Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Vergelijkbare documenten
Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT I. MELDING II. PARTIJEN

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. pagina 1 van 5. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\44304opb.htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 lid 1 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld inartikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\76openbdoc.htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Transcriptie:

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1677/CRH-Monoliet I. MELDING 1. Op 3 december 1999 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Cement-Roadstone Holdings plc., handelend onder de naam CRH plc., voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over Monoliet Holding B.V. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 237 van 8 december 1999. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. II. PARTIJEN 2. Cement-Roadstone Holdings plc. (hierna: CRH plc.) is een vennootschap naar Iers recht. Zij staat aan het hoofd van de CRH-groep (hierna: CRH). 3. CRH is wereldwijd actief in de productie en handel van bouwstoffen en bouwproducten. Voorts ontwikkelt CRH distributieactiviteiten via ondernemingen werkzaam in de bouwmaterialenhandel en via doe-hetzelfzaken. Als producent en leverancier van betonnen vloersystemen is CRH in Nederland actief via haar dochteronderneming Dycore Verwo Systems B.V. 4. Monoliet Holding B.V. (hierna: Monoliet) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zij maakt deel uit van de Bison Group, waar Bison Limited aan het hoofd van staat. De aandelen van Monoliet zijn in handen van Bison International Limited. Monoliet is de houdstermaatschappij van de werkmaatschappijen Monoliet Beton Breda B.V. (hierna: Monoliet Breda) en Beleggings- en Handelsmaatschappij Hekven B.V. (hierna: Hekven). 5. Monoliet Breda is actief op het gebied van de ontwikkeling, productie en distributie van betonnen systeemvloeren. Dit zijn prefab betonvloeren, die zowel voor de woningbouw als voor de utiliteitsbouw worden gebruikt. Monoliet Breda distribueert ook betonnen vloeren van andere fabrikanten die niet tot het productassortiment van Monoliet Breda behoren. Hekven houdt zich bezig met de inkoop van de benodigde materialen en installaties ten behoeve van Monoliet Breda. III. DE GEMELDE OPERATIE

6. De gemelde operatie berust op een Heads of Agreement d.d. 30 december 1999 en een concept-share Purchase Agreement d.d. 13 december 1999 en behelst de verkoop van het gehele geplaatste aandelenkapitaal in Monoliet door de huidige aandeelhouder, Bison International Limited, aan een (indirecte) dochteronderneming[1] van CRH plc. IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 7. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 6, omschreven transactie leidt er toe dat CRH plc. uitsluitende zeggenschap verwerft over Monoliet. 8. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn CRH plc. en Monoliet. 9. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. V. BEOORDELING A. Relevante markten Relevante productmarkt 10. Volgens partijen wordt door de onderhavige concentratie de markt voor bouwmaterialen voor constructievloeren in de bouwsector benvloed. 11. Er is uitsluitend overlap tussen de activiteiten van partijen op het gebied van de productie en levering van constructievloeren. In afwijking van de opvatting van partijen zal derhalve in onderhavige zaak worden uitgegaan van de markt voor de productie en levering van constructievloeren die in een verticale relatie staat tot de markt voor bouwmaterialen voor deze vloeren[2], waarop CRH tevens actief is. 12. Uit het door partijen bij de melding overgelegde rapport Vloerenmonitor 1997 [3] blijkt dat binnen de groep van constructievloeren de volgende vloeren kunnen worden onderscheiden: in het werk gestorte vloeren, systeemvloeren van cellenbeton en systeemvloeren van beton. Partijen zijn uitsluitend actief op het gebied van de productie en levering van systeemvloeren van beton, maar zij stellen dat zij concurrentie ondervinden van de andere typen constructievloeren. 13. Uit het rapport Vloerenmonitor 1997 [4] blijkt dat de keuze voor een type constructievloer afhankelijk is van criteria als prijs, levertijd, montagegemak, warmte-isolatie, geluidsisolatie, belastbaarheid en overspanning. Afhankelijk van de concrete eisen die aan een bepaald bouwproject worden gesteld, wordt voor een bepaald type vloer gekozen. Met partijen kan daarom worden aangenomen dat andere typen constructievloeren tot dezelfde productmarkt

behoren als systeemvloeren van beton. 14. Constructievloeren worden zowel voor woningbouw als voor utiliteitsbouw gebruikt, waarbij de verhouding circa 53%-47% is. Met partijen wordt aangenomen dat er bij de afbakening van de onderhavige productmarkt geen nader onderscheid gemaakt behoeft te worden naar constructievloeren ten behoeve van woningbouw en constructievloeren ten behoeve van utiliteitsbouw. Alle soorten constructievloeren worden zowel in de woningbouw als in de utiliteitsbouw toegepast. Dit volgt ook uit genoemd rapport[5]. Eerder is ten aanzien van bouwmaterialen voor constructieve en niet-constructieve wanden de conclusie getrokken dat er geen aanleiding bestond voor een nadere afbakening naar utiliteits- versus woningbouw.[6] 15. In de onderhavige zaak wordt er van uitgegaan dat de relevante productmarkt de markt voor de productie en levering van constructievloeren is. Relevante geografische markt(en) 16. Partijen stellen dat er op het gebied van de productie van constructievloeren nauwelijks sprake is van export, terwijl de meeste aanbieders landelijk of in een straal van circa 250 km opereren. Ook Monoliet en Dycore Verwo Systems B.V. zijn vrijwel uitsluitend in Nederland actief. Partijen zijn derhalve van mening dat de markt voor de productie en levering van constructievloeren nationaal is. 17. Uit het rapport Vloerenmonitor 1997 [7] blijkt dat de belangrijkste concurrenten van partijen in Nederland gevestigde ondernemingen zijn. In het onderhavige geval kan echter in het midden blijven of de markt voor de productie en levering van constructievloeren internationaal, nationaal of regionaal is, omdat dit de materile beoordeling niet benvloedt (zie punt 18). B. Gevolgen van de concentratie 18. De omvang van de markt voor de productie en levering van constructievloeren in Nederland bedroeg in 1996 30,3 miljoen vierkante meter. [8] CRH behaalt op deze markt via haar dochteronderneming Dycore Verwo Systems B.V. een marktaandeel van [0-10]*%; Monoliet heeft op deze markt een marktaandeel van [0-10]%. Het gezamenlijke marktaandeel van partijen op de Nederlandse markt voor de productie en levering van constructievloeren bedraagt derhalve minder dan 15%.[9] De omzet van partijen en hun belangrijkste concurrenten is gelijkmatig over Nederland gespreid, met als gevolg dat zij in geen enkele regio een significant hoger marktaandeel hebben dan in andere regios. Wanneer wordt uitgegaan van een internationale markt wordt vrijwel geen marktaandeel toegevoegd, omdat Monoliet nauwelijks buiten Nederland actief is. 19. Op de Nederlandse markt voor de productie en levering van constructievloeren is in ieder geval n concurrent aanwezig met een marktaandeel dat circa twee keer groter is dan het gezamenlijke marktaandeel van partijen. Daarnaast is er een tweetal concurrenten met een vergelijkbaar marktaandeel als partijen en een groot aantal kleinere partijen actief. 20. Gelet op het bovenstaande is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de onderhavige concentratie een economische machtspositie kan

ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. VI. NEVENRESTRICTIES 21. In de concept-share Purchase Agreement is in artikel 9.1, onder a en onder b, een non-concurrentiebeding opgenomen, waaruit volgt dat partijen voornemens zijn een non-concurrentiebeding voor de duur van drie jaren overeen te komen om CRH voldoende bescherming te bieden tegen toekomstig concurrerend gedrag van de huidige aandeelhouders van Monoliet. De materile en geografische reikwijdte van het non-concurrentiebeding zijn beperkt tot de huidige activiteiten van Monoliet. Partijen hebben verzocht om dit non-concurrentiebeding aan te merken als nevenrestrictie. 22. De koper van een onderneming zal tot op zekere hoogte beschermd moeten worden tegen concurrerend handelen van de verkoper. Het in punt 21 genoemde beding kan als rechtstreeks verbonden met en noodzakelijk voor de verwezenlijking van de concentratie worden beschouwd. VII. CONCLUSIE 23. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 24. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. 25. Gelet op de overwegingen in punt 22 is de directeur-generaal van oordeel dat, voorzover de in punt 21 omschreven clausule een overeenkomst vormt als bedoeld in artikel 6 van de Mededingingswet, dat artikel ingevolge artikel 10 van de Mededingingswet, niet geldt voor deze overeenkomst. Datum: 29-02-2000 w.g. A.W. Kist Directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam. -------------------------------------------------------------------------------- [1] CRH Nederland B.V. of haar dochteronderneming Verwo Holding B.V. of n van haar dochtermaatschappijen. [2] Gelet op het marktaandeel van partijen op de markt voor productie en levering van constructievloeren (zie punt 18 en 19) is het aannemelijk dat mogelijke verticale effecten van de concentratie beperkt zijn; deze effecten zullen daarom verder niet besproken worden. [3] Vloerenmonitor 1997 ten behoeve van Dycore Verwo Systems B.V., USP Marketing Consultancy Rotterdam, oktober 1997, p. 12. [4] Vloerenmonitor 1997, reeds aangehaald, p. 13, p. 33-38. [5] Vloerenmonitor 1997, reeds aangehaald, p.22. [6] Besluit van 20 oktober 1998 in zaaknr. 124/ CVK Kalkzandsteen, punt 44. [7] Vloerenmonitor 1997, reeds aangehaald, p. 23. [8] Vloerenmonitor 1997, reeds aangehaald, p. 12. * In deze openbare versie van het onderhavige besluit zijn delen van de tekst vervangen door een bandbreedte om redenen van vertrouwelijkheid. Dit wordt aangegeven door middel van vierkante haken. [9] Genoemde marktaandelen zijn afkomstig uit Vloerenmonitor 1997, reeds aangehaald, p. 23 en hebben betrekking op het jaar 1996. Partijen hebben de marktaandelen voor 1998 berekend door uit te gaan van de totale marktomvang voor 1996 en een gemiddeld groeicijfer van 1% per jaar. Het gezamenlijke marktaandeel van partijen is zowel in 1996 als in 1998 kleiner dan 15%. Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.