f i k werkblad 11a f f i f i k i g a h v s p e m l k b o z t r u n f o o f de een het a a f l l a l a f f f e f e l fik of af laf fel z z e z e g b b o b o f v v a v a l b b e b e n t t e t e l ik zeg ik bof ik val ik ben ik tel ik ben in het hok het hok van de kip ik ben er met fik mag fik in het hok? is fik een kip? ik zeg: fik is fik en kip is kip ik tel ik tel tot zes is het een som? of tel ik af? ik tel af tim is zes
M3 + wisselrijtjes fik en de bal af fik af af, van de bal de bal is in de bek van fik af fik af! de bal is los de bal is lek in de heg zit een gat het is gek de kat is in het gat kom kat, zeg ik, kom! ik zet de kat op een mat hup, en de kat is van de mat kom kat, zeg ik de kat is in het gat het gat in de heg ik zit met fik op het mos het mos in het bos er is een hut in de hut is sap ik zeg: kom fik sap ik pak het sap het sap is in een kom ik pak de kom met sap mmm,mmmm sap en fik? fik is op het mos (1) zes les bes mes (3) nek hek bek gek (5) bal hal zal mal (7) bof bol bok bot (9) tuf puf suf muf werkblad 11b (2) mug mus muf (4) ik fik tik mik (6) hek hem hen heg (8) kaf kam kat kas (10) lat mat rat kat
j a s werkblad 12a f r a o k s p e n l v b h z t g u m i j de een het j j a j a s j j u j u f j j a j a n l l e l e s v v u v u l jas juf jan de les ik vul z z e z e t b b e b e l r r i r i l r r e r e k b b e b e n ik zet ik bel ik ril het rek ik ben ik pak de kat ik zet de kat in de kar de kar is van tim ik zet tim in de kar tim en de kat in de kar ben ik in de kar? ik heb een vis de vis is in een tas ik pak de pan de pan van de kok de vis is in de pan ik zet de pan op het gas
M3 + wisselrijtjes nel zit met jan in de les in de les van de juf de juf zit met een pen let nel op in de les? nel let op de pen van de juf is de pen lek? pas op juf de pen is lek puk is een kat de kat van jos op de kop van puk is een pet het is de pet van jos het is mal ik zeg, kom puk kom met de pet van jos ik pak de pet van de kop van puk ik leg de pet van jos in een bak ik ben in de hut en vul de kan met sop het sop is in de kan ik leg de kan in een bak en sop de kan af ik zet de kan in het rek de kan is nat ik pak een lap een lap op de kan ik vul de kan met sap mmmmmmm (1) tof tok tol tot (3) ver vel ven vet (5) kip kin kil kim (7) pen hen ben ven (9) rat kat mat nat werkblad 12b (2) las lat lam laf (4) nul nut (6) juf muf suf puf (8) jok lok sok mok (10) vat gat zat lat
w o l werkblad 13a w w o w o l m a u o k s g e n b v l h z t p r f i j w w w i w i l de een het w w a w a t w w e w e l w w i w i m wol ik wil wat wel wim z z i z i t b b a b ak k k o k o m b b a b a l r r e r e n ik zit ik bak ik kom ik bal ik ren wim zit in de hut de hut is in het bos ik pak de tas ik zet de tas in de hut ik ben in de hut en wim is in de hut de kat en de bal ik pak een bal de kat wil de bal ik rol de bal de kat zit op de mat ik rol de bal op de mat
M3 werkblad 13b ik wil met de bal de bal is van wim wim zit op het hek ik buk en pak de bal ik mep de bal weg ik pak de bal op ik zeg: kom wim kom van het hek af kom met de bal wim zit op het hek ik mep de bal ver weg de bal is op de rug van wim en wim is van het hek af een vis is in de pan ik ben kim de kok en bak de vis ssssss een vis in de pan mmmmm een vis is wat ik wil trrrrr trrrrr ik bel met jan de kat is in de hut in de hut met de pan ik zeg: kom jan ik bak vis ik bak vis in een pan ik pak de pan met de v de vis is weg! en weg is de kat (1) wil wim win wit (3) pot por pol pom (5) rus rug ruk (7) af kaf maf (9) wil ril gil til (2) hek heg hef hem (4) bal bok bas ban (6) paf laf gaf waf (8) met net zet pet (10) por tor hor
d a k werkblad 14a d d a d a k l a u o p z g s w b v m h e t k r f i j n d d d i d i k de een het d d u d u n d d o d o m d d a d a m dak dik dun dom dam b b u b u k h h o h o l k k e k e n b b e b e l v v i v i s ik buk ik hol ik ken ik bel ik vis de kat op het dak het dak van de hut de hut is in het bos de kat is dik de kat is van wim wim en de kat in de hut de kat is dik dik van de vis is de vis nog in de kom? de vis was van wim hik, sik, tik de kat is dik
M3 + wisselrijtjes de bal is op het dak ik wil de bal de bal van het dak ik pak een tak ik til de tak op de tak is dun ik rek met de tak ik leg de tak op de bal ik rol de bal weg de bal is van het dak af ik pak de bal ik hol met de bal puk de kat is in de hal ik pak een bol met wol ik rol de bol wol in de hal ren puk, pak de wol de bol wol is dik ik leg de bol wol op de rug van puk puk zit met de bol wol de bol wol is in de bek van de kat pap is op het dak op het dak van het hok op het dak is een lat los pap zit met de lat tik, tik, tik tik op de lat de lat is op het dak op het dak van het hok het dak is af en pap is van het dak (1) weg wel wek wen (3) nog nop nol non (5) rit ril rik rif (7) gul vul rul nul (9) vol tol wol hol werkblad 14b (2) duf dun dut dus (4) dak dag dam das (6) pit rit zit wit (8) zeg leg heg weg (10) was jas tas pas
leesteksten 1 werkblad 15a de kip is in het hok een kat is op het hok pas op kip, pas op ik gil: weg kat ik gil: pas op kip de kat is weg de rok van de pop de rok is vet de rok in het sop de rok is nat nat van het sop het vet is in het sop rom, tom, tom, de vis is in de kom ram, tam, dan de vis is in de pan hap, hap, hap bas en de pap tok, tok, tok de kip in het hok pen, den, ken de kip in de ren tos, ros, los de tas is van jos
M3 wisselrijtjes werkblad 15c (1) dik sik tik mik (2) bel wel fel pel (3) dom kom som bom (4) mol rol dol tol (5) ken ben ren wen (6) was pas das jas (7) los mos bos ros (8) ren rek rel rem (9) bes bel bek ben (10) das dan dam dal
leesteksten 2 werkblad 16a er is een tas in de tas is een pen de pen van wim ik pak de pen dat mag van wim ik leg de pen weg de sok op het rek er is een gat in de sok de sok is van nel dat is gek is de sok lek? ik pak nog een sok de mus op het dak hip, op de tak hip, op het dak hip, van het dak op de tak het dak van het hok het hok van de kip ik pak de tas In de tas zit een pak zit er sap in het pak? het pak is lek het sap is in de tas de rug van bas is nat
M3 wisselrijtjes werkblad 16c (1) bok tok lok mok (2) tos los mos bos (3) hap lap rap kap (4) mag zag dag (5) gek bek lek nek (6) kin zin tin vin (7) hik sik lik mik (8) lap lam lak las (9) wel bel rel nel (10) wat was wal wak
Toetsblad na werkblad 16 Tussentoets 1 Alle korte klanken, alle medeklinkers behalve c, q, x en de, het, een. l a u o p z g s w b v m h e t k r f i j n d de een het jan is in de hut hij zit op de mat en de kat zit op de mat er is een mug in de hut de mug zit op de rug van de kat pak de mug, jan, pak de mug dan zzz, zzz en weg is de mug
Registratieblad tussentoets 1 Datum: Alle korte klanken, alle medeklinkers behalve c, q, x en de, het, een. l a u o p z g s w b v m h e t k r f i j n d de een het jan is in de hut hij zit op de mat en de kat zit op de mat er is een mug in de hut de mug zit op de rug van de kat pak de mug, jan, pak de mug dan zzz, zzz en weg is de mug
Letters: Letters die niet beheerst worden: Norm 100% gewenst. Van de letters die niet beheerst worden, het werkblad herhalen. Tekst: Kan het kind de tekst spellend lezen?: ja nee Komt het kind er spellend niet uit Leeshandeling (hoe gaat het kind te werk) Is de directe herkenning al op gang aan het komen
naam werkblad 17a aa e m o t z f s w n v u h a p k r g i j b d l de een het n n aa n aa m d d aa d aa r m m aa m aa n n n aa n aa r h h aa h aa r naam daar maan naar haar w w aa w aa r r r aa r aa r j j aa j aa r b b aa b aa s v v aa v aa s waar raar jaar baas vaas daar is saar saar zit op de mat daan is de kat van saar de kat gaat op de mat dat mag van saar saar en daan op de mat waar is de pop? de pop is in het sop ik was het haar dan kam ik het haar ik zeg: wat raar maar het is waar
M3 + wisselrijtjes werkblad 17b daar is een mus de mus zit op een zak een zak vol met kaas daar is een kat ik zeg: pas op mus pas op de kat ik hol naar de mus en weg is de mus is dat raar? kim en rik gaan naar het bos het bos aan de weg kim is in de kar daar is het hek het hek van het bos ze gaan in het bos mag dat? van de baas van het bos wel daar komt een man met een rol gaas er zit een gat in het hek tik, tik, tik het gaas zit om het gat de man gaat weg bas is in de les van de juf maar wat is dat daar? in het haar van bas? in het haar zit een tor pak de tor bas en leg de tor weg en zet de tor uit het raam de tor gaat weg dag tor (1) aan baan laan daan (3) zaal paal baal kaal (5) haar naar paar maar (7) maat vaat laat baat (9) maak maar maas maan (2) zaag laag maag haag (4) baas gaas kaas haas (6) aad raad daad zaad (8) raak maak taak zaak (10) baan baas baar baal
boom werkblad 18a oo d m u t z p r b n v o h a f k s g j i.w e l aa de een het b b oo b oo m r r oo r oo s d d oo d oo s n n oo n oo t p p oo p oo t boom roos doos noot poot w w oon w oo n l l oo l oo p v v aa v aa r m m aa m aa k k k oo k oo k ik woon ik loop ik vaar ik maak ik kook de noot is aan de boom jaap wil de noot jaap gaat naar de boom pak de noot maar jaap dat mag maar de noot is te hoog daar is een doos en daar is nog een doos ik pak de doos ik maak een boot dan vaar ik in de boot de boot van de doos
M3 + wisselrijtjes een haas is in het bos ik loop naar de haas pak ik de haas? ik loop op het mos daar is een tak krr.. krrr. de haas let op de haas is weg weg in haar hol roos zit met jaap in een boom de boom is dik in de boom is een hut roos en jaap gaan in de hut zeg roos: ik woon in de hut het is een woon hut dat is raar jaap een woon hut? het is een boom hut! jan is in de hal daar is een doos wat zit daar in de doos? jan gaat naar de doos de doos is hoog ik kom ook in de hal daar is jan met de doos wat zit er in de doos? ik waag een gok het is een roos dan komt mam mam, is er een roos in de doos? de doos is van pap dus laat de doos maar daar (1) oom boom room zoom (3) boot poot boot noot (5) kool rook pool bool (7) oor boor door koor (9) loop loos loom loon werkblad 18b (2) boon loon toon zoon (4) boos roos koos toos (6) ook rook pook kook (8) loop koop doop hoop (10) boom boos boot boon
teen werkblad 19a ee z l u oo d s j b n i r w a f k p g o v h e m aa t de een het t t ee t ee n b b ee b ee n z z ee n n ee ee ee n teen been zee nee een w w i n w i n r r e r e n p p a p a k n n ee n ee m l l ee l ee s ik win ik ren ik pak ik neem ik lees ik lees van tom en daan daan is met oom aan zee tom is ook aan zee daar is de boot van oom tom gaat naar de boot tom en daan in de boot ik neem een noot pak ook een noot jet ik pak nog een noot een noot en een noot jet wil de noot ik ren weg met de noot
M3 + wisselrijtjes werkblad 19b tom wil een pak tom wil een net pak ik neem hem de maat ik pak een lat en meet met de lat de maat van tom de maat van het been en de maat van de rug dan maak ik het pak pas het pak tom het pak van tom is af daar gaat tom met een net pak aan ik lees in de les in de les van de juf ik lees van een boot ik weet wel wat ik wil ik wil met een boot naar zee naar zee met de boot dan vaar ik ver weg en ik neem de juf mee juf en ik op een boot in zee wat zit er op de doos? dat is een fee een fee op de doos een fee met rood haar ik pak de doos op en kus de fee ik geef de fee op de doos een kus ik zet de doos weg dag fee dag fee op de doos (1) zee nee fee mee (3) week beek leek teek (5) weeg deeg leeg veeg (7) neef zeef beef weef (9) veel keel meel deel (2) lees kees mees pees (4) een teen peen been (6) zeem neem leem (8) leek leeg lees leen (10) mee mees meet meel
muur werkblad 20a uu j t w oo d m h b n i r u a f ee p g o v z e s aa l k de een het m m uu m uu r d d uu d uu r v v uu v uu r z z uu z uu r h h uu h uu r muur duur vuur zuur ik huur r r i l r i l v v a v a l w w ee w ee t g g ee g ee f l l oo l oo p ik ril ik val ik weet ik geef ik loop ik weet de naam de naam van oom oom heet koos ik loop naar oom ik zeg: dag oom koos weet jet de naam ook? ik heb een pan ik heb ook meel ik neem wat meel waar laat ik het meel? het meel is in de pan de pan is op het vuur
M3 + wisselrijtjes werkblad 20b kees zit op de muur kom ook op de muur kim is de muur hoog of laag? de muur is laag is de muur dun of dik? de muur is dik kom op de muur kim zet af op het hek en pak de rug van kees ik geef kim een zet en kim zit ook op de muur kim met kees op de muur waf, waf, waf wat is er fik? waf, waf, waf vuur in het hok ik hol naar oom kom oom er is vuur vuur in het hok in het hok van de kip ren oom, ren het vuur is heet maak het vuur nat oom sssssss sis sis het hok is nat en de kip is nat er is as in het hok van de kip maar het vuur is weg ik bof met fik en de kip ook (1) uur buur duur zuur (3) aal zaal kaal daal (5) mak lak dak zak (7) an van kan dan (9) dag zag mag lag (2) puur muur guur kuur (4) pit zit dit git (6) pot lot dot rot (8) nul vul rul pul (10) bek ben bes bel