woensdag 14 december 2011 16:06:43 Midden-Europese standaardtijd

Vergelijkbare documenten
Curie Hoofdstuk 6 HAVO 4

Module 2 Chemische berekeningen Antwoorden

SEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE

S S. Errata Nova scheikunde uitwerkingen leerjaar 4 havo 140,71. Met dank aan Mariëlle Marsman, Mill-Hill College, Goirle. Hoofdstuk 1 Atoombouw

Hoofdstuk 2: Kenmerken van reacties

3.7 Rekenen in de chemie extra oefening 4HAVO

Natuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen.

Cursus Chemie 5-1. Hoofdstuk 5: KWANTITATIEVE ASPECTEN VAN CHEMISCHE REACTIES 1. BELANGRIJKE BEGRIPPEN Relatieve Atoommassa (A r)

Chemisch rekenen, zo doe je dat!

Opgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M

SCHEIKUNDE 4 HAVO UITWERKINGEN

Hoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten

SCHEIKUNDE VWO 4 MOLBEREKENINGEN ANTW.

Rekenen aan reacties 2. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE

Rekenen aan reacties (de mol)

Uitwerkingen Uitwerkingen 3.7.4

Hoofdstuk 3-5. Reacties. Klas

EXACT- Periode 1. Hoofdstuk Grootheden. 1.2 Eenheden.

Definitie. In deze workshop kijken we naar 3 begrippen. Massa, Volume en Mol. Laten we eerst eens kijken wat deze begrippen nu precies inhouden.

Ar(C) = 12,0 u / 1 u = 12,0 Voor berekeningen ronden we de atoommassa s meestal eerst af tot op 1 decimaal. Voorbeelden. H 1,0 u 1,0.

OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN

Uitwerkingen Uitwerkingen 4.3.4

Aluminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie.

HOOFDSTUK 11. Kwantitatieve aspecten van reacties

Wet van Behoud van Massa

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1

Antwoorden. 3 Leg uit dat er in het zout twee soorten ijzerionen aanwezig moeten zijn.

Foutenberekeningen Allround-laboranten

5 Formules en reactievergelijkingen

Oefenopgaven BEREKENINGEN

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018

Eindexamen natuurkunde/scheikunde 2 vmbo gl/tl II

2 Concentratie in oplossingen

Verband tussen aantal mol en de massa symbool naam eenheid voorbeeld

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

Exact periode = 1. h = 0, Js. h= 6, Js 12 * 12 = 1,4.10 2

Scheikundige berekeningen rond bereidingen

Weet je het nog? Welke bewerking moet in afbeelding 21.1 langs elke pijl staan?

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019)

Atoommodel van Rutherford

Eén mol vrachtauto s wegen ook meer dan één mol zandkorrels en nemen ook veel meer ruimte in. Maar het aantal vrachtauto s in een mol is exact evengro

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts

Scheikunde leerjaar 2

Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 2

Rekenen aan reacties. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week

LUMC SPECIALISTISCHE OPLEIDINGEN Tentamen Scheikunde voor operatieassistenten i.o. 2007

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4

Rekenen aan reacties 4. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Hulp: kennisclips. Zelfstudieopdrachten voor volgende week

Opgaven zuurgraad (ph) berekenen. ph = -log [H + ] poh = -log [OH - ] [H + ] = 10 -ph [OH - ] = 10 -poh. ph = 14 poh poh = 14 ph ph + poh = 14

5-1 Moleculen en atomen

Life Sciences. Werkboek Chemisch Rekenen & Zuren en basen

Oefenopgaven BEREKENINGEN Inleiding Maak eerst de opgaven over dit onderwerp die bij havo staan. In dit document vind je alleen aanvullende opgaven.

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES

Oplossingen oefeningenreeks 1

Hoofdstuk 5 Reac/esnelheid en evenwichten

Rekenen aan reacties 3. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week

Vraag Antwoord Scores

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Foutenberekeningen. Inhoudsopgave

3.1 Energie. 3.2 Kenmerken chemische reactie

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

Chemie 4: Atoommodellen

Wednesday, 28September, :13:59 PM Netherlands Time. Chemie Overal. Sk Havo deel 1

Extra oefenopgaven. Inleiding Scheikunde voor anesthesiemedewerkers en operatie-assistenten assistenten i.o. voorjaar 2008

vrijdag 15 juni :26:05 Midden-Europese zomertijd H6 Zuren en basen 4havo voorjaar 2012

Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?

Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?

Chemisch rekenen versie

5 Water, het begrip ph

Uitwerkingen van de opgaven uit: BASISCHEMIE voor het MLO ISBN , 3 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 10 Concentratie bladzijde 1

vrijdag 28 oktober :40:59 Nederland-tijd Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal

Hoofdstuk 3: Zuren en basen

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017

Leidraad Chemisch rekenen Deel 1: Theorie Koen Beurskens versie 2.1, juni 2014

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2004

Eindexamen scheikunde havo 2006-I

Opdracht Scheikunde Scheikundige wereldreis en proefjes per continent

3. Welke van onderstaande formules geeft een zout aan? A. Al 2O 3 B. P 2O 3 C. C 2H 6 D. NH 3

scheikunde vwo 2016-I

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

Chemisch rekenen versie

1) Stoffen, moleculen en atomen

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

5 VWO. H8 zuren en basen

Eindexamen scheikunde havo II

Vraag Antwoord Scores. [CH Hg ][Cl ] 3 [CH HgCl]

Eindexamen natuurkunde/scheikunde 2 vmbo gl/tl II

Duizend 3 getallen achter de komma 230 duizend duizend Andersom ,6 duizend ,5 duizend

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: mengsels 23/5/2015. dr. Brenda Casteleyn

INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 1: INLEIDING MOLECULEN EN ATOMEN

Inhoud. Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10

Eindexamen natuurkunde/scheikunde 2 vmbo gl/tl I

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 27 juli 2015

Transcriptie:

INLEIDING Geef de reactievergelijking van de ontleding van aluminiumoxide. 2 Al 2 O 3 4 Al + 3 O 2 Massaverhouding tussen Al en O 2 1,00 : 0,889 Hoeveel ton Al 2 O 3 is er nodig om 1,50 ton O 2 te produceren? Al 2 O 3 Al O 2 1,889 1,00 0,889 3,19 ton 1,69 ton 1,50 ton

GROOTHEDEN EN EENHEDEN Grootheid = wat we meten de elektrische energie die we gebruiken de massa die we wegen het volume dat we afmeten Eenheid = afgesproken maat om mee te meten kilowattuur (kwh) gram (g) liter (L)

REKENEN MET EENHEDEN Reken om naar de gewenste eenheid: 1) 3,4 m 3 naar dm 3 2) 4,67 ml naar m 3 3) 8,91 kg naar g 4) 6,7089 mg naar ton (1 ton => 1000 kg)

REKENEN MET EENHEDEN Reken om naar de gewenste eenheid: 1) 3,4 m 3 is 3,4 10-3 dm 3 2) 4,67 ml is 4,67 10-6 m 3 3) 8,91 kg is 8,91 10 3 g 4) 6,7089 mg is 6,7089 10-9 ton

REKENEN MET GEHALTES We beantwoorden de volgende vragen over een blikje/pakje frisdrank van iemand uit de klas. 1) Wat is de energiewaarde van de frisdrank in de verpakking? 2) Hoeveel % van jouw dagelijkse behoefte is dit? 3) Hoeveel gram suiker zit er in de verpakking? 4) Wat is het suikergehalte in g per ml? 5) Reken het antwoord van de vorige vraag om naar g per L. 6) Hoeveel gram suiker krijg je binnen als je 1,5L van de frisdrank binnen zou krijgen. 7) Aan hoeveel % van de dagelijkse behoefte wordt met 1,5L frisdrank voldaan?

GROOTHEDEN EN EENHEDEN IN BINAS SI eenheden: internationaal stelsel van eenheden. Binas tabel 3 en 4 Liter = dm 3 Kelvin en Celsius

REKENEN MET DICHTHEDEN Dichtheid = massa / volume Zoek in BINAS de dichtheid op van water Hoe schrijf je deze dichtheid om naar g per dm 3 Zoek in BINAS de dichtheid op van koolstofdioxide en schrijf deze om naar g per dm 3

3.3 REKENEN MET GEMETEN WAARDEN Stel de afstand tussen huis en school is 1km Dit is een waarde tussen 0,50 en 1,49km Een waarde dus +/- 0,5km! Stel de afstand tussen huis en school is 1,0km Tussen welke afstanden bevindt zich je huis? En bij 1,00km? En bij 1,000km?

3.3 REKENEN MET GEMETEN WAARDEN Cijfers die betekenis geven aan een getal heten significante cijfers. Des te nauwkeuriger je meet, des te meer significante cijfers heb je. Het aantal significante cijfers van 1,0 is 2 Het aantal significante cijfers van 0,01 is 1 Geef het aantal significante cijfers van 0,000376

3.3 REKENEN MET GEMETEN WAARDEN Regel voor het aantal significante cijfers bij optellen / aftrekken: Minst aantal decimalen in gemeten waarde is aantal decimalen in eindantwoord. Regel voor het aantal significante cijfers bij vermenigvuldigen / delen: Minst aantal significante cijfers in gemeten waarde is aantal significante cijfers in eindantwoord. VOORBEELDEN: Samen maken vraag 9 en 11 a t/m c

WEEKTAAK Behandelde leerstof: 3.2 en 3.3 M t/m 14

OPSTELLEN REACTIEVERGELIJKINGEN Index = aantal keer atoom voorkomt. Coëfficiënt = aantal keer molecuul voorkomt. Wet van massabehoud=> massa links = massa rechts. Ieder deeltje heeft eigen massa Dus links en rechts gelijk aantal deeltjes

OPSTELLEN REACTIEVERGELIJKINGEN N 2 + 3 H 2 à 2 NH 3 Nooit indexen veranderen, wel coëfficiënten Halve moleculen bestaan niet Oneven getallen vermenigvuldigen met 2 Extra oefening nodig? Ga naar link op clzvaklokalen.nl

REACTIEVERGELIJKINGEN; MAAK KLOPPEND 1. H 2 S (g) + H + (aq) + NO 3 - (aq) à H 2 O (l) + NO (g) + S (s) 2. FeS 2 (s) + O 2 (g) à Fe 2 O 3 (s) + SO 2 (g) 3. CH 4 (g) + H 2 O (g) à CO (g) + H 2 (g) 4. NH 4 Cl (s) + Ca(OH) 2 (s) à CaCl 2 (s) + NH 3 (g) + H 2 O (l) 5. TiO 2 (s) + CO (g) + Cl 2 (g) à TiCl 4 (s) + CO 2 (g)

REACTIEVERGELIJKINGEN; NAKIJKEN 1. H 2 S (g) + 2H + + NO 3 - (aq) à 2H 2 O (l) + NO (g) + S (s) 2. 4 FeS 2 (s) + 11 O 2 (g)à 2 Fe 2 O 3 (s) + 8 SO 2 (g) 3. CH 4 (g) + H 2 O (g) à CO (g) + 3 H 2 (g) 4. 2 NH 4 Cl (s) + Ca(OH) 2 à CaCl 2 (s) + 2 NH 3 (g) + 2 H 2 O (l) 5. TiO 2 (s) + 2 CO (g) + 2 Cl 2 (g)à TiCl 4 (s) + 2 CO 2 (g)

3.5 DE MOL: EEN VEELGEBRUIKTE EENHEID IN DE CHEMIE Mol eenheid van chemische hoeveelheid

MOL 1 dozijn eieren = 12 eieren 1 gros schoenveters = 144 schoenveters 1 mol atomen 6,02214 10 23 atomen 1 mol schoenveters 6,02214 10 23 schoenveters 1 mol = héél groot, afgesproken aantal deeltjes

WAAROM 6,02214 10 23??? 1 mol atomen van 1 u elk heeft een massa van (6,02 10 23 stuks x 1,66 10-24 g =) 1 g Constante van Avogadro

VOOR EEN KLEIN IDEE VAN 6,02214 10 23 18 ml water 342 g suiker één mol ongepofte maiskorrels Als je atomen zou kunnen tellen met een snelheid van 10 miljoen stuks per seconde, dan zou je er nog 2 miljard jaar over doen om alle atomen in één mol te tellen.

DUS ONTHOUD: Een atoommassa van X u? Dan heeft 1 mol van die atomen een massa van X gram (in plaats van X kun je invullen wat je wilt) Dus - Molecuulmassa H 2 O = 18,02 u/molecuul - Molaire massa (molmassa) H 2 O = 18,02 g/mol

OEFENEN 1) Hoeveel gram weegt 1,000 mol suiker (C 12 H 22 O 11 )? 1 molecuul= 12x12,01u+22x1,008u+11x16,00u= 342,3u 1 mol suiker = 342,3 g 2) Hoeveel gram weegt 2,5 mol water? Mol H 2 O 1,000 2,5 Gram H 2 0 18,02 2,5 x 18.02 / 1 = 45 g water 3) Hoeveel mol is 40 g zuurstof? Mol O 2 1,000 = 1,000 x 40 / 32 = Gram O 2 32,00 40 1,3 mol zuurstof

CHEMISCH REKENEN

PLANNING Vandaag Samen maken 20a. 21a, 22a, 23a Vrijdag maken weektaak t/m 26

MOLREKENEN Molmassa, eenheid: g mol -1 Molecuulmassa, eenheid: u Bespreken t/m 33, 28 d en 32 zeker Extra oefeningen Volume ρ / M Massa / ρ M Chemische hoeveelheid

MOLARITEIT Molariteit = aantal mol van een deeltje in één liter oplossing. 1,0 M(olariteit) = 1,0 mol/volume (mol L -1 ) M achter een getal: molariteit Er zit 4,0 10-5 mol glucose in 5,0 ml bloed. Wat is de molariteit? X=8,0 10-3 mol Dus molariteit=> 8,0 10-3 mol/l Mol suiker Liter bloed 4,0 10-5 5,0 10-3 1,0 x

Volume ρ dichtheid M molmassa V volume van oplossing ρ / M Massa / ρ M Molariteit V Chemische hoeveelheid / V

LESINHOUD Nakijken extra opgaves Aftekenen t/m 43 Bespreken t/m 43

3.8 PERCENTAGE, PROMILLAGE EN PPM Percentage= iets/alles * 100% bv alcohol in bier Promillage = iets/alles*1000 bv alc in bloed Ppm = iets/alles * 10 6 ppm bv veilige norm ozon in lucht.

OEFENING 1 Massapercentage Massapercentage vet in margarine is 35%. In een kuipje zit 2,0g. Hoeveel vet zit hierin? In 100g tonijn zit 2,0 µg vit B12. Hoeveel massa-ppm bevat deze tonijn? 4,0 10-5

OEFENING 2 Massapercentage koolstof in glucose (C 6 H 12 O 6 ) Bv massa C in 1 mol glucose. M glucose= 180,2g/mol, 6 mol C= 6*12,01= 72,06 g 39,98 massa% Koolstof Massa%C= massa C/totale massa*100% Massa koolstof = 72,06u Totale massa =180,2 u g C 72,06 X g C 6 H 12 O 6 180,2 100,0

MAC=maximaal aanvaardbare concentratie ADI= aanvaardbare dagelijkse inname Weektaak t/m 50 + voorbeeldproefwerk + examenopgave