Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Transcriptie

1 Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg Brussel 1000 Brussel Tel : 02/ his@iph.fgov.be Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Kristina Bayingana Stefaan Demarest Lydia Gisle Edith Hesse Pieter-Jan Miermans Jean Tafforeau Johan Van der Heyden Logistieke steun : Monique Schoonenburg Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid: IPH/EPI REPORTS N Depotnummer : D/2006/2505/4

2 De opdrachtgevers van de Gezondheidsenquête 2004 B. Cerexhe Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Economie, Tewerkstelling, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Landbouwbeleid Brussels Hoofdstedelijk Gewest R. Demotte Minister van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Federale regering C. Fonck Ministre de la Santé, de l'enfance et de l'aide à la Jeunesse Franse Gemeenschap B. Gentges Vize-Ministerpräsident, Minister für Ausbildung und Beschäftigung, Soziales und Tourismus Duitstalige Gemeenschap G. Vanhengel Minister van de Brussels Gewestse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Informatica Brussels Hoofdstedelijk Gewest I. Vervotte Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Vlaamse Gemeenschap C. Vienne Ministre de la Santé, de l'action sociale et de l'egalité des chances Waals Gewest

3 Boek IV Preventie Gezondheidsenquête België 2004 IPH/EPI REPORTS nr

4

5 Algemene Inhoud Boek I Inleiding Methodologish rapport...5 Boek II Gezondheidstoestand Subjectieve Gezondheid...9 Chronische aandoeningen...47 Mentale gezondheid Langdurige lichamelijke beperkingen Tijdelijke beperkingen Boek III Leefstijl Lichaamsbeweging...5 Voedingsstatus Voedingsgewoontes Gebruik van alcohol Tabaksgebruik Gebruik van illegale drugs Gezondheid en seksualiteit AIDS : kennis, attitudes en opsporing Boek IV Preventie Vaccinatie...5 Cardiovasculaire preventie Vroegtijdige opsporing van diabetes Vroegtijdige opsporing van borstkanker Vroegtijdige opsporing van baarmoederhalskanker...297

6 Boek V Medische Consumptie Contacten met zorgverstrekkers Contacten met de huisarts...5 Ambulante contacten met de specialist Contacten met de dienst spoedgevallen Contacten met de tandarts Contacten met paramedische zorgverstrekkers Opname in het ziekenhuis Gebruik van geneesmiddelen Niet-conventionele geneeswijzen Boek VI Gezondheid en samenleving Toegankelijkheid van de gezondheidszorgen... 5 Socio-economische verschillen in gezondheid Gezondheid en omgeving Traumata Sociale gezondheid Gebruik sociale en preventieve diensten Boek VII Ouderen... 5 Boek VIII Internationale vergelijking... 5

7 Boek IV Hoofdstuk 3 Vroegtijdige opsporing van Diabetes Jean Tafforeau Inleiding Gezondheidstoestand Leefstijl Vaccinatie Preventie Medische consumptie Gezondheid en samenleving Cardiovasculaire preventie Vroegtijdige opsporing van diabetes Vroegtijdige opsporing borstkanker Vroegtijdige opsporing van baarmoederhalskanker Ouderen Internationale vergelijking Gezondheidsenquête, België 2004

8

9 Inhoudstafel SAMENVATTING DANKWOORD INLEIDING VRAGEN INDICATOREN RESULTATEN BLOEDSUIKERGEHALTE BEPAALD IN DE AFGELOPEN 3 JAAR (PR_5) België Regio s Bijkomende analyse PERSONEN DIE TE HOREN KREGEN DAT HUN BLOEDSUIKERGEHALTE TE HOOG WAS (PR12_1) België Regio s Bijkomende analyse BESPREKING BIBLIOGRAFIE BASIS TABELLEN GESTANDAARDISEERDE TABELLEN

10

11 Samenvatting Bij 50 van de bevolking werd in de afgelopen drie jaar de bloedsuikerspiegel bepaald. Bij de 45-plussers gaat het om kreeg te horen dat hun bloedsuikerspiegel te hoog was. Het percentage personen waarvan het bloedsuikergehalte gecontroleerd werd, stijgt met de leeftijd: van 23 in de leeftijdsgroep jaar tot 70 bij de personen van 75 jaar en ouder. We vinden geen belangrijke stijging van dit percentage in de leeftijdsgroep van 45 tot 54 jaar. Nochtans neemt vanaf deze leeftijdsgroep het risico op diabetes toe en verwachten we dus eigenlijk een piek. Ook het percentage personen dat te horen kreeg dat hun bloedsuikerspiegel te hoog is, stijgt met de leeftijd: van 4 in de leeftijdsgroep jaar tot 24 bij de personen van 75 jaar en meer. Het percentage personen bij wie de bloedsuikerspiegel gecontroleerd werd, vertoont geen verschillen volgens het opleidingsniveau (behalve in Wallonië). Personen uit achtergestelde socio-economische groepen geven echter procentueel vaker aan dat ze te horen kregen dat ze een te hoog bloedsuikergehalte hebben. Dit ligt in de lijn met wat we vaststellen voor hoge bloeddruk. Ook daar rapporteren personen met een lagere socio-economische status vaker een hoge bloeddruk dan de hogere socio-economische groepen. Het percentage personen dat aangeeft dat hun bloedsuikergehalte gecontroleerd werd, is tussen 2001 en 2004 niet toegenomen. Ook het percentage mensen dat te horen kreeg dat ze teveel suiker hadden in hun bloed blijft relatief stabiel over de tijd. In het Vlaams Gewest rapporteren procentueel minder personen van 45 jaar en ouder (58) dat hun bloedsuikerspiegel in de afgelopen drie jaar bepaald werd dan dit het geval is in het Brussels (69) en het Waals Gewest (70). 57 van de personen (15 jaar en ouder) dat te horen kreeg dat hun bloedsuikerspiegel te hoog was, kreeg ook de melding (eventueel op een ander moment) dat het cholesterolgehalte in hun bloed te hoog was

12 Dankwoord Wij willen graag de volgende personen bedanken voor het nalezen van dit onderdeel en hun nuttige opmerkingen. o Mme Jeanine Gailly, Observatoire de Santé en Hainaut o Prof Hugo Kesteloot, Katholieke Universiteit Leuven, School Maatschappelijke Gezondheidszorg o Dr G. Krzentowski, Polyclinique de la Madeleine, CHU Charleroi o Dr Christian Massot, Observatoire de la Santé du Hainaut o Dr Aldo Perissino, Service Public Fédéral, Santé et Environnement o Mme Annalisa Tancredi, Epidémiologie et Santé Publique, Université de Liège o Dhr Pieter Vandenbulcke, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Gezondheidszorg o Dr Johan Wens, Centrum Voor Huisartsgeneeskunde, Universiteit Antwerpen

13 1. Inleiding Cardiovasculaire ziekten vormen heden ten dage nog steeds één van de belangrijkste doodsoorzaken in België. Een vroegtijdige opsporing van diabetes, dat hiervoor een belangrijke risicofactor is, is dan ook zeker een prioriteit voor de volksgezondheid. Los van de macroangiopathieën die leiden tot cardiovasculaire en cerebrovasculaire complicaties is diabetes ook verantwoordelijk voor een aantal pathologieën die een belangrijke impact hebben op de levenskwaliteit en de levensverwachting: retino-, nefro- en neuropathieën. Recente studies {Hoerger, /id;greenberg, /id; /id} hebben aangetoond dat een vroegtijdige opsporing van een te hoog bloedsuikergehalte samen met een vroegtijdige diagnostiek en behandeling van diabetes type 2 deze complicaties voor een groot stuk kunnen vermijden. Omwille van deze redenen heeft het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid {Capet, /id} in samenwerking met deskundigen van Vlaanderen (VDV, WVVH) en Wallonië (ABD,SSMG) een consensusdocument opgesteld. Daarin wordt aangegeven dat vroegtijdig opsporing van diabetes type 2 aangewezen is: 1. bij personen van 18 tot 45 jaar indien zij aan een aantal criteria beantwoorden, zoals een voorgeschiedenis van zwangerschapsdiabetes of hyperglycemie, een familiale anamnese van diabetes, een BMI 25 kg/m2, 2. bij personen van 45 tot 64 jaar indien zij aan één van deze criteria beantwoorden 3. bij alle personen van 65 jaar en ouder, ongeacht of zij aan de bovenvernoemde criteria beantwoorden De controle van het bloedsuikergehalte in het bloed moet om de 3 jaar herhaald worden, ter gelegenheid van een consultatie bij de arts. Deze aanbevelingen werden recent op punt gezet (Wens J. Sunaert P, Nobels Fr, Feyen L, Bastiaens H, Van Crombrugge P, Van Royen P. WVVH/VDV-aanbeveling voor goede medische praktijkvoering. Diabetes Mellitus type 2. Berchem/Gent: WVVH/VDV, 2005)

14 2. Vragen Doelstelling van deze module is het meten van het percentage personen dat aangeeft dat hun bloedsuikergehalte gecontroleerd werd. De volgende vragen worden gesteld: PR10 : Heeft men ooit het suikergehalte in uw bloed (glycemie) gemeten? PR11 : Wanneer werd voor het laatst het suikergehalte in uw bloed (glycemie) gemeten? PR12 : Heeft men u ooit, bij het meten van het suikergehalte in uw bloed (glycemie), gezegd dat dit te hoog was?

15 3. Indicatoren Het meten van de mate waarin de bevolking aan vroegtijdige opsporing van diabetes doet, is niet weerhouden in het kader van de "European Community Health Indicators of de gezondheidsindicatoren van de WGO. Toch wordt een indicator in dit verband voorgesteld, en dit naar analogie van gelijkaardige indicatoren voor hoge bloeddruk en hypercholesterolemie: PR_5 : percentage van de bevolking bij wie in de afgelopen 3 jaar het bloedsuikerhalte bepaald werd Ook het tijdstip waarop laatst een controle van de bloedsuikerspiegel gedaan werd, zal in detail nagegaan worden (PR_6), evenals het percentage van de bevolking dat bij de laatste controle te horen kreeg dat hun bloedsuikergehalte te hoog was (PR12_1). Dit soort gegevens is nuttig om in te schatten in welke mate de bevolking op de hoogte is van het probleem van suikerziekte. Deze informatie kan echter niet gebruikt worden als indicator van de frequentie van het voorkomen van diabetes in de populatie. Daarvoor kan men beter de informatie gebruiken in de module MA over chronische ziekten. In deze module vraagt men aan de respondenten of zij in de afgelopen 12 maanden last hadden van diabetes

16 4. Resultaten 4.1. Bloedsuikergehalte bepaald in de afgelopen 3 jaar (PR_5) België In België heeft 50 van de bevolking van 15 jaar en ouder een controle gehad van het bloedsuikergehalte in de afgelopen 3 jaar. Anderzijds betekent dit dus dat dit voor 50 van de bevolking niet het geval was. Wanneer we ons beperken tot de doelgroep van 45 jaar en ouder bedraagt dit percentage 62. Analyse volgens leeftijd en geslacht Een controle van de bloedsuikerspiegel wordt gerapporteerd door 53 van de vrouwen (15 jaar en ouder) en 47 van de mannen (15 jaar en ouder). Dit verschil is significant na correctie voor leeftijd. Figuur 1 Percentage van de bevolking (15 jaar en ouder) bij wie in de afgelopen 3 jaar het bloedsuikergehalte werd gemeten volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België 2004 Het percentage personen bij wie de bloedsuikerspiegel in de afgelopen drie jaar gecontroleerd werd, neemt significant toe met de leeftijd: 23 in de leeftijdsgroep jaar, 40 in de leeftijdsgroep jaar, om verder te stijgen tot 70 bij 75-plussers. We vinden geen belangrijke stijging van dit percentage in de leeftijdsgroep van 45 tot 54 jaar. Nochtans is het vanaf deze leeftijdsgroep dat het risico van diabetes toeneemt en we dus eigenlijk een piek verwachten. In de leeftijdsgroep jaar is dit percentage significant hoger bij vrouwen dan bij mannen. Dit heeft hoogstwaarschijnlijk te maken met de controles uitgevoerd in het kader van de zwangerschap

17 Analyse volgens opleidingsniveau Het percentage personen (15 jaar en ouder) bij wie de bloedsuikerspiegel in de afgelopen drie jaar gecontroleerd werd, vertoont geen significante verschillen in functie van het opleidingsniveau. Analyse volgens urbanisatiegraad Ook in functie van de urbanisatiegraad noteren we geen significante verschillen. Evolutie over de tijd In 2001 bedroeg het percentage personen van 45 jaar en ouder bij wie het bloedsuikergehalte in de afgelopen drie jaar gecontroleerd werd 62. In 2004 vinden we precies hetzelfde resultaat. Figuur 2 Percentage van de bevolking (15 jaar en ouder) bij wie in de afgelopen 3 jaar het bloedsuikergehalte werd gemeten volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België Vergelijking tussen de 3 gewesten Regio s Het percentage personen dat aangeeft dat hun bloedsuikerspiegel in de afgelopen drie jaar gecontroleerd werd, varieert gevoelig van één regio tot de andere: voor personen van 15 jaar en ouder is dit 46 in het Vlaams Gewest, tegenover 54 in het Brussels en 57 in het Waals Gewest; voor personen van 45 jaar en ouder is dit 58 in het Vlaams Gewest, tegenover 69 in het Brussels en 70 in het Waals Gewest; Het verschil tussen het Vlaams Gewest en de twee andere gewesten is significant na correctie voor leeftijd en geslacht

18 Vlaams Gewest In het Vlaams Gewest bedraagt het percentage personen van 15 jaar en ouder bij wie in de afgelopen drie jaar een controle van het bloedsuikergehalte werd uitgevoerd 46. Voor personen van 45 en ouder is dit 58. Het profiel is gelijkaardig aan wat gevonden wordt voor België als geheel. Toch is er bij personen van 15 jaar en ouder na correctie voor leeftijd en geslacht geen significant verschil tussen mannen (44) en vrouwen (48). Ook is er geen verschil tussen 2001 en Figuur 3 Percentage van de bevolking (15 jaar en ouder) bij wie in de afgelopen 3 jaar het bloedsuikergehalte werd gemeten volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België 2004 Vlaams Gewest Brussels Gewest In het Brussels Gewest bedraagt het percentage personen van 15 jaar en ouder bij wie in de afgelopen drie jaar een controle van het bloedsuikergehalte werd uitgevoerd 54. Voor personen van 45 en ouder is dit 69. Het profiel is gelijkaardig aan wat gevonden wordt voor België als geheel. Er is geen significant verschil in functie van het jaar van de enquête

19 Figuur 4 Percentage van de bevolking (15 jaar en ouder) bij wie in de afgelopen 3 jaar het bloedsuikergehalte werd gemeten volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België 2004 Brussels Gewest Waals Gewest In het Waals Gewest bedraagt het percentage personen van 15 jaar en ouder bij wie in de afgelopen drie jaar een controle van het bloedsuikergehalte werd uitgevoerd 57. Voor personen van 45 en ouder is dit 70. Het profiel is ongeveer gelijkaardig aan wat gevonden wordt voor België als geheel. Toch stellen we hier vast dat het percentage personen bij wie een controle van de bloedsuikerspiegel plaatsvond significant verschilt volgens het opleidingsniveau: bij personen zonder diploma of hoogstens een diploma lager onderwijs gaat het om 53; personen met een diploma hoger onderwijs rapporteren in 60 van de gevallen een controle van de bloedsuikerspiegel. Figuur 5 Percentage van de bevolking (15 jaar en ouder) bij wie in de afgelopen 3 jaar het bloedsuikergehalte werd gemeten volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België 2004 Waals Gewest

20 Bijkomende analyse Tijdstip van de laatste controle van de bloedsuikerspiegel (PR_6) In België geeft 50 van de bevolking van 15 jaar en ouder aan dat hun bloedsuikergehalte in de afgelopen 3 jaar gecontroleerd werd. In feite gebeurde dit voor 38 van de bevolking in de afgelopen 12 maanden, voor 9 tussen 12 en 24 maanden geleden en voor 4 tussen 24 maanden en 3 jaar geleden. De helft (50) van de bevolking werd hiervoor in de afgelopen 3 jaar niet gecontroleerd. Bij 44 van de bevolking werd het bloedsuikergehalte trouwens nog nooit gecontroleerd. Het percentage personen (15 jaar en ouder) bij wie nog nooit een controle van de bloedsuikerspiegel gebeurde, is hoger in het Vlaams Gewest (48) dan in het Brussels (42) en het Waals Gewest (38) Personen die te horen kregen dat hun bloedsuikergehalte te hoog was (PR12_1) België 13 van de bevolking (15 jaar en ouder) verklaart dat ze tijdens een controle te horen kreeg dat hun bloedsuikergehalte te hoog was. Analyse volgens leeftijd en geslacht We observeren voor deze indicator geen significant verschil tussen mannen (14) en vrouwen (13). Figuur 6 Percentage van de bevolking (15 jaar en ouder) dat een mededeling kreeg dat hun bloedsuikergehalte te hoog was volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België

21 Het percentage personen dat te horen kreeg dat hun bloedsuikerspiegel te hoog was, neemt toe met de leeftijd: 4 bij personen tussen 15 en 24 jaar, 6 bij personen tussen 25 en 34 jaar,.om 24 te bereiken bij 75-plussers. In de leeftijdsgroep tot 45 jaar is dit percentage hoger bij vrouwen, bij personen van 45 jaar en ouder hoger bij mannen. Deze verschillen zijn echter niet significant. Analyse volgens opleidingsniveau Na correctie voor leeftijd en geslacht via een multivariate analyse (logistische regressie) is er een significante associatie tussen het percentage personen met een verhoogde bloedsuikerspiegel en het opleidingsniveau (P = 0,009) bij wie in een hogere frequentie gevonden wordt naarmate het opleidingsniveau daalt. Bij personen zonder diploma of enkel een diploma lager onderwijs is de prevalentie 24, terwijl dit slechts 9 is bij personen met een diploma hoger onderwijs. Analyse volgens urbanisatiegraad Na correctie voor leeftijd en geslacht kan niet gesteld worden dat het percentage personen dat te horen kreeg dat hun bloedsuikergehalte te hoog was significant verschillend is in functie van de urbanisatiegraad. Evolutie over de tijd In 2001 bedroeg het percentage personen dat tijdens een controle te horen kreeg dat hun bloedsuikerspiegel te hoog was 13. In 2004 vinden we hetzelfde resultaat. Figuur 7 Percentage van de bevolking (15 jaar en ouder) dat een mededeling kreeg dat hun bloedsuikergehalte te hoog was volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België Vergelijking tussen de 3 gewesten Regio s Het percentage personen (alle leeftijden) dat verklaart dat ze te horen kregen dat hun bloedsuikergehalte te hoog was vertoont geen significante verschillen in functie van het gewest

22 We observeren ook geen verschillen tussen de regio s als we ons beperken tot specifieke leeftijds- en geslachtscategorieën, behalve bij vrouwen van 75 jaar en ouder: in het Vlaams Gewest vinden we hier een percentage van 29, in het Brussels Gewest 21 en in het Waals Gewest 11. Vlaams Gewest In het Vlaams Gewest verklaart 12 van de bevolking (15 jaar en ouder) dat ze tijdens een controle te horen kreeg dat hun bloedsuikerspiegel te hoog was. Het profiel dat zich aftekent is gelijkaardig aan dat beschreven voor België als geheel. Zo noteren we bijvoorbeeld een significante samenhang tussen het percentage personen met een verhoogd bloedsuikergehalte en het opleidingsniveau: 23 bij personen zonder diploma of met enkel een diploma lager onderwijs en slechts 8 bij personen met een diploma hoger onderwijs. In 2001 bedroeg het percentage personen van 15 jaar en ouder dat tijdens een controle te horen kreeg dat hun bloedsuikerspiegel te hoog was 11. Het resultaat dat we bekomen in 2004 (12) is niet significant verschillend. Figuur 8 Percentage van de bevolking (15 jaar en ouder) dat een mededeling kreeg dat hun bloedsuikergehalte te hoog was volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België 2004 Vlaams Gewest Brussels Gewest In het Brussels Gewest verklaart 13 van de bevolking (15 jaar en ouder) dat ze tijdens een controle te horen kreeg dat hun bloedsuikerspiegel te hoog was. Het profiel dat zich aftekent is gelijkaardig aan wat we beschreven voor België als geheel. Zo noteren we bijvoorbeeld een significante samenhang tussen het percentage personen met een verhoogd bloedsuikergehalte en het opleidingsniveau: 23 bij personen zonder diploma of met enkel een diploma lager onderwijs en slechts 8 bij personen met een diploma hoger onderwijs

23 Figuur 9 Percentage van de bevolking (15 jaar en ouder) dat een mededeling kreeg dat hun bloedsuikergehalte te hoog was volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België 2004 Brussels Gewest Waals Gewest In het Waals Gewest verklaart 15 van de bevolking (15 jaar en ouder) dat ze tijdens een controle te horen kreeg dat hun bloedsuikerspiegel te hoog was. Het profiel dat zich aftekent is gelijkaardig aan dat beschreven voor België als geheel, behalve voor wat betreft het opleidingsniveau: de geobserveerde verschillen zijn in het Waals Gewest niet significant. In 2001 bedroeg het percentage personen van 15 jaar en ouder dat tijdens een controle te horen kreeg dat hun bloedsuikerspiegel te hoog was 17. In 2004 is dit resultaat (15) niet significant verschillend. Figuur 10 Percentage van de bevolking (15 jaar en ouder) dat een mededeling kreeg dat hun bloedsuikergehalte te hoog was volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België 2004 Waals Gewest

24 Bijkomende analyse Personen met een te hoog cholesterolgehalte en een te hoog bloedsuikergehalte In België kreeg 21 van de bevolking (15 jaar en ouder), die tijdens een controle te horen kreeg dat het cholesterolgehalte in hun bloed te hoog was, eveneens (eventueel op een ander moment) de mededeling dat hun bloedsuikergehalte te hoog was. Omgekeerd, kreeg 57 van de personen (15 jaar en ouder), die tijdens een controle te horen kregen dat hun bloedsuikerspiegel te hoog was, de melding (eventueel op een ander moment) dat het cholesterolgehalte in hun bloed te hoog was

25 5. Bespreking Men kan niet zomaar stellen dat het percentage personen dat gescreend wordt voor diabetes, lager is in het Vlaams Gewest dan in de andere twee gewesten (58 bij personen van 45 jaar en ouder, tegenover 69 in het Brussels en 70 in het Waals Gewest). De doelgroep voor een vroegtijdige opsporing van diabetes bestaat immers niet uit alle individuen van een bepaalde leeftijdsklasse, maar enkel uit patiënten die beantwoorden aan specifieke criteria (persoonlijke of familiale antecedenten, aanwezigheid van bepaalde risicofactoren). Misschien is het zo dat de artsen in het Vlaams Gewest nauwkeuriger nagaan of de patiënten bij wij ze een controle van het bloedsuikergehalte uitvoeren, effectief beantwoorden aan deze voorwaarden. Op basis van de gegevens van de Gezondheidsenquête kan dus enkel besloten worden dat in het Vlaams Gewest minder personen aangeven dat hun bloedsuikerspiegel gecontroleerd werd. Het percentage personen bij wie een controle van het bloedsuikergehalte werd uitgevoerd is gelijkmatig verdeeld in functie van de socio-economische groep. Toch dient onderlijnd te worden dat laag opgeleiden vaker aangeven dat bij hen een te hoog bloedsuikergehalte werd vastgesteld dan bij hoger opgeleiden. Ook voor hoge bloeddruk werd dit vastgesteld. Zowel het percentage personen dat een controle onderging, als het percentage personen dat een verhoogd bloedsuikergehalte rapporteert, blijft tussen 2001 en 2004 ongeveer gelijk. Het is zeker en vast nuttig om het verband na te gaan tussen een te hoog bloedsuikergehalte en andere cardiovasculaire risicofactoren, zoals tabaksgebruik, hoge bloeddruk en een te hoog cholesterolgehalte in het bloed. In een volgende enquête zou het trouwens nuttig zijn om de gelijktijdige aanwezigheid van verschillende risicofactoren te onderzoeken bij een zelfde individu (met een inschatting van het globaal cardiovasculair risico). Opvallend is dat we geen piek vinden van het percentage personen bij wie het bloedsuikergehalte gecontroleerd wordt in de leeftijdsgroep jaar, zoals in de aanbeveling voorzien is. Artsen houden bij de controle van de bloedsuikerspiegel waarschijnlijk vooral rekening met de familiale voorgeschiedenis en de geassocieerde risicofactoren en doen dit minder in het kader van een vroegtijdige opsporing op populatieniveau

26 6. Bibliografie (1) Hoerger TJ, Harris R, Hicks KA, Donahue K, Sorensen S, Engelgau M. Screening for Type 2 Diabetes Mellitus: A Cost-Effectiveness Analysis. Annals of Internal Medicine 2004; 140(9): (2) Greenberg RA, Sacks DB. Screening for diabetes: is it warranted? Clin Chim Acta 2002; 315(1-2): (3) Standards for Medical Care in Diabetes, American Diabetes Association. Diabetes Care 28[Supplement], Ref Type: Journal (Full) (4) Capet F, Debaillie R, Tafforeau J, Van Oyen H. Diabète: Etat des connaissances en Belgique et apport d'éléments pour l'élaboration d'une Politique de Santé. Bruxelles: Institut Scientifique de la Santé Publique,

27 Basis tabellen België PR_5 : PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (15 JAAR EN OUDER) BIJ WIE IN DE AFGELOPEN 3 JAAR HET BLOEDSUIKERGEHALTE WERD GEMETEN PR_5 : PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (VAN 45 JAAR EN OUDER) BIJ WIE IN DE AFGELOPEN 3 JAAR HET BLOEDSUIKERGEHALTE WERD GEMETEN PR_6 : PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (15 JAAR EN OUDER) VOLGENS DE LAATSTE KEER DAT HET BLOEDSUIKERGEHALTE WERD GEMETEN PR12_1 : PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (15 JAAR EN OUDER) DAT EEN MEDEDELING KREEG DAT HUN BLOEDSUIKERGEHALTE TE HOOG WAS Vlaams gewest PR_5 : PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (15 JAAR EN OUDER) BIJ WIE IN DE AFGELOPEN 3 JAAR HET BLOEDSUIKERGEHALTE WERD GEMETEN PR_5 : PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (VAN 45 JAAR EN OUDER) BIJ WIE IN DE AFGELOPEN 3 JAAR HET BLOEDSUIKERGEHALTE WERD GEMETEN PR12_1 : PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (15 JAAR EN OUDER) DAT EEN MEDEDELING KREEG DAT HUN BLOEDSUIKERGEHALTE TE HOOG WAS Brussels gewest PR_5 : PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (15 JAAR EN OUDER) BIJ WIE IN DE AFGELOPEN 3 JAAR HET BLOEDSUIKERGEHALTE WERD GEMETEN PR_5 : PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (VAN 45 JAAR EN OUDER) BIJ WIE IN DE AFGELOPEN 3 JAAR HET BLOEDSUIKERGEHALTE WERD GEMETEN PR12_1 : PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (15 JAAR EN OUDER) DAT EEN MEDEDELING KREEG DAT HUN BLOEDSUIKERGEHALTE TE HOOG WAS Waals gewest PR_5 : PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (15 JAAR EN OUDER) BIJ WIE IN DE AFGELOPEN 3 JAAR HET BLOEDSUIKERGEHALTE WERD GEMETEN PR_5 : PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (VAN 45 JAAR EN OUDER) BIJ WIE IN DE AFGELOPEN 3 JAAR HET BLOEDSUIKERGEHALTE WERD GEMETEN PR12_1 : PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (15 JAAR EN OUDER) DAT EEN MEDEDELING KREEG DAT HUN BLOEDSUIKERGEHALTE TE HOOG WAS

28 PR_5 : Percentage van de bevolking (15 jaar en ouder) bij wie in de afgelopen 3 jaar het bloedsuikergehalte werd gemeten BELGIE Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) waarbij de afgelopen 3 jaar het bloedsuikergehalte werd gemeten PR_5 Ja Neen N GESLACHT LEEFTIJDSGROEP OPLEIDINGSNIVEAU Man Vrouw Lager of geen diploma Lager middelbaar Hoger middelbaar Hoger onderwijs URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied Halfstedelijk gebied Landelijk gebied VERBLIJFPLAATS (REGIO) JAAR Vlaams Gewest Brussels Gewest Waals Gewest jaren Bron: Gezondheidsenquête door middel van interview, België,

29 PR_5 : Percentage van de bevolking (van 45 jaar en ouder) bij wie in de afgelopen 3 jaar het bloedsuikergehalte werd gemeten BELGIE Percentage van de bevolking (van 45 jaar en ouder) waarbij de afgelopen 3 jaar het bloedsuikergehalte werd gemeten PR_5 Ja Neen N GESLACHT LEEFTIJDSGROEP OPLEIDINGSNIVEAU URBANISATIEGRAAD VERBLIJFPLAATS (REGIO) JAAR Man Vrouw Lager of geen diploma Lager middelbaar Hoger middelbaar Hoger onderwijs Stedelijk gebied Halfstedelijk gebied Landelijk gebied Vlaams Gewest Brussels Gewest Waals Gewest jaren Bron: Gezondheidsenquête door middel van interview, België,

30 PR_6 : Percentage van de bevolking (15 jaar en ouder) volgens de laatste keer dat het bloedsuikergehalte werd gemeten BELGIE Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) volgens de laatste keer dat het bloedsuikergehalte werd gemeten PR_6 < 1 jaar >= 1 jaar maar < 2 jaar >= 2 jaar maar < 3 jaar >= 3 jaar maar < 5 jaar >= 5 jaar Nooit N GESLACHT LEEFTIJDSGROEP OPLEIDINGSNIVEAU Man Vrouw Lager of geen diploma Lager middelbaar Hoger middelbaar Hoger onderwijs URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied Halfstedelijk gebied Landelijk gebied VERBLIJFPLAATS (REGIO) JAAR Vlaams Gewest Brussels Gewest Waals Gewest jaren Bron: Gezondheidsenquête door middel van interview, België,

31 PR12_1 : Percentage van de bevolking (15 jaar en ouder) dat een mededeling kreeg dat hun bloedsuikergehalte te hoog was BELGIE Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) dat een mededeling kreeg dat hun bloedsuikergehalte te hoog was PR12_1 Ja Neen N GESLACHT LEEFTIJDSGROEP OPLEIDINGSNIVEAU Man Vrouw Lager of geen diploma Lager middelbaar Hoger middelbaar Hoger onderwijs URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied Halfstedelijk gebied Landelijk gebied VERBLIJFPLAATS (REGIO) JAAR Vlaams Gewest Brussels Gewest Waals Gewest jaren Bron: Gezondheidsenquête door middel van interview, België,

32 PR_5 : Percentage van de bevolking (15 jaar en ouder) bij wie in de afgelopen 3 jaar het bloedsuikergehalte werd gemeten VLAAMS GEWEST Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) waarbij de afgelopen 3 jaar het bloedsuikergehalte werd gemeten PR_5 Ja Neen N GESLACHT LEEFTIJDSGROEP OPLEIDINGSNIVEAU URBANISATIEGRAAD JAAR Man Vrouw Lager of geen diploma Lager middelbaar Hoger middelbaar Hoger onderwijs Stedelijk gebied Halfstedelijk gebied Landelijk gebied jaren Bron: Gezondheidsenquête door middel van interview, België,

33 PR_5 : Percentage van de bevolking (van 45 jaar en ouder) bij wie in de afgelopen 3 jaar het bloedsuikergehalte werd gemeten VLAAMS GEWEST Percentage van de bevolking (van 45 jaar en ouder) waarbij de afgelopen 3 jaar het bloedsuikergehalte werd gemeten PR_5 Ja Neen N GESLACHT LEEFTIJDSGROEP OPLEIDINGSNIVEAU Man Vrouw Lager of geen diploma Lager middelbaar Hoger middelbaar Hoger onderwijs URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied Halfstedelijk gebied Landelijk gebied JAAR jaren Bron: Gezondheidsenquête door middel van interview, België,

34 PR12_1 : Percentage van de bevolking (15 jaar en ouder) dat een mededeling kreeg dat hun bloedsuikergehalte te hoog was VLAAMS GEWEST Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) dat een mededeling kreeg dat hun bloedsuikergehalte te hoog was PR12_1 Ja Neen N GESLACHT LEEFTIJDSGROEP OPLEIDINGSNIVEAU URBANISATIEGRAAD JAAR Man Vrouw Lager of geen diploma Lager middelbaar Hoger middelbaar Hoger onderwijs Stedelijk gebied Halfstedelijk gebied Landelijk gebied jaren Bron: Gezondheidsenquête door middel van interview, België,

35 PR_5 : Percentage van de bevolking (15 jaar en ouder) bij wie in de afgelopen 3 jaar het bloedsuikergehalte werd gemeten BRUSSELS GEWEST Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) waarbij de afgelopen 3 jaar het bloedsuikergehalte werd gemeten PR_5 Ja Neen N GESLACHT LEEFTIJDSGROEP OPLEIDINGSNIVEAU JAAR Man Vrouw Lager of geen diploma Lager middelbaar Hoger middelbaar Hoger onderwijs jaren Bron: Gezondheidsenquête door middel van interview, België,

36 PR_5 : Percentage van de bevolking (van 45 jaar en ouder) bij wie in de afgelopen 3 jaar het bloedsuikergehalte werd gemeten BRUSSELS GEWEST Percentage van de bevolking (van 45 jaar en ouder) waarbij de afgelopen 3 jaar het bloedsuikergehalte werd gemeten PR_5 Ja Neen N GESLACHT LEEFTIJDSGROEP OPLEIDINGSNIVEAU JAAR Man Vrouw Lager of geen diploma Lager middelbaar Hoger middelbaar Hoger onderwijs jaren Bron: Gezondheidsenquête door middel van interview, België,

37 PR12_1 : Percentage van de bevolking (15 jaar en ouder) dat een mededeling kreeg dat hun bloedsuikergehalte te hoog was BRUSSELS GEWEST Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) dat een mededeling kreeg dat hun bloedsuikergehalte te hoog was PR12_1 Ja Neen N GESLACHT LEEFTIJDSGROEP OPLEIDINGSNIVEAU JAAR Man Vrouw Lager of geen diploma Lager middelbaar Hoger middelbaar Hoger onderwijs jaren Bron: Gezondheidsenquête door middel van interview, België,

38 PR_5 : Percentage van de bevolking (15 jaar en ouder) bij wie in de afgelopen 3 jaar het bloedsuikergehalte werd gemeten WAALS GEWEST Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) waarbij de afgelopen 3 jaar het bloedsuikergehalte werd gemeten PR_5 Ja Neen N GESLACHT LEEFTIJDSGROEP OPLEIDINGSNIVEAU URBANISATIEGRAAD JAAR Man Vrouw Lager of geen diploma Lager middelbaar Hoger middelbaar Hoger onderwijs Stedelijk gebied Halfstedelijk gebied Landelijk gebied jaren Bron: Gezondheidsenquête door middel van interview, België,

39 PR_5 : Percentage van de bevolking (van 45 jaar en ouder) bij wie in de afgelopen 3 jaar het bloedsuikergehalte werd gemeten WAALS GEWEST Percentage van de bevolking (van 45 jaar en ouder) waarbij de afgelopen 3 jaar het bloedsuikergehalte werd gemeten PR_5 Ja Neen N GESLACHT LEEFTIJDSGROEP OPLEIDINGSNIVEAU Man Vrouw Lager of geen diploma Lager middelbaar Hoger middelbaar Hoger onderwijs URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied Halfstedelijk gebied Landelijk gebied JAAR jaren Bron: Gezondheidsenquête door middel van interview, België,

40 PR12_1 : Percentage van de bevolking (15 jaar en ouder) dat een mededeling kreeg dat hun bloedsuikergehalte te hoog was WAALS GEWEST Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) dat een mededeling kreeg dat hun bloedsuikergehalte te hoog was PR12_1 Ja Neen N GESLACHT LEEFTIJDSGROEP OPLEIDINGSNIVEAU URBANISATIEGRAAD JAAR Man Vrouw Lager of geen diploma Lager middelbaar Hoger middelbaar Hoger onderwijs Stedelijk gebied Halfstedelijk gebied Landelijk gebied jaren Bron: Gezondheidsenquête door middel van interview, België,

41 Gestandaardiseerde tabellen België PR_5 PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (15 JAAR EN OUDER) BIJ WIE IN DE AFGELOPEN 3 JAAR HET BLOEDSUIKERGEHALTE WERD GEMETEN PR12_1 PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (15 JAAR EN OUDER) DAT EEN MEDEDELING KREEG DAT HUN BLOEDSUIKERGEHALTE TE HOOG WAS Vlaams gewest PR_5 PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (15 JAAR EN OUDER) BIJ WIE IN DE AFGELOPEN 3 JAAR HET BLOEDSUIKERGEHALTE WERD GEMETEN PR12_1 PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (15 JAAR EN OUDER) DAT EEN MEDEDELING KREEG DAT HUN BLOEDSUIKERGEHALTE TE HOOG WAS Brussels gewest PR_5 PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (15 JAAR EN OUDER) BIJ WIE IN DE AFGELOPEN 3 JAAR HET BLOEDSUIKERGEHALTE WERD GEMETEN PR12_1 PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (15 JAAR EN OUDER) DAT EEN MEDEDELING KREEG DAT HUN BLOEDSUIKERGEHALTE TE HOOG WAS Waals gewest PR_5 PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (15 JAAR EN OUDER) BIJ WIE IN DE AFGELOPEN 3 JAAR HET BLOEDSUIKERGEHALTE WERD GEMETEN PR12_1 PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (15 JAAR EN OUDER) DAT EEN MEDEDELING KREEG DAT HUN BLOEDSUIKERGEHALTE TE HOOG WAS

42 PR_5 Percentage van de bevolking (15 jaar en ouder) bij wie in de afgelopen 3 jaar het bloedsuikergehalte werd gemeten België Ruw Gecorrigeerd * (+95 BI) N GESLACHT Man 47,2 46,0 (43,6-48,4) 3667 Vrouw 53,3 52,7 (50,4-55,0) 4346 LEEFTIJDSGROEP ,2 22,9 (18,8-27,6) ,5 40,3 (36,4-44,4) ,7 43,7 (39,9-47,5) ,5 55,5 (51,6-59,4) ,5 63,6 (59,7-67,3) ,0 66,9 (63,0-70,5) ,7 69,2 (64,7-73,4) 1127 OPLEIDINGSNIVEAU Lager of geen diploma 54,7 45,1 (39,9-50,3) 1209 Lager secundair 51,8 47,2 (42,8-51,5) 1435 Hoger secundair 49,0 49,6 (46,5-52,6) 2357 Hoger onderwijs 49,4 52,1 (49,1-55,1) 2739 URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied 51,1 51,1 (47,9-54,2) 2990 Halfstedelijk gebied 49,7 48,4 (45,6-51,3) 2528 Landelijk gebied 50,8 49,1 (46,1-52,1) 2495 VERBLIJFPLAATS Vlaams Gewest 46,3 44,4 (42,0-46,8) 3029 Brussels Gewest 54,0 54,7 (51,6-57,7) 1846 Waals Gewest 57,2 57,2 (54,3-60,1) 3138 JAAR ,0 49,7 (48,1-51,4) ,4 49,5 (47,8-51,2) 8013 * Correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel

43 PR12_1 Percentage van de bevolking (15 jaar en ouder) dat een mededeling kreeg dat hun bloedsuikergehalte te hoog was België Ruw Gecorrigeerd * (+95 BI) N GESLACHT Man 14,1 10,9 (9,1-12,9) 2012 Vrouw 12,9 10,0 (8,3-11,9) 2680 LEEFTIJDSGROEP ,7 3,7 (1,7-7,8) ,2 6,2 (4,1-9,3) ,6 8,7 (6,3-11,9) ,0 12,0 (9,4-15,3) ,8 16,8 (13,7-20,3) ,0 21,0 (17,7-24,8) ,2 24,4 (19,2-30,4) 807 OPLEIDINGSNIVEAU Lager of geen diploma 23,5 15,8 (12,3-20,2) 716 Lager secundair 16,6 12,2 (9,3-15,7) 839 Hoger secundair 12,6 10,4 (8,5-12,7) 1317 Hoger onderwijs 9,2 8,3 (6,6-10,3) 1663 URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied 11,1 8,8 (7,2-10,8) 1779 Halfstedelijk gebied 14,2 10,9 (9,0-13,3) 1472 Landelijk gebied 14,8 11,3 (9,1-13,9) 1441 VERBLIJFPLAATS Vlaams Gewest 12,2 9,1 (7,5-11,0) 1641 Brussels Gewest 13,4 10,7 (8,7-13,2) 1125 Waals Gewest 15,3 12,3 (10,2-14,6) 1926 JAAR ,2 10,1 (9,0-11,4) ,4 10,5 (9,3-11,9) 4692 * Correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel

44 PR_5 Percentage van de bevolking (15 jaar en ouder) bij wie in de afgelopen 3 jaar het bloedsuikergehalte werd gemeten Vlaams Gewest Ruw Gecorrigeerd * (+95 BI) N GESLACHT Man 44,0 41,8 (38,5-45,2) 1419 Vrouw 48,4 46,8 (43,6-50,1) 1610 LEEFTIJDSGROEP ,5 17,3 (12,6-23,2) ,9 38,8 (32,9-44,9) ,1 38,1 (32,9-43,5) ,4 50,4 (45,0-55,9) ,9 58,0 (52,4-63,4) ,1 62,0 (56,5-67,1) ,4 67,1 (60,7-72,9) 423 OPLEIDINGSNIVEAU Lager of geen diploma 55,9 43,9 (36,4-51,6) 511 Lager secundair 47,1 41,8 (36,2-47,6) 529 Hoger secundair 45,7 45,3 (41,2-49,6) 954 Hoger onderwijs 43,0 45,5 (41,5-49,6) 951 URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied 45,1 43,9 (38,8-49,1) 645 Halfstedelijk gebied 47,9 46,2 (42,6-49,7) 1518 Landelijk gebied 44,3 41,6 (37,5-45,8) 866 JAAR ,5 44,7 (42,3-47,1) ,3 44,5 (42,2-46,9) 3029 * Correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel

45 PR12_1 Percentage van de bevolking (15 jaar en ouder) dat een mededeling kreeg dat hun bloedsuikergehalte te hoog was Vlaams Gewest Ruw Gecorrigeerd * (+95 BI) N GESLACHT Man 11,1 6,8 (4,7-9,8) 719 Vrouw 13,1 8,3 (5,7-11,7) 922 LEEFTIJDSGROEP ,9 0,9 (0,1-6,0) ,1 4,9 (2,4-9,7) ,5 7,4 (4,2-12,6) ,8 10,8 (7,2-15,9) ,3 13,2 (9,4-18,4) ,5 17,4 (13,1-22,7) ,3 27,8 (20,0-37,2) 293 OPLEIDINGSNIVEAU Lager of geen diploma 23,6 12,1 (8,0-18,0) 310 Lager secundair 16,7 9,8 (6,1-15,5) 271 Hoger secundair 9,6 6,5 (4,3-9,8) 516 Hoger onderwijs 8,2 6,3 (4,0-9,7) 508 URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied 9,2 5,7 (3,4-9,4) 337 Halfstedelijk gebied 12,6 7,7 (5,4-11,0) 859 Landelijk gebied 13,9 8,6 (5,7-12,7) 445 JAAR ,8 7,4 (5,9-9,3) ,2 8,4 (6,7-10,5) 1641 * Correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel

46 PR_5 Percentage van de bevolking (15 jaar en ouder) bij wie in de afgelopen 3 jaar het bloedsuikergehalte werd gemeten Brussels Gewest Ruw Gecorrigeerd * (+95 BI) N GESLACHT Man 47,7 48,7 (44,4-53,0) 806 Vrouw 59,4 61,2 (57,3-65,0) 1040 LEEFTIJDSGROEP ,3 30,3 (22,0-40,1) ,4 37,0 (31,3-43,1) ,0 51,1 (44,9-57,2) ,5 62,4 (54,7-69,5) ,5 71,8 (64,6-78,0) ,0 73,6 (66,5-79,6) ,4 71,3 (64,7-77,2) 299 OPLEIDINGSNIVEAU Lager of geen diploma 52,7 49,2 (40,3-58,1) 227 Lager secundair 54,6 49,2 (41,7-56,8) 313 Hoger secundair 50,0 53,0 (46,4-59,5) 461 Hoger onderwijs 56,9 61,0 (56,4-65,4) 780 JAAR ,2 56,4 (53,7-59,1) ,0 55,2 (52,0-58,3) 1846 * Correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel

47 PR12_1 Percentage van de bevolking (15 jaar en ouder) dat een mededeling kreeg dat hun bloedsuikergehalte te hoog was Brussels Gewest Ruw Gecorrigeerd * (+95 BI) N GESLACHT Man 15,1 12,8 (9,6-16,8) 450 Vrouw 12,2 10,4 (7,7-13,9) 675 LEEFTIJDSGROEP ,9 8,2 (2,8-21,3) ,4 4,4 (1,9-10,2) ,7 10,8 (7,1-16,1) ,2 12,4 (7,8-19,2) ,9 17,9 (12,5-25,0) ,5 21,8 (16,3-28,5) ,3 21,7 (15,3-29,9) 221 OPLEIDINGSNIVEAU Lager of geen diploma 22,9 18,0 (11,2-27,7) 127 Lager secundair 19,0 15,4 (9,9-23,2) 188 Hoger secundair 16,7 15,9 (11,0-22,4) 259 Hoger onderwijs 8,0 7,3 (5,3-10,0) 515 JAAR ,2 11,4 (9,4-13,7) ,4 12,0 (9,8-14,5) 1125 * Correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel

48 PR_5 Percentage van de bevolking (15 jaar en ouder) bij wie in de afgelopen 3 jaar het bloedsuikergehalte werd gemeten Waals Gewest Ruw Gecorrigeerd * (+95 BI) N GESLACHT Man 53,1 53,3 (49,3-57,2) 1442 Vrouw 60,7 60,9 (57,2-64,5) 1696 LEEFTIJDSGROEP ,4 30,2 (22,4-39,3) ,4 44,3 (37,9-50,9) ,4 52,2 (46,4-57,9) ,9 62,9 (56,7-68,7) ,4 72,4 (67,2-77,1) ,8 75,8 (70,3-80,5) ,3 72,6 (64,8-79,2) 405 OPLEIDINGSNIVEAU Lager of geen diploma 52,7 46,4 (38,7-54,2) 471 Lager secundair 59,6 56,0 (48,3-63,3) 593 Hoger secundair 54,5 56,3 (51,4-61,0) 942 Hoger onderwijs 59,6 62,5 (57,2-67,5) 1008 URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied 57,9 58,9 (51,8-65,6) 499 Halfstedelijk gebied 54,5 54,3 (49,5-59,1) 1010 Landelijk gebied 58,8 58,5 (54,5-62,4) 1629 JAAR ,6 57,1 (54,5-59,7) ,2 57,3 (54,4-60,1) 3138 * Correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel

49 PR12_1 Percentage van de bevolking (15 jaar en ouder) dat een mededeling kreeg dat hun bloedsuikergehalte te hoog was Waals Gewest Ruw Gecorrigeerd * (+95 BI) N GESLACHT Man 18,8 15,5 (12,3-19,4) 843 Vrouw 12,6 10,4 (8,1-13,3) 1083 LEEFTIJDSGROEP ,6 5,8 (2,0-15,5) ,6 8,7 (4,9-14,9) ,8 9,8 (6,4-14,8) ,7 13,6 (9,6-19,0) ,5 22,1 (16,8-28,5) ,1 27,4 (21,6-34,1) ,6 18,4 (12,9-25,5) 293 OPLEIDINGSNIVEAU Lager of geen diploma 23,5 17,7 (11,8-25,8) 279 Lager secundair 16,1 12,7 (8,9-18,0) 380 Hoger secundair 16,4 14,4 (10,9-18,6) 542 Hoger onderwijs 11,2 10,2 (7,6-13,5) 640 URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied 11,3 9,5 (6,6-13,5) 317 Halfstedelijk gebied 18,2 15,2 (11,5-19,8) 613 Landelijk gebied 15,6 12,9 (9,9-16,6) 996 JAAR ,7 13,5 (11,5-15,9) ,3 12,7 (10,7-15,1) 1926 * Correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel