Ontwerpbestemmingsplan Goudbaard 88 Toelichting en Regels Ontwerp 10 mei 2010 Vaststelling
2
3 Inhoud van de toelichting 1. Inleiding 1.1 Doel van de procedure 1.2 Ligging plangebied 2. Viger ende regeling 3. Beleidsbeschrijving 4. Milieuplanologische aspecten 5. Verkeersaspecten 6. Water 7. Archeologie 8. Flora en fauna/ natuurbeschermingswet 9. Bestemmingsregeling 10. Uitvoerbaarheid 11. Inspraakreacties en vooroverleg Regels Plankaart Gemeente Bergen op Zoom Sector Ruimtelijke Ordening en Beheer Bureau Ruimtelijke Ordening
4
5 1. Inleiding 1.1 Doel van de procedure De heer Hopmans heeft namens Wonen West Brabant het verzoek gedaan om een kinderopvang op te richten op het adres Goudbaard 88. In het nieuwbouwproject, 22 zonnetrapwoningen Markiezaat De Wal, is Chiproses voornemens een kinderopvang te starten voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Het betreft de woning Goudbaard 88, de hoekwoning nabij het woongebouw met 23 appartementen. Het gaat om kleinschalige, exclusieve, 24 uurs kinderopvang. Chiproses is een Organisatie voor kinderopvang, advies en training en gevestigd in de Zuidzijde Haven 39a. Wonen West Brabant is eigenaar van het pand, wat verhuurd gaat worden aan Chiproses. Het perceel is gelegen in het Uitwerkingsplan Zuidelijke Stadsrand, 5e uitwerkingsplan en heeft als bestemming Wonen. Volgens bijbehorende voorschriften is een kinderopvang niet toegestaan. Stedenbouwkundig gezien heeft het oprichten van een kinderopvang aan Goudbaard 88 geen bezwaar. Voorwaarde is dat de wijziging in het gebruik geen nadelige invloed heeft op de afwikkeling van het verkeer en dat het gebruik geen ernstige c.q. onevenredige hinder oplevert voor de buurt en geen onevenredige afbreuk doet aan het karakter van de buurt. Gezien het kleinschalige karakter van de kinderopvang (maximaal 6) wordt hier aan voldaan. Om de kinderopvang mogelijk te maken moet het bestemmingsplan herzien worden. De woonbestemming blijft gehandhaafd, zodat het pand in de toekomst weer als woning gebruikt kan worden. 1.2 Ligging plangebied De aanvraag heeft betrekking op het perceel Goudbaard 88. In figuur 1 is de locatie van het perceel weergegeven. Figuur 1: kadastrale situatie Goudbaard 88 Goudbaart 88
6 Ligging Het perceel bevindt zich aan de zuidzijde van de gemeente Bergen op Zoom. Figuur 2: ligging projectgebied Figuur 3: luchtfoto
7 2. Vigerende regeling Ter plaatse vigeert het bestemmingsplan Zuidelijke Stadsrand. Dit plan is door de gemeenteraad vastgesteld op 29 september 2004 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant bij besluit van 17 april 2007. Het bestemmingsplan heeft rechtskracht verkregen. Het perceel valt binnen het 5 e Uitwerkingsplan Zuidelijke Stadsrand. Dit plan is door de gemeenteraad vastgesteld op 15 juli 2008 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant bij besluit van 26 augustus 2008. Het bestemmingsplan heeft rechtskracht verkregen. De vigerende bestemming op het perceel is Wonen. De op de kaart als zodanig aangewezen gronden zijn aangewezen voor wonen in eengezinswoningen met de daarbij behorende bouwwerken. Een kinderopvang is niet toegestaan. Onder voorwaarde dat de wijziging in het gebruik geen nadelige invloed heeft op de afwikkeling van het verkeer en dat het gebruik geen ernstige c.q. onevenredige hinder oplevert voor de buurt en geen onevenredige afbreuk doet aan het karakter van de buurt. Wordt om de ontwikkelingen mogelijk te maken een nieuw bestemmingsplan opgesteld. Figuur 4: vigerende bestemming
8 3. Beleidsbeschrijving Het plangebied van het 5e Uitwerkingsplan de Zonnetrap' wordt aan de noord- en zuidzijde begrensd door nieuw te bouwen appartementen, aan de oostzijde door de Vallei en aan de westzijde door de nieuwe Markiezaatsweg. Stedenbouwkundige opzet zuidelijke stadsrand, de Markiezaten De stedenbouwkundige hoofdstructuur van de zuidelijke stadsrand, inmiddels bekend als de Markiezaten, is vastgelegd in het vigerende bestemmingsplan (het moederplan dat in september 2004 door de gemeenteraad is vastgesteld). Met een beschrijving in hoofdlijnen en met een structuurbeeld is aangeven hoe omgegaan wordt met de beoogde verkeersontsluiting, de water- en groenstructuur, de woningtypologie en het stedenbouwkundige bebouwingsbeeld (bouwhoogten) voor de uit te werken woongebieden. De vastgestelde stedenbouwkundige hoofdopzet gaat uit van een natuurlijk overgangsgebied met woonterpen ten zuiden van de te verleggen Markiezaatsweg en een nader uit te werken compacter tuinstedelijk woongebied ten noorden van deze Markiezaatsweg. De woongebieden bestaan grotendeels uit grondgebonden woonmilieus in een traditionele architectuur (tot circa 10 meter, veelal met kappen). Daarnaast is voorzien in appartementenbebouwing langs delen van de Markiezaatsweg, de verbindingsroutes naar bestaande wijken en op enkele markante locaties langs de groen- en waterstructuur. Stedenbouwkundige uitwerking gedeelte deelgebied de Zonnetrap Voor de Zonnetrap zijn in totaal 400 grondgebonden en gestapelde woningen voorzien, waarbij tenminste 60 % gestapeld wordt uitgevoerd. In het gedeelte van de Zonnetrap zijn 22 grondgebonden rijwoningen gesitueerd (Goudbaard). De rijwoningen zullen als nieuwe stadsrand de Markiezaatsweg begeleiden. Deze woningen hebben een mooi uitzicht over de Vallei en het nieuwe natuurgebied in het dal van de Molenbeek.
9 Woonsfeer voor dit gedeelte van de Zonnetrap Qua woonsfeer wordt ingezet op een gemoedelijke en landschappelijke uitstraling. Rustig en overzichtelijk met wisselende perspectieven en zichtlijnen. De schaal van de woongebouwen langs de Markiezaatsweg illustreert de meer stedelijke dimensie van de Markiezaten. Niet voor niets is ook sprake van een stadsrand met optimaal uitzicht over het natuurlijke landschap. Een kleinschalige, exclusieve 24- uurs kinderopvang past binnen deze stedelijke schaal. 4. Milieuplanologische aspecten Milieuplanologische aspecten zoals geluid, lucht, externe veiligheid en bodem zijn hier niet relevant. De wet geluidhinder is niet van toepassing. In het Besluit luchtkwaliteit is aangegeven dat in bepaalde categorieën van gevallen, die niet in betekenende mate bijdragen aan de verslechtering van de luchtkwaliteit, geen directe toetsing aan de grenswaarden hoeft plaats te vinden. In het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) en de Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) zijn deze categorieën van gevallen aangewezen. Zo kunnen bepaalde woningbouwlocaties onder de in deze regelgeving aangewezen categorieën vallen, namelijk indien een dergelijke locatie, in geval van één ontsluitingsweg, netto niet meer dan 500 nieuwe woningen omvat, dan wel, in geval van twee ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling, netto niet meer dan 1000 woningen omvat. ziet op toename van verkeersbewegingen bij meer dan 500 woningen. Dat is hier niet aan de orde. Er zijn geen externe veiligheid aspecten, er wordt niet gebouwd, aan de orde. Onderzoek naar de bodem is om dezelfde reden eveneens niet relevant. Er zijn geen milieuplanologische aspecten aan te wijzen die een belemmering zouden kunnen vormen. 5. Verkeersaspecten Één van de voorwaarden voor het vestigen van een kinderopvang is dat het gebruik geen nadelige invloed mag hebben op de afwikkeling van verkeer. Het gaat om een kleinschalige kinderopvang voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Er zijn maximaal 6 kinderen aanwezig. Volgens de Nota Parkeernormering van juni 2009 moeten er voor een kinderdagverblijf 0,7 parkeerplaatsen per arbeidsplaats gerealiseerd worden. Dit is exclusief de Kiss & Ride. Een arbeidsplaats is het maximaal gelijktijdig aanwezig aantal werknemers. Ten opzichte van de huidige situatie en de kleinschaligheid van het plan vloeit er geen grote verkeersaantrekkende werking voort danwel brengt dit geen andere verkeerssituatie met zich mee. De
10 projectlocatie heeft een reeds bestaande uitweg op de Goudbaard. Het parkeren vindt plaats op eigen terrein. Dit onderdeel behoeft derhalve geen nadere toelichting. 6. Waterparagraaf De bestemmingsplanprocedure voor de kinderopvang omvat slechts het wijzigen van het gebruik van de woning. Gezien het volledig neutrale karakter met betrekking tot de waterhuishouding inzake het bestemmingsplan voor betreffende gebied is een verder noodzakelijke invulling hiervoor als overbodig te beschouwen. Aangezien in de fysieke omstandigheden voor dit gebied geen enkele verandering tot stand komt, heeft dit geen enkele invloed op de waterhuishouding noch het daaraan gerelateerde beheer van water of riolering. 7. Archeologie Het Europese Verdrag van Valletta, ook wel het Verdrag van Malta genoemd, beoogt het cultureel erfgoed dat zich in de bodem bevindt beter te beschermen. Het gaat bijvoorbeeld om grafvelden, gebruiksvoorwerpen en resten van bewoning. Op iedere plaats in de bodem kan dit soort erfgoed zich bevinden. Om het bodemarchief beter te beschermen en om onverwachte vertraging tijdens de realisatiefase te beperken, is het vanaf medio 2006 verplicht vooraf onderzoek te doen naar de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden. Op deze manier kan daar bij de ontwikkeling en realisatie van de plannen zoveel mogelijk rekening mee worden gehouden. De Cultuurhistorische waardenkaart (CHW-kaart) van de provincie Noord-Brabant laat zien welke cultuurhistorische interessante en waardevolle patronen en objecten zich in het plangebied bevinden. Aanvullend hierop is een gemeentelijke archeologische waardekaart opgesteld. Het plan betreft het wijzigen van het gebruik en heeft geen invloed op archeologie. 8. Flora en fauna/ natuurbeschermingswet Op basis van de op 1 april 2002 in werking getreden Flora- en faunawet is het een vereiste om inzicht te bieden in de effecten van een voorgenomen ruimtelijke ingreep op wettelijke beschermde planten en dieren. Als er significant schadelijke gevolgen zullen zijn voor een wettelijk beschermde soort en/of zijn leefgebied, zal bezien moeten worden in hoeverre de schadelijke effecten kunnen worden voorkomen. Zijn de effecten niet weg te nemen, bijvoorbeeld door een andere locatie te kiezen, of op een andere manier naar een oplossing te zoeken, terwijl de uitvoering van het plan noodzakelijk wordt geacht (dwingende redenen van groot openbaar belang) dan zal in het kader van de wet ontheffing moeten worden aangevraagd en zal moeten worden voorzien in compensatie. Daar waar ontwikkelingen plaatsvinden, geldt in dit kader een onderzoeksplicht. In het plangebied zijn geen (bijzondere soorten) flora en of fauna te verwachten. Op grond hiervan wordt het niet nodig geacht een nader onderzoek te doen als hierboven bedoeld. Aangezien er geen aantasting van de aanwezige flora en fauna wordt verwacht is ook geen ontheffing noodzakelijk als bedoeld in artikel 75 van de Flora- en faunawet. 9. Bestemmingsregeling De bestemmingsregeling bestaat uit de plankaart met het renvooi en de regels (drie hoofdstukken). Het bestemmingsplan gaat uit van de Standaard Voorschriften Bestemmingsplannen 2008 (SVBP 2008) waarin richtlijnen worden gegeven over de presentatie van plannen. De regels bevatten bepalingen omtrent het gebruik van de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing en regelingen betreffende het gebruik van aanwezige en/of nog op te richten bouwwerken. De regels zijn onderverdeeld in drie hoofdstukken. Hoofdstuk I Inleidende regels Dit hoofdstuk bevat artikelen, die van belang zijn voor een juiste toepassing van deze regels zoals de begrippen en wijze van meten. Hoofdstuk II Bestemmingsregels
11 De woning Goudbaard 88 valt onder de bestemming Wonen. Er is een specifieke aanduiding opgenomen voor kinderopvang. Hoofdstuk III Overgangs- en slotregels Overgangsregels hebben tot doel de rechtstoestand te begeleiden van bouwwerken die gebouwd zijn of kunnen worden en die afwijken van de bebouwingsbepalingen van het plan. De slotregel geeft aan onder welke naam de regels van het bestemmingsplan kunnen worden aangehaald (citeertitel). 10. Uitvoerbaarheid Op grond van artikel 6.12 van de Wro dient de gemeenteraad een exploitatieplan vast te stellen voor gronden waarop een bouwplan zoals dat in het Bro is omschreven is voorgenomen. Het vaststellen van een exploitatieplan is niet nodig indien: 1. het kostenverhaal anderszins is verzekerd; 2. het bepalen van een tijdvak of fasering niet nodig is; 3. het stellen van locatie-eisen of regels niet nodig is. De uitbreiding van de functie van de woning met een kinderopvang is geen bouwplan zoals dat in het Bro is omschreven, er hoeft geen exploitatieplan opgesteld te worden. Er zijn in het plan geen ontwikkelingen opgenomen waaraan voor de gemeente kosten zijn verbonden. Onderzoek naar de financiële haalbaarheid is dan ook niet aan onderhavig bestemmingsplan toegevoegd. 11. Inspraakreacties en vooroverleg Op grond van de Wet ruimtelijke ordening is geen inspraak vereist. In het kader van artikel 3.1.1. Bro is overlegt met het waterschap Brabantse Delta. Omdat er geen invloed is op de waterhuishouding wordt het ontwerpplan verzonden. Er is geen vooroverleg gevoerd met het Rijk en de provincie omdat er geen nationale, of provinciale belangen in het geding zijn. Het formele vooroverleg kan dus worden overgeslagen. Het ontwerpbestemmingsplan is met ingang van 10 mei 2010 gedurende zes weken ter inzage gelegd.