Werksessie 1 Vluchten kan niet meer. Je vleugels uitslaan wel.

Vergelijkbare documenten
Werksessie 1 Vluchten kan niet meer. Je vleugels uitslaan wel.

Sessie 1: Vluchten kan niet meer, je vleugels uitslaan wel.

Werksessie 1 Vluchten kan niet meer. Je vleugels uitslaan wel.

Werksessie 1 Vluchten kan niet meer. Je vleugels uitslaan wel.

Werksessie 1 Vluchten kan niet meer. Je vleugels uitslaan wel.

Sociale ongelijkheid bij de overgang van basisnaar secundair onderwijs. Simon Boone en Mieke Van Houtte Brussel, 8 juni 2011

De grote stap naar het secundair onderwijs

Op stap met het werkboekje!?

Op stap naar de 1ste graad secundair onderwijs. Ik leer het secundair onderwijs kennen

INFO VAN 1 NAAR 2. Middenschool Don Bosco

FLEXIBELE LEERTRAJECTEN

OLFA EDEGEM. WELKOM op deze: info-avond voor ouders overgang secundair onderwijs

Kiezen na de basisschool

Waarom modernisering?

Brochure 1e graad A. Info en inschrijvingen 1e jaar vrijdag 10 maart u. Opendeurdagen alle jaren vrijdag 21 april u.

STRUCTUUR EN ORGANISATIE. eigen keuzes school. aanbevelingen - raamtekst. regelgeving overheid

Van één naar twee. dinsdag 24 april Welkom in Don Bosco. spel groei hoop geloof vreugde vertrouwen verbondenheid

Leren kennen van zichzelf

23/01/2019. naar het secundair onderwijs De grote stap naar het secundair onderwijs < eerste graad. Hoe kiezen. Studieaanbod.

Van één naar twee. Welkom in Don Bosco. spel groei hoop geloof vreugde vertrouwen verbondenheid

3 Zijn er op regionaal niveau netoverschrijdende afspraken gemaakt over het al dan niet toepassen van één of meerdere flexibele trajecten?

Kwaliteit en kansen voor elke leerling

MEDEDELING. Moderne vreemde talen in de B-stroom en in het bso. 1 Algemeen

VLOR-denkgroep:overgang baso. Overgang basis-secundair onderwijs. ontwikkelingspsychologisch perspectief. Baso:knelpunten en mogelijkheden

olvp ieder1 telt Kies voor jouw talent juiste accent! het

KIEZEN VOOR HET SECUNDAIR ONDERWIJS info ouders basisonderwijs 1, 2 en 3 april 2019

Infoavond secundair onderwijs. Torhout, 16 januari 19

De afgelopen jaren zijn er een aantal knelpunten in ons onderwijssysteem gedetecteerd:

Op stap naar het secundair onderwijs. VCLB Tienen

Dag SO Workshop brede eerste graad. Hilde De Meyer Valentijn Van Hootegem

Mogelijkheden voor het keuzegedeelte in de eerste graad

Advies over het voorstel van specifieke eindtermen voor de optie Sportwetenschappen aso

Waarom een nieuwe school?

ONDERWIJSWOORDENLIJST VOOR SCHOOLRADERS ALS JE NIET HELEMAAL MEE BENT

Pieter Heymans Hans Coessens. Wim Van Olmen Sarah Polfliet (verslag)

Scholengemeenschap Houtland. Modernisering eerste graad secundair

Inhoud. 3.1 Een richting kiezen 3.2 Een school kiezen. 1. Huidige structuur secundair onderwijs 2. Herstructurering secundair onderwijs 3. Hoe kiezen?

Modernisering Secundair Onderwijs versterken, verdiepen & verkennen

IMK Dilsen-Stokkem. Imk Lanklaar Rotem. Eerste graad 1 TW 1 STV 1 B 2 TW 2 STV - BVL

1 ste graad Industriële wetenschappen en Mechanica - elektriciteit

Alle ruimte. voor jou w groei COGNOSCO

Verslag werkgroep 11. Middenschool: leer kracht in meervoud. Werksessie 1

Inschrijvingsbeleid Daltonatheneum Het Leerlabo Schooljaar

Alle ruimte. voor jou w groei BEROEPSONDERWIJS

DON BOSCO GENK AANBOD EERSTE GRAAD. Meer dan je denkt!

3 De eerste graad van het secundair onderwijs

Hervorming secundair onderwijs

Op stap naar het secundair onderwijs. VCLB Leieland 056/

Starten in het Secundair onderwijs. 6 de leerjaar

DEEL I 1 ste Graad. 1 ste graad. Lessentabel: Complementaire uren worden aangegeven met *****(één voor elk lesuur)

Oriëntatienota hervorming SO

Opbouw 1. Inleiding (2 min): kennismaking en bedoeling verduidelijken. 2. Spontane vragen (zowel van kabinet als van leerlingen)

Middenschool Sint-Gertrudis

Jongeren helpen met een juiste studiekeuze: inleefdagen in het Ziekenhuis Maas en Kempen. ZMK en KaSOMK - Mosa-ic

Infomoment van eerste naar tweede graad

Kinderen met een handicap op de schoolbanken

OLVI MIDDENSCHOOL OLVP MIDDENSCHOOL SJABI 1STE GRAAD SJABI

Inhoud info-avond. 3.1 een richting kiezen 3.2 een school kiezen

1A Algemene vorming met TOP!

Een leerling heeft niet langer een probleem, wel een oplossing Een eerste kennismaking voor CLB-medewerkers en leerlingenbegeleiders

Infosessie basisscholen Stedelijk Lyceum

EEN KIJK OP DE BASISOPTIES IN DE EERSTE GRAAD VAN HET SECUNDAIR ONDERWIJS

Voorstelling voedingsdriehoek bewegingsdriehoek materialen onderwijs 13/10/2017

Verslag focusgroep ouders met jongeren in secundaire scholen

MODERNISERING SO EN DE ONDERWIJSLOOPBAAN VAN JONGEREN. 24 oktober 2018

ANTWOORD. Vraag nr. 572 van 1 september 2011 van KATHLEEN DECKX

THEMA 1 PREVENTIE EN REMEDIËRING VAN ONTWIKKELINGS- EN LEERACHTERSTANDEN *

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning Leerdoelen en persoonlijke doelen Het ontwerpen van het leerproces Planning in de tijd 89

SINT-JORISINSTITUUT Bazel SINT-JORISINSTITUUT SINT-JORISINSTITUUT

Jenaplanschool De Kleurdoos

Actualiteitsdebat Hervorming Secundair Onderwijs. Vlaams Parlement, 18 januari 2017

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.9 - Juni

Ik zit in het secundair onderwijs: kan Onderwijskiezer mij helpen?


Directeur: Karl Fievez Adjunct-directeur: Luk Smits. Scholengemeenschap van het vrij en gemeentelijk secundair onderwijs (Beveren - Bazel)

informatieavond voor ouders Op stap naar het secundair

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van M.S.G.O. III te Hasselt

Op stap naar. Het secundair onderwijs. Vrij CLB Roeselare Kattenstraat Roeselare

gewoon als het kan bijzonder als het nodig is Opleidingsvorm 4 buitengewoon onderwijs

Doel: Creativiteit. Middel: ICT onderbenut (bij voorbeeld Sociale media, faceboekgroepen

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van K.T.A. Alicebourg te Lanaken

Naar het secundair onderwijs

Informatieavond voor ouders OP STAP NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS

Voorwoord. Willy Kimpen directeur

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M.

JOUW TALENTEN, ONZE ZORG.

VERSLAGSESSIES GROEP 8

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van Sint-Pieterscollege te JETTE

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Specifieke lerarenopleiding Maatschappelijk en beroepsgericht handelen in de onderwijspraktijk

ASO ECONOMIE LATIJN WETENSCHAPPEN HUMANE WETENSCHAPPEN

Het gemotiveerd verslag Een instrument voor handelingsgericht werken 16 september 2010

STEDELIJKE HUMANIORA DILSEN

Diversiteitsbarometer Onderwijs. Studie-oriëntering in het secundair onderwijs

Uw ervaringen na 1 jaar M-decreet

Welkom. Op stap naar het Secundair Onderwijs

Een compleet opleidingenaanbod!

Infoavond 2 e jaar. 6 september Van harte welkom!

WICO Campus Sint-Hubertus Stationsstraat NEERPELT. Tel Fax

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT. Beste leerkracht,

IK LEER HET SECUNDAIR ONDERWIJS KENNEN Wat na het lager onderwijs?

Transcriptie:

Werksessie 1 Vluchten kan niet meer. Je vleugels uitslaan wel. Werkgroep 1 Werkgroepbegeleidster: Helga Bellaert Verslaggever: Delphine Decock Inleiding Simon Boone onderzocht hoe de overgang van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs verloopt en welke factoren een al dan niet belangrijke rol spelen in deze evolutie. Hij stond stil bij het oriënteringsproces, de individuele kenmerken van de studiekeuze en de bepalende kenmerken van de basisschool bij de studiekeuze. Inhoudelijke reflectie Tijdens de werksessie bleek dat Simon Boone voor de deelnemers niet echt met nieuwe inzichten aankwam. De meeste kenden deze onderzoeksuitkomsten al door hun ervaring, laten we zeggen hun buikgevoel, maar het was aangenaam om te horen dat het nu ook wetenschappelijk bewezen was. Toch kwamen er enkele bedenkingen naar voren over de uiteenzetting van de heer Boone. Er werd weinig tot niets gezegd over vriendschapsrelaties in de studie en zou een ouder tijdens een bevraging wel toegeven dat hij zijn zoon of dochter naar een bepaalde school stuurt omdat nu net zijn vriendje of vriendinnetje naar die school gaat? Men vroeg zich ook sterk af of hetgeen Simon Boone onderzocht heeft wel zou kunnen veranderen met een hervorming? Interpretatieve reflectie Tijdens de eerste werksessie werd vooral gesproken over attesten en adviezen. Wat is nu een goed advies en wanneer moet je welk attest geven? Nogal vaak zijn leerkrachten geneigd om naar de punten te kijken, de resultaten zwart op wit. Maar een leerling bestaat niet alleen maar uit punten. Iedere leerling kent ook een bepaalde studiehouding en beschikt over bepaalde competenties. Deze worden echter maar zijdelings ter sprake gebracht. Leerkrachten beseffen wel dat ze rekening moeten houden met deze elementen, want anders bestaat de kans dat ze misschien onbewust de invloeden van de SES (sociaal-economische status) gaan volgen terwijl dit helemaal niet hun bedoeling is. Ok, allemaal goed en wel, maar het blijft nu eenmaal moeilijk om competenties en een studiehouding te meten, als dat al te meten valt. De wet zegt nog altijd dat als je een B-attest geeft, je voldoende verantwoording moeten kunnen afleggen waarom je net dit attest geeft en de motivering moet uitgebreid en concreet zijn. Je moet kunnen aantonen dat bepaalde leerdoelen niet behaald zijn. Bij het kleinste foutje kunnen ouders een zaak aanspannen, wat de laatste tijd een trend lijkt te worden. Ouders willen nu eenmaal punten zien. Hetzelfde probleem stelt zich met de talenten van een leerling. Hoe beoordeel je een talent? Wanneer is iets een talent? De één kan iets zeer goed vinden, terwijl de ander het maar gewoontjes vindt. We hebben daarvoor ook niet de nodige instrumenten en vaak komen deze talenten alleen tot uiting tijdens de vrije momenten. Hier

zit echter de sterkte van de vakoverschrijdende projecten en eindtermen. Hierin probeert men wel de competenties van een leerling in beeld te brengen. Bij de adviezen zou het misschien handiger zijn als er in alle vakken met beheersingsniveaus gewerkt zou kunnen worden. Met dit systeem kan je ook makkelijker een advies en zelfs een attest motiveren. Momenteel zijn ze al verwerkt in het leerplan wiskunde en dit blijkt goed te werken. In andere vakken, vooral taalvakken, lijkt het iets minder makkelijk om met verschillende beheersingsniveaus te werken. Daarnaast heeft de groep ook gesproken over het oriënteringsproces waar de heer Boone het over had. Het oriënteringsproces verloopt niet altijd van een leien dakje. Het blijkt soms zeer moeilijk om leerlingen correct te oriënteren. Vaak wordt eerst gekeken naar de richtingen in de bovenbouw die de school zelf aanbiedt. Deze zijn nu eenmaal beter gekend. De rest blijft dan wat in het ongewisse. Als er dan toch doorverwezen wordt naar een richting in een andere school, blijkt de geografische ligging parten te spelen. Ouders zien het vaak niet zitten om zoon- of dochterlief ver weg te sturen. Een school met alle richtingen zou ideaal zijn, maar is natuurlijk een utopie. Transfer naar de eigen middenschool Tijdens deze werksessie kwamen heel wat mooie voorbeelden naar voor over hoe bepaalde scholen omgaan met de probleemstelling van de competenties en talenten. Op een bepaalde school loopt het project Wall of fame waar leerlingen werken aan hun talenten en die dan kunnen laten zien aan elkaar. In een andere school mogen leerlingen vanaf het eerste jaar twee keuzeactiviteiten kiezen. Deze staan niet op punten, maar de leerkrachten die deze activiteiten geven zijn wel aanwezig op de klassenraad. Zo kunnen ook zij hun stem laten horen over bepaalde leerlingen en kan misschien zo het eenzijdige beeld van een leerling veranderen. De leerlingen mogen op het einde van het schooljaar ook tonen aan de anderen wat ze bereikt hebben. Dit zorgt voor een enorme intrinsieke motivatie. Bepaalde scholen werken in de B-stroom ook met een lettersysteem. Elke letter krijgt dan een conotatie en er wordt zo rekening gehouden met de verschillende beheersingsniveaus. Dit wordt enkel voor het vak wiskunde gedaan en helpt zo om beter te motiveren bij het geven van adviezen.

Werksessie 2 Schakelen naar een B-tere versnelling en De draaglijke lichtheid van een basaal bestaan Inleiding Jan Tallon had het over de functionele geletterdheid als kern van de basisvorming en de continue begeleiding bij de overgang van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs. Daarna kregen we een uiteenzetting te horen van Roger Standaert over de hervorming van het secundair onderwijs waarin techniek een belangrijke rol speelt. Deze visie werd tegenover de visie van Dominiek Desmet geplaatst, die de hervorming op basis van de belangstellingsgebieden uiteenzette. Tot slot volgde er een tweegesprek. Inhoudelijke reflectie De uiteenzetting van Jan Tallon bleek zeer onduidelijk. De meeste leerkrachten verwachtten zich aan een presentatie over de B-stroom en wat zijn visie hierover was, maar bleven op hun honger zitten. Ook bleek het zeer onduidelijk wat nu precies dat schakelblok inhoudt. We missen heel wat elementen en konden daarom niet meteen een volledig verhaal vormen. Over alle onderwerpen die de heer Tallon aanbracht, kunnen verschillende studiedagen georganiseerd worden. Naast de B- stroom was ook het verhaal over het buitengewoon onderwijs afwezig. We bleven dus met een leeg gevoel achter. Ook in de nota wordt met weinig woorden gerept over de B-stroom. Ook in de wandelgangen klinkt het alsof de overheid daar niet echt goed weg mee weet. Er worden wel eindtermen vastgelegd door de overheid, maar hoe die ingevuld moeten worden is onduidelijk door de heersende pedagogische vrijheid. Ook in de de visie van de sprekers bleek de B-stroom niet helemaal duidelijk te zijn. Eerlijkheidshalve moeten we vermelden dat we een grote diversiteit ontdekten binnen de werkgroep. Niet iedereen is evengoed op de hoogte van de nota van Monard of van de oriënterginsnota mensen doen schitteren van minister Pascal Smet. Leerkrachten kijken nu eenmaal anders aan tegen dergelijke nota s dan schooldirecteurs. Bepaalde mensen hadden ook al iets meer voorkennis dan anderen door de studiedag TOEKOMST SO inkleuren van het VVKSO. Interpretatieve reflectie De B-stroom is een betekenisvolle groep en heeft specifiek zorg nodig. We moeten deze leerlingen helpen naar een specifieke beroepskeuze en deze diverse groep heeft nood aan specifieke leerkrachten. We moeten dus een minimumkader bepalen en omwille van een beteren oriëntering en sociale mix misschien wel een B-stroom verplichten in alle scholen. Daar zit echter een addertje onder het gras. Zullen de scholen die zich nu profileren als ASO-school niet eerder geneigd zijn om hun B-stroom op een andere campus te laten doorgaan? Ook hier werd terug gesproken over de overgang van de basisschool naar de secundaire school. Het afschaffen van het getuigschrift basisonderwijs kwam even aan bod, maar hoe bepaal je dan wie naar de A- of de B-stroom gaat? Misschien moeten er al beheersingsniveaus ingevoerd worden in het 5 de en het 6 de leerjaar? Een belangrijk werkpunt voor de secundaire scholen is contact opnemen met de

lagere scholen in hun buurt. Er is nood aan overleg aan beide kanten. Er is vraag naar een overeenstemming in de leerplannen en naar een eenheid op gebied van zorg. Vaak wordt nu gewerkt met de BaSo-fiche. Deze blijkt echter niet volledig te zijn. In Gent werkt men sinds kort met het gemotiveerd verslag. Dit is het resultaat van het werk van tientallen scholen in gewoon en buitengewoon basis- en secundair onderwijs, CLB-medewerkers en wetenschappers binnen een proeftuinproject in de regio Gent. Dit verslag werkt rond de kernvraag: Wat heeft deze leerling nodig, wat werkt bij die individuele leerling, hoe kunnen we deze leerling helpen?. De opbouw van het verslag is zeer breed en de uitkomst is per leerling verschillend. In het gemotiveerd verslag zijn alle mogelijke leerstoornissen aanwezig. Ook alle elementen en werkvormen die gewerkt hebben bij een bepaalde leerling worden erin vermeld, niet alleen de moeilijkheden maar ook talenten en de mogelijkheden van de leerling. Bovendien is er ook plaats voor de bevindingen van de ouders. Het is dus een zeer uitgebreid document waaruit enkel de nodige delen voor die specifieke leerling gehaald kunnen worden. Meer info op www.gemotiveerd.be Roger Standaert was een enorme voorstander van de technieken. Hij vindt dat veel meer leerlingen in aanmerking moeten komen met techniek. Voor de werkgroep leek dit echter onmogelijk. Om techniek te geven heb je aangepaste lokalen nodig en niet iedere school heeft deze. Een uitwisseling van lokalen tussen verschillende scholen lijkt ook niet meteen de meest aangewezen oplossing. Daarnaast is er ook nood aan een technisch vak dat gelijkgesteld kan worden met Latijn, waardoor techniek niet altijd automatisch gedegradeerd wordt. Daarnaast kwam er nog iets belangrijks naar boven in verband met die technieken. Één van de belangstellingsgebieden die er zou komen kreeg de naam wetenschappen en techniek. Deze naam leunt echter te dicht aan bij techniek-wetenschappen, een huidige richting in TSO. Daardoor zou dit belangstellingsgebied misschien meteen terug lager gesteld worden dan de andere belangstellingsgebieden. Het kind zou dus beter een andere naam krijgen om zo vooroordelen geen kans te geven. Transfer naar de eigen middenschool In bepaalde middenscholen werd er al contact gezocht met de basisscholen en worden er bezoekdagen georganiseerd. Het is belangrijk dat de leerlingen in het basisonderwijs al contact maken met de school waar ze volgend jaar terecht kunnen komen. Ook over de zorg werd er in bepaalde scholen al nagedacht. Zo hebben enkele scholen er voor geopteerd om hun dyslectiebeleid op elkaar af te stemmen zodat de ouder de keuze van de secundaire school niet hoeft te baseren op de zorg voor deze leerstoornis van hun kind. Daarnaast werd er ook nagedacht over de brede vorming van de eerste graad waarin techniek een grote rol speelt. Al goed en wel klonk het hier, maar wie gaat die gebouwen plaatsen. Wisselen van lokalen bleek al geen oplossing. En een VTI zal er nu altijd eenmaal technischer uitzien dan een college.

Werksessie 3 Van kiespijn en groeischeuten, de dingen die voorbijgaan. Inleiding Op de laatste dag van het St.A.M.-congres kregen we een dialoog voorgeschoteld tussen Johan David en Walter Van Dam. Johan David gaf een heel duidelijke uiteenzetting over het keuze- en werkboekje Op Stap dat helpt bij de onderwijsloopbaanbegeleiding door de school en het CLB. Walter Van Dam vertelde ons een verhaal over hoe oriëntering en studiekeuzebegeleiding in de eerste graad met elkaar verbonden moeten worden. Inhoudelijke reflectie Tijdens deze laatste werksessie rezen er vooral vragen rond de spilfiguur waar Walter van Dam het over had. Deze spilfiguur zou alles moeten weten in verband met studieloopbaanbegeleiding en oriëntering, maar dit is zo goed als onmogelijk. Leerlingen zouden zelf moeten kunnen kiezen wie ze problemen met hun studieloopbaan en andere onderwerpen toevertrouwen. Het mag geen opgedrongen spilfiguur zijn. Interpretatieve reflectie Eenmaal terug in de vergaderruimte barstte de discussie los. Velen waren akkoord met het feit dat de studieloopbaanbegeleiding structureel in de lessentabel zou moeten worden ondergebracht. Er moeten uren voor vrijgemaakt worden, zodat het een jaarproces wordt en niet iets waar men de laatste maanden van het schooljaar op focust. Men moet tijdig beginnen met het aanbieden van keuzes. Enkelen maken daarbij gebruik van het werk- en keuzeboekje Op stap naar het secundair onderwijs van het CLB. Daarin staat een korte beschrijving van iedere studierichting. Dit wordt dan meegegeven aan de leerlingen. Anderen werken dan weer met StudieWijzer.be, dat zich baseert op de belangstellingsgebieden, of met Onderwijskiezer.be. Anderen hebben hun eigen studiekeuzewerkboek uitgewerkt. Daarnaast gaven veel leerkrachten ook aan dat ze vol ongeduld wachten op een boekje voor het BVL (beroepsvoorbereidend leerjaar). Dit zou in september uitkomen. De spilfiguur blijkt in de meeste scholen de klastitularis te zijn, omdat die de klas het best kent, maar ook omdat die meestal een hoofdvak geeft waardoor er gemakkelijk een uur kan vrijgemaakt worden voor studieloopbaanbegeleiding. Als deze klastitularissen echte professionals moeten worden, zullen zij ondersteund moeten worden en zal men ze moeten opleiden. Maar wat als die klastitularis dan plots wegvalt wegens ziekte of zwangerschap? Dan komt er een vervanger in de plaats en die kan niet alles opvangen. Daarom is het belangrijk dat het lerarenkorps als team achter de studiekeuzebegeleiding staat ter ondersteuning van de spilfiguur. Om jongeren warm te maken voor de juiste keuze worden al heel wat activiteiten gepland. Zo zijn er scholen die met hun leerlingen naar het werkveld trekken, zodat ze een beter zicht krijgen op wat het beroep eigenlijk inhoudt. Het zou een unieke kans zijn mochten de leerlingen een hele dag kunnen meedraaien op de werkvloer, maar daar hebben de scholen gewoon geen tijd voor. Meestal vinden deze kennismakingsmomenten plaats in de scholen en richtingen die men kent. Als iemand

plots een heel andere keuze maakt, bijvoorbeeld dans, dan wordt het CLB ingeschakeld. Soms beginnen leerlingen ook vragen te stellen aan hun leerkrachten en die kunnen daar dan niet altijd op antwoorden. Het kan zijn dat de klastitularis dan wel eens wat informatie opzoekt om de leerling verder te helpen, maar dat hangt ook af van leerkracht tot leerkracht. Ouders spelen ook hier een belangrijke rol. Ouders haken vaak af als de zoektocht naar de gepaste studiekeuze voor hun kind te complex wordt. Soms sturen ze dan hun zoon of dochter gemakshalve toch maar naar een bekende richting in de bovenbouw van de school waar ze al leerling waren. Transfer naar de eigen middenschool In heel wat scholen wordt de studieloopbaanbegeleiding goed opgevolgd. In sommige scholen wordt er vanaf januari één uur per week vrijgemaakt. In andere scholen wordt dit ingekaderd binnen het zogenaamde titularisuurtje. Sommige scholen geven studieloopbaanbegeleiding tijdens de vrije ruimte.