Juli blauw Vraag 1. Fysica

Vergelijkbare documenten
Fysica. Indien dezelfde kracht werkt op een voorwerp met massa m 1 + m 2, is de versnelling van dat voorwerp gelijk aan: <A> 18,0 m/s 2.

In een U-vormige buis bevinden zich drie verschillende, niet mengbare vloeistoffen met dichtheden ρ1, ρ2 en ρ3. De hoogte h1 = 10 cm en h3 = 15 cm.

Juli geel Fysica Vraag 1


Augustus blauw Fysica Vraag 1

Augustus geel Fysica Vraag 1

Fysica. Een lichtstraal gaat van middenstof A via middenstof B naar middenstof C. De stralengang van de lichtstraal is aangegeven in de figuur.

Juli blauw Fysica Vraag 1

Fysica. Een voorwerp wordt op de hoofdas van een dunne bolle lens geplaatst op 30 cm van de lens. De brandpuntsafstand f van de lens is 10 cm.

Mkv Dynamica. 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg

Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde

koper hout water Als de bovenkant van het blokje hout zich net aan het wateroppervlak bevindt, is de massa van het blokje koper gelijk aan:

Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5

Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde

Deze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden. Vraag 1

Mkv Magnetisme. Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar.

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur

Elektro-magnetisme Q B Q A

Q l = 23ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 23ste Vlaamse Fysica Olympiade 1

TENTAMEN NATUURKUNDE

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS APRIL uur

Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde

jaar: 1990 nummer: 06

Vlaamse Fysica Olympiade 27 ste editie Eerste ronde

Vlaamse Fysica Olympiade 31ste editie Eerste ronde

Herhalingsopgaven 6e jaar

jaar: 1989 nummer: 17

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2016 TOETS APRIL :15 12:15 uur

jaar: 1989 nummer: 25

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45

o a. onveranderd blijven o b. verdubbelen tot -360 kv. o c. stijgen tot een waarde van OV. o d. positief worden tot een waarde van 720 kv.

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

Oplossing examenoefening 2 :

1 Overzicht theorievragen

TENTAMEN NATUURKUNDE

T G6202. Info: auteur: Examencommissie Toelatingsexamen Arts en Tandarts, bron: Juli 2015, id: 11941

toelatingsexamen-geneeskunde.be

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan

Opgave 1 Waterstofkernen

Nationale Natuurkunde Olympiade. Eerste ronde januari Beschikbare tijd: 2 klokuren

Q l = 24ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 24ste Vlaamse Fysica Olympiade 1

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2018 TOETS 1

1ste ronde van de 19de Vlaamse Fysica Olympiade 1. = kx. = mgh. E k F A. l A. ρ water = 1, kg/m 3 ( θ = 4 C ) c water = 4, J/(kg.

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2014 theorietoets deel 1

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS.

Naam : F. Outloos Nummer : 1302

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM HEREXAMEN HAVO 2015

7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss

TENTAMEN DYNAMICA (140302) 29 januari 2010, 9:00-12:30

HEREXAMEN EIND MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN EIND MULO 2009

Naam: examennummer:.

Welk van de onderstaande reeks vormt een stel van drie krachten die elkaar in evenwicht kunnen houden?

TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË THEORIE-TOETS

Examen mechanica: oefeningen

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni Nummer vragenreeks: 1

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa.

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2009

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Tweede ronde - theorie toets. 21 juni beschikbare tijd : 2 x 2 uur

Kracht en beweging (Mechanics Baseline Test)

m C Trillingen Harmonische trilling Wiskundig intermezzo

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2015 TOETS APRIL :00 12:45 uur

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELUK ONDERWIJS IN 1979 , I. Dit examen bestaat uit 4 opgaven. " '"of) r.. I r. ',' t, J I i I.

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Woensdag 24 mei, uur

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

NAAM:... OPLEIDING:... Fysica: mechanica, golven en thermodynamica PROEFEXAME VA 3 OVEMBER 2009

= Ep = R1. U = R I R s

TENTAMEN NATUURKUNDE

Nationale Natuurkunde Olympiade. Eerste ronde Beschikbare tijd: 2 klokuren

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrostatica. 25 juli dr. Brenda Casteleyn

2de bach HIR. Optica. Smvt - Peremans. uickprinter Koningstraat Antwerpen EUR

Vlaamse Fysica Olympiade 26 ste editie Eerste ronde

Tentamen. Elektriciteit en Magnetisme 1. Woensdag 20 juni :00-12:00. Leg je collegekaart aan de rechterkant van de tafel.

VLAKKE PLAATCONDENSATOR

Hoofdstuk 6: Elektromagnetisme

d. Bereken bij welke hoek α René stil op de helling blijft staan (hij heeft aanvankelijk geen snelheid). NB: René gebruikt zijn remmen niet.

1. Langere vraag over de theorie

Opgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser

Begripsvragen: Cirkelbeweging

1. Een karretje op een rail

jaar: 1990 nummer: 08

Arbeid & Energie. Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be. Assistent: Erik Lambrechts

Opgave 1 Koolstof-14-methode

Dit tentamen bestaat uit vier opgaven. Iedere opgave bestaat uit meerdere onderdelen. Ieder onderdeel is zes punten waard.

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Eerste ronde. 16 januari beschikbare tijd : 2 uur

Als de trapper in de stand van figuur 1 staat, oefent de voet de in figuur 2 aangegeven verticale kracht uit op het rechter pedaal.

Begripsvragen: Elektrisch veld

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrostatica. 4 november Brenda Casteleyn, PhD

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2013 theorietoets deel 1

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN HAVO 2015

oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgaven en uitwerkingen vind je op Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1.

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 8, Bewegen in functies

Eindexamen natuurkunde pilot havo I

Tentamen Fysica in de Fysiologie (8N070) deel AB herkansing, blad 1/5

Transcriptie:

Vraag 1 Beschouw volgende situatie in een kamer aan het aardoppervlak. Een homogene balk met massa 6, kg is symmetrisch opgehangen aan de touwen A en B. De touwen maken elk een hoek van 3 met de horizontale. A B 3 3 De grootte van de kracht in touw A is dan gelijk aan: <A> 35 N. <B> 15 N. <C> 6 N. <D> 3 N. Fysica: vraag 1

Vraag 2 Een satelliet met massa 1 kg bevindt zich op een cirkelvormige baan om de aarde op een hoogte boven het aardoppervlak. Hierbij is gelijk aan de aardstraal. De aantrekkingskracht van de aarde op de satelliet is gelijk aan: <A> 25 N. <B> N. <C> 1 N. <D> 5 N. Fysica: vraag 2

Vraag 3 Johanna rijdt met haar bromfiets volgens een rechte baan met een constante snelheid van 1, m/s. De totale massa van Johanna en de bromfiets is gelijk aan 1 kg. Op het moment t = s passeert zij de oorsprong en blijft zij met deze snelheid 1, s bewegen. Vervolgens remt zij gedurende 2, s waardoor zij een constante remkracht van 4 N evenwijdig met de baan ondervindt. In het tijdsinterval van t = s tot t = 12, s is haar verplaatsing ten opzichte van de oorsprong gelijk aan: <A> 14 m. <B> 12 m. <C> 1 m. <D> 112 m. Fysica: vraag 3

Vraag 4 Een tennisspeelster beweegt op een rechte lijn volgens de x-as. De grafiek van haar snelheid v x als functie van de tijd t is hieronder weergegeven. v x (m/s) 8 4-4 1 2 3 4 5 t (s) -8 Na t =6, s is de verplaatsing van de speelster t.o.v. haar positie op t = s gelijk aan: <A> 3, m. <B> 9, m. <C> m. <D> 12 m. Fysica: vraag 4

Vraag 5 Nabij het aardoppervlak glijdt een blok met massa 2, kg langs een helling van punt A naar punt B zoals aangegeven op de figuur. De snelheid van het blok in punt A is 4, m/s. De wrijving tussen blok en helling mag verwaarloosd worden. 2, m A 3 1, m B De snelheid van het blok in punt B is dan ongeveer gelijk aan: <A> 5, m/s. <B> 6, m/s. <C> 4, m/s. <D> 4,5 m/s. Fysica: vraag 5

Vraag 6 Gegeven zijn drie elektrische schakelingen. U U Schakeling 1 Schakeling 2 /2 U Schakeling 3 Het vermogen geleverd door de bron in schakeling 1 wordt genoteerd als P 1, in schakeling 2 als P 2, en in schakeling 3 als P 3. Voor het vermogen in deze schakelingen geldt: <A> P 1 <P 2 <P 3. <B> P 1 <P 3 <P 2. <C> P 3 <P 1 <P 2. <D> P 2 <P 1 <P 3. Fysica: vraag 6

Vraag 7 De figuur toont een momentopname van een touw op het moment t 1 >. Op het moment t = s is in het punt A een harmonische trilling met periode T gestart. y A B De grafiek die de uitwijking y(t) van het punt B als functie van de tijd t toont, is: y y T t T t <A> <B> y y T t T t <C> <D> Fysica: vraag 7

Vraag 8 Beschouw de situatie aan het aardoppervlak zoals voorgesteld in de figuur. Het horizontale vlak stelt een tafeloppervlak voor waarin een opening gemaakt is. De twee voorwerpen - weergegeven door de zwarte bol - zijn identiek en hebben een massa m. Ze zijn met mekaar verbonden door middel van een massaloos, niet-elastisch touw, zoals aangegeven in de figuur. Het voorwerp op de tafel voert wrijvingsloos een eenparig cirkelvormige beweging uit. De snelheid is zo dat de straal = 1 cm constant blijft. Er mag aangenomen worden dat het contact tussen het touw en de rand van de opening in de tafel de beweging niet beïnvloedt. Op t = s bevindt het voorwerp zich op de as die loodrecht op de x-as staat, zoals voorgesteld in de figuur. m x m Welke van onderstaande figuren beschrijft het best het tijdsverloop van de x-positie van het voorwerp op de tafel? 1 x (cm) 1 x (cm) 5-5 π 2π 3π 4π t (s) 5-5 t (s) π 1 2π 1 3π 1 4π 1-1 <A> -1 <B> 1 x (cm) 1 x (cm) 5-5 t (s) π 2 2π 2 3π 2 4π 2 5-5 5 1 15 2 t (s) -1 <C> -1 <D> Fysica: vraag 8

Vraag 9 218 84Po vervalt door het uitzenden van een alfadeeltje gevolgd door het uitzenden van een bèta-mindeeltje. Zo ontstaat er een isotoop van bismut. Het aantal neutronen van dit isotoop van bismut is: <A> 132. <B> 134. <C> 131. <D> 133. Fysica: vraag 9

Vraag 1 Een geladen deeltje beweegt met snelheid ~v in een vlak dat loodrecht staat op een homogeen magnetisch veld. Beschouw volgende uitspraken: 1. Het deeltje ondergaat een versnelling. 2. De kinetische energie van het deeltje verandert niet. 3. De snelheid ~v verandert niet. Welke combinatie van bovenstaande uitspraken is correct? <A> 1 en 2. <B> 2 en 3. <C> 1, 2 en 3. <D> 1 en 3. Fysica: vraag 1

Vraag 11 Een voorwerp P bevindt zich in een blok glas met brekingsindex n a. Het blok is omgeven door een medium met brekingsindex n b. Voor de brekingsindices geldt dat n a >n b. Een waarnemer bevindt zich rechts van het blok zoals aangegeven in de figuur met de schematische voorstelling van het oog. n a n b P Welk van de onderstaande figuren geeft het best het punt P aan waar voor de waarnemer het punt P zich lijkt te bevinden? n a n b n a n b P=P P P <A> <B> n a n b n a n b P P P P <C> <D> Fysica: vraag 11

Vraag 12 Een balletje drijft wanneer het in een beker met water wordt gebracht (zie figuur). Hetzelfde balletje zinkt wanneer het in een beker met olie wordt gebracht (zie figuur). water olie We gieten deze olie, die niet mengt met het water, in de beker met water. Welke figuur stelt het best de uiteindelijke positie van het balletje voor? <A> <B> <C> <D> Fysica: vraag 12

Vraag 13 Het volume V A van een hoeveelheid ideaal gas bij een temperatuur T A en een druk p A neemt bij constante druk toe van V A tot V B bij een temperatuur T B. Vervolgens wordt de druk op het gas bij constant volume verlaagd tot p C = p A door een verandering van de 4 temperatuur. De eindtemperatuur T C is gelijk aan T A. Dan is: <A> V A = V B 2. <B> V A =2V B. <C> V A = V B 4. <D> V A = V B. Fysica: vraag 13

Vraag 14 Twee ladingen Q 1 en Q 2 bevinden zich op twee hoekpunten van een gelijkzijdige driehoek. Een lading Q 3 wordt in het derde hoekpunt geplaatst. Q 1 Q 2 Q 3 Welke uitspraak over de resulterende kracht ~F op Q 3 is correct: <A> ~F kan nul zijn als Q 1 >, Q 2 > enq 3 <. <B> ~F kan nul zijn als Q 1 >, Q 2 < enq 3 >. <C> ~F kan niet nul zijn. <D> ~F kan nul zijn als Q 1 <, Q 2 < enq 3 >. Fysica: vraag 14

Vraag 15 De achterruitverwarming in een auto bestaat uit 1 parallel geschakelde draden, elk met een weerstand van 1, (zie figuur). De draden zijn verbonden met een spanningsbron van 12, V. Op de achterruit heeft zich een laagje ijs gevormd met massa 2 g en temperatuur C. We veronderstellen dat de hoeveelheid ontwikkelde warmte in de draden volledig wordt afgestaan aan het ijs. Om 1, kg ijs bij C te smelten tot water van C is 334 1 3 J warmte nodig. Hoe lang duurt het om het ijs op de achterruit te smelten? <A> 464 s. <B> 232 s. <C> 116 s. <D> 696 s. Fysica: vraag 15