Vaarwegafmetingen Randmeren

Vergelijkbare documenten
Rijkswaterstaat Dienst Verkeerskunde Bureau Dokumentatie Postbus BA Rotterdam D 0338

Beleidsregels voor nautische. vergunningen. Datum 30 september Ons kenmerk /BBV

Het Dagelijks bestuur van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Besluit: De concept-beleidsregels voor nautische vergunningen vast te stellen;

Actualisatie gegevens recreatievaart Bypass Kampen

Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq. Zonewateren. 28 juli 2004

Tweede Kamer der Staten-Generaal

gelet op het bepaalde in de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer;

2 Werkorijze project verbetering vaarweg Amsterdam-Lemmer

Padbreedte van schepen in bochten

bij Zeeburg Vaargeulbreedte Amsterdam -Rijn Kanaal 01 - Nat afdelingsarchief Rijkswate-rstaat

Watertruck Evaluatie Industrieel modelproject in ZO-Brabant

Structuurschema Vaarwegen

SCHEEPSKARAKTERISTIEKEN VAN NIEUWE GROTE SCHEPEN

BEKENDMAKING AAN DE SCHEEPVAART IJmond Noordzeekanaalgebied Centraal Nautisch Beheer

Samen door de bocht(en) Editie

Traject Toegelaten afmetingen Verplicht lengte breedte diepgang varen uit de oever op minstens. Albertkanaal

Akoestisch onderzoek scheepvaartlawaai bestemmingsplan De Eilanden

Datum 27 september Verkeersbesluit. Versie vastgesteld door dagelijks bestuur 30 augustus 2016 AGV-1

Notitie. : Vechtbrug in de N-236 te Weesp

Het ROEIEN en de vaarregels

H4 Lichten, seinen & termen

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Veilig varen doen we samen

Reeve - Kampen. Bootbezit in dit waterrijke plan

STUDIE NAAR DE TOEKOMST VAN HET KANAAL BOSSUIT-KORTRIJK. Uitgangspunten en onderzoeksvragen in de studie Deel Zwevegem - Leie

Project Varen doe je samen!

RSG DE BORGEN. Anders varen. Informatie voor de leerlingen. Inhoud. 1 De opdracht 2 Uitwerking opdracht 3 Het beroep 4 Organisatie 5 Beoordeling

Veilig varen op de Gouwe

Bouwwegen beslisnotitie bouwweg in nabijheid Veessen

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011

RAPPORT VAN EXPERTISE

Bestemmingsplan Kern Roosteren. Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico

Begrippen en Definities. Ivar ONRUST

Datum Locatie Steller 7 november 2017 Paviljoen de Leyen Tamar Meibergen

BINNENVAART POLITIE REGELEMENT (BPR)

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 14 maart 2009

Nationaal Waterrecreatie Onderzoek 2013

Verkeersonderzoek BP2017TEY01047-Buitengebied Teylingen, camping de Horizon, Spijkerboor en de Boekhorst

Verkeersafwikkeling weefvak A4 Nieuw-Vennep/Hoofddorp. April 2002

Transportrisicoberekening N348 ter hoogte van Lemelerveld, gemeente Dalfsen

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 21 november 2009

Aan het Algemeen Bestuur van het Waterschap Noorderzijlvest. Aan het Dagelijks Bestuur van het Waterschap Noorderzijlvest.

BPR. Betonning. Kardinale Betonning. Laterale Betonning. Splitsingen. Hoe herken je de betonning? Betonning. Om aan te geven waar je kan varen

Te verwachten bedieningstijden kunstwerken Naardertrekvaart. ten behoeve van op te stellen verkeersmodel

Parameter Dimensie Waarde

Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder t.b.v. nieuw gemaal.

Les 5: Voorrangsregels Watersportvereniging Monnickendam

VERBETERLIJST. Kanaal Gent - Terneuzen Editie / december 2017

Notitie. Figuur 1 Ontwikkellocaties Graft-De Rijp. Referentienummer Datum Kenmerk GM oktober

Te Koop Recreatieperceel aan de Linge Acquoy, Lingedijk ongenummerd

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch

Aansluiting Dorpsstraat: Voetgangersoversteekplaats: Voetgangers op parkeerterrein: Parkeerplaatsen: Oversteekplaats fietsers: Verkeerskundig

: Pro-Forma aanvraag subsidiebijdrage Quick-wins binnenhavens.

Elk vaartuig dat geschikt is als vervoersmiddel op het water. Een boot die door spierkracht wordt voortbewogen.

Overnachtingshaven Lobith

^ Grontmij Bijlage 8 bij toelichting

Sluis Kornwerderzand op maat voor de toekomst. Een impuls voor de Nederlandse economie

WATERPOLITIE 2012 GOOI EN VECHTSTREEK / FLEVOLAND G&V / FVL. Gooi en Vechtstreek

Notitie. Milieu Drielanden-West

MEMO. Van : P. Dijkgraaf. Project : Bestemmingsplan Geiserlaan. Datum : 15 januari Betreft : Indirecte hinder

Verkeersbesluit Vaarwegen

Toetsing verkeer BIJLAGE 3

Faq s waterplanten Randmeren

SPEELBOERDERIJ PARKEERBEHOEFTE BEREKENING

Richtlijnen Vaarwegen RVW 2005

Sluis Kornwerderzand op maat voor de toekomst. Een impuls voor de Nederlandse economie

Sprong over het IJ Kaders

Waterbodemsanering Biesbosch

Toekomst van de watersport in het gebied Markermeer - IJmeer

Recreatievaart in de Bypass van Kampen. Schets Voorkeursalternatief van de Bypass Kampen, H+N+S Landschapsarchitecten, november 2009

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 13 maart 2010

Quickscan externe veiligheid

CVDR. Nr. CVDR608633_1

Albertkanaal. De schepen zijn naargelang de grootte en beladingsgraad opgesplitst in twee categorieën:

Analyse Kempkensbergtunnel. Van: KeKempkensbergtunnelMemo

gelet op het bepaalde in de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer;

Reactie watersportsector n.a.v. bijeenkomst Rijkswaterstaat over bestaand gebruik IJsselmeergebied

Besluit van. Houdende wijziging van het Rijnvaartpolitiereglement 1995

: Verkeersgeneratie Intratuin Deventer (concept)

Bijlage 3: Gemeenschappelijk zwembad

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 6 juni 2009

Verkeersintensiteiten, verkeersveiligheid en Oosterdalfsersteeg

Opdracht Nijkerkerbrug

Vervolgbijeenkomst hinder scheepvaart Den Oever. 6 maart 2015

het ln artikel van de Vaarwegen verorden ing Zuld-Holland opgenomen verbod op het Innemen van een ligplaats;

Verkeerstoets bouwplan Oranjezicht Monnickendam. 2 Voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling


Officiële uitgave van het dagelijks bestuur van het Waterschap Rivierenland. Verkeersbesluit afmeerverbod Buiten-Giessen en gedeelte Binnen-Giessen

Veilig Samen blijven varen

ONTWERP BELEIDSREGEL ONTHEFFINGEN EN VRIJSTELLINGEN LIGPLAATSEN

Gedragscode voor veilig varen door windparken 3. Doorlaat Brouwersdam brengt getij terug 8. Grevelingenmeer: topeisen 50 cm getij 10

Toelichting locatiekeuze nieuwe sluis

Subsidie Onderhoudsbaggeren Friese Meren Project

Parkeervraag 'project Duinhoek

MEMO. 1. Inleiding Page 1 of 7

BIJLAGE 14 RISICO'S VOOR SCHEEPVAART DOOR FALEN VAN WINDTURBINES

De exacte grootte en situering van de ligplaatszones is op bijgevoegde kaarten aangegeven.

Ontheffing Verkeersbesluit Vaarwegen AGV voor het met mts Batavier varen op de Gaasp en de Weespertrekvaart tot 1 januari 2022

Dynamisch gebruik van water Drukte op het water?

ScheepvaartVerkeersCentrum

Transcriptie:

Ministerie van Verkeer en Waterstaat jklmnopq Adviesdienst Verkeer en Vervoer Vaarwegafmetingen Randmeren Van Klasse II naar Klasse IV 23 juni 2003

Ministerie van Verkeer en Waterstaat jklmnopq Adviesdienst Verkeer en Vervoer Vaarwegafmetingen Randmeren Van Klasse II naar Klasse IV 23 juni 2003

Colofon Opdrachtgever Uitgegeven door: Bouwdienst RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Afdeling Scheepvaart (IBN) Informatie: M. Fouraschen Telefoon: 010 2825834 Fax: 010 2825645 Uitgevoerd door: J. Stolk, M. Fouraschen Vaarwegafmetingen Randmeren 3

Inhoudsopgave Inhoudsopgave 4 1 Samenvatting 5 2 Inleiding en probleemstelling 6 2.1 Inleiding 6 2.2 Probleemstelling 6 3 Vaarwegkarakteristiek 7 3.1 Vaarwegbeschrijving 7 3.2 Intensiteit scheepvaart. 7 4 CVB-norm voor Klasse IV vaarwegen 9 4.1 Diepte 9 4.2 Breedte 9 4.3 Bochten 9 5 De feitelijke situatie en vaarweggegevens 10 5.1 Toegestane diepgang 10 5.2 Op- en afwaaien 11 6 Beschouwing benodigde vaarwaterbreedte 12 6.1 Overwegingen 12 6.2 Alternatieven inrichting vaarwater 12 6.3 Aanbevelingen 13 Vaarwegafmetingen Randmeren 4

1 Samenvatting De vaarweg over de Veluwe Randmeren kan, met het vervallen van de Hardersluis te Harderwijk, ook door schepen tot Klasse IV als doorgaande route worden gebruikt. Dit voor wat betreft de harde afmetingen van de Nijkerkeren Roggebotsluis. De vaarweg als zodanig kent echter veel beperkingen ter zake de breedte en diepte om veilig en comfortabel te kunnen navigeren. Daarnaast kan door op- en afwaaiing het waterpeil aanmerkelijke verschillen vertonen. Door de vaarwegbeheerder is de diepgang reglementair beperkt en vastgesteld op 2,50m. Het recreatief gebruik van de vaarweg is in voorjaar en zomer zeer intensief. De Randmeren kennen naast de doorgaande recreatievaart diverse vormen van lokale waterrecreatie met verschillend ruimte beslag en diverse mogelijk conflicterende eigenschappen (waterscooters, Kite-surfen) voor andere vormen van watergebonden activiteiten (zwemmen, duiken etc). In feite kan worden gesteld dat op de Randmeren de combinatie van zowel routegebonden beroepsvaart en recreatievaart, als lokale waterrecreatie, op zo n grote schaal, vrij uniek is voor de Nederlandse vaarwegen. Dat alles geeft een grote diversiteit in verkeersbewegingen en verkeersmanoeuvres die sterk afwijkt van het beeld dat we zien op de meeste vaarwegen waar het toch vooral gaat om de routegebonden verkeersbewegingen, van zowel beroepsvaart als recreatievaart. Mede hierdoor zal de vaarweg voor de beroepsvaart minder aantrekkelijk zijn om als doorgaand alternatief te gebruiken voor bestemmingen elders, niet aan of nabij de Randmeren gelegen. Aanbevolen wordt dan ook op grond van de hierboven genoemde kwalitatieve argumenten om waar dit mogelijk is op de Randmeren een vaargeulbreedte van circa 150 m aan te houden. Vaarwegafmetingen Randmeren 5

2 Inleiding en probleemstelling 2.1 Inleiding In het kader van de Randmerenstudie worden diverse onderzoeken gedaan naar de huidige en toekomstige (2020) situatie op de vaarweg over de Randmeren. Een van de vragen daarbij is; voldoet de vaarweg nu, bij ingebruikstelling van het aquaduct en het verwijderen van de Hardersluis nabij Harderwijk, en in de toekomst (2020) aan de eisen/normen volgens de CVB - richtlijnen die gesteld worden aan een Klasse IV vaarweg. Daarbij rekening houdend met de (verwachte) intensiteit van beroeps- en recreatievaart. 2.2 Probleemstelling De Randmeren worden zowel door routegebonden als door lokaal gebonden vaartuigen gebruikt, die alle hun eigen kenmerken hebben ten aanzien van afmetingen en vaargedrag. Er zijn grote verschillen in de wijze waarop van deze vaarweg gebruik wordt gemaakt. De vrachtvervoerende beroepsvaart en een deel van de recreatievaart, met name motorboten en zeiljachten zijn in het algemeen routegebonden. Daarnaast worden de Randmeren door een groot aantal verschillende vaartuigen gebruikt ten behoeve van de lokale recreatie. Daaronder vallen bijvoorbeeld zeilplanken, roeiboten, kano s, diverse drijvende voorwerpen, speedboten en ook een deel van de genoemde categorieën zeil en motorboten. Vaarwegafmetingen Randmeren 6

3 Vaarwegkarakteristiek 3.1 Vaarwegbeschrijving De Randmeren worden aan beide zijden omzoomd door gebieden met een sterk recreatief karakter. Door de gunstige ligging vindt een groot deel van deze recreatieve activiteiten plaats langs de oevers, maar ook op de tussenliggende wateren met inbegrip van de vaargeulen. Dat heeft tot gevolg dat in bepaalde perioden naast de gebruikelijke min of meer routegebonden vaarbewegingen er ook veel vaartuigen/drijvende voorwerpen zich op het water bevinden ten behoeve van de lokale waterrecreatie. Deze nemen ook een substantieel deel van de beschikbare ruimte van het betonde vaarwater in beslag, o.a. door de geringe diepte daarbuiten. Hierdoor kan bij het bepalen van de benodigde vaarwaterbreedtes niet alleen worden uitgegaan van de samengestelde vaarstroken, maar moet ook ruimte worden gereserveerd voor de overige vaarweggebruikers. Op veel plaatsen is de vaarweg van oever tot oever vrij breed (>150m) doch het vaarwater voor diepstekende schepen is aanmerkelijk smaller. Door de soms zeer geringe diepte (zelfs voor de recreatievaart) buiten het vaarwater is vrijwel overal goede betonning noodzakelijk. Daarnaast ligt het vaarwater op wisselende afstanden t.o.v. de oever waardoor de oriëntatie wordt bemoeilijkt Enerzijds zijn de Randmeren als vaarweg weliswaar breed doch vallen, volgens de CVB-richtlijnen, niet onder de categorie ruime vaarwaters zoals het IJsselmeer en de Waddenzee, maar onder vaarwateren door meren. Anderzijds kunnen er zich wel omstandigheden voordoen waarbij de scheepvaart door windgolven en voor ruimtelijke oriëntatie of betonningonnauwkeurigheid extra ruimte nodig heeft om veilig te kunnen navigeren. Voor deze bijzondere omstandigheden kunnen er verschillende marges worden toegevoegd afhankelijk van situatie en voorkomende omstandigheden. (zie tabel 3). 3.2 Intensiteit scheepvaart. De vaarweg over de Randmeren kenmerkt zich door een gering aantal passages (circa 5000 p/j) beroepsvaart en in het voorjaar en de zomermaandenintensieve (circa 30.000 p/j) recreatie(vaart). In het bijzonder de zuidelijke Randmeren kennen een intensief en divers lokaal recreatief gebruik van de vaarweg. De Hardersluis, tot voor kort de bottleneck voor schepen > klasse II om de Randmeren als doorgaande route te gebruiken zal vermoedelijk voor het seizoen 2003 worden verwijderd. Of hierdoor een andere verkeersafwikkeling zal ontstaan wordt in een ander kader nader op in gegaan (zie Inschatting vervoersprognoses Randmeren AVV). Passages 2001 Nijkerkersluis Hardersluis Roggebotsluis Beroepsvaart 5.000 1300 1.700 Recreatievaart 26.000 23000 30.000 Tabel: 1 Vaarwegafmetingen Randmeren 7

De Nijkerk- en Roggebotsluis zijn de fysieke toegang voor een groot deel van de Randmeren. In de periode tussen ruwweg mei en september en bij goede weersomstandigheden, en dan vooral in de weekenden, kan het op de randmeren zeer druk zijn met verschillende typen vaarweggebruikers. Als gevolg van de gevarieerde samenstelling van de vloot en het verschil in vaargedrag ontstaat een complex verkeersbeeld dat zich overwegend binnen de betonde geul moet afwikkelen. Dat laatste heeft vooral te maken met het gegeven dat op het merendeel van het traject er, ook voor kleine vaartuigen, buiten de (recreatie) betonning onvoldoende diepte beschikbaar is om te kunnen varen. Kenmerkend voor de hier beschouwde situatie is dat met name in de zomerperiode op deze vaarweg zich een groot aantal waterrecreanten bevindt, waarbij maar voor een deel sprake is van een gestructureerde en routegebonden afwikkeling van de verkeersstroom. Een niet onaanzienlijk deel van de aanwezige recreatievloot die zich in een bepaald vaarwegvak ophoudt neemt daarbinnen lokaal aan de watersport deel. In het zomerseizoen is er zowel bij de Roggebotsluis als bij de Nijkerkersluis tijdens de drukste uren van de dag een groot aanbod van recreatievaart. Dit leidt aan beide zijden van de sluizen tot clusters van recreatievaartuigen, al of niet gecombineerd met beroepsvaart, die zich door de meestal relatief geringe verschillen in vaarsnelheid pas na een aantal kilometers vaarweg verspreiden. Dit heeft tot gevolg dat in dit gebied de schepen in meerdere verkeersstroken tegelijkertijd elkaar oplopen. Om voor deze situatie het verkeer zonder al te veel belemmeringen te kunnen afwikkelen dient het vaarwater voldoende breed te zijn. Als indicatie een weergave van de aantallen passages recreatievaart van de drukste periode: 2001 zuidgaand noordgaand Roggebotsluis Week 30 1428 Week 32 1695 westgaand oostgaand Nijkerkersluis Week 30 1479 1469 Tabel: 2 Hierbij moet opgemerkt dat de lokale activiteit een veelvoud daarvan is. In de winterperioden passeren er wekelijks slechts enkele jachten de sluizen. Vaarwegafmetingen Randmeren 8

4 CVB-norm voor Klasse IV vaarwegen Voor een Klasse IV vaarweg met een intensiteit van < 5000 passages/j, zoals hier van toepassing, kan volgens de CVB-richtlijnen worden volstaan met een zogenaamd krap profiel. Bij vaarwegen met gemengd verkeer zijn de afmetingen van de beroepsvaart bepalend voor de dimensionering van een vaarweg. Hieraan wordt voldaan indien tenminste de navolgende waarden worden gehanteerd. 4.1 Diepte De diepgang van een geladen klasse IV schip is 2.80m en leeg is dat 1,60m. De diepte (waterkolom) van het vaarwater dient, bij een krap vaarwegprofiel minimaal 3.60m te zijn over een breedte van tenminste 2 x 9,50m=19.00m. De reglementair toegestane diepgang is thans 2.50m 4.2 Breedte Het vaarwater van een krappe Klasse IV vaarweg dient minimaal een breedte te hebben op het geladen kielvlak van 3x9.50m=28.50m. Voor windhinder wordt in de CVB richtlijnen een marge van 11m aanbevolen. Daarnaast dienen de volgende marges, afhankelijk van voorkomende omstandigheden, te worden gehanteerd voor: Krap klasse I t/m Va normaal land kust land kust Windgolven - 15-15 visuele oriëntatie 10 10 20 20 betonningsonnauwkeurigheid 30 30 30 30 Tabel 3 (3.2.2.3 CVB-richtlijnen). Breedtetoeslagen[m] bij vaarwateren door meren. De gearceerde kolom geeft aan wat voor de Randmeren van toepassing is. 4.3 Bochten Voor bochten geldt een minimum bochtstraal van tenminste 4L (zie CVBrichtlijnen pag. 38 e.v.). Voor de randmeren kan een verruimende marge hiervoor achterwege blijven gezien de lokale omstandigheden. Samenvattend kan gesteld worden dat de vaarwaterbreedte voor de meren van 28,50+11+15+10+30=94,50m zou moeten zijn. Daar waar geen betonning aanwezig hoeft te zijn doordat het vaarwater kort langs de oever loopt zou met een circa 30m geringere breedte kunnen worden volstaan, dus circa 65m. Het is echter aan te bevelen rekening te houden met oeverrecreatie. Vaarwegafmetingen Randmeren 9

5 De feitelijke situatie en vaarweggegevens Onderstaand een beknopte weergave van de beschrijving van de vaarweg over de Randmeren. (Overgenomen uit Beschrijving vaarweg Randmeren (14 november 2002) van de directie IJsselmeer). Met daarbij de opmerking voldoende of onvoldoende. Deze opmerking is gebaseerd op de standaard normering volgens de CVB-Richtlijnen voor nieuw aan te leggen vaarwegen. Naam vaartraject lengte Breedte Voldoende/ onvoldoende Bodem t.o.v. NAP voor 2.80m diepgang Voldoende/ onvoldoende Gooimeer 13 km 70 tot 150m onvoldoende -4,10m tot onvoldoende -2,70m Eemmeer 6,6km 30 tot 70m onvoldoende -4,10m tot onvoldoende -2,70m Nijkerkernauw 8 km 100 tot 150m voldoende -3,30m onvoldoende Nuldernauw 8,4km 125 tot 150m voldoende -5m tot - voldoende 3,70m Wolderwijd 4,5km 125 tot 150m voldoende -3.40 tot - onvoldoende 3.10m Veluwemeer 18km 70 tot 150m onvoldoende -5,00m tot onvoldoende -2,80m Drontermeer 10km 60 tot 150m onvoldoende -5.00m tot onvoldoende -2,70m Vossemeer 7,5km 70 tot 115m onvoldoende -3.00m tot onvoldoende -2,70m Tabel 4 In aanmerking nemend dat de waterspiegel op winterpeil NAP 0,40m is, wordt de minimaal benodigde bodemligging van NAP 4.00m slechts op enkele gedeelten gehaald. 5.1 Toegestane diepgang Door de vaarwegbeheerder is de diepgang reglementair beperkt en vastgesteld op 2,50m. Dit wordt onder andere bepaald door de hoogte ligging van het stortebed van de sluizen, kabels en leidingen en de beperkte diepte op grote gedeelten van de vaarweg. (Ter zake de ligging van het stortebed wordt onderzoek gedaan door de Bouwdienst.) De huidige toegestane diepgang komt overeen met de maximale diepgang van de klassen II, IIA en III. Ingeval van een verschuiving naar klasse IV zal een groot deel van deze schepen hun maximale belading niet kunnen realiseren, immers deze schepen hebben bij volledige belading een diepgang van 2,80m. Of er een verschuiving in scheepsklasse zal optreden wordt beantwoordt in het onderzoek Inschatting vervoersprognose Randmeren, AVV 2002. Vaarwegafmetingen Randmeren 10

De breedte van het vaarwater waar de boven genoemde minimum diepte aanwezig is, is op grote delen van de Randmeren beperkt. De bevaarbare breedte is echter een bepalende factor voor de veiligheid en het comfortabel navigeren. Op een aantal locaties zijn er echter dwangpunten waardoor een grotere breedte moeilijk te realiseren is, zoals nabij de Elburgerbrug en ter hoogte van de diverse eilandjes die dicht naast de vaargeul liggen. 5.2 Op- en afwaaien O.a. door op- en afwaaiing treden grote waterstandsverschillen op waardoor niet alleen de diepte maar ook de ligging en breedte van het vaarwater per situatie aanmerkelijk kan verschillen. Voor afwaaiing dient een marge voor de diepte van tenminste 0,30m te worden aangehouden, al kan dat bij aanhoudende ongunstige wind nog meer zijn. Dit is, anders dan het zomer- of winterpeil, een onvoorspelbare factor. Van belang is dat informatie hierover voor de scheepvaart beschikbaar is. Dit zijn complicerende factoren, gekoppeld aan een intensief recreatief gebruik van de vaarweg door alle voorkomende vormen van waterrecreatie, die het veilig navigeren bemoeilijken. Hiervoor zal bij de breedte bepaling van het vaarwater een ruimere marge moeten worden aangehouden. De conclusie lijkt dan ook gerechtvaardigd dat niet slechts de diepte maar meer nog de breedte van het vaarwater het belangrijkste knelpunt vormt voor zowel de beroepsvaart als de recreatievaart. Vaarwegafmetingen Randmeren 11

6 Beschouwing benodigde vaarwaterbreedte Volgens de CVB richtlijnen dient een vaarweg in open water met een betond vaarwater, geschikt voor krap tweestrooks klasse IV en gecombineerd met routegebonden recreatievaart, een minimale breedte te hebben van ca. 95 m. (zie voorgaande hoofdstukken) De in de CVB opgenomen afmetingen van vaarwaters zijn vooral bepaald op basis van de verkeersstromen die zich op een vaarweg moeten afwikkelen. Op de Randmeren treffen we echter een andere situatie aan die vraagt om een wat andere aanpak van de breedtebepaling. 6.1 Overwegingen In verband met het specifieke gebruik van de Randmeren, dat wil zeggen de combinatie van vaarweg en de lokale waterrecreatie is er als het ware een extra functie ontstaan. Hierdoor kunnen extra functionele eisen aan de vaarwaterbreedte worden gesteld. Op basis van een kwalitatieve benadering kan minder eenvoudig een absoluut benodigde vaarwaterbreedte worden vastgesteld. Door de steeds wisselende omstandigheden en het grillige verloop van de vaargeul t.o.v. de oevers en sterk verschillende breedtes van de vaarweg zal voor een ruimere opzet van het vaarwater moeten worden gekozen. Een vaarwaterbreedte van ca. 150m, die in een deel van de Randmeren reeds is gerealiseerd, lijkt hier echter een realistisch uitgangspunt. Overwegingen daarbij zijn o.a. de grote pieken in het gebruik en het bieden van ruimtelijke kwaliteit om echt te kunnen recreëren. Een in belang toenemende functie van dit gebied. Aanbevolen wordt dan ook op grond van de hierboven genoemde kwalitatieve argumenten om waar dit mogelijk is op de Randmeren een vaargeulbreedte van circa 150 m aan te houden. Uiteraard zijn de maatgevende condities vooral van toepassing in periodes binnen het recreatieseizoen, dus slechts een deel van het jaar, maar dat laat onverlet dat hiermee wel rekening moet worden gehouden bij het ontwerp van de vaargeul. 6.2 Alternatieven inrichting vaarwater Bij het inrichten van het vaarwater kan worden uitgegaan van een drietal mogelijke alternatieven. A. de benodigde diepte voor de beroepsvaart over de gehele breedte realiseren en dienovereenkomstig betonnen. B. Een relatief smal vaarwater, bijvoorbeeld 70 m, betonnen met een diepte van 4.00m afgestemd op de beroepsvaart en daarnaast aan beide zijden het vaarwater markeren met recreatiebetonning en een overeenkomstige diepte van circa 2.50m. C. Een combinatie van A en B. Vaarwegafmetingen Randmeren 12

6.3 Aanbevelingen Aanbevolen wordt het vaarwater in de Randmeren daar waar dit mogelijk is en nog niet is gerealiseerd op een breedte van totaal 150 m te brengen. (afhankelijk van het gekozen alternatief al of niet gecombineerd met recreatiebetonning). Opmerking 1 Uitgaande van een totale betonde breedte van 150 m zal naar verwachting alternatief A het meest efficiënt zijn ten aanzien van de benodigde betonning en ook voor wat betreft het gebruik van de beschikbare ruimte. De inschatting is dat, mede gezien de lage intensiteit van de beroepsvaart, in de praktijk toch het gehele vaarwater door de recreatievaart zal worden gebruikt. Aanbevolen wordt om na te gaan of het mogelijk en haalbaar is om buiten het betonde vaarwater een groter gebied qua diepte geschikt te maken voor de waterrecreatie. In dit geval zou bij voorkeur alternatief B kunnen worden toegepast. Opmerking 2 Thans is het zo dat op een groot deel van de Randmeren er door de bestaande ondiepte buiten de betonde vaargeulen op een groot deel van het traject nauwelijks mogelijkheden zijn voor met name de locale waterrecreatie. Door het vaarwater oppervlak te verruimen nemen de gebruiksmogelijkheden toe maar zal de druk(te) op het vaarwater afnemen met een gunstig effect op de verkeersveiligheid en recreatieve kwaliteit van de vaarweg. Een mogelijk positief neven effect kan een lagere belasting voor de natuurlijke aspecten van de vaarweg zijn. Aanbevolen wordt dat een groot deel de vaarweg voldoende diep wordt gemaakt voor de zeilsport. Het is te verwachten dat deze vorm van waterrecreatie dan zal toenemen en het gemotoriseerd verkeer zal doen afnemen. Ordening tussen beide groepen verkeersdeelnemers in ruimtelijke zin zal de veiligheid en kwaliteit van de vaarweg zeker verhogen. Vaarwegafmetingen Randmeren 13