\^NWESTREENEN Gemeente Elburg t.a.v. de gemeenteraad Postbus 70, 8080 AB ELBURG Anthonie Fokkerstraat 1a 3772 MP Barneveld T: (0342) 47 42 55 F: (0342) 47 42 81 E: info@vanwestreenen.nl Ons kenmerk Inzake Betreft : AS/Smit/0000 : de heer H.J. Smit, Oostendorperstraatweg 33b/33c Elburg : Zienswijze bestemmingsplan "Buitengebied Elburg 2012" Varsseveldseweg 65d 7131 JA Lichtenvoorde T: (0544) 37 97 37 F: (0544) 37 83 64 E: info@vanwestreenen.nl Barneveld, 20 februari 2013 Geachte leden van de raad, Het ontwerp van het bestemmingsplan "Buitengebied Elburg 2012" ligt van 13 februari 2013 tot en met 26 maart 203 ter inzage. Namens cliënt, dhr. H.J. Smit, wonende en bedrijf houdende aan de Oostendorperstraatweg 33B/33C, willen wij via deze weg een zienswijze indienen tegen het ontwerpbestemmingsplan. Situatie Op het perceel van cliënt is circa 4.000 m 2 aan bedrijfsbebouwing aanwezig, waarin verschillende bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden. De bebouwing wordt gebruikt ten behoeve van de veehouderij, stalling- en opslagactiviteiten en een loonbedrijf/fouragehandel. Op 31 oktober 2005 is een revisievergunning Wet milieubeheer verleend voor het exploiteren van een loonbedrijf en het houden van 3.250 vleeseenden en twee pony's. Bij schrijven van 25 januari 2007 is tenslotte vrijstelling verleend voor opslagactiviteiten ten behoeve van een cateringbedrijf. Ten behoeve van het loonbedrijf heeft cliënt drie vaste medewerkers en enkele zzp-ers in dienst en veel materieel in gebruik, waaronder twee 13 tons wielkranen, drie shovels, vijf tractoren, vier breedstrooiers, twee diepladers en veel overige machines ten behoeve van een loonwerkbedrijf. De hoeveelheid machines en materieel en de omzet uit het loonbedrijf leidt tot de conclusie, dat het loonbedrijf de hoofdactiviteit is. Vigerend bestemmingsplan In het vigerende bestemmingsplan is voor het perceel de bestemming "Agrarisch gebied" met de subbestemming "Agrarisch hulpbedrijf" en de nadere aanduiding "Loonbedrijf" opgenomen, met als toegestane bebouwingsoppervlakte 1.380 m 2. 1 Rabobank Voorthuizen 36.79.04.616 KvK Veluwe en Twente 09080358 BTW-nr.: NL 8023.82.964.B.01
YANWESTREENEN Voorontwerpbestemmingsplan Uw college meent dat het loonbedrijf niet meer de hoofdfunctie van het perceel van cliënt is. Uw college is van mening dat een andere bestemming moet worden toegekend. In het voorontwerpbestemmingsplan is de bestemming "Bedrijf- overige bedrijvigheid" opgenomen met de aanduiding "opslagbedrijf". De toegestane bebouwingsoppervlakte is 3.678 m 2. \ i Figuur: Uitsnede verbeelding L 2! lb voorontwerpbestemmingsplan Op grond van het voorontwerpbestemmingsplan mag op het perceel een opslagbedrijf geëxploiteerd worden binnen een oppervlakte van 3.678 m 2 aan bedrijfsbebouwing. Het bestemmingsplan biedt geen binnenplanse mogelijkheid voor het uitbreiden van de bedrijfsruimte. Wel is het mogelijk via afwijking of planwijziging een ander bedrijfstype te exploiteren. Inspraakreactie Cliënt was van mening dat het voorontwerpplan niet de ruimtelijk meest wenselijke regeling treft. Op meerdere punten wenste cliënt derhalve een inspraakreactie in te dienen. Onjuiste bestemming Volgens de toelichting bij het voorontwerpbestemmingsplan hebben "alle bestaande (legale) nietagrarische bedrijven hebben een passende bedrijfsbestemming gekregen". In uw brief d.d. 21 mei 2012 gaf uw college aan, dat de huidige bestemming 'Agrarisch hulpbedrijf' met de nadere aanduiding 'Loonbedrijf' niet meer conform de feitelijke situatie is, en dat deze bestemming gewijzigd wordt in een bedrijfsbestemming met de aanduiding 'Opslagbedrijf. Volgens de geldende milieuvergunning heeft cliënt echter een loonbedrijf met een intensieve veehouderijtak. Het betreft hier een zogenoemd 'bestaand recht' dat uw college verplicht was als zodanig op te nemen in uw bestemmingsplan. 2
VANWESTREENEN Gezien de bedrijfseconomische omvang van het loonbedrijf van cliënt (kijk alleen al naar het beschikbare materieel en het aantal werknemers) vormt het loonbedrijf ontegenzeggelijk de hoofdtak van het bedrijf. Hoewel sprake is van opslagactiviteiten, vormen deze bedrijfseconomisch gezien de neventak. Bovenstaande leidt ertoe dat het loonbedrijf van cliënt als hoofdactiviteit bestemd moest worden, en derhalve als zodanig aangeduid diende te worden. Nevenactivteiten Zoals vermeld in de toelichting op het voorontwerpplan, koos uw college ervoor een ondergrens aan te houden van 40 nge. Bedrijven beneden de 40 nge 'verliezen' hun agrarische bouwvlak, waarmee het agrarische gebruik onder het overgangsrecht wordt geplaatst. Dit is een zeer onwenselijke ontwikkeling, die ertoe leidt dat veel kleinschalige agrarische (familie)bedrijven hun bestaansrecht verliezen. Wij verzochten de nge-grens naar beneden bij te stellen, bijvoorbeeld naar 20 nge, zoals omliggende gemeenten doen. In de toelichting op het voorontwerpplan wordt vermeld, dat bij agrarische activiteiten die niet meer als bedrijfsmatig aan zijn te duiden, een specifieke aanduiding wordt toegekend. Vooralsnog is dit alleen bij de woonbestemming mogelijk. In onderhavig geval is sprake van een niet-agrarisch bedrijf, waarvoor deze mogelijkheid niet aanwezig is. We verzochten dit in uw systematiek aan te passen en voor het perceel van cliënt tevens agrarische nevenactiviteiten toe te staan toe te staan en specifiek aan te duiden. Er is immers sprake van bestaande rechten waarvoor een milieuvergunning verleend is. Daarnaast verzochten wij uw college het opslagbedrijf als nevenactiviteit toe te staan. Hoewel dit niet de bedrijfseconomische hoofdtak van het bedrijf van cliënt is, hebben de opslagactiviteiten wel een belangrijke economische betekenis. Reactie college In haar reactie op onze inspraak gaf het college aan dat de huidige bestemming en aanduiding voor loonbedrijf en agrarisch bedrijf gehandhaafd worden uitgaande van de functie- en gebruikssituatie van de bebouwing voor deze bedrijfsonderdelen in de verleende milieuvergunning. De resterende bebouwing zal voor opslagdoeleinden (nevenactiviteiten) worden bestemd. Ontwerpbestemmingsplan Volgens het ontwerpbestemmingsplan geldt voor de locatie een bedrijfsbestemming. Voorts gelden de aanduidingen 'Agrarisch hulpbedrijf' en 'Opslag en agrarisch'. Ingevolge deze aanduidingen geldt, dat: a. maximaal 2025 m 2 van de bebouwde oppervlakte mag worden gebruikt ten behoeve van een loonbedrijf; 3
VA^NWESTREENEN b. maximaal 903 m 2 van de bebouwde oppervlakte mag worden gebruikt ten behoeve van opslag; c. maximaal 750 m 2 van de bebouwde oppervlakte mag worden gebruikt ten behoeve van een agrarisch bedrijf. + + * * ft V t»h + + + i + + + + +^-t t Figuur: uitsnede verbeelding _ ontwerpbestemmingsplan Zienswijze Bedrijfsoppervlakte Cliënt wil het college dankzeggen om in beginsel positief medewerking te willen verlenen aan een duidelijke typering van het bedrijf. De door het college voorgestelde onderverdeling is echter niet conform de verleende milieuvergunning. Er is namelijk sprake van het houden van eenden op een oppervlakte van circa 870 m 2. De overige verdeling loonbedrijf / opslag is 2.025 m 2 om 1.121 m 2. De totale bedrijfsoppervlakte conform de milieutekening is immers 4.016 m 2, in tegenstelling tot de eerder gemelde 3.680 m 2. Cliënt wil u verzoeken een afwijkingsmogelijkheid op te nemen voor het vergroten van de bedrijfsoppervlakte, bijvoorbeeld met 10%, om nog enige groei van het bedrijf mogelijk te kunnen maken. Voor een loon- en opslagbedrijf is deze ruimte zeer belangrijk, omdat duur, onderhoudsgevoelig materieel bij voorkeur niet buiten gestald kan worden. In het vigerende bestemmingsplan zijn er bijvoorbeeld nog wel uitbreidingsmogelijkheden en het is niet in lijn met het recht om deze mogelijkheden te beperken. Bestemmingsvlak Cliënt merkt op dat het bestemmingsvlak fors verkleind is ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan en het voorontwerpbestemmingsplan. Hiervoor is door uw college geen reden gegeven.
YANWESTREENEN Om het manoeuvreren van materieel op het perceel mogelijk te maken, alsmede dit materieel buiten te parkeren wanneer dit nodig is, moet het mogelijk zijn verharding aan te leggen. Dit mag alleen binnen het bestemmingsvlak, en door dit bestemmingsvlak te verkleinen nemen de exploitatiemogelijkheden af. Wij verzoeken u het bestemmingsvlak te vergroten conform het voorontwerpplan. Agrarisch Het bestemmingsplan regelt dat cliënt een deel van zijn bebouwing 'agrarisch' mag gebruiken. Hoewel dit een forse verbetering ten opzichte van het voorontwerpplan is, is nog niet duidelijk wat deze aanduiding betekent voor het gebruik ten behoeve van de eendenhouderij. Het betreft hier een vergunde intensieve agrarische bedrijfstak. Dit kan weliswaar onder agrarisch gebruik geschaard kan worden, maar met het oog op de onderverdeling in het bestemmingsplan tussen grondgebonden en intensief, is het noodzakelijk specifiek op te nemen dat cliënt zijn bebouwing mag gebruiken ten behoeve van intensieve veehouderij. Bedrijfswoningen Op het perceel zijn twee bedrijfswoningen vergund aanwezig. Uw college regelt het aantal bedrijfswoningen in de regels. In beginsel is er binnen een bedrijfsperceel één bedrijfswoning toegestaan, "dan wel het grotere bestaande aantal". Deze regeling laat veel ruimte voor interpretatie en biedt onvoldoende rechtszekerheid. Wij verzoeken u om op de plankaart aan te duiden dat twee bedrijfswoningen zijn toegestaan. Conclusie Cliënt merkt op dat uw college enkele positieve wijzigingen heeft doorgevoerd ten opzichte van het voorontwerpplan. Er zijn echter nog steeds enkele onderdelen waar het bestemmingsplan strijdig is met de feitelijke situatie. We verzoeken u het bestemmingsplan ten gunste van cliënt gewijzigd vast te stellen. Afsluiting Wij verzoeken u ons te informeren over uw voornemen. Graag ontvang ik een schriftelijke bevestiging van de ontvangst van deze zienswijze en de wijze waarop u dit zult behandelen. Mochten er nog vragen of opmerkingen zijn, dan verneem ik dat graag van u. U kunt ondertekende bereiken via telefoonnummer 0342-474255. Hoogachtend, VANWESTREENEN BV
-Q LU