Antwoord op Statenvragen PS2016-107 Arnhem, 1 maart 2016 zaaknr. 2016-002420 De leden van Provinciale Staten Beantwoording schriftelijke Statenvragen statenlid A. Kops (PVV)) over de eerste versie van het beleidsprogramma Cultuur en Erfgoed 2017-2020 Ingevolge het bepaalde in artikel 42 van het Reglement van Orde van Provinciale Staten doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen van het statenlid A. Kops toekomen. Onlangs hebben Gedeputeerde Staten de eerste versie van het beleidsprogramma Cultuur en Erfgoed 2017-2020, getiteld "Cultuur en Erfgoed 2017-2020; Beleef het mee!", vastgesteld aanleiding voor de PVV-fractie tot het stellen van onderstaande vragen. Vraag 1: Is het niet zo dat GS zich hebben voorgenomen 'cultureel ondernemerschap' en 'zelfredzaamheid' in de kunst- en cultuursector te bevorderen? Constaterende dat deze termen in het 29 pagina's tellende concept-beleidsprogramma niet eenmaal terug te vinden zijn: komt hierin de praktijk nog iets van terecht? Zo ja: wat? Het klopt dat wij cultureel ondernemerschap en zelfredzaamheid in de periode 2017-2020 blijven bevorderen. De economische waarde van cultuur is naast de intrinsieke en maatschappelijke waarde erg belangrijk. De aandacht voor de economische betekenis van cultuur is in het gehele beleidsprogramma terug te vinden. Als antwoord op het tweede deel van de vraag verwijzen wij naar onze bestuurlijke reactie op het rapport een hele onderneming van de Rekenkamer. Vraag 2: Op pagina 4 staat geschreven: "In de periode 2017-2020 zetten we het cultuurbeleid voor een deel voort. Er zal ook het nodige veranderen. Dit moet, want de 'staat van Gelderland' is een andere dan die van vier jaar geleden. Onze samenleving is volop in beweging, niet in de laatste plaats door internationale ontwikkelingen." Wat zijn concreet de verschillen tussen de 'staat van Gelderland' van vier jaar geleden en de 'staat van Gelderland' van vandaag de dag? Op welke wijze is volgens GS onze samenleving 'volop in beweging'? Op welke 'internationale ontwikkelingen' doelen GS? Welke rol speelt het cultuurbeleid daarbij? Op pagina 4 en 5 wordt onder meer de toenemende leegstand van (winkel)panden bedoeld. De verregaande digitalisering is ook een ontwikkeling die invloed heeft. Denk hierbij bijvoorbeeld aan digitale ontsluiting van kunstcollecties of het ontwikkelen van erfgoed app s. Andere ontwikkelingen zijn de flexibilisering van de arbeidsmarkt en de toenemende aandacht voor klimaatvraagstukken en energiebesparingen. Ook de oorlogssituatie in een aantal landen in het Midden Oosten en de hiermee verbonden vluchtelingenproblematiek maakt dat de samenleving in beweging is. Inlichtingen bij Willemijn van den Berg, telefoonnummer (026) 359 93 31 e-mailadres: post@gelderland.nl
Meer specifiek voor de culturele sector wijzen wij op de gewijzigde rol van de overheid in de financiering van deze sector. Meer aandacht voor ondernemerschap en, hieraan gekoppeld, de bezuinigingen door het Rijk, provincie en veel gemeenten, betekende een omslag in beleid en bedrijfsvoering bij veel Gelderse culturele instellingen. Het vinden van antwoorden op de geschetste ontwikkelingen vragen om een creatieve en innovatieve samenleving en om kritische reflectie. Kunst en cultuur stimuleren dit. Vraag 3: Op pagina 4 staat geschreven: "Kennis van het verleden geeft meer inzicht in het heden en kan leiden tot meer begrip voor de complexiteit van de huidige samenleving. Cultuur inspireert. Het houdt een spiegel voor en scherpt hiermee onze oordeelsvorming." Op welke 'complexiteit' doelen GS? Wat achten GS aan de huidige samenleving 'complex'? Welke 'inspirerende' rol vervult het cultuurbeleid hierin? Welke concrete voorbeelden van cultuur als 'spiegel' en 'scherping van oordeelsvorming' kunnen GS in het kader van 'complexiteit' van de samenleving geven? Voor de complexiteit van de samenleving en de rol van cultuur daarin verwijzen wij naar ons antwoord op vraag 2. Een concreet voorbeeld van cultuur als 'spiegel' en 'scherping van oordeelsvorming' is de toneelvoorstelling Mansholt. Het toneelstuk gaat in op maatschappelijk thema s zoals de economische crisis en vraagt mensen na te denken over de grenzen aan (economische) groei en persoonlijke fouten. Vraag 4: Op pagina 6 staat geschreven: "De betekenis van cultuur en erfgoed ontlenen we voor een groot deel aan de intrinsieke waarde oftewel aan de kwaliteit ervan. Zonder kwaliteit zijn kunstuitingen of monumenten letterlijk 'waardeloos'." Welk meetinstrument hanteren GS bij het vaststellen van de 'intrinsieke waarde' van kunstuitingen én van de op pagina 8 genoemde 'nieuwe, innovatieve en nog niet te voorspellen initiatieven en ervaringen', waarvoor GS een 'bloeiend klimaat en ruimte' willen doen ontstaan? In de periode 2012-2016 hebben subsidieaanvragers de kwaliteit (of intrinsieke waarde) aan moeten tonen door ervaringen van organisatoren of uitvoerenden, recensies, wetenschappelijke inbreng of een recent uitgebracht advies van een door de overheid ingesteld adviesorgaan. Intrinsieke waarde is moeilijk te kwantificeren. Wat één persoon mooi of waardevol vindt, hoeft voor een ander niet te gelden. Wij denken na over een meetinstrument waarmee we de intrinsieke waarde in de periode 2017-2020 kunnen beoordelen. De komende maanden gaan wij in gesprek met deskundigen, instellingen en gemeenten om samen te onderzoeken op welke wijze wij intrinsieke waarde willen kwantificeren. Vraag 5: Op pagina 13 staat geschreven: "Onder talentontwikkeling verstaan wij hier de artistieke ontwikkeling van professionals in verschillende sectoren zoals de beeldende kunst, mode, vormgeving en podiumkunsten. [ ] In de loop van hun carrière [verandert] de behoefte aan faciliteiten die professionals nodig hebben om hun talenten te ontwikkelen." 2
Hoe definiëren GS een 'professional'? Welke 'artistieke ontwikkeling' moet iemand volgens GS hebben doorgemaakt om 'professional' te zijn? Impliceert het woord 'professional' niet dat van provinciale (financiële) ondersteuning geen sprake zou moeten zijn? Hoe zien GS in dit verband 'cultureel ondernemerschap' en 'zelfredzaamheid'? Wij definiëren een professional als een persoon die zich beroepsmatig in de culturele sector begeeft. Wij stellen vooraf geen eisen aan de artistieke ontwikkeling die een professional doorgemaakt moet hebben. Een professional moet zelfredzaam zijn. Zelfredzaamheid hoeft niet te betekenen dat een professional geen gebruik maakt van (overheids)subsidies. Vraag 6: Op pagina 14 blijkt uit de tabel met globale verdeling van de financiële middelen voor 2017 dat GS voor de privékunstcollectie van de Provincie een jaarlijks budget van EUR 100.000 wensen. (Zie ook Statenvragen PS2015-442.) Is het correct dat hier sprake is van een verdubbeling van het huidige budget? Zo ja: waarvoor is dat volgens GS noodzakelijk? Waarop is het bedrag van EUR 100.000 gebaseerd? Hoeveel geld wensen GS aan de aankoop van kunst te besteden? Er is geen sprake van een verdubbeling van het budget. Tot nu toe hebben Provinciale Staten ieder jaar circa 50.000,- aan het beheer en circa 50.000,- aan aankoop van kunst besteed. Vraag 7: Op pagina 16 staat geschreven: "Gebrekkig onderhoud en een slechte energiebalans van een monument leiden tot oplopende instandhoudingskosten." Kunnen GS een overzicht verstrekken van Gelderse monumenten, waarbij sprake is van 'gebrekkig onderhoud' en/of een 'slechte energiebalans'? De provincie Gelderland telt ongeveer 6.700 Rijksmonumenten en ongeveer 12.500 gemeentelijke monumenten. Hiervan verkeert 35% in een goede staat 47% in een redelijke staat, 14% in een matige en 4% in een slechte staat (zie afbeelding). De slechte energiebalans van monumenten is een bekend gegeven. Hier wordt momenteel onderzoek naar gedaan, zodat wij dit in de toekomst kunnen onderbouwen. Afbeelding: Onderhoudstoestand Rijks- en gemeentelijke monumenten in Gelderland 3
Onze samenleving is volop in beweging is (zie het antwoord op vraag 2). Dit is van invloed op de maatschappelijke vragen en behoeften in de komende jaren. Wij veronderstellen dus niet meer, maar mogelijk andere maatschappelijke vragen. Dit vraagt een flexibel instrumentarium om ieder jaar een adequaat antwoord te geven op vragen die op dit moment niet of niet geheel bekend zijn. Een voorbeeld van een maatschappelijk vraag of behoefte zou bijvoorbeeld de vraag naar energiebesparende maatregelen in monumenten kunnen zijn. Gedeputeerde Staten van Gelderland C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning P.G.G. Hilhorst - secretaris 5