In onze brief van 13 maart jl. hebben wij u geadviseerd over de opname van het middel umeclidinium (Incruse ) in het GVS via een marginale toetsing.

Vergelijkbare documenten
Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ DEN HAAG. Datum 13 maart 2015 GVS rapport 15/04 dulaglutide (Trulicity )

Uw brief van Uw kenmerk Datum 21 januari 2013 Farma februari 2013

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ s GRAVENHAGE

Uw brief van Uw kenmerk Datum 3 november 2006 Farmatec/P december 2006

Datum 28 augustus 2018 Betreft GVS beoordeling semaglutide (Ozempic ) Onze referentie

Uw brief van Uw kenmerk Datum 9 oktober 2012 Farma december 2012

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ DEN HAAG

Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ DEN HAAG

Uw brief van Uw kenmerk Datum 9 februari 2007 Farmatec/P maart 2007

Uw brief van Uw kenmerk Datum 11 januari 2008 Farmatec/FZ februari 2008

Datum 28 november 2017 Betreft GVS aanvraag geregistreerde FNA producten Onze referentie

Alain Van Meerhaeghe, Service de Pneumologie et GERHPAC, Hôpital Vésale, CHU-Charleroi ; Laboratoire de médecine factuelle de l ULB

Uw brief van Uw kenmerk Datum 10 juni 2013 Farma juni 2013

Medicatie bij COPD: Therapie op maat?

Flavoxaat G04BD02, december 2018

het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (art. 40 lid 1 Geneesmiddelenwet). Pagina 1 van 2

Cover Page. Author: Kruis, Annemarije Title: The effectiveness of integrated disease management in COPD patients Issue Date:

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ DEN HAAG

1 Te raadplegen via: httos:// eczeem Pagina 1 van 2

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling

Uw brief van Uw kenmerk Datum 12 januari 2010 Farmactec/FZ mei 2010

Workshop voor apothekers en huisartsen Behandeling van COPD anno 2007

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging van de voorwaarden van de vergunningen voor het in de handel brengen

Alain Van Meerhaeghe, Service de pneumologie et GERHPAC, Hôpital Vésale, CHU-Charleroi

2OnSo^3.5. > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen

Acetylcysteine bij ouderen met COPD. Reduceert acetylsteine exacerbaties?

Indeling presentatie

Uw brief van Uw kenmerk Datum 7 september 2010 Farma januari 2011

Medicatie bij COPD: Therapie op maat?

Nieuwe medicatie voor astma / COPD

Instructie geeft lucht

Waarom was het onderzoek nodig?

Inhalatiemedicatie en techniek Netwerkavond Fynon

Acetylcysteïne wordt niet aanbevolen bij de behandeling van COPD, omdat geen voordeel is aangetoond ten opzichte van placebo. fenoterol/ipratropium

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog

Datum 8 september 2015 Betreft GVS rapport 15/13 edoxaban (Lixiana ) bij veneuze trombo-embolie

Aan de minister voor Medische Zorg en Sport Postbus EJ 'S-GRAVENHAGE. Datum 28 augustus 2018 Betreft GVS-beoordeling Biktarvy

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ s GRAVENHAGE

met betrekking tot een aantal uitingen van geneesmiddelenreclame van:

Barnidipine C08CA12, december Indicatie Barnidipine is geregistreerd voor de indicatie hypertensie.

IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD GEEN BELANGENVERSTRENGELING

Alain Van Meerhaeghe, Service de Pneumologie et GERHPAC, Hôpital Vésale, CHU-Charleroi; Laboratoire de médecine factuelle de l ULB

Wat is nieuw in longfunctie? Jan Willem van den Berg Longarts

Wijzigingen in de Samenvatting van de Productkenmerken en Bijsluiter, voorgesteld door het Europees Geneesmiddelenbureau

HERZIENE AANBEVELINGEN VAN GINA VOOR ASTMA, EN VAN GOLD VOOR COPD

Indicatie Urgency-incontinentie en/of verhoogde mictiefrequentie.

De behandeling van lage rugpijn met ruggordels en medicatie

FARMACOTHERAPIE BIJ CHRONISCH OBSTRUCTIEF LONGLIJDEN: EEN UPDATE

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel

Nurse versus physician-led care for the management of asthma

Geneesmiddelen met een therapeutische minderwaarde ten opzichte van andere in het pakket opgenomen behandelmogelijkheden. Hiervan is sprake indien

Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ DEN HAAG

Aan de minister voor Medische Zorg en Sport Postbus EJ S -GRAVENHAGE

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport T.a.v. mevrouw Schippers Postbus EJ 'S-GRAVENHAGE

Datum 28 juni 2016 Betreft Definitief advies als bedoeld in artikel 114 Zorgverzekeringswet

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Datum 9 mei 2019 Betreft Definitief advies als bedoeld in artikel 114 Zorg verzekeringswet Zaaknummer Onze referentie

Regionaal formularium astma / COPD

(GLAXOSMITHKLINE) Farmaceutisch bedrijf

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

INCRUSE ELLIPTA 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 3. FARMACEUTISCHE VORM 4. KLINISCHE GEGEVENS

Ervaring Aantal ouderen bestudeerd in Randomized Controlled Trials (RCTs) 196 patiënten, gemiddelde leeftijd 67 jaar.(4)

Zelfmanagementondersteuning of regelmatige controles bij COPD patiënten in de huisartspraktijk? Een gerandomiseerd gecontroleerd experiment

Wit of nagenoeg wit poeder in een witte inhalator met een ingebouwde dosisindicator en een groene doseerknop.

o y Zorginstituut Nederland o 3 APR > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen

copd-behandeling breder dan alleen medicatie

Datum 26 april 2017 Betreft GVS beoordeling tenofovir alafenamide (Vemlidy ) Onze referentie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Introductie Boehringer Ingelheim

Astma en COPD behoren tot de meest

Workshop: Reversibiliteitstest

Uw brief van Uw kenmerk Datum 5 september 2006 Farmatec/P november 2006

DISCLOSURE BELANGEN SPREKERS: GEEN BELANGENVERSTRENGELING KADERHUISARTS SCHAKEL TUSSEN WETENSCHAP EN PRAKTIJK

Therapeutisch versus niet-therapeutisch onderzoek bij minderjarige en wilsonbekwame proefpersonen

Datum 14 maart 2017 Betreft GVS rapport 17/01 methylaminolevulinaat (Metvix ) met daglicht fotodynamische therapie (FDT)

Nederlandse samenvatting

Medicamenteuze therapie bij COPD

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN ( )

Samenvatting COPD zorgprogramma 2019

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Nederlandse samenvatting

1 8 DEC Zorginstituut Nederland. > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen

Voorspellende factoren voor terugkeer naar werk en arbeidsongeschiktheid na behandeling voor colorectaal carcinoom

Serevent 50 Diskus, inhalatiepoeder 50 microgram/dosis, voorverdeeld

ZOlöOIOft. Zorginstituut Nederland. > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen

5-jaars Follow-up van de FAME studie

Juridische aspecten van behandel- en vergoedingsbeslissingen

Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten

Directe communicatie aan gezondheidszorgbeoefenaars over de associatie van Sprycel (dasatinib) met Pulmonaire Arteriële Hypertensie (PAH)

Elke capsule bevat 63 microgram glycopyrroniumbromide, gelijk aan 50 microgram glycopyrronium.

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Arib (PvdA) over het nut van de griepprik (2011Z20885).

MEDICATIE BIJ ASTMA EN COPD: DE BOMEN EN HET BOS...

Chronische NIV bij stabiele COPD patiënten

1 5 JAN Zorginstituut Nederland. > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen

Zorginstituut Nederland. > Retouradres Postbus 320, 1110 AHDiemen

KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Lomudal, dosis-aërosol, 1 mg natriumcromoglicaat per verstuiving:

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel)

De ontwikkeling van de ziektelastmeter Behandelalgoritme / computer programma Het onderzoek

STANDPUNTEN ANAKINRA (VOORLOPIGE BEHANDELRICHTLIJN) Oktober 2002

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG 0530.2015038976 Zorginstituut Nederland Pakket Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl info@zinl.nl T +31 (0)20 797 89 59 Contactpersoon mw. J.E. de Boer T +31 (0)20 797 85 23 Datum 15 april 2015 Betreft GVS-rapport 15/06 umeclidinium (Incruse ) Kenmerk RenK4-09022015 Onze referentie 2015038976 Geachte mevrouw Schippers, In onze brief van 13 maart jl. hebben wij u geadviseerd over de opname van het middel umeclidinium (Incruse ) in het GVS via een marginale toetsing. De aanleiding vormde uw verzoek van 9 februari 2015 aan het Zorginstituut om u te adviseren over de vergoedingsaanvraag voor het middel umeclidinium (Incruse ). Ons advies luidde om umeclidinium (Incruse ) op te nemen op bijlage 1A in het GVS in cluster OR03BBCID V, waarin reeds de overige langwerkende muscarinereceptorantagonisten zijn opgenomen. Als standaarddosis adviseerden wij u in dit advies voor umeclidinium 55 microg aan te houden. Echter, omdat de standaarddosis van de overige in dit cluster opgenomen middelen bij nadere beschouwing niet is gebaseerd op de afgeleverde dosis, maar op de afgemeten dosis in de capsule, adviseren wij u om uit oogpunt van consistentie ook voor umeclidinium uit te gaan van de afgemeten dosis. Dit betekent dat als standaarddosis voor umeclidinium 62,5 microg moet worden aangehouden. Hoogachtend, Mw. mr. M. van der Veen-Helder Programmamanager Pakket Pagina 1 van 1

GVS-rapport 15/06 Umeclidinium (Incruse ) Datum 13 maart 2015 Status Definitief

Colofon Volgnummer 2015022054 Contactpersoon Afdeling Merknaam Indicatie mw. I.B. de Groot +31 (0)20 797 86 37 Pakket Pagina 1 van 17

Inhoud Colofon 1 1 Inleiding 5 1.1 Umeclidinium (Incruse ) 5 1.2 Voorstel fabrikant opname GVS 5 2 Beoordeling onderlinge vervangbaarheid 7 2.1 Beoordeling criteria onderlinge vervangbaarheid 7 2.1.1 Gelijksoortig indicatiegebied 7 2.1.2 Gelijke toedieningsweg 7 2.1.3 Bestemd voor dezelfde leeftijdscategorie 7 2.1.4 Klinische relevante verschillen in eigenschappen 7 2.2 Conclusie onderlinge vervangbaarheid 12 2.3 Standaarddosis 12 2.4 Conclusie plaatsing op lijst 1A 12 3 Conclusie plaatsing in GVS 13 4 Voorstel voor een FK-advies 15 5 Literatuur 17 Pagina 3 van 17

1 Inleiding In de brief van 9 februari 2015 verzoekt de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Zorginstituut Nederland een inhoudelijke toetsing uit te voeren over het geneesmiddel umeclidinium (Incruse ). 1.1 Umeclidinium (Incruse ) Samenstelling Umeclidinium (als bromide). Inhalatiepoeder, voorverdeeld. Per dosis die het mondstuk van de inhalator verlaat wordt 55 mcg umeclidinium afgegeven, overeenkomend met 65 mcg umeclidiniumbromide. Dit komt overeen met een voorverdeelde dosis van 62,5 mcg umeclidinium overeenkomend met 74,2 mcg umeclidiniumbromide. Geregistreerde indicatie Umeclidinium is geïndiceerd als bronchusverwijdende onderhoudsbehandeling ter verlichting van symptomen bij volwassen patiënten met een chronische obstructieve longziekte (COPD). Dosering De aanbevolen dosis is één inhalatie van umeclidiniumbromide (65 mcg per dag) één keer per dag. 1.2 Voorstel fabrikant opname GVS De fabrikant stelt dat umeclidinium (Incruse ) onderling vervangbaar is met tiotropium, glycopyrronium en aclidinium, en daarom kan worden geplaatst op bijlage 1A van de Regeling zorgverzekering (Rzv), in het bestaande cluster OR03BBCID V, samen met de andere genoemde middelen. De fabrikant vraag opname aan van umeclidinium inhalatiepoeder in het cluster van de langwerkende bronchusverwijdende middelen in cluster OR03BBCID V. In dit cluster zijn drie langwerkende muscarinereceptorantagonisten opgenomen: tiotropium 18 mcg (Spiriva ), glycopyrronium 50mg (Seebri ) en aclidinium 400 mcg (Eklira Genuair ). Er wordt voldaan aan het criterium voor de marginale toetsing dat minstens drie producten in het cluster moeten zitten. GlaxoSmithKline heeft daarom een marginale toetsing aangevraagd voor opname van umeclidinium in bovengenoemd cluster. Pagina 5 van 17

Pagina 6 van 17

2 Beoordeling onderlinge vervangbaarheid Om de plaats van een geneesmiddel in het GVS te kunnen vaststellen moet eerst worden beoordeeld of het onderling vervangbaar is met reeds in het GVS opgenomen geneesmiddelen. Umeclidinium is een langwerkend bronchusverwijdende onderhoudsbehandeling (LAMA). Voor toetsing van de onderlinge vervangbaarheid van umeclidinium komen de overige LAMA s in aanmerking die zijn opgenomen in cluster OR03BBCID V (tiotropium, glycopyrronium en aclidinium) op bijlage IA. Er kan worden volstaan met een marginale toetsing. 2.1 Beoordeling criteria onderlinge vervangbaarheid 2.1.1 Gelijksoortig indicatiegebied Tiotropium, glycopyrronium en aclidinium zijn net als umeclidinium langwerkende muscarinereceptorantagonisten en zijn bij dezelfde indicaties toepasbaar, te weten bronchusverwijdende onderhoudsbehandeling ter verlichting van symptomen bij volwassenen met COPD. Conclusie: Er is sprake van een gelijksoortig indicatiegebied. 2.1.2 Gelijke toedieningsweg Tiotropium, glycopyrronium en aclidinium worden toegediend via single-dose of multi-dose poederinhalatie. Ook umeclidinium wordt toegediend via een multi-dose poederinhalatie. Conclusie: er is sprake van gelijke toedieningsweg. 2.1.3 Bestemd voor dezelfde leeftijdscategorie Umeclidinium is bestemd voor toepassing bij volwassenen. De overige LAMA s zijn eveneens bestemd voor toepassing bij volwassenen. Conclusie: De genoemde geneesmiddelen zijn bestemd voor dezelfde leeftijdscategorie. 2.1.4 Klinische relevante verschillen in eigenschappen De weging van het criterium klinisch relevante verschillen in eigenschappen berust met name op een beoordeling van de gunstige en ongunstige effecten van Umeclidinium ten opzichte van de reeds beschikbare geneesmiddelen. Verschillen in de toepasbaarheid en het gebruiksgemak worden wel in de weging meegenomen maar hebben alleen een doorslaggevende rol indien dit tot een klinisch relevante verandering in (on)gunstige effecten leidt. De EMA beveelt de FEV1 aan als primaire uitkomstmaat in onderzoek naar symptomatische behandeling van patiënten met COPD. De pre-dosis FEV1 heeft hierbij de voorkeur. Het is echter aanbevolen dat de FEV1 zowel pre- als na de dosis wordt gemeten, zowel bij baseline als bij elk follow-up bezoek gedurende de studieperiode. Van belang is niet alleen de gemiddelde waarde gedurende een Pagina 7 van 17

bepaalde behandelperiode, maar ook het beloop van de waarden over de dag. Naast de FEV1 moeten de resultaten van een secundaire uitkomstmaat beschikbaar zijn. De EMA beveelt als secundaire uitkomstmaat een patiënt gerelateerde of symptoom gerelateerde uitkomstmaat aan. Bij matige tot ernstige COPD gaat het om het aantal exacerbaties of symptomen zoals kortademigheid bij inspanning, de kwaliteit van leven beoordeeld door een ziekte-specifieke vragenlijst zoals St. George s Respiratory Questionnaire (SGRQ) of het bepalen van de inspanningstolerantie. Voor bronchodilatators kan een studie tussen de zes en 12 weken acceptabel zijn. Echter, om te kunnen concluderen dat een geneesmiddel een effect heeft op de frequentie van exacerbaties, zijn resultaten nodig van een trial met een follow-up duur van meer dan 12 weken. i In twee multicenter, gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde, parallelgroep studies is de werkzaamheid en veiligheid van umeclidiniumbromide 62.5 mcg onderzocht bij patiënten (> 40 jaar) met COPD ii, iii. De primaire uitkomstmaat was de FEV1-dalwaarde na 12 weken in de studie van Trivedi et al. en na 24 weken in de bij de studie van Donohou et al. Secundaire uitkomstmaten waren mate van kortademigheid (gemeten middels de Transition Dyspnoe Index (TDI)) en kwaliteit van leven (gemeten middels de SGRQ) (beide studies) en de tijd tot eerste COPD-exacerbatie (Donohou et al.). De studies voldoen aan de door de EMA opgestelde richtlijnen voor de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen voor de behandeling van COPD. De opzet van deze studies is beschreven in tabel 1. 1 e auteur en Tabel 1. Klinische studies die zijn betrokken in de marginale toetsing onderzoeksopzet patiënten interventie en controle Behandelduur belangrijkste jaar van aantal kenmerken uitkomstmaten publicatie Trivedi, 2014 Fase III 206 COPD patiënten > 40 Umeclidiniumbromide 62.5 mcg 12 weken Primair: Internationale, jaar, sigarettenrokers per dag (1x p/d). FEV1-dalwaarde na AC4115408 multicenter, historie > 10 pakjaar, 12 weken. NCT01387230 gerandomiseerde, post- Umeclidiniumbromide 125 mcg dubbelblinde, bronchusverwijdering per dag (1x p/d). Secundair: placebogecontroleerde, FEV1/FVC ratio < 0.70, TDI score na 12 parallelgroep studie postbronchusverwijding weken FEV1< 70% van de Placebo (1x p/d). voorgestelde SGRQ score na 12 normaalwaarde, weken Gemodificeerde Medical Research Council (mmrc) dyspneu score > 2. Donohue, Fase III 1532 COPD Patiënten > 40 Umeclidiniumbromide 62.5 mcg 24 weken Primair: 2013 Internationale, jaar, sigarettenrokers per dag (1x p/d). FEV1-dalwaarde na multicenter, historie > 10 pakjaar, 12 weken. DB2113373 gerandomiseerde, post- Vilanterol 25 mcg per dag (1 x NCT01313650 dubbelblinde, bronchusverwijdering per dag) U Secundair: placebogecontroleerde, FEV1/FVC ratio < 0.70, TDI score na 24 parallelgroep studie postbronchusverwijding Umeclidiniumbromide/Vilanterol weken FEV1< 70% van de 62.5/25 mcg per dag (1x p/d). voorgestelde SGRQ score na 24 normaalwaarde, Placebo (1x p/d). weken Gemodificeerde Medical Research Council Tijd tot eerste COPD- (mmrc) dyspneu score > exacerbatie na 23 2. weken Pagina 8 van 17

Gunstige effecten Resultaten studie Trivedi, 2014: In totaal werden 206 patiënten (ITT populatie) gerandomiseerd. De resultaten van de onderzoeksarm met umeclidiniumbromide 125mcg (n = 69) zijn in dit rapport niet opgenomen, omdat de aanbevolen dosis 65mcg is. Bij aanvang van de studie was het % patiënten met een GOLD stadium 1 II in de interventiegroep lager (36%) dan in de controle groep (49%) en het % patiënten met een GOLD stadium III in de interventiegroep hoger (43%) dan in de controlegroep (38%). De studiegroepen verschilden niet in leeftijd, geslacht en andere demografische karakteristieken (BMI, % rokers, FEV1). De behandeling van umeclidinium resulteerde in een significante en klinische relevante (> 100 ml) verbetering in FEV1 versus placebo na 12 weken (toename in FEV1 127 ml (95% BI 52-202, p < 0,0001)). Na 12 weken was er een verbetering in de TDI score vergeleken met placebo (1 punt (95%BI 0.0-2.0, p = 0.05) Na 12 weken was er een verbetering in de SGRQ totale score vergeleken met placebo -7.90 units (95% BI -12.20;-3.60, P < 0,0001). De kans om SGRQ responder (> 4 units) te zijn was significant hoger vergeleken met placebo (OR 2.44, 95%BI 1.08-5.50). Resultaten studie Donohue, 2013: In totaal werden 1532 patiënten (ITT populatie) gerandomiseerd. De resultaten van de onderzoeksarm met umeclidiniumbromide/vilanterol 62.5mcg/25mcg (n = 413) en vilanterol 25mcg (n = 421) zijn in dit rapport niet opgenomen, omdat de aanbevolen dosis 65mcg is. Bij aanvang van de studie verschilden de studiegroepen niet in leeftijd, geslacht en ziektestatus. De behandeling van umeclidinium resulteerde in een significante en klinische relevante (> 100 ml) verbetering in FEV1 versus placebo na 24 weken (toename in FEV1 115 ml (95% BI 76-155, P < 0.013)). Na 24 weken was er een verbetering in de TDI score vergeleken met placebo van 1.0 (95%BI 0.5-1.5, P < 0.001). Na 24 weken was er een verbetering in de SGRQ totale score vergeleken met placebo van -4.69 units (95%BI -7.07;-2.31). De kans om SGRQ responder (> 4 units) te zijn in de umeclidiniumgroep was significant hoger vergeleken met placebo (OR 1.6, 95%BI 1.2-2.3, P < 0.01). De kans op COPD exacerbatie was lager in de interventiegroep ten opzichte van placebo (HR 0.6 (95%BI 0.4-1.0), P < 0.05). Tabel 2. Primaire en secundaire uitkomstmaten na 12 en 24 weken behandelen umeclidinium (UMEC) 65 mcg vs. placebo Effectverschil UMEC vs. placebo Effectverschil UMEC vs. placebo Effectverschil UMEC vs. placebo Effectverschil UMEC vs. placebo FEV1 2 127 ml (95% BI 52-202), P < 0.001 115 ml (95% BI 76-155), p < 0.01 TDI 3 1.0 (95%BI 0.0-2.0), p = 0.05 1.0 (95%BI 0.5-1.5), p < 0.013 SGRQ 4-7.90 (95%BI 12.20;- 3.60), p<0,001-4.69 (95%BI -7.07;- 2.31), p<0,001 COPD-exacerbatie Trivedi, 2014 12 weken behandelen Donohue, 2013 24 weken behandelen HR 0.6 (95%BI 0.4-1.0), p < 0.05 1 Er worden vier COPD stadia onderscheiden. GOLD 1 licht COPD, GOLD 2- matig ernstig COPD, GOLD 3 ernstig COPD en GOLD 4- zeer ernstig COPD. 2 Een verbetering in FEV1 met > 100 ml wordt beschouwd als klinisch relevant 3 Een verbetering in TDI met > 1 punt kan als klinisch relevant worden beschouwd 4 Een gemiddelde verandering in SGRQ met > 4 punten wordt beschouwd als klinisch relevant Pagina 9 van 17

Er zijn geen studies uitgevoerd waarin de effectiviteit van umeclidinium 62.5mcg direct vergeleken wordt met de andere LAMA s. Om toch de effecten behaald met umeclidinium te vergelijken met de effecten behaald met de andere LAMA s is een indirecte vergelijking uitgevoerd. In deze indirecte vergelijking zijn de effectverschillen van umeclidinium versus placebo vergeleken met de effectverschillen die de andere LAMA s vs. placebo hebben behaald. Hiervoor zijn data van 12 en 24 weken van de studies van Trivedi en Donohou gebruikt en voor de andere therapieën zijn de resultaten van de systematische review en metaanalsyse van Karabis et al., 2013 gebruikt. iv De geïncludeerde studies in deze indirecte vergelijking waren onderling vergelijkbaar op basis van patiëntkarakteristieken (leeftijd, geslacht, rookhistorie, FEV1) en uitkomstdefinities. Ook de studies naar umeclidinium kwamen hiermee overeen. Op basis van de indirecte vergelijking kan worden geconcludeerd dat de effectverschillen van umeclidinium versus placebo na 12 en 24 weken behandelen leidt tot vergelijkbare verbeteringen op FEV1, TDI en SGRQ. De behandeling met umeclidinium lijkt dan ook gelijkwaardig aan een behandeling met tiotropium, glycopyrronium of aclidinium. Tabel 3. Resultaten indirecte kwalitatieve vergelijking door fabrikant Effectverschillen na 24 FEV1 (ml) TDI (punten) SGRQ (punten) weken behandelen UMEC 62.5mcg vs. placebo 115 ml (95%BI 76-155) 1.0 (95%BI 0.5-1.5) -4.69 (95%BI -7.07; - 2.3) TIO 18mcg vs. placebo 111 ml (95%BI 90-130) 0.92 (95%BI 0.71-1.13) -2.45 (95%BI -3.18;- 1.71) GLY 50mcg vs. placebo 130 ml (95%BI 90-170) 0.92 (95%BI 0.59-1.25) -3.11 (95%BI -4.38;- 1.84) ACL 400mcg vs. placebo 130 ml (95%BI 70-190) 1.0 (95%BI 0.43-1.57) -4.63 (95%BI -6.85;- 2.42) UMEC; umeclidinium, TIO; tiotropium, GLY; glycopyrronium, ACL; aclidinium Conclusie gunstige effecten Er kan worden geconcludeerd dat de gunstige effecten van behandeling van COPD met umeclidinium gelijkwaardig zijn aan de gunstige effecten van behandeling met tiotropium, glycopyrronium of aclidinium. Farmaco kinetische eigenschappen Tiotropium, glycopyrronium en aclidinium zijn competitieve, selectieve muscarinereceptorantagonisten (ook bekend als anticholinergica) met een langere verblijftijd op de M3 muscarinereceptoren dan de M2-receptoren. De bronchodilatie berust hoofdzakelijk op een lokaal effect op de bronchiale gladde musculatuur. De farmacokinetische eigenschappen van umeclidinium zijn vergeleken met tiotropium, glycopyrronium en aclidinium en komen overeen. Ongunstige effecten In beide studies waren hoofdpijn, nasofaryngitis, rugpijn, hoest, de meest gerapporteerde ongunstige effecten (> 3%). Ook bij tiotropium en aclidinium vormen dit de meest voorkomende ongunstige effecten. Anticholinerge bijwerkingen (droge mond, obstipatie, urineretentie) kwamen met een zeer lage frequentie voor. Ook de incidentie van cardiale complicaties was laag (2 2 patiënten). Ook bij tiotropium en aclidinium komen deze bijwerkingen weinig voor. Het percentage patiënten dat de behandeling stopte vanwege ongunstige Pagina 10 van 17

effecten was 8-10%. Dit lijkt hoger dan in de studie waarin aclidinium en tiotropium werden vergeleken (< 3.5%). De ongunstige effecten lijken ook overeen te komen met glycopyrronium. Conclusie ongunstige effecten De aard van de bijwerkingen van de uclemidium, aclidinium, glycopyrronium en tiotropium overeenkomen. Toepasbaarheid Specifieke groepen: Dosisaanpassing van tiotropium, glycopyrronium, aclidinium en umeclidinium is niet vereist voor ouderen, patiënten met een lever- of nierfunctiestoornis. De plasmaconcentratie van tiotropium kan stijgen bij verminderde nierfunctie. Bij patiënten met matige tot ernstige nierfunctie tiotropium alleen gebruiken als de verwachte voordelen opwegen tegen het mogelijke risico. Interacties: Gelijktijdig gebruik van tiotropium, glycopyrronium, aclidinium en umeclidinium met andere anticholinergicabevattende geneesmiddelen, is niet onderzocht en wordt daarom niet aanbevolen. Waarschuwingen en voorzorgen: tiotropium, glycopyrronium, aclidinium en umeclidinium zijn niet geïndiceerd bij astma of voor de behandeling van acute bronchospasmen, dus als rescue therapie. Toediening kan paradoxaal bronchospasme veroorzaken: in dat geval behandeling staken. Door de anticholinerge werkingen dienen deze middelen met voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met gesloten hoek glaucoom of urinerentie en bij patiënten met symptomatische prostaathyperplasie of blaashalsobstructie. Bij anticholinergica wordt ook aanbevolen om voorzichtig te zijn bij hypertensie, aritmieën, hartfalen, coronaire vaatziekten. Bij langdurig gebruik kans op tandbederf (cariës). Overig: tiotropium, glycopyrronium, aclidinium en umeclidinium alleen gebruiken tijdens de zwangerschap als het verwachte voordeel voor de patiënt opweegt tegen het mogelijke risico voor de foetus. Deze overweging dient ook gemaakt te worden bij vrouwen die borstvoeding geven. Conclusie Op basis van bovenstaande kan geconcludeerd worden dat umeclidinium, tiotropium, glycopyrronium en aclidinium even breed toepasbaar zijn. Gebruiksgemak Op basis van dezelfde toedieningswijze (poederinhalatie) en toedieningsfrequentie (1 of 2 keer per dag) van umeclidinium, tiotropium, glycopyrrium en aclidinium luidt de conclusie dat het gebruiksgemak van beide geneesmiddelen hetzelfde is. Conclusie: Geconcludeerd kan worden dat er geen klinisch relevante verschillen in eigenschappen zijn tussen umeclidinium en de andere middelen in het GVS cluster Pagina 11 van 17

2.2 Conclusie onderlinge vervangbaarheid Umeclidinium (Incruse ) is onderling vervangbaar met de andere geneesmiddelen in het GVS cluster OR03BBCID V. 2.3 Standaarddosis Er is geen DDD vastgesteld voor umeclidinium. In de SmPC van Incruse is het doseringsadvies als volgt: De aanbevolen dosis bedraagt 55 mcg eenmaal daags. Dit is tevens de maximale dagdosering. Dit komt overeen met een voorverdeelde dosis van 62,5 mcg umeclidinium. De standaarddosis van de overige langwerkende muscarinereceptorantagonisten is gebaseerd op de afgemeten dosis in de capsule. De standaarddosis van umeclidinium kan daarmee worden gesteld op 62,5 mcg per dag. 2.4 Conclusie plaatsing op lijst 1A Umeclidinium (Incruse ) kan op bijlage 1A worden geplaatst in het cluster OR03BBCID V. Pagina 12 van 17

3 Conclusie plaatsing in GVS Op grond van bovenstaande overwegingen kan umeclidinium als onderling vervangbaar worden beschouwd met de langwerkende muscarinereceptorantagonisten in het cluster OR03BBCID V. Umeclidinium kan daarom in dit cluster worden geplaatst op bijlage 1A met een standaarddosering van 62,5 mcg. Pagina 13 van 17

Pagina 14 van 17

4 Voorstel voor een FK-advies Indien bij COPD de klachten ondanks regelmatig gebruik van kortwerkende luchtwegverwijders aanhouden kan worden overgegaan op een langwerkende luchtwegverwijder. Hierbij kan gekozen worden uit langwerkende parasympathicolytica (tiotropium, glycopyrronium, aclidinium en umeclidinium) of langwerkende bèta2-sympathicomimetica (formoterol, indacaterol en salmeterol). Op basis van de huidige gegevens kan er geen voorkeur worden aangegeven. Pagina 15 van 17

Pagina 16 van 17

5 Literatuur i Guideline on clinical investigation of medicinal products in the treatment of chronic obstructive pulmonary disease (COPD). Londen: European agency for the evaluation of medicinal products; 2012. ii Trivedi R, Richard N, Mehta R, et al. Umeclidinium in patients with COPD: a randomised, placebo-controlled study. Eur Respir J 2014;43:72-81. iii Donohue JF, Maleki-Yadzi MR, Kilbride S, et al. Efficacy and safety of once-daily umeclidinium/vilanterol 62.5/25 mcg in COPD. Respiratory Medicine 2013;107:1538-46. iv Karabis A, et al. Comparative efficacy of aclidinium versus glycopyrronium and tiotropium, as maintenance treatment of moderate to severe COPD patients: a systematic review and network meta-analysis. Int J Obstruct Pulmon Dis 8; 405-23. Pagina 17 van 17