Stichting Vitalis Zorggroep Raad van bestuur Postbus EC EINDHOVEN

Vergelijkbare documenten
Rapport van het inspectiebezoek aan Vitalis Zorg Groep, locatie Vonderhof in Eindhoven op 12 november 2015

Rapport van het inspectiebezoek aan Respect Zorggroep, locatie Bosch en Duin te Den Haag op 15 juli 2015

Rapport van het inspectiebezoek aan woon-zorgcentrum Herfstzon te Goor op 11 augustus 2015

Stichting Solis t.a.v. raad van bestuur Diepenveenseweg AP DEVENTER

Rapport van het inspectiebezoek aan Zorglocatie Tusselerhof in Lochem op 15 maart 2016

Inspectie voor de Gezondheidszorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Rapport van het inspectiebezoek aan De Groene Hoven in Apeldoorn op 4 augustus 2015

Rapport van het inspectiebezoek aan Humanitas, locatie Hannie Dekhuijzen in Rotterdam op 15 september 2015

Rapport van het inspectiebezoek aan Laurens Wonen, diensten en zorg, locatie Joachim en Anna in Rotterdam op 16 oktober 2015

Rapport van het inspectiebezoek aan Zorggroep Charim, locatie De Looborch in Zeist op 21 juli 2015

Rapport van het inspectiebezoek aan Grubbeveld in Maastricht op 13 oktober 2015

Rapport van het inspectiebezoek aan Zorggroep West- en Midden Brabant, Thebe Holdings B.V., locatie Aeneas in Breda op 18 augustus 2015

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zonnehuisgroep Vlaardingen, locatie Het Zonnehuis in Vlaardingen op 4 augustus 2015

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek aan Cordaan, Woon- en zorgcentrum In het Zomerpark in Nieuw Vennep op 21 juli 2015

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek aan Woonzorgcentrum Het Hooge Heem in Grootegast op dinsdag 11 augustus 2015

Rapport van het inspectiebezoek aan Zorggroep Solis, locatie Woonzorgcentrum Groote & Voorster in Deventer op 16 juli 2015

Rapport van het inspectiebezoek aan Diafaan, locatie Meulenvelden in Didam op 23 september 2015

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Duinrust in Den Haag op 28 oktober 2015

Rapport van het inspectiebezoek aan Curamus, locatie De Blaauwe Hoeve in Hulst op 8 september 2015

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek aan Beweging 3.0, verpleeghuis De Lichtenberg in Amersfoort op 20 oktober 2015

Artemis Groep B.V., locatie Het Witte Huis B.V. Aan de raad van bestuur N.N. Stationsstraat AW Zetten

Rapport van het hertoetsbezoek aan Thebe locatie Aeneas in Breda op 12 april 2016

Per Huize Hebe T.a.v. de bestuurder Weteringlaan JP ZEIST

Op 26 juli 2016 heeft de inspectie uw reactie ontvangen. De inspectie heeft de drie door u gevraagde aanpassingen op pagina 5 en 6 overgenomen.

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Marente, locatie De Wilbert in Katwijk op 21 september 2017

Op 29 mei jl. heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (hierna: de inspectie) u het conceptrapport van het bezoek op 10 mei jl. toegezonden.

Uw mailbericht, met bijlagen, heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, in oprichting (hierna: de inspectie) in goede orde ontvangen.

Stichting Lelie Zorggroep Raad van bestuur Postbus AD CAPELLE a/d IJSSEL

Per Nieuwe Start woonzorg B.V. T.a.v. het bestuur Tongelresestraat DM EINDHOVEN

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Sevagram, locatie Tobias in Heerlen op 13 oktober 2015

Naar aanleiding van dit bezoek heeft de inspectie u een conceptrapportbrief toegestuurd op 31 augustus 2016 met kenmerk /V

Rapport van het inspectiebezoek op 17 juni 2014 aan Kruseman Aretz Zorgvilla s te Wassenaar

Rapport van het vervolg inspectiebezoek aan Thuiszorgorganisatie Centraalzorg Vallei & Heuvelrug te Leusden op 3 januari 2014

Resultaatsverslag. N.a.v. inspectiebezoek van Zorgcentrum Herema State in Heerenveen. op 14 februari 2017

Geef mensen met dementie een stem Dementia Care Mapping (DCM)

Zorggroep Charim Aan de raad van bestuur Grote Beer HK VEENENDAAL

BOPZ jaarverslag van 2017 Zorgcentrum St. Franciscus Gilze

Stichting Cato wonen welzijn zorg Aan de raad van bestuur Schrijnwerkersgaarde TP DEN HAAG

Stichting Beweging 3.0 Raad van bestuur Postbus GD AMERSFOORT

Stichting Aafje thuiszorg, huizen, zorghotels Raad van bestuur Postbus AP ROTTERDAM

Datum 25 januari 2017 Onderwerp vaststellen rapportbrief en afsluiten inspectiebezoek mondzorg aan De Buitenhof te Amsterdam op 19 december 2016

Stichting Espria Evean Oostergouw Raad van Bestuur Postbus AC BEILEN

Datum 13 december 2016 Onderwerp vaststellen rapportbrief en afsluiten inspectiebezoek mondzorg verpleeghuis Passaat te Eindhoven op 25 november 2016

Datum 18 januari 2017 Onderwerp rapportbrief medicatieveiligheid naar aanleiding van het hertoetsbezoek op 22 december 2016 aan De Stoevelaar te Goor

Utrecht, maart Rapport van het inspectiebezoek aan Thuizsorg B.V. in Den Haag op 18 februari 2019

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Woonzorg Flevoland, locatie De Bolder in Lelystad op 19 september 2017

Op 23 augustus 2016 heeft de inspectie uw reactie op de conceptrapportbrief in goede orde ontvangen.

Vastgesteld rapport van het onaangekondigde inspectiebezoek op 12 februari 2014 aan woonzorgcentrum Aelserhof te Elsloo

Datum 10 januari 2017 Onderwerp vaststellen rapportbrief mondzorg en afsluiten inspectiebezoek zorgcentrum Weddesteyn te Woerden op 2 december 2016

Stichting Zorggroep Florence Raad van bestuur Postbus CA RIJSWIJK

Stichting Cato Raad van bestuur Schrijnwerkersgaarde 3 BG 2542 TP DEN HAAG

Naar aanleiding van dit bezoek heeft de inspectie u op 19 september 2016 een conceptrapportbrief toegestuurd met kenmerk /V

Stichting Cato Raad van bestuur Schrijnwerkersgaarde 3 BG 2542 TP DEN HAAG

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Amstelring Groep, locatie Bornholm in Hoofddorp op 24 augustus 2017

Inspectiebezoek op 16 juni 2016 Tijdens het inspectiebezoek op 16 juni 2016 voldeed Villa Anna niet aan 29 van de 31 normen die beoordeeld zijn.

Rapport van het hertoetsbezoek op 27 mei 2015 aan Rinette Zorg te Best

Invulling Aster Zorg van addendum bij kwaliteitskader verpleeghuiszorg voor langdurige zorg thuis met een Wlzindicatie

Definitief rapport van het inspectiebezoek op 1 oktober 2014 aan afdeling Maashofje van Laurens Maasveld te Rotterdam

Rapport van het inspectiebezoek op 21 januari 2014 aan woon-en trainingslocatie Traject te Zwolle

Utrecht, juli Follow-up rapport van het inspectiebezoek aan Bewust4Beter Care Services v.o.f. te Baarn op 9 maart 2017

Toetsingskader Toezicht op zorgnetwerken rond cliënten in de thuissituatie

AANGETEKEND Stichting De Gelderhorst t.a.v. XXXXXXX, bestuurder Willy Brandtlaan RK EDE Gld

Rapport van het hertoetsbezoek op 26 maart 2015 aan De Hoge Hof te Herveld

Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Amstelringroep, locatie Leo Polak in Amsterdam op 1 september 2017

Utrecht, mei Follow-up rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Change Your life te Roermond op 15 december 2016

Omgaan met onbegrepen gedrag bij dementie

Stichting Cato Raad van bestuur Schrijnwerkersgaarde 3 BG 2542 TP DEN HAAG

Rapport van het hertoetsbezoek op 18 september 2014 aan Libertas Leiden, thuiszorgteam Vogelvlucht, te Leiden

Persoonsgerichte zorg en ondersteuning. Multidisciplinaire aanpak

Rapport van het inspectiebezoek aan De Paasbergen te Odoorn op 8 januari 2014

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Thuiszorg

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek op 16 januari 2014 aan woonzorgcentrum De IJpelaar te Breda

Rapport van het inspectiebezoek aan Zorghuis De Engelenhof te Veenendaal op 16 januari 2014

Utrecht, mei Follow-up rapport van het inspectiebezoek aan Uzo Zorg B.V. te Rotterdam op 12 januari 2017

Rapport van het hertoetsbezoek op 13 november 2014 aan R.K. zorgcentrum Roomburgh te Leiden

Vérian T.a.v. de Raad van bestuur Postbus BG Apeldoorn

Vastgesteld rapport van het hertoetsbezoek op 24 april 2014 aan Molenstaete te Breda

Relevante wet- en regelgeving die vandaag aan de orde komt in deze presentatie

Stichting Fundis Raad van bestuur Postbus AN GOUDA

Ontwikkelplan Omgaan met onbegrepen gedrag

Toetsingskader. voor instellingen waar mensen verblijven die niet thuis kunnen wonen. Utrecht, oktober 2017

Rapport van het inspectiebezoek Onderbouwd voorschrijven psychofarmaca in de gehandicaptenzorg aan Stichting Driestroom in Nijmegen op 16 november

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Nusantara Zorg en locatie Rumah Saya in Ugchelen op 27 maart 2018

Toetsingskader Wmo-toezicht Gelderland-Zuid

Stichting Beweging 3.0 Raad van bestuur Postbus GD AMERSFOORT

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Robijn De Doelen Gehanteerde lijst

Mei 2017 Medilex Toezicht en handhaving Wet Bopz 1

Kijken met andere ogen naar de zorg voor mensen met dementie en onbegrepen gedrag

Rapport van het hertoetsbezoek op 2 september 2014 aan Verzorgings- en verpleeghuis Drieën-Huysen te Vlaardingen

Stichting Aafje thuiszorg, huizen, zorghotels Raad van bestuur Postbus AP ROTTERDAM

Stichting Beweging 3.0 Raad van bestuur Postbus GD AMERSFOORT

Rapport van het inspectiebezoek op 31 juli 2014 aan verpleeghuis Residentie Moermont te Bergen op Zoom. Utrecht november 2014

Rapport van het inspectiebezoek op 6 januari 2015 aan Stichting H.V.P. Zorg, thuiszorgteam Zuiderparklaan te Den Haag

follow-up rapport van het inspectiebezoek aan Zorg & Welzijn Nederland B.V. te Arnhem op 31 oktober 2016 Utrecht, maart 2017

Rapport van het inspectiebezoek aan Frankeland - Sint Liduinastichting, locatie Frankeland in Schiedam op 29 augustus 2017

Rapport van het hertoetsbezoek op 22 januari 2015 aan Residence Bel Park B.V. te Den Haag. Utrecht, mei 2015

Toetsingskader. voor zorgaanbieders waar mensen wonen die langdurige zorg nodig hebben. Utrecht, oktober 2018

Tactus Verslavingszorg t.a.v. raad van bestuur Postbus AD DEVENTER

Rapport van het hertoetsbezoek aan zorgcentrum Noorderlicht te Hippolytushoef op 2 april 2015

Datum 7 oktober 2016 Onderwerp vastgestelde rapportbrief hertoetsbezoek medicatieveiligheid van 12 september 2016 Prinsenhof (WZH) te Den Haag

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 2518 6401 DA Heerlen Stichting Vitalis Zorggroep Raad van bestuur Postbus 4100 5604 EC EINDHOVEN Stadsplateau 1 3521 AZ Utrecht Postbus 2518 6401 DA Heerlen T 088 120 50 00 F 088 120 50 01 www.igz.nl Ons kenmerk 2017-1369231/ V1010374 Datum 31 januari 2017 Onderwerp vastgesteld rapport inspectiebezoek op 19 oktober 2016 aan Vitalis Vonderhof in Eindhoven Bijlage vastgesteld rapport Geachte raad van bestuur, Op 19 oktober 2016 heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna de inspectie) een hertoetsbezoek gebracht aan Vitalis Vonderhof in Eindhoven. Het bezoek is gebracht door N.N., senior inspecteur en ondergetekende. Dit bezoek vond plaats in het kader van het onderzoek van de inspectie naar het omgaan met onbegrepen gedrag voortkomend uit een vorm van dementie. Naar aanleiding van dit bezoek heeft de inspectie u op 21 november 2016 een conceptrapport met kenmerk 2016-1351090/V1010374 toegestuurd. De inspectie heeft u gevraagd ingeval van opmerkingen en/of feitelijke onjuistheden uiterlijk 19 december 2016 te informeren. Omdat de reactietermijn inmiddels is verstreken en de inspectie van u geen reactie heeft ontvangen, stelt de inspectie het rapport ongewijzigd vast. U ontvangt hierbij dit vastgestelde rapport 1. De inspectie sluit hiermee het bezoek van 19 oktober 2016 af. 1 De inspectie maakt het rapport over uw instelling niet eerder openbaar dan drie weken na vaststelling van het rapport. Openbaarmaking gebeurt door het plaatsen van het vastgestelde rapport op www.igz.nl. Pagina 1 van 2

De inspectie attendeert u erop dat zij deze brief actief openbaar maakt door plaatsing op haar website: www.igz.nl. Meer informatie over actieve openbaarmaking van documenten door de inspectie kunt u vinden op onze website (www.igz.nl/onderwerpen). Ik verwacht u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Ons kenmerk 2017-1369231/ V1010374 Datum 31 januari 2017 Hoogachtend, N.N. senior inspecteur Pagina 2 van 2

Rapport van het hertoetsbezoek aan Vitalis Vonderhof in Eindhoven op 19 oktober 2016 Utrecht januari 2017 V1010374

Rapport van het hertoetsbezoek aan Vitalis Vonderhof in Eindhoven op 19 oktober 2016 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding en belang... 3 1.2 Doelstelling bezoek... 3 1.3 Methode... 4 1.4 Toetsingskader en handhaving... 4 1.5 Beschrijving locatie... 4 2 Conclusie en beschouwing... 6 2.1 Paragraaf met terugkijken op vorige inspectiebezoek... 6 2.2 Paragraaf met resultaten hertoets bezoek in overzicht... 6 2.3 Mooie verbeteringen zichtbaar in een stabiel team... 7 2.4 Minder instrumenteel werken en meer persoonsgerichte zorg mogelijk... 7 2.5 Conclusie de zorg wordt grotendeels volgens de kernelementen uitgevoerd... 7 3 Bevindingen... 8 3.1 Kernelement 1: De zorgaanbieder heeft een aantoonbare en geïmplementeerde visie op de zorg aan mensen met een vorm van dementie.... 8 3.2 Kernelement 2: De medewerker kent de cliënt en zijn gedrag en rapporteert hierover... 10 3.3 Kernelement 3: De zorgaanbieder betrekt het netwerk van de cliënt bij essentiële momenten in het zorgproces... 11 3.4 Kernelement 4: Een multidisciplinair team met in ieder geval een verzorgende, arts en psycholoog zorgt dat zorgdoelen en interventies gebaseerd zijn op (een) gezamenlijk gedragen probleemstelling(en)... 12 3.5 Kernelement 5: Het multidisciplinaire team maakt aantoonbaar een analyse van het onbegrepen gedrag met nagaan van oorzaken op lichamelijk, psychisch en sociaal terrein... 13 3.6 Kernelement 6: Om de risico s van het gedrag zoveel mogelijk te verkleinen passen medewerkers eerst persoonsgerichte psychosociale interventies toe en leggen ze deze vast in het zorgdossier... 14 3.7 Kernelement 7: Psychofarmaca volgens de landelijk geldende richtlijnen toepassen... 16 3.8 Kernelement 8: De multidisciplinaire afspraken ten minste twee maal per jaar evalueren met etra aandacht voor het mogelijk staken van psychofarmaca... 16 Bijlage 1 Geraadpleegde documenten... 18 Bijlage 2 Uitleg observatiemethode SOFI... 19 Bijlage 3 Overzicht wetten, veldnormen en rapporten... 20 Pagina 2 van 20

Rapport van het hertoetsbezoek aan Vitalis Vonderhof in Eindhoven op 19 oktober 2016 1 Inleiding De Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: de inspectie) heeft op 19 oktober 2016 een onaangekondigd hertoetsbezoek gebracht aan Vitalis, locatie Vonderhof (hierna: Vonderhof) in Eindhoven. Het hertoetsbezoek is een vervolg op het bezoek aan Vonderhof op 12 november 2015. De rapportage van dit hertoetsbezoek kan niet los gezien worden van de rapportage van het inspectiebezoek in november 2015. In het eerste hoofdstuk van dit rapport beschrijft de inspectie het kader waarbinnen zij het bezoek bracht. In de hoofdstukken hierna volgen de conclusie en beschouwing, de handhaving met daarin de maatregelen die de zorgaanbieder moet nemen en tenslotte de bevindingen. 1.1 Aanleiding en belang De taak van de inspectie is het bevorderen van zorg van goede kwaliteit en van goed niveau. Goede zorg is in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig, cliëntgericht en tijdig. De zorgaanbieder stemt de zorg af op de reële behoefte van de cliënt en levert de zorg in overeenstemming met de professionele standaard. Hierbij neemt de zorgaanbieder de rechten van de cliënt zorgvuldig in acht en borgt hij dat de cliënt ook overigens met respect wordt behandeld. De inspectie vult haar taak in door erop toe te zien dat zorgaanbieders die onder toezicht staan, wet- en regelgeving, (beroeps)normen, richtlijnen en standaarden naleven. Zij doet dit onder meer door het brengen van aangekondigde en onaangekondigde inspectiebezoeken. De inspectie oefent haar toezicht niet uit vanuit de opvatting regels zijn regels, maar vanuit de overtuiging dat regels en (beroeps)normen een onontbeerlijk kader vormen voor goede zorg, en daarmee bijdragen aan de preventie van onnodige risico s voor cliënten. Etra aandacht gaat uit naar kwetsbare groepen. In dit kader verricht de inspectie binnen de langdurige zorg onderzoek naar de zorg voor ouderen met onbegrepen gedrag voortkomend uit een vorm van dementie. In vervolg op het project Zorg aan ouderen met onbegrepen gedrag voortkomend uit een vorm van dementie in 2014, toetst de inspectie in 2015 en 2016 bij 25 zorgaanbieders de zorg aan deze doelgroep. 1.2 Doelstelling bezoek De gewenste uitkomst van het onderzoek is dat zorgaanbieders de zorg voor cliënten met onbegrepen gedrag, voortkomend uit een vorm van dementie, volgens de normen leveren. De doelstelling van de inspectiebezoeken in 2015 en in 2016 is, te beoordelen in hoeverre de geboden zorg voldoet aan de 8 kernelementen 1 die zijn gebaseerd op relevante wet- en regelgeving, (beroeps)normen, richtlijnen en standaarden. 1 De kernelementen hebben hun oorsprong in het rapport Omgaan met onbegrepen gedrag bij dementie. Inventarisatie richtlijnen en inzichten rondom onbegrepen gedrag bij ouderen met dementie (Vilans en Trimbos-instituut) 2013. Pagina 3 van 20

Rapport van het hertoetsbezoek aan Vitalis Vonderhof in Eindhoven op 19 oktober 2016 Bij het vorige inspectiebezoek op 12 november 2015 bleek de geboden zorg aan alle kernelementen deels te voldoen. Op 7 april 2016 ontving de inspectie het resultaatsverslag waarin Vitalis de status aangeeft van de verbeteracties die zij heeft uitgevoerd met betrekking tot de beoordelingsaspecten waaraan de geboden zorg bij het vorige bezoek deels voldeed. De inspectie gebruikte dit resultaatsverslag ter voorbereiding op het hertoetsbezoek. 1.3 Methode De inspectie gebruikt een bezoekinstrument op basis van de 8 kernelementen voor zorg aan mensen met onbegrepen gedrag. In het instrument zijn de kernelementen als veldnormen vastgelegd. Elk kernelement bestaat uit een aantal beoordelingsaspecten. De inspectie beoordeelt het kernelement op basis van de bevindingen tijdens het bezoek. Om tot een oordeel te komen gebruikte de inspectie informatie uit verschillende bronnen. Zo sprak de inspectie met een cliëntvertegenwoordiger, een lid van de cliëntenraad, verschillende medewerkers, de specialist ouderengeneeskunde en het management van de locatie. Ook gebruikte de inspectie schriftelijke informatie uit (beleids)documenten (zie bijlage 1) en cliëntdossiers. Daarnaast kreeg de inspectie tijdens een rondleiding een algemene indruk van de omgeving van de cliënten. Een onderdeel van het bezoekinstrument zijn observaties van maimaal vijf cliënten in openbare ruimtes van de zorglocatie. Deze methode genaamd SOFI (Short Observational Framework for Inspection) is een observatie-instrument dat als doel heeft de zorg vanuit het perspectief van de cliënt in kaart te brengen (zie bijlage 2). Tijdens een observatieperiode van bij dit bezoek twee keer 30 minuten hebben twee inspecteurs een indruk gekregen hoe cliënten de zorg ervaren en van de manier waarop medewerkers met cliënten omgaan. De observatie heeft in drie verschillende huiskamers plaatsgevonden voor en tijdens de lunch. Tijdens de observaties waren in alle huiskamers meerdere medewerkers aanwezig. Er waren eveneens familieleden aanwezig die op bezoek kwamen. Resultaten van de SOFI-observaties worden altijd gebruikt in combinatie met de informatie uit de verschillende hierboven genoemde bronnen (triangulatie). 1.4 Toetsingskader en handhaving De kernelementen en beoordelingsaspecten die de inspectie hanteerde, zijn gebaseerd op de wet- en regelgeving en de daarvan afgeleide veldnormen van de koepelorganisaties en branche- en beroepsverenigingen. Een overzicht van het normenkader is opgenomen in bijlage 3. De inspectie kan tot handhaving overgaan indien de/een kernelement(en) waar kwaliteitsverbetering noodzakelijk was, opnieuw niet of deels voldoen/voldoet. 1.5 Beschrijving locatie Algemeen Vitalis Vonderhof is één van de 20 locaties van Vitalis en ligt in het centrum van Eindhoven. Vonderhof biedt zelfstandig wonen met thuiszorg en verzorgd- en verpleegd wonen. Voor cliënten met een psychogeriatrische zorgvraag zijn op de begane grond en op de derde verdieping in totaal drie gesloten afdelingen (hierna pg (psychogeriatrische)- afdelingen) ingericht. Op deze 3 afdelingen met 32 cliënten richtte dit inspectiebezoek zich. De cliënten hebben allen een zorgzwaarte pakket (ZZP) met behandeling. 27 Cliënten hebben een ZZP 5, vijf cliënten een ZZP 7. Vitalis werkt met zogenaamde Vitale teams. Twee managers stuurden de Vitale teams van Vonderhof aan. Pagina 4 van 20

Rapport van het hertoetsbezoek aan Vitalis Vonderhof in Eindhoven op 19 oktober 2016 Locatie Op de begane grond (De Klaproos) wonen 8 cliënten in de setting van kleinschalig wonen. Vonderhof was volop bezig een verbouwing van deze pg-afdeling voor te bereiden. Hierbij wordt de afdeling uitgebreid met vier plaatsen. Ook wordt de tuin verruimd, zodat daar meer bewegingsruimte ontstaat. Indien de verbouwing teveel overlast veroorzaakt voor de huidige 8 cliënten, is de mogelijk aanwezig om deze bewoners tijdelijk intern te verhuizen. Elke cliënt heeft zijn eigen slaapkamer die naar eigen behoefte ingericht kan worden met een zitgedeelte. De afdeling heeft een grote huiskamer waarvan een gedeelte als woonkeuken is ingericht en een gedeelte als zitkamer. De inrichting bestaat deels uit projectmeubelen en uit ouder meubilair dat herkenbaar is voor de cliënten. Er is één doucheruimte ter beschikking voor alle cliënten. Op de Klaproos verblijven cliënten die nog redelijk zelfstandig zijn. Wanneer de zorg zwaarder wordt en bijvoorbeeld twee medewerkers samen de zorg moeten verlenen aan de cliënt, kan een verhuizing naar de derde etage van toepassing zijn. Op de Klaproos is tevens een ruimte ingericht als kap- en beautysalon. Deze ruimte staat ter beschikking aan alle cliënten en familie van Vonderhof. Op de derde etage verblijven 24 cliënten met psychogeriatrische problematiek. De afdeling is verdeeld in unit A, ook genoemd De Leliehof, en unit B, De Vlinderhof. Elke cliënt heeft een ruime eigen kamer met douche en toilet. De Leliehof en Vlinderhof hebben samen drie woonkamers. Deze woonkamers zijn ingericht met een zithoek en eettafel. De keuken is in een hoek van de ruimte. Ook is er een werkplek voor de medewerkers. De woonkamers zijn huiselijk ingericht met accessoires die passen bij het seizoen. Sinds het vorig bezoek hebben de afdelingen vaste Vitale teams met ongeveer 6 FTE formatie. In ieder team werkt minimaal één verpleegkundige en een verzorgende die de opleiding gespecialiseerd verzorgende psychogeriatrie (GVP) heeft gevolgd. Het is de bedoeling dat deze teams steeds meer zelfstandig gaan functioneren. In sommige teams werkt nog een coördinator, in andere teams niet. Ook hebben de teams vaste vrijwilligers, stagiaires en gastvrouwen. Nagenoeg alle vacatures waren tijdens het bezoek in Vonderhof ingevuld, waardoor er minder fle-medewerkers nodig waren. Waar dit nodig was, werden zoveel mogelijk vaste flekrachten ingezet. Vonderhof werkte met een eigen specialist ouderengeneeskunde, basisarts en psycholoog. De formatie van de activiteitenbegeleiding was in tegenstelling tot eerdere plannen niet verminderd. De drie activiteitenbegeleiders werkten integraal voor alle afdelingen. Pagina 5 van 20

voldoet Voldoet deels Voldoet niet Rapport van het hertoetsbezoek aan Vitalis Vonderhof in Eindhoven op 19 oktober 2016 2 Conclusie en beschouwing Dit hoofdstuk start met samenvatting van de resultaten van het vorige inspectiebezoek. Daarna volgt een totaaloverzicht van de scores per kernelement van het hertoetsbezoek. Hierna volgen paragrafen met een beschouwend karakter. Tenslotte geeft de inspectie haar conclusie. 2.1 Paragraaf met terugkijken op vorige inspectiebezoek Bij het bezoek in november 2015 zag de inspectie dat binnen Vonderhof het onderwerp omgaan met onbegrepen gedrag op de agenda stond. Er was echter net een reorganisatie achter de rug en het werken met Vitale, zelfsturende, teams moest nog vorm krijgen. De twee managers waren sinds enkele maanden in functie. Het multidisciplinaire team was grotendeels nieuw. Medewerkers waren niet recent geschoold op het onderwerp dementie. Persoonsgerichte dagbesteding en structurele evaluatie van psychofarmaca waren punten van aandacht. 2.2 Paragraaf met resultaten hertoets bezoek in overzicht Kernelement 1. De zorgaanbieder heeft een aantoonbare en geïmplementeerde visie op de zorg aan mensen met een vorm van dementie 2 De medewerker kent de cliënt en zijn gedrag en rapporteert hierover 3 De zorgaanbieder betrekt het netwerk van de cliënt bij essentiële momenten in het zorgproces 4 Een multidisciplinair team met in ieder geval een verzorgende, arts en psycholoog zorgt dat zorgdoelen en interventies gebaseerd zijn op (een) gezamenlijk gedragen probleemstelling(en) 5 Het multidisciplinaire team maakt aantoonbaar een analyse van het onbegrepen gedrag met nagaan van oorzaken op lichamelijk, psychisch en sociaal terrein 6 Om de risico s van het gedrag zo veel mogelijk te verkleinen passen medewerkers eerst persoonsgerichte psychosociale interventies toe en leggen ze deze vast in het zorgdossier 7 Psychofarmaca volgens de landelijk geldende richtlijnen toepassen 8 De multidisciplinaire afspraken ten minste twee maal per jaar evalueren met etra aandacht voor het mogelijk staken van psychofarmaca Verbeterd: t.o.v. vorige keer Kernelementen 1, 3, 4, 5 en 8 veranderen van voldoet deels naar voldoet. Pagina 6 van 20

Rapport van het hertoetsbezoek aan Vitalis Vonderhof in Eindhoven op 19 oktober 2016 2.3 Mooie verbeteringen zichtbaar in een stabiel team In Vonderhof zijn veel verbeteringen gerealiseerd in de zorg aan mensen met dementie en onbegrepen gedrag. De Vitale teams die Vitalis nastreeft, krijgen op Vonderhof vorm. De twee managers zorgden het afgelopen jaar voor continuïteit en scheppen de nodige voorwaarden voor de Vitale teams. Deze teams kunnen hierdoor hun verantwoordelijkheden aan en pakken deze enthousiast op. Medewerkers en management hebben hard gewerkt in de afgelopen periode aan het verbeteren van de dementiezorg. Een stabiele formatie, uitgebreidere kennis van cliënten met dementie en veel energie in de teams zijn mooie resultaten hiervan. 2.4 Minder instrumenteel werken en meer persoonsgerichte zorg mogelijk Persoonsgerichte zorg is nog niet altijd zichtbaar in het handelen van medewerkers. Medewerkers binnen Vonderhof bieden warme zorg. Vitalis ondersteunt de Vitale teams met uitbreiding van hun kennis en met eterne coaching. Medewerkers zouden hiermee in staat moeten zijn om de zorg die zij aan de kwetsbare cliënten van Vonderhof bieden nog meer persoonsgericht te maken. De voorwaarden hiervoor zijn aanwezig. Dit vraagt echter veel tijd en vooral loslaten van de oude gewoonten uit het verzorgingshuis. Vonderhof is op de goede weg hiermee. 2.5 Conclusie de zorg wordt grotendeels volgens de kernelementen uitgevoerd De zorg aan mensen met onbegrepen gedrag wordt in Vonderhof grotendeels volgens de kernelementen uitgevoerd. Dit betekent dat goede zorg vaak wel, maar nog niet altijd gegarandeerd is. De inspectie gaat ervan uit dat Vonderhof met de in hoofdstuk 3 gegeven informatie verder gaat op de ingeslagen weg om de benodigde verbeteringen uit te voeren. De inspectie verwacht dat de zorgaanbieder controleert of ook de overige locaties of teams alle kernelementen en beoordelingsaspecten naleven en dat hij zo nodig passende maatregelen treft. Pagina 7 van 20

Voldoet Voldoet deels Voldoet niet Niet beoordeeld Rapport van het hertoetsbezoek aan Vitalis Vonderhof in Eindhoven op 19 oktober 2016 3 Bevindingen In dit hoofdstuk geeft de inspectie weer wat zij aantrof tijdens het inspectiebezoek. De beschrijving in het blauwe kader omschrijft een benadering van de wenselijke situatie. Per kernelement is een aantal beoordelingsaspecten beschreven. Tijdens het bezoek keek de inspectie naar de uitvoering van de beoordelingsaspecten. Het resultaat is een oordeel per beoordelingsaspect en per kernelement: voerde de zorgaanbieder de zorg volgens het kernelement, deels volgens het kernelement of niet volgens het kernelement uit? De inspectie hanteerde hierbij het uitgangspunt dat een kernelement voldoet wanneer alle beoordelingsaspecten voldoen. Een kernelement voldoet niet wanneer alle beoordelingsaspecten niet voldoen. In de andere gevallen voldoet een kernelement deels. Niet beoordeeld betekent dat de situatie waarop het beoordelingsaspect van toepassing is, op de locatie wel voorkomt, maar niet aan de orde is geweest tijdens het bezoek. De inspectie illustreert haar oordeel met positieve en negatieve voorbeelden. 3.1 Kernelement 1: De zorgaanbieder heeft een aantoonbare en geïmplementeerde visie op de zorg aan mensen met een vorm van dementie. De zorgaanbieder heeft aantoonbaar een visie/beleid 2 waaruit blijkt vanuit welke gedachte en op welke manier hij zorg aan mensen met dementie wil bieden. Uit deze visie blijkt dat de zorgaanbieder het streven ondersteunt om het onbegrepen gedrag bij mensen met dementie te onderzoeken, te begrijpen en oorzaken van (probleem oproepend) onbegrepen gedrag aan te pakken. De visie wordt vertaald naar beleid. Uit onderzoek blijkt dat een visie vooral dan bijdraagt aan het succes van een woonvoorziening wanneer deze niet alleen op papier staat, maar ook in de praktijk is doorgevoerd en wordt nageleefd. Kernelement (KE) met beoordelingsaspecten: Kernelement KE 1 De zorgaanbieder heeft een aantoonbare en geïmplementeerde visie op de zorg aan mensen met een vorm van dementie 1.1 De zorgaanbieder heeft vastgelegd vanuit welke visie hij zorg aan mensen met een vorm van dementie biedt. 1.2 De zorgaanbieder toetst de praktijk continu aan de visie. 1.3 De visie is leidraad voor personeels- en familiebeleid. 2 De gevraagde visie kan onderdeel zijn van een grotere, bredere visie van de zorgaanbieder. Ook het op de visie gebaseerde beleid (hoe wordt de visie in de praktijk gebracht) kan onderdeel zijn van een groter/breder beleid. Pagina 8 van 20

Rapport van het hertoetsbezoek aan Vitalis Vonderhof in Eindhoven op 19 oktober 2016 Toelichting per beoordelingsaspect 1.1 Vitalis kende diverse visiedocumenten. In een recent verschenen (augustus 2016) concept document benoemde Vitalis een aantal hoofdthema s: dementie is gewoon en dichtbij, familieparticipatie, focus op genieten, kijken met andere ogen, ruimte en veiligheid bieden en Vitaal actief. Het kennen van cliënten en het belang van de levensgeschiedenis kwam hierin naar voren. Ook beschreef Vitalis dat ze wil stimuleren dat mensen met dementie blijven meedoen. 1.2 De teams van Vonderhof waren hard bezig om de visie in de praktijk te brengen. De teams organiseerden teamsessies om van visie tot uitvoering te komen. In drie verplichte klinische lessen oefende een etern trainer een model met de teams om op systematische wijze het gedrag van individuele bewoners te observeren en analyseren. Ook de arts en psycholoog waren hierbij betrokken. Met dit model was op een andere locatie goede ervaring opgedaan. Medewerkers gaven aan dat dit model behulpzaam was om het gedrag van cliënten beter te kunnen begrijpen en de acties daarop af te stemmen. Een concreet voorbeeld hoe Vonderhof realiseerde dat cliënten met dementie bleven meedoen was de manier waarop de activiteitenbegeleiders samen met medewerkers en vrijwilligers activiteiten organiseerden. Cliënten met en zonder dementie namen deel aan deze activiteiten en het was gebruikelijk dat men elkaar hielp. Vonderhof maakte gebruik van de ligging van gebouw nabij het stadscentrum. Zo gingen cliënten regelmatig met medewerkers naar de markt en namen dan voor elkaar boodschapjes mee. 1.3 De personele bezetting binnen de psychogeriatrische teams was op orde. Daardoor konden teams zich richten op hun verdere ontwikkeling. De manager Vitale teams van de psychogeriatrie binnen Vonderhof ondersteunde zijn teams waar nodig. Een eterne coach begeleidde de manager en de teams in een traject dat reeds enige maanden bezig was. Het traject met de eterne coach besloeg een breed spectrum. Het uitbreiden van kennis rondom verschillende vormen van dementie was aan de orde geweest. Ook behandelde de coach met het team ontwikkelingsaspecten als feedback regels en kernkwaliteiten van de individuele medewerker en van het team. Een zelfscan van het team maakte hier onderdeel van uit. Voor inhoudelijke aandachtsgebieden als hygiëne en medicatieveiligheid hadden de teams aandachtvelders aangewezen. Vitalis ondersteunde deze aandachtvelders met scholing en coaching. Binnen Vonderhof werkte inmiddels een groep van meer dan 10 verpleegkundigen. Deze verpleegkundigen werkten mee binnen de Vitale teams en hadden een voortrekkende en coachende rol. Vonderhof faciliteerde deze verpleegkundigen met opleidingen en met tijd om elkaar te ontmoeten. Verder waren er 6 medewerkers die de GVP opleiding hadden afgerond en 4 medewerkers volgden nu de opleiding. Dit waren zowel medewerkers van de pg- als van de somatische afdelingen. Het management had veel aandacht voor de begeleiding van vrijwilligers. De vrijwilligers volgden recent een scholingsmiddag over dementie. Pagina 9 van 20

Voldoet Voldoet deels Voldoet niet Niet beoordeeld Rapport van het hertoetsbezoek aan Vitalis Vonderhof in Eindhoven op 19 oktober 2016 3.2 Kernelement 2: De medewerker kent de cliënt en zijn gedrag en rapporteert hierover Zorg voor de cliënt wordt geleverd vanuit het kennen van de cliënt. Medewerkers weten welk gedrag, welke stemming, normaal is voor die cliënt. Medewerkers laten in de praktijk zien dat zij cliënten kennen en dat zij signalen van onbegrepen gedrag kunnen herkennen, hierover kunnen rapporteren en op het gedrag kunnen reageren. Voor iedere cliënt is een individueel zorgleefplan beschikbaar dat aansluit op de levensloop 3 en zorgbehoeften van de cliënt en dat, vanuit het cliëntperspectief, concreet geformuleerde doelen bevat. Uit het zorgleefplan blijkt dat signalen van het normale gedrag en het daarvan afwijkende, onbegrepen gedrag bekend zijn. Beschreven staat hoe escalatie voorkomen kan worden en hoe de cliënt weer in een positieve stemming gebracht kan worden. In de rapportage 4 is informatie over de duiding van onbegrepen gedrag en zo nodig preventie van escalatie en acties om de cliënt in een positieve stemming terug te brengen, terug te vinden. Het zorgleefplan komt multidisciplinair (kernelement 4) tot stand in samenwerking met de cliënt en/of zijn vertegenwoordiger (kernelement 3). Kernelement met beoordelingsaspecten: Kernelement KE 2 De medewerker kent de cliënt en zijn gedrag en rapporteert hierover 2.1 De medewerker kent de cliënt. 2.2 De levensloopinformatie is aantoonbaar in het dossier opgenomen. 2.3 Medewerkers herkennen signalen van afwijkend gedrag van de cliënt en rapporteren hierover. 2.4 Medewerkers reageren ondersteunend 5 naar de cliënt. Toelichting per beoordelingsaspect 2.1 Op de pg-afdelingen werkten nu kleine, vaste teams. Hierdoor kenden de medewerkers hun cliënten. Vonderhof werkte met flemedewerkers, maar deze werkten zoveel mogelijk op dezelfde afdelingen. Via de zorgdossiers en een apart overdrachtsformulier hielden medewerkers elkaar en de flemedewerkers op de hoogte van bijzonderheden van cliënten. 2.2 Medewerkers binnen Vonderhof vroegen levensloop informatie in het opnamegesprek. Deze informatie verwerkten zij in het zorgleefplan. Een stagiaire ontwikkelde voor het onderdeel ken je bewoner een formulier voor gedragsanalyse van cliënten. Het werken met kernkwaliteiten was de basis 3 Levensloop: bedoeld wordt zowel de medische levensloop als de sociale levensloop. 4 Bedoeld wordt de (dagelijkse) rapportage waarin ten minste aan de hand van de zorgdoelen wordt gerapporteerd over het gebeurde, de rapportage van overleggen, de rapportage van anderen dan de verzorging. 5 Bedoeld wordt dat de medewerker de sterke kanten van de cliënt positief bekrachtigt. De cliënt weet zich daardoor gehoord en gezien. De houding van de medewerker is op de individuele cliënt afgestemd. Pagina 10 van 20

Voldoet Voldoet deels Voldoet niet Niet beoordeeld Rapport van het hertoetsbezoek aan Vitalis Vonderhof in Eindhoven op 19 oktober 2016 hiervan. Zowel de eerst verantwoordelijke verzorgenden (EVVers) als de specialist ouderengeneeskunde werkten enthousiast met dit formulier en leerden zo cliënten beter kennen. 2.3 EVVers waren serieus en enthousiast bezig om via een model met kernkwaliteiten hun cliënten te leren kennen en signalen van afwijkend gedrag zo snel mogelijk op te pakken. Er was veel informatie beschikbaar, maar deze informatie was nog wel verspreid in verschillende ordners en documenten. Per dag maakten medewerkers een overzicht van de belangrijkste observatiepunten per cliënt om zo signalen van afwijkend gedrag goed te observeren. Op termijn zou alle informatie in een nieuw elektronisch dossier een plaats krijgen. 2.4 Tijdens de observatie waren medewerkers veelal instrumenteel met het huishouden en hun taken bezig en hadden daarbij weinig interactie met cliënten. Een enkele medewerker bracht met een grapje of enthousiasme echt leven in de brouwerij waardoor cliënten even opleefden. 3.3 Kernelement 3: De zorgaanbieder betrekt het netwerk 6 van de cliënt bij essentiële momenten in het zorgproces Gevraagd en ongevraagd tellen de ervaring, wensen en inzichten van de cliënt en zijn netwerk over het welzijn en het gedrag van de cliënt mee bij het analyseren en vaststellen van het (onbegrepen) gedrag van de cliënt. Ook bij het bepalen van het zorg- en behandelbeleid door het multidisciplinaire team, de evaluaties en bijstellingen van de zorgafspraken is de betrokkenheid van het netwerk van de cliënt van belang. Het netwerk van de cliënt krijgt ruimte om de eigenheid en de autonomie van de cliënt te bewaken en te bevorderen. Kernelement met beoordelingsaspecten: Kernelement KE 3 De zorgaanbieder betrekt het netwerk van de cliënt bij essentiële momenten in het zorgproces 3.1 Het netwerk van de cliënt levert een bijdrage aan het opstellen van de (sociale) levensloop van de cliënt. 3.2 Het netwerk van de cliënt levert een bijdrage aan het vaststellen van de probleemanalyse. 3.3 Het netwerk van de cliënt levert een bijdrage aan het bepalen van de zorg- en behandeldoelen. 3.4 Het netwerk van de cliënt levert een bijdrage aan het kiezen van passende interventies (shared decision making). 3.5 Het netwerk van de cliënt levert een bijdrage aan de evaluatie. 6 De inspectie kiest hier voor de term netwerk omdat naast de betrokkenheid van de (wettelijke) vertegenwoordiger van de cliënt ook betrokkenheid van andere naasten (familie en mantelzorgers) bij het betekenis geven aan onbegrepen gedrag denkbaar is en mogelijk zou moeten zijn. Pagina 11 van 20

Rapport van het hertoetsbezoek aan Vitalis Vonderhof in Eindhoven op 19 oktober 2016 Toelichting per beoordelingsaspect 3.1 Het netwerk van de cliënt was vanaf het moment van opname betrokken bij het opstellen van de (sociale) levensloop van de cliënt. Het opnameformulier bevatte veel vragen waarmee medewerkers zich een goed beeld konden vormen van de cliënt. 3.2 Bij problemen of gedrag dat niet goed begrepen werd, benaderden de EVVers het netwerk van de cliënt en betrokken hen bij de probleemanalyse. Daar waar de problemen mede het netwerk betroffen, hielden medewerkers in hun benadering hier rekening mee. 3.3 Het netwerk van de cliënt werd nauw betrokken bij het bepalen van zorg- en behandeldoelen. Voorafgaand en tijdens het multidisciplinaire overleg (MDO) was intensief contact tussen de EVVers en het netwerk. In de zorgdossiers waren verslagen van deze overleggen terug te vinden. 3.4 De inspectie zag voorbeelden van interventies die in samenspraak met het netwerk of op basis van informatie uit de levensloop plaatsvonden. Zo mocht een cliënt die zelf verpleegkundige was geweest, op gepaste wijze helpen in de zorg. Een andere cliënt schilde appels voor de groep zodat zij zich zo nuttig kon maken. 3.5 De voorbereiding van het MDO werd uitgebreid gedaan en was tevens een evaluatie van eerdere doelen. Hierbij betrokken EVVers het netwerk van de cliënt. De inspectie zag ook tussentijdse aanpassing van de doelen, waar dit nodig was. Ook hierbij betrokken medewerkers het netwerk. Bovendien legden zij dit vast in het zorgdossier en op de basiszorglijst. 3.4 Kernelement 4: Een multidisciplinair team 7 met in ieder geval een verzorgende, arts en psycholoog zorgt dat zorgdoelen en interventies gebaseerd zijn op (een) gezamenlijk gedragen probleemstelling(en) Multidisciplinair werken is een voorwaarde om gedrag te onderzoeken, een best passende interventie samen te stellen, uit te voeren en te evalueren. Multidisciplinair werken, gericht op de zorg voor mensen met onbegrepen gedrag voortkomend uit een vorm van dementie, gebeurt door een vast team. Dit vaste multidisciplinaire team heeft een gezamenlijk gedachtegoed, gebaseerd op de visie van de zorgaanbieder (kernelement 1) van waaruit gewerkt wordt. Het team bestaat minimaal uit de disciplines die direct bij de behandeling en verzorging/verpleging van de cliënt betrokken zijn. Het multidisciplinaire team wordt zo nodig aangevuld met eterne deskundigen (bijvoorbeeld: psychiater, CCE, gedragsdeskundigen GGZ); zeker als de cliënt onvrijwillige zorg krijgt. Het multidisciplinaire team heeft een met de zorgbehoefte van de cliënt harmoniërende overlegfrequentie; het minimum is een keer per half jaar. 7 In veel protocollen en richtlijnen wordt de term multidisciplinair team gebruikt. Deze term wordt in de protocollen niet ingevuld. Uit de contet mag worden opgemaakt dat bedoeld wordt dat het team ten minste bestaat uit de specialist ouderengeneeskunde/sociaal geriater en (een vertegenwoordiging van) verzorgenden. Een psycholoog is bij voorkeur een vast teamlid of is door de arts en verzorgenden makkelijk te consulteren. Andere deskundigen, zoals paramedici, zijn in ieder geval bij overlegmomenten betrokken als zij daadwerkelijk zorg verlenen aan de betreffende cliënt. Pagina 12 van 20

Voldoet Voldoet deels Voldoet niet Niet beoordeeld Rapport van het hertoetsbezoek aan Vitalis Vonderhof in Eindhoven op 19 oktober 2016 Kernelement met beoordelingsaspecten: Kernelement KE 4 Een multidisciplinair team met in ieder geval een verzorgende, arts en psycholoog, zorgt dat zorgdoelen en interventies gebaseerd zijn op (een) gezamenlijk gedragen probleemstelling(en) 4.1 Het vaste multidisciplinaire team voor mensen met onbegrepen gedrag bij dementie bestaat tenminste uit verzorgenden, de medisch behandelaar, de gedragsdeskundige en de vertegenwoordiger van de cliënt. 4.2 Het multidisciplinaire team baseert de zorgdoelen en de interventies op (een) gezamenlijk gedragen probleemstelling(en). 4.3 Het multidisciplinaire team betrekt zo nodig eterne/andere deskundigen bij het overleg. Toelichting per beoordelingsaspect 4.1 Het vaste multidisciplinaire team voor mensen met onbegrepen gedrag bij dementie bestond uit de EVVer, de basisarts, de specialist ouderengeneeskunde, de psycholoog en een vertegenwoordiger van de cliënt. Er waren wisselingen geweest in de specialisten ouderengeneeskunde op Vonderhof, vanwege een artsentekort binnen Vitalis. Sinds september was het team in deze samenstelling werkzaam. De psycholoog en basisarts liepen op vaste tijden (gedrags)visites. Hierbij waren altijd zorgmedewerkers aanwezig. Iedere week was er bovendien een kernteamvergadering met specialist ouderengeneeskunde, psycholoog en zorgmedewerkers. 4.2 Het multidisciplinaire team baseerde zorg zorgdoelen en de interventies op gezamenlijk gedragen probleemstellingen. Wel werkten het behandelteam en de zorg in twee verschillende systemen, maar alle relevante informatie van arts en psycholoog werd gekopieerd in het zorgdossier. Begin 2017 was voorzien in een nieuw systeem waarbij een koppeling mogelijk was tussen beide dossiers. 4.3 Dit beoordelingsaspect is niet epliciet aan de orde geweest tijdens dit inspectiebezoek. 3.5 Kernelement 5: Het multidisciplinaire team maakt aantoonbaar een analyse van het onbegrepen gedrag met nagaan van oorzaken op lichamelijk, psychisch en sociaal terrein Vanuit het kennen van de cliënt is bekend wanneer onbegrepen gedrag optreedt. De zorgaanbieder analyseert onbegrepen gedrag op een methodische wijze en in multidisciplinair verband. De analyse bevat onderzoek naar lichamelijke factoren en medicijngebruik, onderzoek naar psychische factoren (de aanwezigheid van een psychische stoornis) en onderzoek naar sociale factoren (inclusief de levensgeschiedenis, de bejegening en de omgevingsfactoren) als mogelijke oorzaken van het onbegrepen gedrag. Pagina 13 van 20

Voldoet Voldoet deels Voldoet niet Niet beoordeeld Rapport van het hertoetsbezoek aan Vitalis Vonderhof in Eindhoven op 19 oktober 2016 Kernelement met beoordelingsaspecten: Kernelement KE 5 Het multidisciplinaire team maakt aantoonbaar een analyse van het onbegrepen gedrag met nagaan van oorzaken op lichamelijk, psychisch en sociaal terrein 5.1 Er is multidisciplinair of door meerdere disciplines onderzoek gedaan naar oorzaken van onbegrepen gedrag op lichamelijk, psychisch en sociaal (levensgeschiedenis en omgevingsfactoren) terrein. 5.2 De resultaten van het onderzoek naar oorzaken van het onbegrepen gedrag zijn in het zorgdossier opgenomen. Toelichting per beoordelingsaspect 5.1 De oorzaken van onbegrepen gedrag werden in Vonderhof altijd op lichamelijke, psychische en sociale factoren onderzocht. Er waren korte lijnen met de arts en de psycholoog. Door gebruik te maken van het nieuwe model (zie 1.2), betrok het multidisiciplinaire team alle aspecten automatisch in het onderzoek. 5.2 Alhoewel EVVers nog niet voor alle cliënten met onbegrepen gedrag het nieuwe model hanteerden, was dit wel het streven. De analyse en de uitkomsten van het model werden onderdeel van het zorgdossier. Het enthousiasme waarmee medewerkers hiermee aan de slag waren gegaan, gaf de inspectie vertrouwen dat dit hulpmiddel voorzag in een behoefte. 3.6 Kernelement 6: Om de risico s van het gedrag zoveel mogelijk te verkleinen passen medewerkers eerst persoonsgerichte psychosociale interventies toe en leggen ze deze vast in het zorgdossier Onbegrepen gedrag kan door verschillende interventies aangepakt worden. Afhankelijk van de oorzaak van het gedrag wordt bij een keuze tussen psychosociale interventies en toepassing van psychofarmaca eerst gekozen voor psychosociale interventies. Dit omdat psychosociale interventies passen bij een persoongerichte benadering van cliënten. De interventies moeten passen binnen professionele standaarden. De psychosociale interventies worden in het vaste multidisciplinaire team (eventueel aangevuld met eterne deskundigheid) en met het netwerk van de cliënt besproken en vastgelegd in het zorgleefplan. Indien uit evaluatie van de interventie(s) blijkt dat de interventie en eventuele alternatieve psychosociale interventies het cliëntgedrag niet voldoende beïnvloeden, kan (aanvullend) psychofarmaca gebruikt worden. Medewerkers moeten deskundig en creatief zijn in het toepassen van psychosociale interventies. In uitzonderingssituaties is eerst psychofarmaca toepassen te verdedigen, maar dan wel altijd evalueren en verminderen/vervangen door psychosociale interventie. Pagina 14 van 20

Voldoet Voldoet deels Voldoet niet Niet beoordeeld Rapport van het hertoetsbezoek aan Vitalis Vonderhof in Eindhoven op 19 oktober 2016 Kernelement met beoordelingsaspecten: Kernelement KE 6 Kernelement 6: Om de risico s van het gedrag zo veel mogelijk te verkleinen passen medewerkers eerst persoonsgerichte psychosociale interventies toe en leggen ze deze vast in het zorgdossier 6.1 Uit het zorgdossier blijkt dat medewerkers eerst persoonsgerichte psychosociale interventies toepassen voordat zij andere interventies toepassen. 6.2 Psychosociale interventies sluiten aan bij de cliënt. 6.3 Medewerkers kennen een scala aan psychosociale interventies. Ze zijn deskundig in het toepassen hiervan waarbij ze hun eigen mogelijkheden en beperkingen kennen, evenals die van de fysieke omgeving en de medecliënten. 6.4 Wanneer na onderzoek de oorzaak van het gedrag niet achterhaald is, wordt aangegeven hoe risico s zo veel mogelijk verkleind worden. Toelichting per beoordelingsaspect 6.1 De inspectie zag medewerkers die heel bewust bezig waren met het begrijpen van het gedrag van hun cliënten. De training die zij daarvoor met elkaar onder begeleiding van een eterne psycholoog volgden hielp hen daarbij. Medewerkers verwerkten de per cliënt opgedane kennis, en de pschosociale interventies die ze toe konden passen in de zorgdossiers. 6.2 De inspectie zag diverse voorbeelden van activiteiten die specifiek gericht waren op aansluiting bij de belevingswereld van de cliënten. Zo werd Limburgse muziek gedraaid voor een cliënt die daar blij van werd, zat een andere cliënt bij het raam om naar de vogeltjes te kunnen kijken, werd een warm voetenbadje gemaakt voor iemand die daar goede herinneringen aan had en kwam een cliënt vrolijk terug van de fysiotherapie omdat ze gedanst had (in plaats van geoefend met lopen). 6.3 De meeste medewerkers wisten psychosociale interventies toe te passen. Tegelijkertijd waren zij echter tijdens de observaties vooral taakgericht bezig, waarbij het nog niet altijd lukte om deze taken te integreren met persoonsversterkende interacties. De inspectie denkt dat hier ruimte voor verbetering is. 6.4 Dit beoordelingsaspect is tijdens het bezoek niet aan de orde geweest. Pagina 15 van 20

Voldoet Voldoet deels Voldoet niet Niet beoordeeld Rapport van het hertoetsbezoek aan Vitalis Vonderhof in Eindhoven op 19 oktober 2016 3.7 Kernelement 7: Psychofarmaca volgens de landelijk geldende richtlijnen toepassen Als psychosociale interventies onvoldoende resultaat bereiken kan het toepassen van psychofarmaca een (aanvullend) alternatief zijn. Psychofarmaca (antipsychotica, antidepressiva, aniolytica en hypnotica) worden voorgeschreven om het gedrag te beïnvloeden. In diverse richtlijnen staat omschreven welke geneesmiddelen bij cliënten met dementie, waarbij onbegrepen gedrag voorkomt, voorgeschreven kunnen worden. In het geval een voorschrijver redenen heeft om af te wijken van de richtlijnen, horen de redenen vastgelegd te zijn in het cliëntdossier. Kernelement met beoordelingsaspecten: Kernelement KE 7 Psychofarmaca volgens de landelijk geldende richtlijnen toepassen 7.1 In het zorgdossier is terug te lezen welk (gedrags)probleem met behulp van psychofarmaca wordt behandeld. 7.2 De cliënt krijgt psychofarmaca voorgeschreven op basis van de richtlijn probleemgedrag (met herziene medicatieparagraaf) en de richtlijn diagnostiek en medicamenteuze behandeling van dementie. 7.3 Indien de voorschrijver argumenten heeft om af te wijken van de richtlijnen, legt hij deze argumenten in het cliëntdossier vast. Toelichting per beoordelingsaspect 7.1 In het zorgdossier was terug te lezen dat cliënten psychofarmaca gebruikten. Er was nog niet bij elke cliënt terug te lezen welk (gedrags)probleem met behulp van psychofarmaca werd behandeld. 3.8 Kernelement 8: De multidisciplinaire afspraken ten minste twee maal per jaar evalueren met etra aandacht voor het mogelijk staken van psychofarmaca Evaluatie is belangrijk om de effectiviteit van de behandeling te bepalen. De ingezette aanpak van onbegrepen (probleemoproepend) gedrag (psychosociale interventie, psychofarmaca) moet regelmatig, in elk geval halfjaarlijks, in een multidisciplinair overleg geëvalueerd en zo nodig bijgesteld worden. De evaluatie is niet alleen gericht op de totale behandeling. Ook moet per geneesmiddel bekeken worden of de inzet van dat middel nog passend is. Het netwerk van de cliënt hoort bij dit overleg aantoonbaar betrokken te zijn. Bij de evaluatie van een behandeling met psychofarmaca, horen de evaluatie en vervolgmaatregelen gericht te zijn op het verminderen van de psychofarmaca. Hierdoor wordt onnodig lang behandelen met psychofarmaca voorkomen. Pagina 16 van 20

Voldoet Voldoet deels Voldoet niet Niet beoordeeld Rapport van het hertoetsbezoek aan Vitalis Vonderhof in Eindhoven op 19 oktober 2016 Kernelement met beoordelingsaspecten: Kernelement KE 8 De multidisciplinaire afspraken ten minste tweemaal per jaar evalueren met etra aandacht voor het mogelijk staken van psychofarmaca 8.1 Het multidisciplinaire team evalueert aantoonbaar de multidisciplinaire afspraken over het omgaan met onbegrepen gedrag en stelt deze afspraken zo nodig bij. Deze afspraken gaan over de inzet van psychosociale interventies en de behandeling van lichamelijke oorzaken. 8.2 Het gebruik van psychofarmaca is aantoonbaar geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Toelichting per beoordelingsaspect 8.1 Het multidisciplinaire team evalueerde aantoonbaar de multidisciplinaire afspraken over het omgaan met onbegrepen gedrag en stelde deze afspraken bij. 8.2 Het gebruik van psychofarmaca was aantoonbaar geëvalueerd en bijgesteld. Sinds het vorige bezoek had de specialist ouderengeneeskunde kritisch gekeken naar het psychofarmacagebruik. Ook de deelname aan de landelijke pilot van Vilans om psychofarmaca juist te gebruiken was volgens gesprekspartners een stimulans om frequent te evalueren en bij te stellen. Pagina 17 van 20

Rapport van het hertoetsbezoek aan Vitalis Vonderhof in Eindhoven op 19 oktober 2016 Bijlage 1 Geraadpleegde documenten De onderstaande documenten zijn door de inspectie gebruikt bij het uitvoeren van het inspectiebezoek en het opstellen van dit rapport. De inspectie heeft de documenten niet in totaliteit beoordeeld, maar op specifieke onderwerpen doorgenomen. - Resultaat verslag n.a.v. Inspectie bezoek vonderhof op 12 november 2015, 6 april 2016; - Vitalis visie op dementie, (H)erken mij!, concept augustus 2016; - Overzicht Huiskamer activiteiten; - Overzicht ziekteverzuim, 19 oktober 2016; - Overzicht ZZP s cliënten Vonderhof, 19 oktober 2016; - Formulier Gedragsanalyse, waarom doet iemand zoals hij/zij doet ; - Overzicht middelen en maatregelen Klaproos en Madelief, 1 november 2016; - Overzicht psychofarmaca Klaproos en Madelief, 1 november 2016; - Overzicht scholingen Vonderhof psychogeriatrie 2016 en 2017; - Formatie Vonderhof psychogeriatrie, 19 oktober 2016; - Cliëntendossiers. Pagina 18 van 20

Rapport van het hertoetsbezoek aan Vitalis Vonderhof in Eindhoven op 19 oktober 2016 Bijlage 2 Uitleg observatiemethode SOFI Omdat veel mensen met dementie niet zelf kunnen aangeven hoe zij de zorg ervaren, kan de inspectie bij dit toezichtbezoek observatie via een gestandaardiseerde methode (SOFI) als etra bron van informatie gebruiken. SOFI staat voor Short Observational Framework for Inspection en is een door de Bradford Dementia Group (Universiteit van Bradford) en de Care Quality Commission in Engeland in 2006 ontwikkelde methode. De tweede editie van SOFI is in 2011 gepubliceerd. De inspectie heeft een licentie voor het gebruik van SOFI 2. SOFI is geen comple onderzoeksinstrument maar geeft handvatten om cliëntervaringen te kunnen zien en eenduidig in te schatten hoe cliënten de zorg ervaren. In situaties waar cliënten wonen die niet zelf kunnen vertellen hoe zij de zorg ervaren, kan de inspectie gebruik maken van deze methode. De inspecteurs van de inspectie zijn in het gebruik van SOFI getraind door (medewerkers van) de Universiteit van Bradford. De informatie die verkregen wordt via de SOFI methode staat niet op zichzelf en wordt enkel gebruikt om de focus tijdens het toezichtbezoek te kunnen bepalen en bevindingen te onderbouwen. De methode wordt altijd gebruikt als aanvulling op en naast een regulier toezichtinstrument van de inspectie. De observatie richt zich op het algemeen welbevinden van de cliënt en diens betrokkenheid bij en interacties met de omgeving. De observatie door de inspecteur(s) vindt voornamelijk in een groep cliënten plaats, waarbij de medewerkers hun gebruikelijke werkzaamheden kunnen blijven doen. De resultaten van de observatie zijn, waar relevant, verwerkt in het rapport van het toezichtbezoek. Wilt u meer weten over SOFI dan kunt u dit lezen op de website van de Universiteit van Bradford: http://www.bradford.ac.uk/health/career-areas/dementia/dementia-caremapping/short-observational-framework-for-inspection-(sofi-2)/. Pagina 19 van 20

Rapport van het hertoetsbezoek aan Vitalis Vonderhof in Eindhoven op 19 oktober 2016 Bijlage 3 Overzicht wetten, veldnormen en rapporten Wetgeving: Wet langdurige zorg (Wlz). Wet kwaliteit klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG). Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO): Wijzigingswet Burgerlijk Wetboek. Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (WMCZ). Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz). Besluit langdurige zorg. Uitvoeringsbesluit Wkkgz. Besluit klachtenbehandeling Bopz. Besluit rechtspositieregelen Bopz. Besluit middelen en maatregelen Bopz. Besluit patiëntendossier Bopz. Besluit vaststelling van de minimumeisen voor de (verplichte) meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Veldnormen: - Kwaliteitsdocument 2013 Verpleging, Verzorging en Zorg Thuis. - Richtlijn Probleemgedrag Dementie (Nvva/Verenso) 2008/2013. - Richtlijn omgaan met gedragsproblemen met dementie (niet medicamenteuse aanbevelingen) (V&VN) 2008. - Psychologische hulpverlening bij gedragsproblemen bij dementie (Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) 2009. - Richtlijn voor verzorgenden - Het begeleiden van mensen met dementie die apathisch zijn (NIVEL) 2004. - Richtlijn voor verzorgenden - Het begeleiden van mensen met dementie die depressief zijn (NIVEL & Waerthove) 2004. - Het verminderen van agitatie bij dementerende ouderen (Inholland & Stichting Geriant) 2007. - Psychologische hulpverlening bij gedragsproblemen bij dementie (NIP) 2009. - Omgaan met afweergedrag bij eten en drinken van bewoners met dementie (Kenniskring Transities in Zorg, Hogeschool Rotterdam & LEVV) 2012. - Standaard Dementie (2e herziening) (NHG) 2009 2e herziening, 2012 3e herziening). - Zorgstandaard Dementie (Alzheimer Nederland & Vilans) 2012. - Kennisbundel Probleemgedrag (Vilans, V&VN, Zorg voor Beter 2011). Rapporten: - Zorgstandaard Dementie (Alzheimer Nederland & Vilans) 2012. - Kennisbundel Probleemgedrag (Vilans, V&VN, Zorg voor Beter 2011). - Monitor Woonvormen dementie 10 factoren voor een succesvolle woonvoorziening voor mensen met dementie (trimbos) 2011. - Monitor Woonvormen dementie Trends en succesfactoren (trimbos) 2012. - Omgaan met onbegrepen gedrag bij dementie. Inventarisatie richtlijnen en inzichten rondom onbegrepen gedrag bij ouderen met dementie. (Vilans en het Trimbos-instituut) 2013. Pagina 20 van 20