Economische Foto Leiden. Gemeente Leiden Definitief



Vergelijkbare documenten
Tabellenboek Economische foto Leiden. gemeente Leiden Definitief

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 6 e editie. Opzet en inhoud

Bijlage 4 Aan: portefeuillehoudersoverleg REO d.d Betreft: Aanalyse economische ontwikkelingen Voorne-Putten

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

Factsheet bedrijventerrein Spaanse Polder, Gemeente Rotterdam/Schiedam

Monitor Economie 2018

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de

Bedrijventerrein Kapelpolder (Maassluis) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Factsheet bedrijventerrein Stormpolder, Gemeente Krimpen aan de IJssel

Factsheet bedrijventerrein Mijlpolder, Gemeente Binnenmaas

Economie. Hoofdstuk Inleiding

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 7 e editie. Opzet en inhoud

Factsheet bedrijventerrein Pothof, Gemeente Rozenburg

Factsheet bedrijventerrein Kromme Gouwe, Gemeente Gouda

Werkgelegenheidsrapportage Haarlemmermeer Inleiding

Samenvatting Twente Index 2016

Bedrijventerrein Nieuw Mathenesse (Schiedam) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Werkgelegenheid in Leiden

Trendrapportage Economie Arnhem

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Bedrijventerrein De Mient (Capelle a/d IJssel) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Werkgelegenheid in Westfriesland Augustus 2014

Bedrijventerrein Kethelvaart (Schiedam) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Bedrijventerrein Kerkerak (Sliedrecht) Waardeloos of waardevol? Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016

Regiobericht 1.0 Noord

Werkgelegenheidsonderzoek 2010

Snapshots van de regionale economie

Regionale arbeidsmarktprognose

Bedrijventerrein Vijfsluizen (Schiedam) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Crisismonitor Drechtsteden

Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juni 2013

Werkgelegenheidsonderzoek 2011

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt

Economische Barometer 2017 Bergen op Zoom en Roosendaal. Kernuitkomsten vergeleken, februari >

stad cijfers Inleiding Kerncijfers Werkgelegenheid Toename aantal banen Tabel 1: Banen en vestigingen

1.1 Bevolkingsontwikkeling Bevolkingsopbouw Vergrijzing Migratie Samenvatting 12

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011

Inwoners van Leiden Opleiding en inkomen

Een uitdagende arbeidsmarkt. Erik Oosterveld 24 juni 2014

Regionale arbeidsmarktprognose

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei Utrecht.nl/onderzoek

Oktober Regionale Recessie Barometer Rotterdam. Economische verwachting tot 2011

Economische barometer maart 2012


Economische barometer juni 2012

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Holland Rijnland, augustus 2017

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011

Mei Economische Barometer Valkenswaard en Waalre. Verwachting voor 2010 en 2011

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Persbericht. Werkloosheid daalt

Crisismonitor Drechtsteden

Langzaam maar zeker zijn ook de gevolgen van de economische krimp voor de arbeidsmarkt zichtbaar

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen

Werkgelegenheidsrapportage Haarlemmermeer Inleiding

Hoofdstuk 12. Arbeidsmarkt

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

Monitor Werkloosheid Noord-Veluwe 3 e kwartaal 2010

Werkgelegenheidscijfers gemeente Geldermalsen

Werkgelegenheid in West- Friesland November 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Holland Rijnland, november 2017

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Factsheet economische crisis. 1 e kwartaal 2011

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Stijging werkloosheid vlakt af door terugtrekken jongeren

Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose Met een doorkijk naar 2018

Juni Economische Barometer Bollenstreek. Verwachting voor 2011 en 2012

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Haaglanden en Zuid-Holland Centraal, augustus 2017

Factsheet economische crisis. 2 e kwartaal 2012

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Crisismonitor. SSC / Onderzoek en Informatie. uitgave juni Wat is in Breda veranderd ten opzichte van crisismonitor van april?

Factsheet stedelijke economie. 1 e kwartaal 2019

Arbeidsmarktprognoses Noord-Holland 2012

Fact sheet. Ondernemerschap in Noord. In stadsdeel Noord zijn er in ves gekeken of de gemiddelde bedrijfsgrootte van

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Amersfoort

Werkgelegenheid in Leiden

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

Werkloosheid daalt verder in september

Factsheet bedrijventerrein Boonsweg, Gemeente Binnenmaas

Factsheet economische crisis. 3 e kwartaal 2012

Beroepsbevolking en Pendel 2013

Werk en inkomen. Sociale zekerheid. Sociale zekerheid. De buurt Schildersbuurt-West ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners.

Werkgelegenheidsrapportage Haarlemmermeer Inleiding

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Thermometer economische crisis

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Gorinchem

Aantal medewerkers Zuidoost-Brabant

Holland Rijnland in cijfers

Samenvatting Onderwijs- en Arbeidsmarktmonitor. Metropoolregio Amsterdam. Oktober amsterdam economic board

Strategisch Thema. -Stad die werkt en leert- Modules. Datum: februari Strategisch Thema -Stad die werkt en leert- 0

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

Economische Monitor 2019

Monitor Amstelveense Economie 2013

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Flevoland, September 2016

Transcriptie:

Economische Foto Leiden Gemeente Leiden Definitief

Economische Foto Leiden Gemeente Leiden Definitief Rapportnummer: 206X00237.056796_1 Datum: 18 maart 2010 Contactpersoon opdrachtgever: Mevr. M. van der Werf Projectteam BRO: Christel van Grinsven, Didier Barrois, Tommy Walvius Trefwoorden: Economische structuur Leiden, algemene sociaal economische ontwikkeling, werklocaties, overheid, onderwijs, kenniseconomie, binnenstad, werkgelegenheid en voorzieningen in wijken Beknopte inhoud: In deze rapportage wordt de economische ontwikkeling van de gemeente Leiden in beeld gebracht. Hiermee wordt inzicht gegeven in de stand van zaken van de Leidse economie. De economische foto is uitgesplitst in een aantal thema s: algemene sociaal economische ontwikkeling, werklocaties, overheid, onderwijs en kenniseconomie, binnenstad en werkgelegenheid en voorzieningen in wijken. BRO Hoofdvestiging Postbus 4 5280 AA Boxtel Bosscheweg 107 5282 WV Boxtel T +31 (0)411 850 400 F +31 (0)411 850 401

Inhoudsopgave pagina 1. INLEIDING 3 2. ALGEMENE SOCIAAL ECONOMISCHE ONTWIKKELING 5 2.1 Werkgelegenheids- en productiestructuur 5 2.2 (Beroeps)bevolking en wonen 13 2.3 Conclusie sociaal economische situatie 20 3. WERKLOCATIES 23 3.1 Uitgifte van bedrijventerrein en kantoorlocaties 23 3.2 Nieuwe bedrijventerreinen en herstructureringsopgave 26 3.3 Huisvestingsmogelijkheden voor starters en doorgroeiers 27 3.4 Conclusie werklocaties 29 4. OVERHEID, ONDERWIJS, KENNISECONOMIE EN R&D 31 4.1 De positie van onderwijs en overheid in de Leidse economie 31 4.2 R&D, Bio Science en kennisintensieve bedrijvigheid 32 4.3 Conclusie Onderwijs, Overheid kenniseconomie en R&D 37 5. BINNENSTAD 39 5.1 Ontwikkelingen in het centrum 39 5.2 Benchmark huurprijsniveaus 41 5.3 Bestedingen, koopstromen en omzet 42 5.4 Leisure en toerisme 44 5.5 Conclusie Binnenstad 45 6. WERKGELEGENHEID EN VOORZIENINGEN IN DE WIJK 47 6.1 Werkgelegenheid in de wijk 47 6.2 Voorzieningenniveau in de wijk 49 6.3 Conclusie werkgelegenheid en voorzieningen in de wijk 50 SAMENVATTING 51 Inhoudsopgave 1

2 Inhoudsopgave

1. INLEIDING De recente berichtgeving over economische ontwikkelingen wordt sterk beheerst door de economische recessie. Landelijke cijfers zijn niet altijd representatief voor de ontwikkelingen op lokaal schaalniveau. De indruk bestaat dat Leiden het helemaal niet zo slecht doet. De gemeente heeft daarom aan BRO de opdracht gegeven om de economische situatie in de gemeente in beeld te brengen. De volgende vragen staan centraal: Hoe is de economie van Leiden opgebouwd? Op welke punten kan de gemeente maatregelen nemen om de lokale economie te stimuleren? In deze rapportage wordt de economische ontwikkeling van de gemeente Leiden in beeld gebracht. Hiermee wordt inzicht gegeven in de stand van zaken van de Leidse economie. De economische foto is uitgesplitst in een aantal thema s die in afzonderlijke hoofdstukken aan de orde komen. Gestart wordt met een beeld van de algemene sociaal economische ontwikkeling waarna de onderdelen bedrijventerreinen, onderwijs en overheid, het centrum en wijkeconomie verder worden uitgediept. Aan het eind van ieder hoofdstuk worden de belangrijkste en opvallendste uitkomsten weergegeven. Ook wordt ingegaan op de mogelijkheden van de gemeente om de indicator via beleid te beïnvloeden. Om de ontwikkelingen in Leiden in perspectief te plaatsen wordt de gemeente waar mogelijk vergeleken met het Nederlands gemiddelde. Daarnaast worden Delft en Haarlem als referentiegebieden gebruikt. Deze gemeenten zijn gekozen vanwege hun omvang (middelgrote steden), ligging in de Randstad, de nabijheid van de grote steden en de aanwezigheid van een historische kern. Delft is net als Leiden een universiteitsstad en Haarlem kent net als Leiden een belangrijke positie van de overheid in de lokale economie. Uiteraard heeft de economische recessie invloed (gehad) op de economie van Leiden. Omdat de gegevens over 2009, waaruit de effecten van de recessie moeten blijken, nog niet voor alle onderwerpen beschikbaar zijn, is de precieze invloed op dit moment exact te duiden. Waar mogelijk worden de effecten van de crisis beschreven. De crisis heeft overigens de economische structuur niet wezenlijk veranderd. Na ieder thema zijn in een tabel de belangrijkste punten per thema en een aantal beleidsaanbevelingen weergegeven. Aan het eind van de rapportage wordt afgerond met een samenvatting en conclusie waarin bovenstaande vragen terugkomen. Hoofdstuk 1 3

Bij deze rapportage wordt een tabellenboek geleverd waarin de cijfers zijn terug te vinden die aan deze rapportage ten grondslag liggen. 4 Hoofdstuk 1

2. ALGEMENE SOCIAAL ECONOMISCHE ONTWIKKELING In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan een aantal algemene sociaal economische ontwikkelingen. Aan bod komen de werkgelegenheid(sstructuur), productiestructuur en de verdeling van de werkgelegenheid naar locaties. Ook wordt specifiek ingegaan op de starters en de creatieve sector als onderdeel van de kenniseconomie. Daarnaast wordt ingegaan op de huidige en toekomstige beroepsbevolking, werkloosheid en pendel. Ook wordt in dit hoofdstuk nadrukkelijk de relatie met het beschikbare woningaanbod gelegd. 2.1 Werkgelegenheids- en productiestructuur Werkgelegenheidsstructuur De werkgelegenheid in Leiden wordt gekenmerkt door een zeer belangrijke positie voor de sector gezondheids- en welzijnszorg met onderwijs en openbaar bestuur op een tweede plaats 1. Ook handel en reparatie en de zakelijke dienstverlening hebben een aandeel van meer dan 10% van de werkgelegenheid. Dit is te verklaren door de aanwezigheid van verschillende onderwijsinstellingen met natuurlijk de Universiteit Leiden als grootste onderwijsinstelling. Maar ook de andere niveaus (MBO (waaronder het ROC Leiden), HBO, middelbaar en basisonderwijs) zijn in Leiden goed vertegenwoordigd. Ook het openbaar bestuur, met name de gemeente, is een belangrijke werkgever. De aanwezigheid van het LUMC en het Diaconessenziekenhuis verklaren deels de belangrijke positie van de gezondheidszorg. De sterke vertegenwoordiging van de gezondheidszorg, onderwijs en openbaar bestuur blijkt ook uit de vergelijking met Delft, Haarlem en het Nederlands gemiddelde (zie figuur 2.1). Met name de gezondheidszorg scoort flink hoger dan in de referentiegebieden. De sectoren handel en reparatie, financiële instellingen en zakelijke dienstverlening blijven daarentegen achter op de referentiegebieden. Als Leiden vergeleken wordt met de 50 grootste gemeenten van Nederland op het gebied van banen bij banken en in de transportsector dan wordt duidelijk dat Leiden hiervoor relatief laag scoort. Op het gebied van banen bij banken heeft Leiden de 48 e plek en voor de transportsector blijft Leiden steken op plaats 42. Voor de maakindustrie scoort Leiden gemiddeld met een 23 e plek 2. 1 In deze paragraaf wordt specifiek ingegaan op de aanwezige werkgelegenheid in Leiden zelf. Voor de bevolking is sprake van een regionale arbeidsmarkt. Deze relatie komt later in het hoofdstuk aan bod. 2 Atlas 2009 voor gemeenten, de 50 grootste gemeenten van Nederland op 40 punten vergeleken Hoofdstuk 2 5

Figuur 2.1: Vergelijking werkgelegenheid per sector in 2008 35,0 30,0 Leiden Haarlem Delft Holland Rijnland Nederland 25,0 20,0 15,0 10,0 5,0 0,0 Landbouw, jacht en bosbouw Industrie Nutsbedrijven Bouwnijverheid Handel en reparatie Horeca % Vervoer/opslag/communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur en onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Overige diensten Bronnen: Bedrijvenregister gemeente Leiden, gemeente Haarlem en gemeente Delft, Holland Rijnland in Cijfers en LISA (2009). 3 Het aantal banen in Leiden is in de afgelopen jaren met bijna 12,5% gestegen van 52.368 banen in 2001 naar 58.883 banen in 2008. De grootste stijging kwam voor rekening van de zorg (40,5%), de overige dienstverlening (22,3%) en de industrie (18,8%). In vergelijking met Nederland is het totaal aantal banen in Leiden sneller gestegen (6,3% groei gemiddeld in Nederland). De sectoren industrie, vervoer en gezondheidszorg zijn in Leiden sneller gegroeid dan het Nederlands gemiddelde. Met name de groei in de sector industrie is opvallend, waarschijnlijk wordt dit veroorzaakt door enkele bedrijven die sinds 2001 fors gegroeid zijn, zoals Centocor 4. Bouwnijverheid en zakelijke dienstverlening blijven achter bij het Nederlands gemiddelde. In 2008 is het aantal arbeidsplaatsen licht gedaald, maar minder dan het Nederlands gemiddelde 5. Het belang van de sector zorg voor de werkgelegenheid binnen Leiden is toegenomen van 24% in 2001 naar 30% in 2008. Deze sector is daarmee verantwoordelijk voor het grootste deel van de werkgelegenheid. Het belang van de industrie is licht toegenomen. De overige sectoren zijn in belang gelijk gebleven of afgenomen. 3 De bron LISA geeft voor de gegevens van Nederland geen cijfers weer van de sector nutsbedrijven. 4 Centocor is sinds de opening van haar fabriek in 1986 flink gegroeid. Momenteel heeft het bedrijf ruim 950 werknemers in de Leidse regio. (www.centocor.nl) 5 Voorlopige versie vestigingenregister per 01-01-2009. 6 Hoofdstuk 2

Verplaatsing arbeidsplaatsen Het totaal aantal arbeidsplaatsen in de gemeente Leiden neemt nog steeds toe. De laatste 8 jaar in totaal met bijna 12,5%. De grootste groei doet zich voor bij bedrijven die al in de gemeente gevestigd zijn. Daarnaast is het aantal startende bedrijven groter dan het aantal faillissementen. Ook komen er arbeidsplaatsen bij doordat bedrijven hun activiteiten van elders naar Leiden verplaatsen. Ondanks deze groei gaan er ook arbeidsplaatsen verloren doordat bedrijven hun activiteiten naar elders verhuizen. In totaal zijn 2.125 arbeidsplaatsen in 2008 betrokken geweest bij een verplaatsing. Het grootste deel blijft binnen de gemeentegrenzen gevestigd (71,2%) In vergelijking met andere gemeenten in de regio scoort Leiden qua verplaatsingen binnen de eigen gemeentegrenzen in de middenmoot. Westland scoort het beste (91,6%) gevolgd door de Alphense regio (91,1%), Den Haag (81,8%) en de Duin- en Bollenstreek (81,5%). Verplaatsingen vanuit Leiden zijn het grootst naar de Duin- en Bollenstreek (12,1%), Den Haag (6,6%) en de Alphense regio (4,2%). Het betreft dan vooral arbeidsplaatsen in de groothandel en facilitaire dienstverlening. Vestigers zijn vooral afkomstig vanuit Den Haag (8,1%), de Duin- en Bollenstreek (4,2%) en de Randgemeenten van Den Haag (2,8%). Het betreft dan vooral arbeidsplaatsen in de persoonlijke dienstverlening. Productiestructuur In aantallen bedrijven zijn de sectoren handel en reparatie en zakelijke dienstverlening het grootst in Leiden. Maar het belang van handel en reparatie neemt wel af van 28 naar 24% van alle bedrijven. In absolute aantallen bedrijven is de sector handel en reparatie in de periode tussen 2001 en 2008 met 10% afgenomen. De grootste groei bevindt zich bij de sectoren gezondheidszorg, bouwnijverheid en zakelijke dienstverlening. De verwachting is dat bouwnijverheid en zakelijke dienstverlening hard geraakt zijn door de economische crisis. Opvallend is ook dat in Leiden het aantal bedrijven minder sterk groeit dan het aantal arbeidsplaatsen. Dit betekent dat het aantal werknemers per bedrijf toeneemt. Landelijk is de trend echter dat er een flinke groei is in het aantal bedrijven, met name door de groei van ZZP ers, maar dat het aantal werknemers per bedrijf sterk afneemt. De afwijkende positie van Leiden kan mogelijk verklaard worden door de beperkte uitgeefbare ruimte die er in de gemeente is. Voor nieuwe bedrijven is geen ruimte meer waardoor de werkgelegenheid alleen kan groeien door groei van bestaande bedrijvigheid. In Leiden is circa 41% van de vestigingen een eenmanszaak. Dit is behoorlijk onder het Nederlands gemiddelde van 56%. Circa 82% van de vestigingen in Leiden is kleiner dan 10 werknemers. In Nederland is dit 91%. Dit betekent dat Leiden relatief Hoofdstuk 2 7

gezien veel bedrijven heeft die werk verschaffen aan 10 of meer personen. 6 Deze gegevens duiden erop dat er relatief weinig starters of ZZP ers in Leiden zijn, maar wel veel bedrijven met veel werknemers. Dit verklaart dat het aantal bedrijven minder sterk groeit dan het aantal arbeiders. Voor het bedrijventerreinenbeleid van de gemeente is deze verdeling relevant omdat grotere bedrijven eerder uitbreidingsruimte zullen zoeken op een bedrijventerrein of kantorenlocatie en eerder zullen vertrekken als er onvoldoende uitbreidingsruimte beschikbaar is. Kleinere bedrijven daarentegen kunnen terecht in wijken of bedrijfsverzamelgebouwen. Tabel 2.1: Toename vestigingen per sector in periode 2004-2008 in % Toename vestigingen 2004-2008 in % Leiden Delft Haarlem Nederland Landbouw, jacht en bosbouw 16,7 165,4 3,0-5,9 Industrie 0,0 15,6-6,2 5,7 Nutsbedrijven 50,0 200,0 25,0 - Bouwnijverheid 13,4 254,7 26,7 40,8 Handel en reparatie -4,8 37,8 0,0 7,5 Horeca 3,2 20,4-1,4 2,3 Vervoer/opslag/communicatie 25,6 60,3-2,8 5,1 Financiële instellingen -21,7 5,9-15,2-3,4 Zakelijke dienstverlening 12,5 134,7 17,5 31,3 Openbaar bestuur en onderwijs -1,2 20,3-15,9 9,2 Gezondheids- en welzijnszorg 29,1 12,8-3,9 23,4 Overige diensten 11,9 56,4 1,1 23,8 Totaal 7,1 67,9 6,0 15,8 Bron: Bedrijvenregister gemeente Leiden, gemeente Haarlem en gemeente Delft en Lisa. In Leiden was de groei in de meeste sectoren groter dan in Haarlem, maar minder dan in Delft. Uit bovenstaande tabel valt op dat Delft een zeer grote groei in het aantal vestigingen heeft doorgemaakt in de jaren 2004-2008. Voornamelijk de sectoren bouwnijverheid, landbouw en zakelijke dienstverlening zijn explosief gegroeid. Aangezien het aantal arbeidsplaatsen relatief minder is toegenomen, zullen in Delft vooral het aantal ZZP ers in bouw en zakelijke dienstverlening zijn toegenomen. De cijfers voor landbouw en nutsbedrijven zijn vertekend door het kleine aantal bedrijven. Verplaatsing bedrijven In totaal hebben 996 bedrijven zich verplaatst in 2008. Het grootste deel blijft binnen de gemeentegrenzen van Leiden gevestigd (78,2%). 6 CBS en Bedrijvenregister Leiden 8 Hoofdstuk 2

In vergelijking met andere gemeenten scoort Leiden qua verplaatsingen binnen de eigen gemeentegrenzen in de middenmoot. De Alphense regio scoort het beste (86,9%), Den Haag scoort net iets beter (80,3%) net als het Westland (81,3%) en de Duin- en Bollenstreek (81,8%). Per saldo zijn er meer bedrijven vertrokken (428) dan er zijn binnengekomen (271). De verplaatsingen vanuit Leiden zijn het grootst naar de Duin- en Bollenstreek (6,6%), Den Haag (4,7%) en de Alphense regio (4,0%). Het betreft vooral bedrijvigheid in de sectoren adviesdiensten en facilitaire diensten. Vestigers zijn vooral afkomstig uit Den Haag (5,7%), de Duin- en Bollenstreek (5,1%) en de Randgemeenten van Den Haag (4,0%). Dit betreft ook vooral bedrijvigheid in de sectoren adviesdiensten en facilitaire diensten. Effect economische crisis De economische structuur van Leiden wordt voor een groot gedeelte bepaald door de collectieve sectoren zoals onderwijs, zorg en welzijn. Deze sectoren zijn minder conjunctuurgevoelig en worden meestal pas in een latere fase geraakt door een economische crisis. Bouwnijverheid en industrie zijn in de huidige recessie als eerste getroffen. Aangenomen mag worden dat de effecten van de crisis in Leiden minder groot zullen zijn dan op landelijk niveau. De effecten van de huidige crisis zijn echter nog niet zichtbaar in de gebruikte cijfers over aantallen bedrijven en arbeidsplaatsen. De cijfers uit het vestigingenregister met de ontwikkelingen in 2009 zijn pas later dit jaar beschikbaar. Werkgelegenheid naar locatie In Leiden werken er relatief weinig mensen op een bedrijventerrein, slechts 21% van de arbeidsplaatsen bevindt zich op een bedrijventerrein. Landelijk werkt gemiddeld 35% op een bedrijventerrein. In Leiden is met name het aandeel van de overige locaties, in de wijken, zeer hoog. Vergeleken met referentiegebied Delft scoort Leiden laag op de werkgelegenheid op bedrijventerreinen. Delft heeft circa 32% werkgelegenheid op bedrijventerreinen. Hiermee scoort deze gemeente beter dan Leiden, maar blijft iets achter op Nederlands gemiddelde. Hoofdstuk 2 9

Figuur 2.2: Verdeling werkgelegenheid in Leiden naar locatie, 2008 21% 58% 21% Bedrijventerrein Centrum Overige locaties Bron: Bedrijvenregister gemeente Leiden, bewerking BRO Het hoge aantal arbeidsplaatsen buiten het centrum en de bedrijventerreinen wordt in Leiden voornamelijk veroorzaakt door de aanwezigheid van enkele zorginstellingen (LUMC: 6.758 arbeidsplaatsen, Stichting ActiVite: 2.013 arbeidsplaatsen en het Diaconessenhuis: 1.101 arbeidsplaatsen), onderwijsinstellingen (Universiteit: 3929 werknemers of 3183 fte 7 ) of andere bedrijvigheid (bv. Heerema Marine Contractors: 534 arbeidsplaatsen) die niet op bedrijventerreinen is gevestigd. Zonder deze grote werkgelegenheidsleveranciers bedraagt het percentage werkgelegenheid op overige locaties circa 40%. Creatieve sector In De Atlas voor gemeenten 8 is de omvang van de creatieve klasse in beeld gebracht. Hieruit blijkt dat Leiden de op twee na grootste creatieve klasse heeft van Nederland als percentage van de beroepsbevolking. Het aantal arbeidsplaatsen in de creatieve sector ligt echter een stuk lager, hiervoor staat Leiden slechts op de 24 ste plaats. Dit wordt bevestigd wanneer gekeken wordt naar het aantal vestigingen in de creatieve sector. Circa 3% van de werkgelegenheid in Leiden behoort tot de creatieve sector. Circa 6% van het aantal vestigingen valt in de creatieve sector 9. Het creatieve talent wordt dus wel aangetrokken door het studie- en woonklimaat van Leiden, maar wijkt voor een baan uit naar de omliggende steden. Er is dus wel veel potentie 7 www.leidenuniv.nl 8 Atlas voor gemeenten, 2004 9 Voor de creatieve economie zijn verschillende definities in omloop. Voor deze rapportage is gebruik gemaakt van de definitie van TNO. 10 Hoofdstuk 2

voor de creatieve sector in Leiden maar deze komt nog niet voldoende tot uiting. Dit wordt onder andere veroorzaakt door het gebrek aan ruimte voor dergelijke bedrijvigheid 10. Er is een gebrek aan creatieve milieus, met name in de binnenstad waar creatieve bedrijven graag gevestigd zijn. In het onderzoek Talent maakt Leiden creatief wordt de communicatiesector als meest kansrijke sector voor verdere ontwikkeling benoemd. Er zijn ruim 500 bedrijven uit deze sector in Leiden gevestigd, die gezamenlijk de hele communicatieketen bedienen. De afgelopen jaren zijn dan ook verschillende initiatieven rondom deze sector opgepakt. In de Stichting Leiden Communicatiestad wordt door onderwijsinstellingen, ondernemers en de overheid samengewerkt om de communicatiesector in de stad te vergroten en te versterken. Hierbij wordt vooral ingezet op de beschikbaarheid van bedrijfsruimtes, de afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt en de samenwerking tussen de diverse sectoren in de communicatiebranche. Een van de projecten die wordt opgepakt is het Huis van de Communicatie (2 fases). Dit zijn bedrijfsverzamelgebouwen in voormalige industriële panden waar verschillende functies een plek kunnen krijgen: huisvesting, podium en ontmoetingsplek voor de communicatiebranche. De kansen voor de creatieve klasse liggen in de noordoostelijke rand van de binnenstad. Daar vallen nu zoveel projecten samen dat er de kans is om een heel gebied van karakter te laten veranderen. Met het hergebruik van de terreinen van de voormalige gasfabriek langs de noordrand (Nieuw Leyden met wonen, kunst en ateliers) en de ontwikkeling van de voormalige Meelfabriek in het oosten (herontwikkeling tot een complex met vele functies; creatieve bedrijvigheid, een mediacluster, onderwijs, wonen, studentenhuisvesting, designhotel, kunst & cultuur, sport & wellness, detailhandel en horeca) en aaneengesloten parken langs de Singel worden stappen gezet in wat een nieuwe creatieve, culturele en bruisende zone kan worden voor wonen, werken, leren en recreëren 11. Door de projecten rondom Het Huis van de Communicatie en Nieuw Leyden worden flinke stappen gezet voor de beschikbaarheid van huisvesting voor de creatieve economie. De verwachting is dan ook dat Leiden in de toekomst beter zal scoren op het aantal bedrijven en arbeidsplaatsen in de creatieve economie. Starters In de gemeente Leiden is het aantal starters de afgelopen jaren (2001-2009) met ruim 70% toegenomen van 445 tot 786 bedrijven. Een stijging die procentueel net onder de cijfers van Delft blijft. In Delft nam het aantal starters toe van 347 in 2001 tot 631 in 2008, een stijging van iets meer dan 80%. De groei van het aantal starters in Leiden is vooral toe te schrijven aan de dienstverlenende sectoren. In Delft is ook 10 11 Talent maakt Leiden creatief, De Stad BV, 2006 Structuurvisie Leiden 2025 Hoofdstuk 2 11

het aantal starters in de sector industrie sterk toegenomen. Dit kan veroorzaakt worden door de aanwezigheid van een technische universiteit in Delft. In 2008 12 kwamen in Leiden de grootste aantallen starters voor in de sectoren bouwnijverheid (151), adviesdiensten (142), facilitaire diensten (131) en persoonlijke diensten (101). Een beeld dat vergelijkbaar is met de starters in Delft. In 2009 zijn de effecten van de economische crisis zichtbaar in de verdeling van de starters over de sectoren. Met name in de bouw zijn veel minder bedrijven gestart (91 ten opzichte van 151 in 2008). De aantallen starters in de dienstverlenende sectoren zijn ongeveer gelijk gebleven, in de overige sectoren was sprake van een lichte toename. Het aantal starters (755) ligt iets hoger dan in Delft, maar stijgt in de afgelopen jaren minder hard. Dit kan mede worden veroorzaakt door het gebrek aan ruimte voor nieuwe bedrijvigheid in Leiden. Daarnaast speelt het type onderwijs in Leiden ook een rol. In Leiden bevindt zich een breed scala aan opleidingen van talen tot geneeskunde. Meer technische onderwijsrichtingen (zoals in Delft) leveren vaak meer startende bedrijvigheid op doordat de studies meer praktijkgericht zijn. Uit de Atlas voor Gemeenten 2009 blijkt dat Leiden in vergelijking tot de 50 grootste gemeenten benedengemiddeld scoort wat betreft starters en ZZP ers als percentage van de beroepsbevolking. Voor starters behaalt Leiden de 39 e plek en voor ZZP ers de 35 e plek 13. Op landelijk niveau worden starters en ZZP ers hard geraakt door de economische crisis. Vooral ZZP ers in de bouw en de dienstverlening moeten met minder opdrachten genoegen nemen en maken noodgedwongen gebruik van hun spaargelden. Uiteindelijk zullen veel mensen proberen weer een baan bij een bedrijf te vinden, maar dat zal lastig worden. Het risico is dus aanwezig dat het aantal werkzoekenden flink toe zal nemen door de problemen bij de ZZP ers. Momenteel is de gemeente bezig met een onderzoek waarbij de vraag naar en het aanbod van startershuisvesting centraal staat. 12 13 In verband met de vergelijkbaarheid met Delft is hier uitgegaan van de cijfers over 2008. Atlas voor gemeenten, de 50 grootste gemeenten van Nederland op 40 punten vergeleken, 2009 12 Hoofdstuk 2

2.2 (Beroeps)bevolking en wonen Beroepsbevolking 14 De bevolking van Leiden laat de afgelopen jaren een lichte daling zien. De beroepsbevolking schommelt rond de 60.000 personen. De bevolking van Leiden kenmerkt zich door het kleine aantal jongeren en ouderen. Zo n 67% van de bevolking valt in de categorie 20-64 jaar 15. Dit percentage is het hoogst van de regio Holland Rijnland. Het percentage jongeren (21%) en ouderen (12%) is daarentegen het laagst van Holland Rijnland. Zowel de groene als de grijze druk zijn hierdoor laag. 16 Tabel 2.2: Inwoneraantal en beroepsbevolking Leiden, Delft en Haarlem Leiden 2004 2005 2006 2007 2008 Inwonertal 118.702 118.563 118.069 117.485 116.878 Beroepsbevolking 63.000 58.000 62.000 61.000 57.000 Procentueel 53% 49% 53% 52% 49% Delft 2004 2005 2006 2007 2008 Inwonertal 95.817 95.031 95.090 95.379 96.168 Beroepsbevolking 44.000 42.000 42.000 43.000 48.000 Procentueel 46% 44% 44% 45% 50% Haarlem 2004 2005 2006 2007 2008 Inwonertal 147.343 146.739 147.015 146.960 147.640 Beroepsbevolking 76.000 73.000 70.000 72.000 73.000 Procentueel 52% 50% 48% 49% 49% Bron: CBS, bewerking BRO De groep 25-64 jarigen is te verdelen naar de groepen 25-44 jaar en 45-64 jaar. Hierbij valt op dat vooral de groep 25 tot 44-jarigen in Leiden groter van omvang is dan in Delft en Haarlem, terwijl de groep 45 tot 64 jarigen juist kleiner is. In de leeftijd 15-24 jaar heeft Leiden meer inwoners dan Haarlem maar net iets minder dan Delft. Leiden scoort in vergelijking met de 50 grootste gemeenten van Nederland erg goed wat betreft het aantal 55-64 jarigen en het aantal 25-34 jarigen in de beroepsbevolking. Met een 5 e en 6 e plek scoort Leiden hoog 17. Dit zorgt ervoor dat Leiden een grote actieve beroepsbevolking behoudt in de komende jaren en daardoor momenteel nog geen last heeft van de vergrijzingsproblematiek. De arbeidsparticipatie in Leiden ligt in 2008 op ca. 70%, dat is vergelijkbaar met Haarlem (71%) en hoger dan in Delft (67%) 18. 14 Wanneer in deze rapportage gesproken wordt over de beroepsbevolking dan geldt de volgende definitie: Bevolking tussen 15 en 65 die werkzaam is voor meer dan 12 uur per week of die op zoek is naar werk voor meer dan 12 uur per week. 15 Holland Rijnland in cijfers, 2009 16 Groene druk = Verhouding tussen aantal personen van 0-20 jaar en het aantal personen van 20-65 jaar. Grijze druk = Aantal personen van 65 jaar e.o. als percentage van het aantal personen van 20 64 jaar. 17 Atlas voor gemeenten, 2009, de 50 grootste gemeenten van Nederland op 40 punten vergeleken 18 CBS Statline Hoofdstuk 2 13

Figuur 2.3: Leeftijdsopbouw bevolking, 2009 80+ Leiden Delft Haarlem Holland Rijnland 65-79 45-64 25-44 15-24 0-14 0,0 5,0 10,0 15,0 20,0 25,0 30,0 35,0 % Bron: CBS De prognoses voor 2025 laten een ander beeld zien. De totale bevolking zal nog beperkt groeien, maar die groei bevindt zich alleen in de groep van 65 jaar en ouder. Het aandeel 65-plussers in de bevolking zal sterk gaan toenemen, terwijl de overige groepen een absolute daling laten zien. Dit betekent dat er grote veranderingen zullen optreden in bijvoorbeeld de vraag naar voorzieningen en type woningen. De gemeente zal het beleid op deze terreinen moeten aanpassen aan de veranderende samenstelling van de bevolking. De veranderingen zullen ook effect hebben op de arbeidsmarkt, de potentiële beroepsbevolking wordt beperkter van omvang. De afname van de beroepsbevolking betekent niet automatisch ook een afname van het aantal bedrijven en de vraag naar bedrijventerreinen. Bedrijven zullen bijvoorbeeld door automatisering de productie op peil houden. Om meer arbeidsaanbod te genereren kan de gemeente bijvoorbeeld via arbeidsmarktprojecten inzetten op het vergroten van de arbeidsparticipatie en het langer doorwerken van werknemers. 14 Hoofdstuk 2

Figuur 2.4: Krimpgrafiek bevolking Leiden 2010-2025 Leiden, toe/afname per leeftijdsgroep 2010-2025 Totaal 65 jaar e.o. 45-64 jaar 25-44 jaar 15-24 jaar 0-14 jaar -3.000-2.000-1.000 0 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 7.000 Bron: Bevolkingsprognose Zuid-Holland 2007 Krimpmarkt Groeimarkt De prognoses voor Leiden laten in vergelijking met Nederland een overeenkomstig beeld zien. Het referentiegebied Delft laat echter een heel ander beeld zien. In deze gemeente is tot 2025 nog helemaal geen sprake van krimp. In geen enkele leeftijdscategorie neemt de bevolking tot 2025 af. De gemeente Haarlem laat een zeer wisselend beeld zien. In deze gemeente is groei te verwachten in de leeftijd van 65 jaar en ouder en 45-64 jaar. Maar Haarlem laat in de leeftijdsgroep 25-44 jaar een zeer grote krimp zien. Opleidingsniveau beroepsbevolking De beroepsbevolking in Leiden is zeer hoog opgeleid. Uit cijfers uit de Atlas voor Gemeenten 2009 19 blijkt dat Leiden de 2 e plaats inneemt als gekeken wordt naar het aandeel hoogopgeleiden als percentage van de beroepsbevolking. Dit is deels te verklaren door de aanwezigheid van een universiteit, een hbo-instelling en de kennisclusters in de gemeente. Toch is het percentage hoogopgeleiden hoger dan in Delft waar eveneens een universiteit gevestigd is. Mogelijk heeft dit te maken met het brede opleidingspalet dat in Leiden aanwezig is. Leiden wordt ook gezien als een aantrekkelijke vestigingslocatie voor hoogopgeleide mensen. Veel mensen wonen in Leiden maar werken bijvoorbeeld in Den Haag bij de rijksoverheid (zie ook pendel). 19 Atlas voor Gemeenten 2009 Hoofdstuk 2 15

Figuur 2.5: Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006-2008 60,0 Leiden Haarlem Delft Holland Rijnland 50,0 40,0 30,0 % 20,0 10,0 0,0 Laag Midden Hoog Bron: CBS, bewerking BRO Werkloosheid In de werkloosheid in de gemeenten worden de effecten van de economische crisis langzaam zichtbaar. In Nederland totaal was er eind 2009 een licht herstel van de economie te zien. Dit herstel werd grotendeels veroorzaakt door het aantrekken van de export. De verwachting is dat de werkloosheid nog zal toenemen, omdat de arbeidsmarkt gewoonlijk met vertraging reageert. Werkgevers zullen hun personeelsbestand niet direct aanpassen maar dit zo lang mogelijk uitstellen. De bouw en industrie zijn vooralsnog het zwaarst getroffen door de economische crisis, zowel het aantal arbeidsplaatsen als het aantal vacatures is sterk gedaald. De werkloosheid is de afgelopen jaren sterk afgenomen van 7,8% in 2004 naar 5,8% in 2008. In 2009 is er weer een toename van de werkloosheid door de economische recessie. De werkloosheid ligt momenteel op ca. 7% (4119 niet werkende werkzoekenden) volgens cijfers van het UWV 20. De werkloosheid is hiermee vergelijkbaar met het landelijk gemiddelde. Het huidige werkloosheidspercentage ligt iets hoger dan in Delft, maar in Delft was de toename groter (23% in Delft versus 17% in Leiden). Het werkloosheidspercentage in Haarlem ligt flink lager. De grootste toename in werkzoekenden heeft zich voorgedaan in de leeftijdscategorie tot 27 jaar. Jongeren merken dat de vacaturemarkt sterk is gekrompen en dat er minder stagetrajecten beschikbaar zijn. De grootste groep werkzoekenden (32%) in Leiden zoekt naar een baan in de techniek of industrie. 21 20 21 Factsheets UWV Werkbedrijf. (Niet) Werkende werkzoekende per ultimo 2007-2009 idem 16 Hoofdstuk 2

Figuur 2.6: Ontwikkeling werkloosheidspercentage 12,0% 10,0% Leiden Delft Haarlem 8,0% 6,0% % 4,0% 2,0% 0,0% 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Bron: CBS Statline 2009 en UWV 2009, bewerking BRO In Leiden zijn meer mannen dan vrouwen werkloos. Dit wordt veroorzaakt door de samenstelling van de economie van Leiden. Er zijn veel arbeidsplaatsen in sectoren waar vrouwen werkzaam zijn, zoals gezondheidszorg en onderwijs. Tegelijkertijd zijn dit de sectoren waar de economische recessie minder invloed op heeft. De verdeling in Leiden ligt tussen de percentages van de referentiegebieden in. In Leiden zijn er gemiddeld meer werklozen in de leeftijdscategorie 25-44 jarigen dan in Delft, Haarlem en de rest van Nederland. Daarentegen heeft de gemeente minder werklozen in de leeftijdscategorie 45-64 jarigen 22. De reden voor de relatief hoge werkloosheid in de groep 25-44 jaar heeft te maken met het feit dat deze groep in Leiden groter is (als onderdeel van de beroepsbevolking) dan in de referentiegebieden. De werkloosheid concentreert zich in Leiden in de banen met een laag en middelbaar opleidingsniveau. Bijna 80% van het totaal aantal werklozen Heeft maximaal een MBO-opleiding 23. Het relatief grote aantal werklozen in de leeftijd 25-44 jaar betekent dat de werkloosheid in Leiden waarschijnlijk snel zal dalen als de economie weer aantrekt. De groep 25-44 jarigen komt namelijk makkelijker aan een baan dan de oudere leeftijdsgroep. 22 23 CBS Factsheets UWV Werkbedrijf. (Niet) Werkende Werkzoekenden ultimo 2007-2009 Hoofdstuk 2 17

Pendel Gegevens over de pendel van de beroepsbevolking worden eens in de vijf jaar verzameld. In 2010 zullen nieuwe cijfers beschikbaar komen, maar op het moment van het maken van deze foto van de Leidse economie waren deze nog niet beschikbaar. Hoewel de gebruikte cijfers afkomstig zijn uit 2005 is de verwachting dat de patronen grotendeels vergelijkbaar zijn gebleven. Circa de helft van de beroepsbevolking van Leiden werkt binnen de eigen gemeente. De andere helft werkt voornamelijk in de gemeenten Den Haag, Amsterdam, Leiderdorp en Haarlemmermeer. De inkomende pendel is voornamelijk afkomstig uit Leiderdorp, Oegstgeest en Den Haag. In figuur 2.7 en 2.8 is de verdeling voor de belangrijkste bestemmings- en herkomstgebieden aangeven. In Leiden komen er meer mensen van buiten de gemeente naar Leiden toe, dan er Leidenaren elders werken. Het saldo is ca. 4400 personen. Figuur 2.7: Uitgaande pendel Leiden 's-gravenhage Amsterdam Leiderdorp Haarlemmermeer Rotterdam Oegstgeest Zoeterw oude Utrecht 7% 7% 5% 34% 8% 11% 11% 17% Bron: CBS 2005, bewerking BRO 18 Hoofdstuk 2

Figuur 2.8: Inkomende pendel Leiden Leiderdorp Oegstgeest 's-gravenhage (GM) Katwijk Voorschoten Amsterdam (GM) Zoetermeer Zoeterwoude 7,3 6,6 22,5 8,6 11,9 15,9 11,9 15,2 Bron: CBS 2005, bewerking BRO. De relatief grote uitgaande pendel is een punt van aandacht, maar is kenmerkend voor stedelijke gemeenten. In Delft werkt ruim 55% in de eigen gemeente en in Haarlem 47%. Leiden scoort hiermee dus gemiddeld ten opzichte van de referentiegebieden. In het algemeen geldt dat hoger opgeleiden vaker en over grotere afstanden reizen dan lager opgeleiden. Ook de nabijheid van de grote steden maakt het interessant voor hoogopgeleiden om in Leiden te wonen en elders te werken, bijvoorbeeld bij de rijksoverheid in Den Haag. De pendel is dan ook vrijwel niet te beïnvloeden door de gemeente. Wel kan Leiden zich afvragen hoe de stad zich wil profileren: als een hoogwaardige woongemeente voor voornamelijk hoogopgeleiden of als een woonwerk-gemeente. Als dit laatste het geval is zal er voor gezorgd moeten worden dat er een aantrekkelijke mix van woon- en werkmilieus in de gemeente aanwezig is. Wonen Leiden zet in op een hoogwaardig en gedifferentieerd woonmilieu. Een aantal locaties in de regio, zoals het Duingebied bij Noordwijk en de binnenstad van Leiden, zijn door de regio Holland Rijnland aangewezen als een toplocatie. Leiden wil dit beleid verder uitbouwen, zodat een zeer hoogwaardig woonmilieu gerealiseerd wordt in de Randstad. Momenteel is het echter zo dat het woningaanbod op kwantitatief en kwalitatief niveau niet aansluit op de woningvraag. Voornamelijk jonge mensen en starters op de woningmarkt hebben een gebrek aan geschikte woningen van hogere kwaliteit. Hierdoor ontstaat een vertrekoverschot van voornamelijk jonge mensen. Door deze ontwikkeling komt het voorzieningenniveau in Leiden onder druk te staan. Hierdoor daalt het aanbod van de potentiële beroepsbevolking. Hoofdstuk 2 19

Momenteel is een groot deel van de woningen in Leiden relatief klein, van weinig comfort en hebben ze een ouderwetse indeling. De middeldure en dure huur- en koopwoningen zijn ondervertegenwoordigd. Daarnaast zit de sociale woningmarkt in Leiden op slot. Dit wordt deels veroorzaakt door de herstructureringswerkzaamheden waardoor bewoners tijdelijk elders gehuisvest dienen te worden. Deze groep mensen ontneemt daardoor een deel van de beschikbare huurwoningen voor de markt. Door de beperkte grootte van woningen wordt het werken aan huis belemmerd. Leiden is daarom opzoek naar oplossingen voor dit probleem. De exacte vraag naar woon-werkwoningen is niet bekend. Wel is duidelijk dat er behoefte is aan woningen waarin deze functiemenging een goede plek kan krijgen 24. Om een te grote uitstroom van de beroepsbevolking te voorkomen zijn er maatregelen getroffen in de vorm van een regionaal woonbeleid in Holland Rijnland. Dit wil onder andere zeggen dat 30% in de gemeenten sociale woningbouw moet zijn. Leiden is echter een uitzondering, deze gemeente moet voldoen aan 20% sociale bouw. Daarnaast wil Leiden de centrumfunctie van de regio versterken. Om dit te bewerkstelligen zullen de culturele functie en winkelfunctie in het centrum verbeterd moeten worden. Ook is een goede bereikbaarheid essentieel. Deze punten worden behandeld in het Programma Binnenstad. 2.3 Conclusie sociaal economische situatie Indicator Opmerkelijke punten Aanbevelingen voor beleid Werkgelegenheidsstructuur Productiestructuur * Onderwijs, overheid en gezondheidszorg belangrijk. * Stijging banen boven het Nederlands gemiddelde. * Arbeidsplaatsen voor groot deel in sectoren die minder afhankelijk zijn van conjuncturele ontwikkelingen * Handel en reparatie het grootst, maar belang neemt af. * Zakelijke dienstverlening en gezondheidszorg nemen toe. * Relatief veel bedrijven met meer dan 10 werknemers. * Relatief minder eenmanszaken en ZZP ers, maar neemt wel toe. * Gedifferentieerde werkgelegenheidsstructuur mogelijk blijven maken door het bieden van ruimte aan diverse sectoren. Aandacht voor wijkeconomie en bedrijventerreinen. * Groeiende sectoren hebben andere ruimtebehoefte dan traditionele sectoren. Houdt rekening met de wensen van ZZP ers. * Profiel en wensen bedrijfsleven betrekken bij herstructurering en ontwikkeling bedrijventerreinen. 24 Woonvisie gemeente Leiden 2005-2015 20 Hoofdstuk 2

Verdeling werkgelegenheid naar locatie * Relatief weinig op bedrijventerreinen en veel in woonwijken * Aandacht besteden aan mogelijkheden werken in of om huis in nieuwe bestemmingsplannen (wijkeconomie) * Rekening mee houden bij ontwikkeling nieuwe woningen Creatieve sector * Grote creatieve klasse, maar relatief weinig werkgelegenheid in creatieve sector. * Potenties benutten via projecten Huis voor de Communicatie, Quartier Leyden etc. en mogelijk maken via bestemmingsplannen. * Potenties creatieve sector meenemen in startersbeleid Starters * Aantal starters is toegenomen * In vergelijking met andere gemeente beperkt. * Knelpunten huisvesting worden reeds verder uitgezocht in het lopende startersonderzoek. Beroepsbevolking * Lichte daling, in toekomst toename ouderen * Gemiddeld genomen erg hoog opgeleid * Toename ouderen van invloed op voorzieningen en type woningen. Rekening mee houden in detailhandelsbeleid, woonvisie etc. * Omvang beroepsbevolking neemt af, gevolgen nader onderzoeken. Arbeidsmarktstrategie opstellen. Werkloosheid * Momenteel ligt werkloosheid rond landelijk gemiddelde. * Programma opstellen voor mogelijke omscholing * Arbeidsmarktbegeleiding in samenwerking met UWV Werkbedrijf voortzetten * Samenwerking versterken op het gebied van aansluiting arbeidsmarkt en onderwijs (zowel intern binnen de gemeente als met externe partijen) Pendel * Grote uitgaande pendel * Gevolg van samenstelling bevolking, lastig te beïnvloeden, rekening houden met profilering en type woningbouw * Uitgebreid pendel onderzoek vanuit welke woonwijken veel mensen Leiden uitgaan en uitzoeken welke werkgebieden vooral door niet-leidenaren worden gevuld Hoofdstuk 2 21

Wonen * Veel woningen relatief klein, ouderwets en matig comfort * Beleid gericht houden op kwalitatief hogere woningbouw * Meer woningen realiseren waar werken aan huis mogelijk is (wijkeconomie, starters, ZZP ers) * Bij woningbouwprogramma rekening houden met toekomstige demografische ontwikkeling. (Alleen groei 65 jaar en ouder) 22 Hoofdstuk 2

3. WERKLOCATIES In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de formele werklocaties binnen de gemeente. Formele werklocaties zijn kantoren- en bedrijventerreinen die als zodanig geregistreerd staan in IBIS 25. De overige werklocaties in de binnenstad en in de wijken komen in respectievelijk hoofdstuk 5 en 6 aan de orde. Naast uitgifte van terreinen, de werkgelegenheid en ontwikkeling van nieuwe wordt aandacht besteed aan de leegstand en de herstructureringsopgave. Tot slot wordt in dit hoofdstuk apart ingegaan op de huisvestingsmogelijkheden voor startende bedrijven. 3.1 Uitgifte van bedrijventerrein en kantoorlocaties De gemeente Leiden heeft tien officiële bedrijventerreinen. Een aantal locaties is op te delen in een aantal kleine aaneengesloten terreinen. Een goed voorbeeld hiervan is Cronestein. Alle terreinen samen hebben begin 2010 een omvang van circa 130 ha bruto en 102 ha netto. De bedrijventerreinen zijn goed voor circa 12.400 banen verdeeld over circa 500 vestigingen. Naast deze bedrijventerreinen beschikt Leiden over vier kantoorlocaties exclusief de binnenstad van Leiden. Het Leiden Bio Science Park is een hoogwaardig terrein en is in de statistieken deels als bedrijventerrein en deels als een kantoorlocatie aangemerkt. De afgelopen 10 jaar is een beperkte oppervlakte bedrijventerrein uitgegeven. Sinds 2000 tot en met 2008 is ongeveer 5,5 hectare nieuw terrein uitgegeven 26. Dit komt neer op gemiddeld 0,6 hectare per jaar. De oorzaak hiervan is de beperkte ruimte die in Leiden nog voorhanden is. Ook het aantal kantoorvierkante meters heeft de afgelopen jaren beperkt kunnen groeien. Op dit moment is er binnen de gemeente Leiden alleen nog uitgeefbaar bedrijventerrein beschikbaar op het Bio Science Park. De enige potentiële uitbreidingslocatie voor bedrijventerrein is Oostvlietpolder. Hoe en wanneer dit gebied tot ontwikkeling komt is nog niet bekend. Dit betekent dat er op dit moment weinig uitbreidingsruimte is voor de bestaande bedrijvigheid. Bedrijven met een grote ruimtevraag kunnen daardoor geen geschikte ruimte meer vinden in Leiden. Sommige bedrijven zullen verplaatsen naar een andere gemeente, andere zullen noodgedwongen op een inefficiënte manier gehuisvest blijven op de huidige locatie. Vanuit herstructureringsprocessen kan het eveneens gewenst zijn om een aantal bedrijven te verplaatsen. Ook voor deze be- 25 26 Integraal Bedrijventerreinen Informatie Systeem Infodesk Bedrijventerrein Zuid-Holland Hoofdstuk 3 23

drijven is binnen de gemeente geen ruimte meer. Door het gebrek aan uitbreidingsruimte ontbreekt het aan de benodigde schuifruimte om herstructureringsprocessen op gang te krijgen. Al met al is er daardoor een beperking van de bedrijfs- en investeringsdynamiek in Leiden. Uit de benchmark Ondernemersklimaat 27 uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken blijkt dat in 2007 42% van de bedrijven aangaf onvoldoende ruimte te hebben. In de eerste helft van 2010 wordt dit onderzoek weer herhaald, hieruit zal onder andere blijken in welke mate de recessie van invloed is op de ruimtebehoefte van de Leidse ondernemers. Ontwikkeling aantal bedrijven en arbeidsplaatsen Het aantal vestigingen op bedrijventerreinen is in Leiden sinds 2005 ongeveer gelijk gebleven op ca. 500 vestigingen. De reden hiervoor is dat er de laatste jaren vrijwel geen nieuw bedrijventerrein uitgegeven is en er op de bestaande terreinen vrijwel geen ruimte meer is voor uitbreiding. Van de 500 bedrijfsvestigingen gelegen op de bedrijventerreinen is circa 22% van het aantal vestigingen gelegen op het terrein Rooseveltstraat. Het betreft vooral vestigingen in de sectoren industrie en vervoer en opslag. Een aantal van de terreinen is een hoogwaardige werklocatie. Het Bio Science Park kan zowel gezien worden als een bedrijventerrein als een kantoorlocatie. Voor het Bio Science Park gelden wel strikte voorwaarden als het gaat om te vestigen bedrijven en kantoren. Kantoren dienen een relatie met productiewerkzaamheden te hebben en alle bedrijvigheid dient te passen binnen de Bio Science. Voldoet een bedrijf hier niet aan dan is vestiging op deze locatie niet mogelijk. Het Bio Science Park is uitgeroepen tot beste bedrijventerrein van Nederland in 2009. Een uitverkiezing die mede te danken is aan de keuze van de gemeente Leiden om het terrein alleen toegankelijk te maken voor bedrijvigheid uit een specifiek cluster. Het aantal arbeidsplaatsen op de bedrijventerreinen in Leiden is circa 12.400. Dit is een daling ten opzichte van de voorgaande jaren. Opvallend is dat er een aantal locaties is waar veel mensen werken. Vooral op het Bio Science Park zijn veel mensen (5.053) werkzaam. De reden hiervoor is dat dit bedrijventerrein ook deels een kantoorlocatie is. Hierdoor zijn er op een relatief kleine ruimte veel mensen werkzaam. Naast het Bio Science Park zijn er op Roomburg (2.185), Rooseveltstraat (1.182) en De Waard (1.095) veel mensen werkzaam 28. Deze terreinen leveren vooral werkgelegenheid in de sectoren industrie en vervoer en opslag. 27 28 Benchmark Gemeentelijk Ondernemersklimaat 2007, Ecorys Infodesk Bedrijventerreinen, Provincie Zuid-Holland 24 Hoofdstuk 3

Aantal arbeidsplaatsen per hectare Het aantal arbeidsplaatsen per hectare in Leiden is erg hoog in vergelijking met de rest van de gemeenten in Holland Rijnland. Ook in vergelijking met Delft scoort Leiden veel hoger. Delft heeft netto circa 90 arbeiders per hectare terwijl dit aantal voor Leiden op 122 arbeidsplaatsen uitkomt per netto hectare. De hoge score van Leiden komt voornamelijk door de hoge score van het Bio Science Park. Wanneer het Bio Science Park niet wordt meegeteld, dan werken er gemiddeld bijna 90 werknemers per hectare. Daarmee zijn de Leidse terreinen net zo arbeidsintensief als in Delft, maar nog steeds veel intensiever dan in de rest van Holland Rijnland (58 arbeidsplaatsen per ha). Het aantal arbeidsplaatsen in de gemeente is door de jaren heen gegroeid. Het aantal arbeidsplaatsen op werklocaties is daarentegen ongeveer gelijk gebleven. Dat betekent dat de groei voornamelijk is opgevangen in de binnenstad en in de wijken. De bedrijventerreinen worden dus niet intensiever gebruikt (gemeten in arbeidsplaatsen) door het krappe aanbod. Gezien de reeds hoge intensiteit op de terreinen is dit geen vreemde ontwikkeling. Bebouwingsintensiteit De beperkte beschikbaarheid van ruimte komt ook tot uitdrukking in de bebouwingsintensiteit en verhouding tussen bruto en netto ruimte op de bedrijventerreinen van Leiden. De bruto netto verhouding ligt in Leiden op bijna 80% terwijl dit landelijk veel lager ligt op 74% 29. Leiden kent eigenlijk maar 1 terrein (Westwal) dat op een verhouding van 60 uitkomt terwijl de meeste terreinen een bruto-netto verhouding tussen de 75 en 80 hebben. De hoge intensiteit komt ook terug in het gebruik van de bedrijfskavels 30. Op veel bedrijventerreinen is het gemiddelde bebouwingspercentage hoog. Vooral op de terreinen Fruitbuurt, Merenwijk en De Waard liggen de bebouwingspercentages hoog. Aan de ene kant zorgt dit voor een goed en intensief gebruik van de beschikbare ruimte. Aan de ander kant zorgt het er ook voor dat bedrijfskavels volledig zijn uitgenut waardoor eventuele groei van bestaande bedrijvigheid niet kan worden gefaciliteerd en bij vertrek kavels voor weinig andere bedrijven nog bruikbaar zijn. Leegstand De leegstand van kantoorpanden in Leiden ligt eind 2009 rond de 11% 31. Dit ligt iets onder Nederlands gemiddelde van circa 12%. Wanneer Leiden vergeleken wordt met Haarlem en Delft blijkt dat Haarlem een leegstand heeft van circa 14%. Delft doet het aanzienlijk beter met een leegstand van circa 5%. 32 29 30 31 32 IBIS (2009). IBIS Werklocaties. BRO (2006), Bedrijventerreinen Leiden analyse en perspectief www.propertynl.com DTZ (2009). Factsheets kantoren- en bedrijfsruimtemarkt. Hoofdstuk 3 25

De aanbod voorraad ratio voor bedrijfsruimte is in 2009 in Leiden en Delft iets ongunstiger geworden dan in 2008, maar is gelijk aan het Nederlands gemiddelde van 3,5%. Den Haag en Zoetermeer liggen erboven. Haarlem zelfs ruim met ca. 15%. Dit duidt op een krappe bedrijfsruimtemarkt in Leiden en Delft. De huurprijzen voor bedrijfsruimte liggen in Leiden tussen 40 en 60 euro per m2. Het Nederlands gemiddelde is 51 33. De leegstand van kantoorpanden in Leiden is in 2009 toegenomen ten opzichte van voorgaande jaren, uiteraard is de economische recessie hiervoor de belangrijkste oorzaak. In tegenstelling tot de kantoren is de leegstand op de bedrijventerreinen na 2007 licht gedaald. De reden hiervoor is waarschijnlijk de vraag naar bedrijfsruimte en het ontbrekende aanbod van nieuwe bedrijventerreinen. Leegstand volledig terug dringen is niet mogelijk en ook niet wenselijk. Een percentage van ongeveer 5% wordt gezien als frictieleegstand. Deze leegstand is noodzakelijk om de dynamiek in de markt te houden. De leegstand op bedrijventerreinen is dan ook eerder te laag dan te hoog. Opnieuw een teken van de krapte op de Leidse bedrijventerreinenmarkt. De leegstand in de kantorenmarkt verdient wel aandacht en moet goed gemonitord worden. Gemeente en ontwikkelaars moeten voorzichtig omgaan met het ontwikkelen van nieuwe kantorenlocaties. Eventueel kan bekeken worden of structureel leegstaande panden een andere (tijdelijke) functie kunnen krijgen, bijvoorbeeld als atelierruimte voor creatieve bedrijvigheid of voor woningbouw. 3.2 Nieuwe bedrijventerreinen en herstructureringsopgave De gemeenten in de regio Holland Rijnland hebben gezamenlijk een regionale bedrijventerreinenstrategie vastgesteld 34. De focus in de samenwerking ligt op het behouden van bestaande bedrijventerreinen (geen transformatie naar andere functies), het herstructureren van terreinen om de kwaliteit op peil te brengen en te houden en het beperkt ontwikkelen van nieuwe terreinen. Ruimte voor bedrijven moet allereerst gevonden worden door herstructurering van bestaande bedrijventerreinen. Hiermee kan niet alle vraag opgevangen worden, waardoor er dus ook nieuw areaal nodig is. Momenteel is er te weinig schuifruimte waardoor de dynamiek op de terreinen verloren gaat en investeringen achterblijven. Indien de ruimte niet beschikbaar komt in Leiden dan zal op regionaal vlak bekeken moeten worden hoe de benodigde schuifruimte tot stand kan worden gebracht. 33 34 DTZ (2009), Factsheet kantoren- en bedrijfsruimtemarkt. Regionale Bedrijventerreinenstrategie Holland Rijnland. Meer doen met minder ruimte, 2009. 26 Hoofdstuk 3

Tot 2020 wordt er in de regio 147 ha nieuw terrein gerealiseerd, waarvan 70% in de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie. De kantooropgave in de stedelijke agglomeratie is 415.000 m2. Binnen deze agglomeratie zijn de bedrijven geënt op de kennisindustrie, bio science en space science of daaraan gerelateerd. Daarnaast wil de regio bestaande bedrijven behouden en ruimte blijven bieden. Mede om verplaatsing van enkele van deze bedrijven mogelijk te maken is een aantal hectares voor bedrijven in hogere milieucategorieën nodig. In de regionale structuurvisie zijn hiervoor de terreinen Groenendijk in Rijnwoude en Oostvlietpolder in Leiden aangewezen. Aan ruimte voor bedrijven in hogere milieucategorieën ontstaat mogelijk een tekort nu de raad van Rijnwoude heeft besloten om geen hogere milieucategorieën toe te staan op het nieuwe terrein Groenendijk. Voor Leiden is de locatie Oostvlietpolder als regulier gemengd bedrijventerrein in de plannen opgenomen. De ontwikkeling van deze locatie is echter nog zeer onzeker. Voor Leeuwenhoek / Bio Science Park is een uitbreiding van 10 hectare hoogwaardig terrein voorzien. 35. In de regio Holland Rijnland is 35% van de bedrijventerreinen verouderd. De herstructureringsopgave bedraagt hiermee 285 hectare. In Leiden gaat het om ongeveer 54 hectare te herstructureren bedrijventerrein. Dit aantal is verspreid over zo n 6 bedrijventerreinen. Voor een aantal terreinen is ook al een inschatting gemaakt van de te behalen ruimtewinst na herstructurering. Er zou ongeveer 17 hectare ruimtewinst kunnen worden geboekt. Dat is veel op een totaal van netto bijna 100 hectare, het streven voor regio is een ruimtewinst van 10%. Het bedrijventerrein De Waard zal de komende jaren geherstructureerd worden. Een deel van de beschikbare ruimte zal vervallen als bedrijfskavel en gebruikt worden voor de aanleg van de Ringweg-Oost. Door de verschuivingen die plaats gaan vinden ontstaan ook nieuwe kansen. Er zal namelijk ook bedrijfsruimte herontwikkeld kunnen worden. Voor deze herontwikkeling zijn kansen aanwezig om aan te sluiten bij de ontwikkelingen in de omgeving, zoals de Meelfabriek. Hierdoor kan de herontwikkeling van het gebied in een stroomversnelling komen. 3.3 Huisvestingsmogelijkheden voor starters en doorgroeiers Starters zijn op diverse locaties gevestigd. Veel bedrijven starten vanuit huis of garage. Een deel van de bedrijven komt bij reguliere commerciële aanbieders terecht. Daarnaast is er een stichting die bedrijfsverzamelgebouwen beheerd en worden er specifieke gebouwen ontwikkeld op het Bio Science Park. 35 Holland Rijnland Structuurvisie 2020 Hoofdstuk 3 27