentage bedraagt 20% bij personen van 50 tot 74 jaar. In de doelgroep van 50-74 jaar is het percentage personen bij wie in de afgelopen twee jaar een FOBT werd uitgevoerd iets hoger bij mannen (21%) dan bij vrouwen (19%). Na correctie voor leeftijd is dit verschil echter niet significant. Dit percentage bereikt echter een piek (34%) bij de 55-59 jarigen (Figuur 19). Na correctie voor geslacht blijkt het percentage in deze laatste leeftijdsgroep significant hoger te liggen dan bij de 50-54 jarigen (16%) en de 65-69 jarigen (12%). De analyses in functie van opleidingsniveau en de evolutie over de tijd geven dezelfde resultaten als voor heel België. Figuur 19 Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft in de afgelopen twee jaar een fecaal occult bloedtest (FOBT) te hebben laten uitvoeren, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 - Brussels Gewest KANKERSCREENING 4. Resultaten 62 Waals Gewest In 2013 geeft 8% van de bevolking van 15 jaar en ouder in het Brussels Gewest aan dat bij hen in de afgelopen twee jaar een fecaal occult bloedtest (FOBT) werd uitgevoerd. Dit percentage bedraagt 16% bij personen van 50 tot 74 jaar. Bij 15-plussers is het percentage personen bij wie in de afgelopen twee jaar een FOBT werd uitgevoerd iets hoger bij mannen (10%) dan bij vrouwen (7%). Dit verschil is significant na correctie voor leeftijd. Als we de analyse beperken tot de 50-74 jarigen is er geen significant verschil voor deze indicator tussen mannen en vrouwen. De verdeling van deze indicator volgens leeftijd wordt voorgesteld in Figuur 20. Het hoogste percentage personen bij wie een FOBT werd uitgevoerd in de afgelopen twee jaar is te vinden in de leeftijdsgroep van 65-69 jaar (23%). Het verschil tussen het percentage in deze leeftijdsgroep en de 50-54 jarigen (10%) is significant na correctie voor geslacht.

De analyses in functie van opleidingsniveau, urbanisatiegraad en de evolutie over de tijd geven dezelfde resultaten als voor heel België. Figuur 20 Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft in de afgelopen twee jaar een fecaal occult bloedtest (FOBT) te hebben laten uitvoeren, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 - Waals Gewest 4.3.2. COLONOSCOPIE IN DE AFGELOPEN TIEN JAAR 4.3.2.1. België In 2013 geeft 14% van de bevolking van 15 jaar en ouder in België aan dat bij hen in de afgelopen tien jaar een colonoscopie werd uitgevoerd. Dit percentage bedraag 24% bij de 50-74 jarigen. Analyse volgens geslacht en leeftijd Het percentage personen bij wie in de afgelopen tien jaar een colonoscopie werd uitgevoerd is niet significant verschillend tussen mannen en vrouwen. Dit percentage begint te stijgen vanaf 50 jaar (20% bij de 50-54 jarigen) en bereikt een maximum bij de 65-69 jarigen (30%). Het verschil tussen de 50-54 jarigen en de 65-69 jarigen is echter niet significant na correctie voor geslacht. KANKERSCREENING 4. Resultaten 63

Figuur 21 Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft in de afgelopen 10 jaar een colonoscopie te hebben laten uitvoeren, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 KANKERSCREENING 4. Resultaten Analyse volgens socio-economische achtergrondkenmerken Het percentage personen bij wie in de afgelopen tien jaar een colonoscopie werd uitgevoerd, varieert bij de 50-74 jarigen volgens het opleidingsniveau: het percentage bedraagt 17% bij de laagst opgeleiden tegenover 28% bij de hoogst opgeleiden. Dit verschil is significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Er zijn daarentegen geen verschillen in functie van de urbanisatiegraad. Evolutie over de tijd Het percentage personen bij wie in de afgelopen tien jaar een colonoscopie werd uitgevoerd, werd in 2013 voor het eerst gemeten. Tabel 5 Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft in de afgelopen 10 jaar een colonoscopie te hebben laten uitvoeren, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 Leeftijdsgroep Gewest 15 jaar en ouder 50-74 jaar 64 Vlaams Gewest 14% 23% Brussels Gewest 19% 36% Waals Gewest 14% 23% België 14% 24% 4.3.2.2. Gewesten Het percentage personen van de doelgroep bij wie in de afgelopen tien jaar een colonoscopie werd uitgevoerd is hoger in het Brussels Gewest (36%) dan in de andere twee gewesten (23%). Dit verschil is significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Vlaams Gewest In 2013 geeft 14% van de bevolking van 15 jaar en ouder in het Vlaams Gewest aan dat bij hen in de afgelopen tien jaar een colonoscopie werd uitgevoerd. Dit percentage bedraag 23% bij de 50-74 jarigen.