jaar: 1990 nummer: 08
|
|
- Norbert de Haan
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 jaar: 1990 nummer: 08 De figuur toont een blok op een helling. Door de wrijving glijdt het blok niet naar beneden zolang de hellingshoek kleiner is dan een bepaalde waarde Vervang nu het blok door een blok met een twee keer zo grote massa, maar voor de rest identiek met het eerste blok. Als de hellingshoek is waarbij dit laatste blok gaat glijden, dan geldt o a. = 1/2 o b. = o c. = 2 o d. = 2
2 jaar: 1991 nummer: 13 Op een draaitafel draait met een constante hoeksnelheid een grammofoonplaat. Twee muntstukken A en B zijn op een zodanige plaats van het middelpunt van de draaitafel geplaatst dat zij nog net niet wegschuiven. Voor muntstuk A bedraagt de afstand tot de rotatieas dan 6 cm en voor B is het dan 12 cm. m A en m B zijn de respectievelijke massa's van de muntstukken A en B. µ A en µ B zijn de statische wrijvingscoëfficiënten van de muntstukken A en B met de grammofoonplaat. Welke gevolgtrekking over de grootte van de massa's en de statische wrijvingscoëfficiënten is dan juist?
3 jaar: 1994 nummer: 01 Iemand duwt horizontaal tegen een kast. De massa van de kast is 36 kg. De persoon duwt met een kracht van 40 N. De kast komt niet in beweging. De wrijvingskracht is dan op dat ogenblik O a. O b. O c. O d. 4 N 36N 40 N 360N
4 jaar: 1995 nummer: 10 Een voorwerp met massa m schuift onder invloed van een kracht wrijvingscoëfficiènt µ. Fover een ruwe tafel met De versnelling van het voorwerp kan dan geschreven worden als 0 a. 0 b. 0 c. 0 d. F m F.cos m F.cos.m.g m F.cos.(m.g F.sin ) m
5 jaar: 1997 nummer: 07 Een fietster rijdt met een constante snelheid. Via de pedalen. de tandwielen en de banden ontwikkelt zij een voortstuwende kracht F st Het geheel van fietster en fiets ondervindt naast hinder van de wrijving met de grond ook luchtweerstand. Deze weerstanden stellen we samen voor door F w. Over de voortstuwende kracht F st en de som van de wrijvingskrachten F w kunnen we dan zeggen dat O a. F st < F w O b. F st > F w. O c. F st = F w O d. Je kunt niets besluiten vermits dit afhankelijk is van de snelheid van de fietster.
6 jaar: 1997 nummer: 08 De onderstaande figuur toont een stel voorwerpen die aan elkaar verbonden zijn met massaloze touwen die wrijvingsloos bewegen over katrollen. Het voorwerp met massa 2 M schuift over een horizontale tafel. M is gelijk aan 2 kg. Alle voorwerpen hebben een versnelling 1,5 m/s 2. De grootte van de wrijvingskracht op het blok dat over de tafel glijdt is gelijk aan O a. niet te bepalen als de wrijvingscoëfficiënt niet gekend is. O b. 5 N. O c. 7,5 N. O d. 11 N.
7 jaar: 1997 nummer: 11 Mark duwt een kist (m = 50 kg) met een constante snelheid een helling op over een afstand van 10 m. Als Mark start met duwen wordt de positie van de kist op de helling gegeven door x = 0 m ; als hij stopt is x = 10 m. De helling maakt een hoek van 37 met het horizontale vlak. Het wegdek van de helling wordt ruwer en ruwer. De wrijvingskracht verandert dan langs de helling zoals aangegeven op de bijgaande grafiek. sin 37 = 0,6 cos 37 = 0,8 De arbeid die Mark op de kist levert is dan gelijk aan O a J. O b J. O c. l1000 J. O d. alleen te berekenen als de snelheid gegeven is.
8 jaar: 1998 nummer: 03 Op een windstille dag laat men vanuit een luchtballon een pingpongballetje vallen. De luchtweerstand is niet verwaarloosbaar. De grafiek die het best de versnelling van het balletje weergeeft gedurende de val is dan grafiek
9 jaar: 1998 nummer: 07 Iemand houdt een boek in rust tegen een verticale wand door er met de vlakke hand tegen te duwen in de richting van de arm. Er is wrijving tussen het boek en de wand. Over de wrijvingskracht tussen het boek en de verticale wand kan men dan zeggen dat O a. deze verticaal en naar boven gericht is. O b. deze verticaal en naar beneden gericht is. O c. deze loodrecht op de wand gericht is. 0 d. men niet kan uitmaken welke van bovenstaande uitspraken juist is.
10 jaar: 1999 nummer: 24 Een cilinder staat op een horizontale draaitafel op 0,20 m van het middelpunt. De wrijvingsfactor (wrijvingscoëfficiënt) tussen de tafel en de cilinder bedraagt 0,20. Wat kan men zeggen over de maximale snelheid die de cilinder langs de cirkelvormige baan kan hebben alvorens weg te glijden van de draaitafel? O a. 0,00 < v < 0,50 m/s. O b. 0,50 < v < 1,00 m/s. O c. 1,00 < v < 1,50 m/s. 0 d. 1,50 < v < 2,00 m/s.
11 jaar: 2001 nummer: 25 Piet staat op een monoski en glijdt een helling op tot op een zekere hoogte. Dan glijdt hij terug naar omlaag langs dezelfde helling. Hij heeft zijn ski niet goed onderhouden, zodat er wrijving is tussen de ski en de sneeuw. De grootte van de snelheid van Piet wordt weergegeven in grafiek:
12 jaar: 2001 nummer: 27 Een blok glijdt over een horizontale tafel. Het tafelblad is heel glad, maar midden op de tafel is er een vlek die ruw aanvoelt. De positie van het blok wordt het best weergegeven door grafiek:
13 jaar: 1994 nummer: 12 Een vrouw staat vóór een spiegel en kijkt met behulp van een handspiegel naar de bloem achter op haar hoofd.de afstanden van de bloem tot de spiegels zijn op de figuur aangegeven. Beide spiegels zijn vlakke spiegels. De vrouw ziet de bloem O a. O b. O c. O d. 30 cm vóór de grote spiegel. 120 cm achter de grote spiegel. 150 cm achter de grote spiegel. 180 cm achter de grote spiegel.
14 jaar: 1994 nummer: 13 Men heeft een prisma ABC, waarvan de hoek in A een waarde heeft van 40 en waarvan de zijde AB verzilverd is zodat zij het licht weerkaatst (zie figuur). Laat men op de zijde AC een lichtstraal i invallen onder een invalshoek van 60 dan dringt deze eerst het prisma binnen om er na weerkaatsing door AB in de invalsrichting i terug uit te komen. De brekingsindex van het materiaal waaruit het prisma vervaardigd is, is dan te schrijven als O a. sin 60 / sin 50 O b. sin 50 / sin 60 O c. sin 60 / sin 40 O d. sin 40 / sin 60
15 jaar: 1994 nummer: 14 Een lens (2) staat voor een vlakke spiegel (1). Men plaatst in (3) een voorwerp. Lichtstralen die van dit voorwerp uitgaan, door de lens gebroken worden, op de spiegel weerkaatst worden en terug door de lens gaan vormen dan een beeld van dat voorwerp. Voor de afstanden zoals op de figuur aangegeven wordt dit beeld gevormd precies op de plaats van het voorwerp. De brandpuntsafstand van de lens kan dan gelijk zijn aan O a. 6cm O b. 7cm O c. 12 cm O d. 14 cm
16 jaar: 1994 nummer: 15 Iemand staat rechtop voor een verticaal geplaatste vlakke spiegel en tekent met een stift op de spiegel de omtrekken van zijn spiegelbeeld na. De grootte van de tekening op de spiegel is dan vergeleken met de grootte van de persoon zelf O a. precies half zo groot. O b. precies even groot. O c. precies tweemaal zo groot. 0 d. afhankelijk van de afstand van de persoon tot de spiegel.
17 jaar: 1995 nummer: 01 Een persoon bewondert zichzelf in een vlakke spiegel die 60 cm hoog is en die zo werd bevestigd dat de bovenkant 2,00 m boven de vloer hangt. De persoon is 1,80 m groot ( ooghoogte = 1,65 m ) en staat 1,00 m vóór de spiegel. Via de spiegel ziet deze persoon dan een beeld van zichzelf. Het gedeelte dat hij van zichzelf ziet in de spiegel heeft dan een hoogte van: Oa. 1,80m. O b. 1,25 m. O c. 0,95 m. O d m.
18 jaar: 1995 nummer: 02 Een puntbron L bevindt zich voor een bolle lens. Een lichtstraal die van deze bron uitgaat is aangegeven op de figuur. Nadat de straal de lens doorlopen heeft gaat ze verder volgens de richting O a. 1. O b. 2. O c. 3. O d. 4.
19 jaar: 1995 nummer: 03 Een t.l. - lamp die 1,5 m lang is hangt aan het plafond. Als je een lens 20 cm boven de vloer en recht onder de lamp houdt, wordt van de t.l. - lamp op de vloer een scherp beeid gevormd dat 10 cm lang is. De brandpuntsafstand van de lens kun je: O a. niet berekenen met deze gegevens. O b. wel berekenen met deze gegevens. O c. slechts berekenen als ook de hoogte van de kamer gegeven is. O d. slechts berekenen als ook gegeven is of de lens positief (convergerend) of negatief (divergerend) is.
20 jaar: 1996 nummer: 13 Een eenvoudig fototoestel bestaat uit een dunne bolle lens met een brandpuntsafstand f = 6 cm. Deze lens heeft een diameter d = 6 cm die tevens de nuttige lensopening is Het toestel is zo ingesteld dat voorwerpen op grote afstand scherp worden afgebeeld op de film. (De film bevindt zich dus in het brandvlak.) Men plaatst een puntvormige lichtbron op 18 cm afstand en in het midden vóor de lens op de hoofdas. Deze lichtbron veroorzaakt een lichtvlek op de fotografische film. De diameter van deze lichtvlek is dan gelijk aan: O a. 0 cm. O b. 1 cm. O c. 2 cm. 0 d. 8 cm.
21 jaar: 1996 nummer: 14 We beschikken over een dubbelbolle lens met een brandpuntstafstand J. Een scherm staat achter de lens (zie figuur). Het punt A is gelegen op een afstand 2f vóór de lens. Om van een voorwerp een vergroot beeld op het scherm te bekomen moet het voorwerp staan O a. tussen en punt A. O b. tussen A en het brandpunt F. O c. tussen brandpunt F en O. O d. gelijk waar het voorwerp staat kan men een vergroot en scherp beeld bekomen ( men moet enkel de plaats van het scherm aanpassen)..
22 jaar: 1996 nummer: 15 Een beginnende zondagsschilder wil een portret maken van zijn vriendin. De vriendin neemt plaats 1,2 m achter een doorzichtige folie. De 'schilder' tekent dan op deze folie de contouren na die hij vanuit zijn standpunt waarneemt. De verhouding van de grootte van de tekening op de folie t.o.v. de werkelijke grootte van de vriendin is dan O a. precies 1/3. O b. precies 1/4. O c. precies 2/3. O d. precies 1/1.
23 jaar: 1997 nummer: 01 De figuur toont een bovenaanzicht van een gang met een vlakke spiegel tegen de wand op het einde van de gang. De breedte d van de spiegel is 3 m. Een inbreker 1 sluipt de gang binnen recht op het midden van de spiegel. Hoever van de spiegel zal de inbreker zijn gekomen als de bewaker B hem voor het eerst ziet? O a. 3 m. O b. 1,5 m. O e. 1 m. 0 d. uit deze gegevens niet te bepalen.
24 jaar: 1997 nummer: 02 Marieke staat voor een grote vlakke glazen spiegel. De grootte van haar beeld in de spiegel is: O a. O b. O c. O d. afhankelijk van haar afstand tot de spiegel. de helft van haar eigen grootte. afhankelijk van de brekingsindex van het glas. geen van bovenstaande.
25 jaar: 1998 nummer: 13 Een dame gebruikt een handspiegel en een hellend geplaatste grote vlakke spiegel om een bloem te bekijken die achter op haar hoofd in het haar is aangebracht. Deze dame ziet de bloem dan in de positie aangegeven door het punt O a. O b. O c. O d. A B C D
26 jaar: 1998 nummer: 14 Met een lens wil men een lichtbundel vormen die, zoals op de figuur is aangegeven, samenkomt in punt S. De lijnen a en b geven de begrenzing van de bundel aan. Welk is dan een hiermee overeenstemmende invallende bundel? De begrenzende stralen, die hieronder twee aan twee zijn weergegeven, vormen telkens een bundel. Welk tweetal vormt dan de gevraagde bundel die overeenstemt met de uittredende bundel gevormd door (a) en (b)? O a. (2) en (5). O b. (1) en (4). O c. (3) en (5). O d. (2) en (4).
27 jaar: 1998 nummer: 15 Een regel voorwerp staat voor een dunne bolle lens. De afstand van het voorwerp tot de lens is gelijk aan tweemaal de brandpuntsafstand f van de lens. Dan is het beeld O a. virtueel en vergroot. O b. even groot en achter de lens gelegen. O c. verkleind en vóór de lens gelegen. O d. omgekeerd en gelegen op een afstand kleiner dan 2 f tot de lens.
28 jaar: 1999 nummer: 16 Een T LAamp staat voor een camera obscura. Het beeld van de lamp wordt opgevangen op een scherm. Je mag zeggen dat: O a. O b. O c. O d. het beeld 3 het kleinste is en het beeld 1 het meest heldere. het beeld 1 het grootste is en het beeld 1 het meest heldere. het beeld 2 het kleinste is en het beeld 2 het minst heldere. het beeld 4 het grootste is en het beeld 2 het minst heldere.
29 jaar: 1999 nummer: 17 De binnenwanden van een sigarenkist worden bedekt met vlakke spiegels. Via een klein gaatje in één van de wanden kan er licht naar binnen dringen. Het blijkt mogelijk te zijn om een laserstraal zodanig naar binnen te schieten dat het licht een vlakke baan volgt en na één omloop de sigarenkist weer netjes verlaat (zie figuur). De nodige voorwaarde hiertoe is: O a. sin = l/l. O b. sin = L/l. O e. tg = l/l. O d. tg = L/l.
30 jaar: 2000 nummer: 13 Een voorwerp bevindt zich voor een bolle lens op een afstand groter dan tweemaal de brandpuntsafstand. Het beeld ervan zal dan: O a. omgekeerd en vergroot zijn. O b. rechtopstaand en verkleind zijn. O c. verkleind en reëel zijn. O d. virtueel en rechtopstaand zijn.
31 jaar: 2000 nummer: 14 Twee spiegels S 1 en S 2 staan loodrecht op elkaar en op het vlak van de figuur. Een straal r 1, invallend op spiegel S 1, vormt een hoek van 45 met de normaal op S 1, ondergaat spiegeling, en valt vervolgens in op spiegel S 2. Na de twee opeenvolgende spiegelingen gaat de straal r 2 in de aangegeven richting. Als de invallende straal over een hoek draait (d.w.z. dat de invalshoek op spiegel S 1 met een bedrag toeneemt), dan zal de teruggekaatste straal r 2 : O a. niet van richting veranderen. O b. over een hoek draaien. O c. over een hoek 2 draaien. O d. over een hoek 4 draaien.
32 jaar: 2001 nummer: 16 Een convergerende lens vormt een beeld van een reëel voorwerp. De verhouding van de grootte van het voorwerp tot de grootte van het beeld gelijk is aan 2,00 en de beeldafstand is gelijk aan N keer de brandpuntsafstand. N is dan gelijk aan: O a. 1,25. O b. 1,33. O c. 1,50. O d. 1,75.
33 jaar: 2001 nummer: 17 In een warenhuis staan in een hoek twee reusachtige spiegels, loodrecht op elkaar. Jan en Mimi staan op de plaats respectievelijk door J en M aangegeven. Welke van onderstaande beweringen is juist? O a. Jan ziet Mimi in spiegel 1. O b. Mimi ziet Jan niet in spiegel 1. O c. Jan ziet Mimi zowel in spiegel 1 als in spiegel 2. O d. Mimi ziet Jan alleen in spiegel 2.
34 jaar: 2001 nummer: 18 Welke figuur geeft schematisch een diaprojector weer? De condensor heeft enkel als functie de dia gelijkmatig te belichten.
jaar: 1994 nummer: 12
jaar: 1994 nummer: 12 Een vrouw staat vóór een spiegel en kijkt met behulp van een handspiegel naar de bloem achter op haar hoofd.de afstanden van de bloem tot de spiegels zijn op de figuur aangegeven.
Nadere informatie6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld
6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld Lichtbronnen: Directe lichtbronnen produceren zelf licht Indirecte lichtbronnen reflecteren licht. Je ziet een voorwerp als er licht
Nadere informatieVlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde
Vlaamse Olympiades voor Natuurwetenschappen KU Leuven Departement Chemie Celestijnenlaan 200F bus 2404 3001 Heverlee Tel.: 016-32 74 71 E-mail: info@vonw.be www.vonw.be Vlaamse Fysica Olympiade 2017-2018
Nadere informatiejaar: 1990 nummer: 06
jaar: 1990 nummer: 06 In een wagentje zweeft een ballon aan een koord en hangt een metalen kogel via een touw aan het dak (zie figuur). Het wagentje versnelt in de richting en in de zin aangegeven door
Nadere informatie6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht
Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 6 6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht Opgave 1 Opgave 2 Bij diffuse terugkaatsing wordt opvallend licht in alle mogelijke richtingen teruggekaatst, zelfs als de opvallende
Nadere informatieNoorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Lenzen. J. Kuiper. Transfer Database
Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal Reader Lenzen J. Kuiper Transfer Database ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair nderwijs, Algemeen Voortgezet nderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie
Nadere informatieExamen mechanica: oefeningen
Examen mechanica: oefeningen 22 februari 2013 1 Behoudswetten 1. Een wielrenner met een massa van 80 kg (inclusief de fiets) kan een helling van 4.0 afbollen aan een constante snelheid van 6.0 km/u. Door
Nadere informatieWelk van de onderstaande reeks vormt een stel van drie krachten die elkaar in evenwicht kunnen houden?
jaar: 1989 nummer: 16 Welk van de onderstaande reeks vormt een stel van drie krachten die elkaar in evenwicht kunnen houden? o a. (5N, 5N, 15N) o b. (5N, 1ON, 20N) o c. (10N, 15N, 20N) o d. iedere bovenstaande
Nadere informatieFysica. Indien dezelfde kracht werkt op een voorwerp met massa m 1 + m 2, is de versnelling van dat voorwerp gelijk aan: <A> 18,0 m/s 2.
Vraag 1 Beschouw volgende situatie nabij het aardoppervlak. Een blok met massa m 1 is via een touw verbonden met een ander blok met massa m 2 (zie figuur). Het blok met massa m 1 schuift over een helling
Nadere informatieIn een U-vormige buis bevinden zich drie verschillende, niet mengbare vloeistoffen met dichtheden ρ1, ρ2 en ρ3. De hoogte h1 = 10 cm en h3 = 15 cm.
Fysica Vraag 1 In een U-vormige buis bevinden zich drie verschillende, niet mengbare vloeistoffen met dichtheden ρ1, ρ2 en ρ3. De hoogte h1 = 1 cm en h3 = 15 cm. De dichtheid ρ3 wordt gegeven door:
Nadere informatieAan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO GO!
Aan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO GO! M. Beddegenoodts, M. De Cock, G. Janssens, J. Vanhaecht woensdag 17 oktober 2012 Specifieke Lerarenopleiding Natuurwetenschappen: Fysica
Nadere informatieUitwerkingen Hoofdstuk 2 Licht
Uitwerkingen Hoofdstuk 2 Licht Verkennen I a. Teken het gebouw met de zon in de tekening. De stand van de zon bepaalt waar de schaduw terecht komt. b. Een platte tekening. Jij staat voor de spiegel, de
Nadere informatieMkv Dynamica. 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg
Mkv Dynamica 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg 2 /3 g 5 /6 g 1 /6 g 1 /5 g 2 kg 2. Variant1: Een wagentje met massa m1
Nadere informatieTWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur
TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS 1 24 APRIL 2013 11:00 12:45 uur MECHANICA 1 Blok en veer. (5 punten) Een blok van 3,0 kg glijdt over een wrijvingsloos tafelblad met een snelheid van 8,0 m/s
Nadere informatieUitwerkingen. Hoofdstuk 2 Licht. Verkennen
Uitwerkingen Hoofdstuk 2 Licht Verkennen I a. Teken het gebouw met de zon in de tekening. De stand van de zon bepaalt waar de schaduw terecht komt. b. Maak een tekening in bovenaanzicht. Jij staat voor
Nadere informatieLenzenformules: X X X V B F G = BB = G. VV
Lenzenformules: F G. 1. Een voorwerp met een grootte van 10,0 cm bevindt zich op 30,0 cm voor een convergerende lens met een brandpuntsafstand van 20,0 cm. ereken de lineaire vergroting, de coördinaat
Nadere informatieJuli blauw Vraag 1. Fysica
Vraag 1 Beschouw volgende situatie in een kamer aan het aardoppervlak. Een homogene balk met massa 6, kg is symmetrisch opgehangen aan de touwen A en B. De touwen maken elk een hoek van 3 met de horizontale.
Nadere informatieGeometrische optica. Hoofdstuk 1. 1.1 Principe van Huygens. 1.2 Weerkaatsing van lichtgolven.
Inhoudsopgave Geometrische optica Principe van Huygens Weerkaatsing van lichtgolven 3 Breking van lichtgolven 4 4 Totale weerkaatsing en lichtgeleiders 6 5 Breking van lichtstralen door een sferisch diopter
Nadere informatieBasic Creative Engineering Skills
Spiegels en Lenzen September 2015 Theaterschool OTT-2 1 September 2015 Theaterschool OTT-2 2 Schaduw Bij puntvormige lichtbron ontstaat een scherpe schaduw. Vraag Hoe groot is de schaduw van een voorwerp
Nadere informatieLenzenformules: X F = 20,0. = 20,0 cm
Lenzenformules: = G.. Een voorwerp met een grootte van 0,0 cm bevindt zich op 30,0 cm voor een convergerende lens met een brandpuntsafstand van 20,0 cm. ereken de lineaire vergroting, de coördinaat en
Nadere informatieVlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde
Vlaamse Olympiades voor Natuurwetenschappen KU Leuven Departement Chemie Celestijnenlaan 200F bus 2404 3001 Heverlee Tel.: 016-32 74 71 E-mail: info@vonw.be www.vonw.be Vlaamse Fysica Olympiade 2015-2016
Nadere informatieAugustus blauw Fysica Vraag 1
Fysica Vraag 1 We lanceren in het zwaartekrachtveld van de aarde een knikker met een horizontale snelheid v = 1,5 m/s op de hoogste trede van een trap (zie figuur). Elke trede van de trap heeft een lengte
Nadere informatieAugustus geel Fysica Vraag 1
Fysica Vraag 1 We lanceren in het zwaartekrachtveld van de aarde een knikker met een horizontale snelheid v = 1,5 m/s op de hoogste trede van een trap (zie figuur). Elke trede van de trap heeft een lengte
Nadere informatieTWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45
TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS 1 17 APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45 Enige constanten en dergelijke MECHANICA 1 Twee prisma`s. (4 punten) Twee gelijkvormige prisma s met een hoek α van 30 hebben
Nadere informatieDe snelheid van de auto neemt eerst toe en wordt na zekere tijd constant. Bereken de snelheid die de auto dan heeft.
Opgave 1 Een auto Met een auto worden enkele proeven gedaan. De wrijvingskracht F w op de auto is daarbij gelijk aan de som van de rolwrijving F w,rol en de luchtwrijving F w,lucht. F w,rol heeft bij elke
Nadere informatieHet tekenen van lichtstralen door lenzen (constructies)
Het tekenen van lichtstralen door lenzen (constructies) Zie: http://webphysics.davidson.edu/applets/optics/intro.html Bolle (positieve) lens Een bolle lens heeft twee brandpunten F. Evenwijdige (loodrechte)
Nadere informatieFysica. Een voorwerp wordt op de hoofdas van een dunne bolle lens geplaatst op 30 cm van de lens. De brandpuntsafstand f van de lens is 10 cm.
Vraag 1 Een voorwerp wordt op de hoofdas van een dunne bolle lens geplaatst op 30 cm van de lens. De brandpuntsafstand f van de lens is 10 cm. Hulptekening: f f Het beeld van het voorwerp gevormd door
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde H3 optica
Samenvatting Natuurkunde H3 optica Samenvatting door een scholier 992 woorden 19 januari 2013 5,6 22 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Hoofdstuk 3 Optica 3.1 Zien Dit hoofdstuk
Nadere informatie3HAVO Totaaloverzicht Licht
3HAVO Totaaloverzicht Licht Algemene informatie Terugkaatsing van licht kan op twee manieren: Diffuus: het licht wordt in verschillende richtingen teruggekaatst (verstrooid) Spiegelend: het licht wordt
Nadere informatiejaar: 1989 nummer: 17
jaar: 1989 nummer: 17 De snelheidscomponent van een deeltje voldoet aan : v x = a x t, waarin a x constant is en negatief. De plaats van het deeltje wordt voorgesteld door x. Aangenomen wordt dat x= 0
Nadere informatie3HV H2 breking.notebook October 28, 2015 H2 Licht
3HV H2 breking.notebook October 28, 2015 H2 Licht 3HV H2 breking.notebook October 28, 2015 L1 L2 Wanneer een lichtstraal van het ene materiaal het andere ingaat kan de richting van de lichtstraal veranderen.
Nadere informatiehoofdstuk 5 Lenzen (inleiding).
hoofdstuk 5 Lenzen (inleiding). 5.1 Drie soorten lichtbundels Als lichtstralen een bundel vormen kan dat op drie manieren. 1. een evenwijdige bundel. 2. een convergerende bundel 3. een divergerende bundel.
Nadere informatiealuminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012
DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Dichtheid Soortelijke
Nadere informatieSpiegel. Herhaling klas 2: Spiegeling. Spiegel wet: i=t Spiegelen met spiegelbeelden. NOVA 3HV - H2 (Licht) November 15, NOVA 3HV - H2 (Licht)
Herhaling klas 2: Spiegeling Spiegel wet: i=t Spiegelen met spiegelbeelden Spiegelen van een object (pijl), m.b.v. het spiegelbeeld: Spiegel 1 2 H.2: Licht 1: Camera obscura (2) Eigen experiment: camera
Nadere informatie5.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht
Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 5 5.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht Opgave 10 16 x 4,03 10 a afstand = lichtsnelheid tijd; s = c t t = = = 8 c 2,9979 10 b Eerste manier 1 lichtjaar = 9,461 10
Nadere informatiehoofdstuk 5 Lenzen (inleiding).
hoofdstuk 5 Lenzen (inleiding). 5.1 Drie soorten lichtbundels Als lichtstralen een bundel vormen kan dat op drie manieren. 1. een evenwijdige bundel. 2. een convergerende bundel 3. een divergerende bundel.
Nadere informatieHoofdstuk 4: Licht. Natuurkunde Havo 2011/2012.
Hoofdstuk 4: Licht Natuurkunde Havo 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 4: Licht Natuurkunde 1. Kracht en beweging 2. Licht en geluid 3. Elektrische processen 4. Materie en energie Beweging Trillingen en
Nadere informatieEen lichtbundel kan evenwijdig, divergent (uit elkaar) of convergent (naar elkaar) zijn.
Samenvatting door R. 1705 woorden 27 januari 2013 5,7 4 keer beoordeeld Vak Natuurkunde 3.2 Terugkaatsing en breking Lichtbronnen Een voorwerp zie je alleen als er licht van het voorwerp in je ogen komt.
Nadere informatieRekenmachine met grafische display voor functies
Te gebruiken rekenmachine Duur Rekenmachine met grafische display voor functies 100 minuten 1/5 Opgave 1. Een personenauto rijdt met een beginsnelheid v 0=30 m/s en komt terecht op een stuk weg waar olie
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Licht als golf en als deeltje. 4 november Brenda Casteleyn, PhD
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Licht als golf en als deeltje 4 november 2017 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan: Atheneum van Veurne, Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating)
Nadere informatieNewton 4vwo Natuurkunde Hoofdstuk 3 Lichtbeelden
Newton 4vwo Natuurkunde Hoofdstuk 3 Lichtbeelden Hoofdstukvragen: Het hoofdstuk gaat over de lichtbeelden die je met spiegels, lenzen en prisma s kunt maken. Hoe ontstaat bij een spiegel een beeld? En
Nadere informatieLenzen. Leerplandoel. Introductie. Voorwerps brandpunts - en beeldafstand
Lenzen Leerplandoel FYSICA TWEEDE GRAAD ASO WETENSCHAPPEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS VVKSO BRUSSEL D/2012/7841/009 5.1.2 Licht B21 De beelden bij een dunne bolle lens construeren en deze aanduiden als
Nadere informatieSamenvatting NaSk Hoofdstuk t/m 4.5
Samenvatting NaSk Hoofdstuk 2 + 4.1 t/m 4.5 Samenvatting door Sietske 852 woorden 4 augustus 2013 2,1 4 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Natuur- en scheikunde actief 2.1 Woordweb à voor overzicht wat nodig
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 5 en 6
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 5 en 6 Samenvatting door een scholier 1748 woorden 7 februari 2005 6 53 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Scoop Samenvatting Natuurkunde H5 Spiegels en lenzen +
Nadere informatieBegripsvragen: Cirkelbeweging
Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.1 Mechanica Begripsvragen: Cirkelbeweging 1 Meerkeuzevragen 1 [H/V] Een auto neemt een bocht met een
Nadere informatieExamentraining (KeCo) SET-B HAVO5-Na
KeCo-Examentraining SET-C HAVO5-Na 1 Examentraining (KeCo) SET-B HAVO5-Na EX.O.1. 1. Op een wateroppervlak vallen drie rode lichtstralen op de manier zoals weergegeven in onderstaande figuur. Teken het
Nadere informatieTENTAMEN NATUURKUNDE
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE datum : dinsdag 27 juli 2010 tijd : 14.00 tot 17.00 uur aantal opgaven : 6 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 2) Iedere opgave dient
Nadere informatieKracht en beweging (Mechanics Baseline Test)
Kracht en beweging (Mechanics Baseline Test) Gegevens voor vragen 1, 2 en 3 De figuur stelt een stroboscoopfoto voor. Daarin is de beweging te zien van een voorwerp over een horizontaal oppervlak. Het
Nadere informatieTechnische Universiteit Eindhoven Bachelor College
Technische Universiteit Eindhoven Bachelor College Herkansing Eindtoets Toegepaste Natuurwetenschappen and Second Chance final assessment Applied Natural Sciences (3NBB) Maandag 15 April, 2013, 14.00 17.00
Nadere informatieHoofdstuk 3: Licht. Natuurkunde VWO 2011/2012. www.lyceo.nl
Hoofdstuk 3: Licht Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 3: Licht Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. Elektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige beweging Trilling en
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 Licht. Wat moet je leren/ kunnen voor het PW H2 Licht?
Wat moet je leren/ kunnen voor het PW H2 Licht? Alles noteren met significantie en in de standaard vorm ( in hoeverre dit lukt). Eerst opschrijven wat de gegevens en formules zijn en wat gevraagd wordt.
Nadere informatieLicht; Elektromagnetische straling een golf Licht; een deeltje (foto-elektrisch effect). Licht; als een lichtstraal Licht beweegt met de
Licht; Elektromagnetische straling een golf Licht; een deeltje (foto-elektrisch effect). Licht; als een lichtstraal Licht beweegt met de lichtsnelheid ~300.000 km/s! Rechte lijn Pijl er in voor de richting
Nadere informatiealuminium 2,7 0,9 660 400 2450 0,024 ijzer 7,9 0,45 1540 270 0,012
MINISTERIE VN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXMENBUREU UNIFORM EINDEXMEN MULO tevens TOELTINGSEXMEN VWO/HVO/NTIN 2013 VK : NTUURKUNDE DTUM : DONDERDG 04 JULI 2013 TIJD : 09.45 11.25 UUR (Mulo III kandidaten)
Nadere informatieWe hebben 3 verschillende soorten van wrijving, geef bij elk een voorbeeld: - Rollende wrijving: - Glijdende wrijving: - Luchtweerstand:
Lespakket wrijving Inleiding Wrijving is een natuurkundig begrip dat de weerstandskracht aanduidt, die ontstaat als twee oppervlakken langs elkaar schuiven, terwijl ze tegen elkaar aan gedrukt worden.
Nadere informatied. Bereken bij welke hoek α René stil op de helling blijft staan (hij heeft aanvankelijk geen snelheid). NB: René gebruikt zijn remmen niet.
Opgave 1 René zit op zijn fiets en heeft als hij het begin van een helling bereikt een snelheid van 2,0 m/s. De helling is 15 m lang en heeft een hoek van 10º. Onderaan de helling gekomen, heeft de fiets
Nadere informatiealuminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012
DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. Mulo III kandidaten maken item 1 t/m 30 Mulo IV kandidaten maken item 1 t/m 36 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Nadere informatieEXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELUK ONDERWIJS IN 1979 , I. Dit examen bestaat uit 4 opgaven. " '"of) r.. I r. ',' t, J I i I.
.o. EXAMEN VOORBEREDEND WETENSCHAPPELUK ONDERWJS N 1979 ' Vrijdag 8 juni, 9.00-12.00 uur NATUURKUNDE.,, Dit examen bestaat uit 4 opgaven ',", "t, ', ' " '"of) r.. r ',' t, J i.'" 'f 1 '.., o. 1 i Deze
Nadere informatieSamenvatting Hoofdstuk 5. Licht 3VMBO
Samenvatting Hoofdstuk 5 Licht 3VMBO Hoofdstuk 5 Licht We hebben zichtbaar licht in de kleuren Rood, Oranje, Geel, Groen, Blauw en Violet (en alles wat er tussen zit) Wit licht bestaat uit een mengsel
Nadere informatieSchuiven van een voertuig in een bocht met positieve verkanting
Voertuigtechniek Technisch Specialist LESBRIEF Schuiven van een voertuig in een bocht met positieve verkanting Deze lesbrief behandelt positieve verkanting en centripetale kracht in relatie tot het schuiven
Nadere informatieALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa.
LGEMEEN 1 De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa. 5 Van een bi-metaal maakt men een thermometer door het aan de ene kant vast te klemmen en aan de
Nadere informatiewww. Fysica 1997-1 Vraag 1 Een herdershond moet een kudde schapen, die over haar totale lengte steeds 50 meter lang blijft, naar een 800 meter verderop gelegen schuur brengen. Door steeds van de kop van
Nadere informatieDit tentamen bestaat uit vier opgaven. Iedere opgave bestaat uit meerdere onderdelen. Ieder onderdeel is zes punten waard.
TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Technische Natuurkunde Tentamen Mechanica 1 voor N en Wsk (3NA40 en 3AA40) Donderdag 21 januari 2010 van 09.00u tot 12.00u Dit tentamen bestaat uit vier opgaven.
Nadere informatieNaam : F. Outloos Nummer : 1302
1 ste bach. burg.ir.-arch. EXAMEN FYSICA 1 2011-2012, 1 ste zittijd 13 januari 2012 Naam : F. Outloos Nummer : 1302 Wie wat vindt heeft slecht gezocht. Rutger Kopland 1.1 1.2 1.3 A B C D A B C D A B C
Nadere informatieEindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1
Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1 Opgave 1 Botsend blokje (5p) Een blok met een massa van 10 kg glijdt over een glad oppervlak. Hoek D botst tegen een klein vastzittend blokje S
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Licht als golf en als deeltje. 24 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Licht als golf en als deeltje 24 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),
Nadere informatie7.1 Beeldvorming en beeldconstructie
Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 7 7.1 Beeldvorming en beeldconstructie Opgave 1 Het beeld van een dia bij een diaprojector wordt gevormd door een bolle lens. De voorwerpsafstand is groter dan de brandpuntsafstand.
Nadere informatiealuminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012
MNSTERE VAN ONDERWJS EN VOLKSONTWKKELNG EXAMENBUREAU UNFORM ENDEXAMEN MULO tevens TOELATNGSEXAMEN VWO/HAVO/NATN 200 VAK : NATUURKUNDE DATUM : DNSDAG 06 JUL 200 TJD : 09.45.25 UUR (Mulo kandidaten) 09.45.45
Nadere informatieStevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen (22-03-2013) Pagina 1 van 23
Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen (22-03-2013) Pagina 1 van 23 Opgaven 5.1 Spiegeleelden 1 B en C 2 De ander staat 2 + 5 = 7 m voor de spiegel. Haar spiegeleeld staat 7 m achter
Nadere informatieATWOOD Blok A en blok B zijn verbonden door een koord dat over een katrol hangt. Er is geen wrijving in de katrol. Het stelsel gaat bewegen.
ATWOOD Blok A en blok B zijn verbonden door een koord dat over een katrol hangt. Er is geen wrijving in de katrol. Het stelsel gaat bewegen. Bereken de spankracht in het koord. ATWOOD Over een katrol hangt
Nadere informatieAls de trapper in de stand van figuur 1 staat, oefent de voet de in figuur 2 aangegeven verticale kracht uit op het rechter pedaal.
Natuurkunde Havo 1984-II Opgave 1 Fietsen Iemand rijdt op een fiets. Beide pedalen beschrijven een eenparige cirkelbeweging ten opzichte van de fiets. Tijdens het fietsen oefent de berijder periodiek een
Nadere informatieNAAM:... OPLEIDING:... Fysica: mechanica, golven en thermodynamica PROEFEXAME VA 3 OVEMBER 2009
NAAM:... OPLEIDING:... Fysica: mechanica, golven en thermodynamica Prof. J. Danckaert PROEFEXAME VA 3 OVEMBER 2009 Bij meerkeuzevragen wordt giscorrectie toegepast: voor elk fout verlies je 0.25 punten.
Nadere informatiejaar: 1989 nummer: 25
jaar: 1989 nummer: 25 Op een hoogte h 1 = 3 m heeft een verticaal vallend voorwerp, met een massa m = 0,200 kg, een snelheid v = 12 m/s. Dit voorwerp botst op een horizontale vloer en bereikt daarna een
Nadere informatieOpgave 3 De hoofdas is de lijn door het midden van de lens en loodrecht op de lens.
Uitwerkingen 1 Opgave 1 Bolle en holle. Opgave 2 Opgave 3 De hoofdas is de lijn door het midden van de lens en loodrecht op de lens. Opgave 4 Divergente, convergente en evenwijdige. Opgave 5 Een bolle
Nadere informatieN A T U U R W E T E N S C H A P P E N V O O R H A N D E L 1 Copyright
N AT U U R W E T E N S C H A P P E N V O O R H A N D E L 1 2 LICHT EN ZIEN 2.1 Donkere lichamen en lichtbronnen 2.1.1 Donkere lichamen Donkere lichamen zijn lichamen die zichtbaar worden als er licht
Nadere informatieSuggesties voor demo s lenzen
Suggesties voor demo s lenzen Paragraaf 1 Toon een bolle en een holle lens. Demo convergerende werking van een bolle lens Laat een klein lampje (6 V) steeds dichter bij een bolle lens komen. Geef de verschillende
Nadere informatieExtra oefenopgaven licht (1) uitwerkingen
Uitwerking van de extra opgaven bij het onderwerp licht. Als je de uitwerking bij een opgave niet begrijpt kun je je docent altijd vragen dit in de les nog eens uit te leggen! Extra oefenopgaven licht
Nadere informatieOefen-vt vwo4 B h6/7 licht 2007/2008. Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl
Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen-vt vwo4 h6/7 licht 007/008. Lichtbreking (hoofdstuk 6). Een glasvezel bestaat uit één soort materiaal met een brekingsindex van,08. Laserstraal
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Licht en Lenzen
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Licht en Lenzen Samenvatting door A. 1760 woorden 11 maart 2016 7,4 132 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova 1: Lichtbreking Een dunne lichtbundel - een lichtstraal
Nadere informatieLenzen. Leerplandoel. Introductie. Voorwerps brandpunts - en beeldafstand
Lenzen Leerplandoel FYSICA TWEEDE GRAAD ASO WETENSCHAPPEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS VVKSO BRUSSEL D/2012/7841/009 5.1.2 Licht B21 De beelden bij een dunne bolle lens construeren en deze aanduiden als
Nadere informatieDE XXXII INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE
NEDELAND DE XXXII INTENATIONALE NATUUKUNDE OLYMPIADE ANTALYA, TUKIJE PACTICUM TOETS Zaterdag, 30 juni 001 Lees dit eerst: 1. Voor het experiment heb je 5 uur tot je beschikking.. Gebruik uitsluitend de
Nadere informatieFysica. Een lichtstraal gaat van middenstof A via middenstof B naar middenstof C. De stralengang van de lichtstraal is aangegeven in de figuur.
Vraag 1 Een lichtstraal gaat van middenstof A via middenstof B naar middenstof C. De stralengang van de lichtstraal is aangegeven in de figuur. A n A B n B C n C Dan geldt voor de brekingsindices n A,
Nadere informatieDEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS.
DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. Materiaal Dichtheid g/cm 3 Soortelijke warmte J/g C Smelttemperatuur C Smeltwarmte J/g Kooktemperatuur C Lineaire uitzettingscoëfficiënt mm/m C alcohol 0,8 2,5 114 78 aluminium
Nadere informatieTENTAMEN DYNAMICA (140302) 29 januari 2010, 9:00-12:30
TENTAMEN DYNAMICA (14030) 9 januari 010, 9:00-1:30 Verzoek: begin de beantwoording van een nieuwe vraag op een nieuwe pagina. En schrijf duidelijk: alleen leesbaar en verzorgd werk kan worden nagekeken.
Nadere informatieNationale Natuurkunde Olympiade
Nationale Natuurkunde Olympiade Eerste ronde 2013 Beschikbare tijd: 2 klokuren Lees dit eerst! OGVEN VOOR DE EERSTE RONDE VN DE NEDERLNDSE NTUURKUNDE OLYMIDE 2013 Voor je liggen de opgaven van de eerste
Nadere informatieIJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni Nummer vragenreeks: 1
IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni 206 Nummer vragenreeks: IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 29 juni 206 - reeks - p. /0 Oefening Welke studierichting wil je graag volgen? (vraag
Nadere informatieHandleiding Optiekset met bank
Handleiding Optiekset met bank 112110 112110 112114 Optieksets voor practicum De bovenstaande Eurofysica optieksets zijn geschikt voor alle nodige optiekproeven in het practicum. De basisset (112110) behandelt
Nadere informatieTWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1. 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur
TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur 1 RONDDRAAIENDE MASSA 5pt Een massa zit aan een uiteinde van een touw. De massa ligt op een wrijvingloos oppervlak waar het
Nadere informatieNATUURKUNDE. Donderdag 5 juni, uur. MAVO-C Il EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN C - niveau
MAO-C Il EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN OORTGEZET ONDERWIJS IN 986 C - niveau Donderdag 5 juni, 9.00-.00 uur NATUURKUNDE Dit examen bestaat uit 3 opgaven Bijlage: antwoordpapier 2 Waar nodig mag bij de opgaven
Nadere informatieOPGAVEN VOOR DE EERSTE RONDE VAN DE NEDERLANDSE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2008
Nationale Natuurkunde Olympiade Eerste ronde januari 2008 Beschikbare tijd: 2 klokuren Lees dit eerst! OPGAVEN VOOR DE EERSTE RONDE VAN DE NEDERLANDSE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2008 Voor je liggen de opgaven
Nadere informatieExact periode 3.2. Recht evenredig Omgekeerd evenredig Lambert Beer Lenzen en toepassingen
Exact periode 3.2?! Recht evenredig Omgekeerd evenredig Lambert Beer Lenzen en toepassingen 1 Lo41 per 3 exact recht evenredig, oefenen presentatie recht evenredig Deze link toont uitleg over recht evenredig
Nadere informatie3hv h2 kortst.notebook January 08, H2 Licht
3hv h2 kortst.notebook January 08, 209 H2 Licht Wanneer een lichtstraal van het ene materiaal het andere ingaat kan de richting van de lichtstraal veranderen. Hoe de straal afbuigt heeft te maken met de
Nadere informatie2 Terugkaatsing en breking
2 Terugkaatsing en breking Instapvragen bij 2 Hoeveel weet je al van de onderstaande vragen? Noteer je voorlopig antwoord. - Voorwerpen die geen licht geven kunnen we toch zien. Hoe komt dat? - Hoe komt
Nadere informatieTheorie beeldvorming - gevorderd
Theorie beeldvorming - gevorderd Al heel lang geleden ontdekten onderzoekers dat als licht op een materiaal valt, de lichtstraal dan van richting verandert. Een voorbeeld hiervan is ook te zien in het
Nadere informatieTENTAMEN NATUURKUNDE
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE tweede voorbeeldtentamen CCVN tijd : 3 uur aantal opgaven : 5 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 2) Iedere opgave dient op een afzonderlijk
Nadere informatieHEREXAMEN EIND MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN EIND MULO 2009
MNSTERE VAN ONDERWJS EN VOLKSONTWKKELNG EXAMENBUREAU HEREXAMEN END MULO tevens e ZTTNG STAATSEXAMEN END MULO 2009 VAK : NATUURKUNDE DATUM : VRJDAG 07 AUGUSTUS 2009 TJD : 7.30 9.30 UUR DEZE TAAK BESTAAT
Nadere informatieNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Eerste ronde. 16 januari beschikbare tijd : 2 uur
NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE Eerste ronde 16 januari 2002 beschikbare tijd : 2 uur Lees dit eerst! OPGAVEN VOOR DE EERSTE RONDE VAN DE NEDERLANDSE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2002 Voor je liggen de opgaven
Nadere informatieExamen Fysica: Inleiding: Wat is fysica?
Fysica: Chemie: Bewegen Een kracht uitoefenen Verdampen Een elektrische stroom opwekken Optica Terugkaatsing van het licht Smelten en stollen Examen Fysica: Inleiding: Wat is fysica? Roesten Omzetting
Nadere informatieTWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2012 TOETS APRIL uur
TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2012 TOETS 1 26 APRIL 2012 10.30 12.30 uur 1. STOK IN WATER Een homogene stok met een dichtheid van 0,60 kg/dm 3 is draaibaar aan een onderwater gelegen steen bevestigd.
Nadere informatieTechnische Universiteit Eindhoven
Technische Universiteit Eindhoven Tentamen: Golven en Optica (3BB40) Datum: 24 november 2006 N.B.: Dit tentamen bestaat uit 4 vraagstukken en 5 pagina s met formules (LET OP, formulebladen zijn gewijzigd!!).
Nadere informatiealuminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012
MINISTERIE VN ONERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXMENUREU UNIFORM EINEXMEN MULO tevens TOELTINGSEXMEN VWO/HVO/NTIN 202 VK : NTUURKUNE TUM : ONERG 05 JULI 202 TIJ : 09.45.25 UUR (Mulo III kandidaten) 09.45.45
Nadere informatie