Tentamen Optica. 20 februari Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door.

Vergelijkbare documenten
Uitwerkingen Tentamen Optica

Hertentamen Optica,11 april 2016 : uitwerkingen

Hertentamen Optica. 20 maart Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door.

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE. Kenmerk: /Gor/Hsa/Rrk. Datum: TENTAMEN

TENTAMEN. x 2 x 3. x x2. cos( x y) cos ( x) cos( y) + sin( x) sin( y) d dx arcsin( x)

Tentamen Optica. 19 februari 2008, 14:00 uur tot 17:00 uur

Uitwerkingen tentamen Optica

Uitwerkingen tentamen optica

Uitwerkingen Hertentamen Optica

, met ω de hoekfrequentie en

Uitwerkingen Tentamen Optica

Technische Universiteit Eindhoven

Faculteit Biomedische Technologie. 9 april 2018, 18:00-21:00 uur

(B) L_- Tentamen optica en optisch waarnemen

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURWETENSCHAPPEN. Opleiding Technische Natuurkunde TENTAMEN

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE. Kenmerk: /vGr. Datum: 24 juli 2000 TENTAMEN

Faculteit Biomedische Technologie Tentamen OPTICA (8N040) 26 juni 2012, 14:00-17:00 uur

Faculteit Technische Natuurkunde Tentamen OPTICA voor BMT (3D010) 22 juni 1999, 14:00-17:00 uur

Uitwerkingen Hertentamen Optica

Faculteit Technische Natuurkunde Proeftentamen OPTICA voor BMT (3D010) 8 maart 1999, 14:00-17:00 uur

Bepaling van de diameter van een haar

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURWETENSCHAPPEN Opleiding Technische Natuurkunde TENTAMEN

Naam: Klas: Toets Holografie VWO (versie A) Opgave 1 Geef van de volgende beweringen aan of ze waar (W) of niet waar (NW) zijn. Omcirkel je keuze.

Faculteit Biomedische Technologie Tentamen OPTICA (8N040) 16 augustus 2012, 9:00-12:00 uur

Faculteit Biomedische Technologie. 5 november 2015, 9:00-12:00 uur

Tentamen Golven en Optica

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1

Inleiding Optica (146012).

De snelheid van de auto neemt eerst toe en wordt na zekere tijd constant. Bereken de snelheid die de auto dan heeft.

Faculteit Biomedische Technologie. 28 januari 2016, 18:00-21:00 uur

Naam: Klas: Toets Eenvoudige interferentie- en diffractiepatronen VWO (versie A)

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld

Werkblad 2.3: Elektrondiffractie aan Grafiet

Geleid herontdekken van de golffunctie

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht

De 37 e Internationale Natuurkunde Olympiade Singapore Practicum-toets Woensdag 12 juli 2006

NATUURKUNDE PROEFWERK

Practicum Atoom- en Molecuulfysica : het Zeeman-effect

Hoofdstuk 3: Licht. Natuurkunde VWO 2011/

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2015 TOETS APRIL :00 12:45 uur

a) Bepaal door middel van een constructie de plaats van het beeld van de scherf en bepaal daaruit hoe groot Arno de scherf door de loep ziet.

Diffractie door helix structuren (Totaal aantal punten: 10)

Basic Creative Engineering Skills

Tentamen Golven & Optica (NS-104B)

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2012 TOETS APRIL uur

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1

34 e Internationale Natuurkunde Olympiade Taipei, Taiwan Experimentele toets Woensdag 6 augustus 2003 Beschikbare tijd: 5 uur. Lees dit eerst!

Handleiding Optiekset met bank

1. 1 Wat is een trilling?

Begeleide zelfstudie Golven en Optica voor N (3B440)

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2017 TOETS APRIL :00 12:45 uur

Opgave 2 Het beeld van de gasvlam is vrij plat. Het beeld dat een hologram maakt, heeft vaak veel meer diepte.

1 f T De eenheid van trillingstijd is (s). De eenheid van frequentie is (Hz).

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Reflectie en breking. J. Kuiper. Transfer Database

Uitwerking- Het knikkerbesraadsel

Tentamen Optica. Uitwerkingen - 26 februari = n 1. = n 1

Geometrische optica. Hoofdstuk Principe van Huygens. 1.2 Weerkaatsing van lichtgolven.

Schriftelijk examen 2e Ba Biologie Fysica: elektromagnetisme

Exact Periode 5.2. Licht

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45

Licht; Elektromagnetische straling een golf Licht; een deeltje (foto-elektrisch effect). Licht; als een lichtstraal Licht beweegt met de

Voorblad bij tentamen - Optica 3BOX1

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur

Polarisatie. Overig Golven, Polarisatie,

PRACTICUM TOETS Donderdag, 25 juli 2002

Aan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO GO!

Werkblad 2.2: Doppelspalt Simulatie voor Fysische Optica en voor Quantum Verschijnselen 1

Als de trapper in de stand van figuur 1 staat, oefent de voet de in figuur 2 aangegeven verticale kracht uit op het rechter pedaal.

Hoofdstuk 4: Licht. Natuurkunde Havo 2011/2012.

Labo Fysica. Michael De Nil

Eindronde Natuurkunde Olympiade practicumtoets deel: Omvallend melkpak

Opgave 5 Solswitch. Eindexamen havo natuurkunde 2013-II

Exact Periode 5. Dictaat Licht

3HAVO Totaaloverzicht Licht

jaar: 1994 nummer: 12

In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur).

DE XXXII INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE

Tentamen Golven en Optica

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2018 TOETS 1

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Licht als golf en als deeltje. 4 november Brenda Casteleyn, PhD

Reflectie. Om sommen met reflectie op te lossen zijn er twee mogelijkheden: 1. Met de terugkaatsingswet: hoek van inval = hoek van terugkaatsing

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Lenzen. J. Kuiper. Transfer Database

Met de quantummechanica het lab in

N A T U U R W E T E N S C H A P P E N V O O R H A N D E L 1 Copyright

Exact Periode 5 Niveau 3. Dictaat Licht

tentamen stromingsleer (wb1225), Faculteit 3mE, TU Delft, 28 juni 2011, u

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2013 theorietoets deel 1

Fysica 2 Practicum. Laser

Extra oefenopgaven licht (1) uitwerkingen

Het tekenen van lichtstralen door lenzen (constructies)

TENTAMEN. x 2 x x2 1. cos( x y) cos ( x) cos( y) + sin( x) sin( y) d dx arcsin( x)

Deze toets bestaat uit 4 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE

2.1 Wat is licht? 2.2 Fotonen

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 Licht. Wat moet je leren/ kunnen voor het PW H2 Licht?

Tussen een lichtbron en een scherm staat een voorwerp. Daardoor ontstaat een schaduw van het voorwerp op het scherm. lichtbron

7.1 Beeldvorming en beeldconstructie

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2014 theorietoets deel 1

Hoofdstuk 2 De sinus van een hoek

Beoordelingscriteria tentamen G&O, 5 juli 2006

Transcriptie:

Tentamen Optica 20 februari 2007 Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door. Opgave 1 We beschouwen de breking van geluid aan een luchtballon met een straal van R = 1.5 m en voeren hiervoor het volgende experiment uit: twee personen die zich op gelijke afstand s van het centrum van de luchtballon bevinden, met de ballon midden tussen hen in, ontdekken dat ze elkaar heel goed kunnen verstaan, haast alsof ze direct naast elkaar staan. a) Met welk gas zou jij de ballon vullen voor dit experiment, helium of koolstofdioxide, en waarom? De relevante geluidsnelheiden zijn v = 965 m/s voor Helium, v = 259 m/s voor koolstofdioxide, en v = 343 m/s voor lucht. b) Op welke afstand s werkt het beschreven experiment optimaal met het door jouw gekozen gas? Gebruik de dunne lens benardering. c) Geluid is het beste te horen als het op een zo klein mogelijk punt wordt samengebracht. Werkt dit experiment beter voor de lage tonen of voor de hoge tonen? Verklaar je antwoord aan de hand van een formule. Opgave 2 We belichten een glazen biprisma van Fresnel (brekingsindex n = 1.5, tophoek α = 179 ) met een evenwijdige bundel afkomstig uit een HeNe laser λ = 633 nm), van breedte 2b. a) Schets de stralengang van de inkomende evenwijdige bundel door het prisma en de uitgaande bundel(s). b) Schets hoe het intensiteitspatroon er op 3 verschillende afstanden achter het scherm uitziet: (i) vlak achter het biprisma, (ii) op de plek waar de meeste interferentie plaatsvindt, (iii) heel ver 1

weg. Houd steeds rekening met de breedte van de bundel(s). Geef in je figuur van onderdeel (a) aan waar deze vlakken precies liggen. c) Bereken de hoek waaronder de bundels elkaar kruisen. d) We plaatsen een scherm op positie (ii), dat wil zeggen daar waar de meeste interferentie plaatsvindt, en observeren het intensiteitspatroon. Geef een uitdrukking voor de afstand tussen de interferentie minima. Opgave 3 We analyseren een traliespectrometer van het hieronder geschetste ontwerp (links de volledige spectrometer, rechts een detailschets rondom de tralie). In dit apparaat wordt divergent licht uit de intreespleet met een grote holle omgevormd tot een brede evenwijdige bundel, die na reflectie aan een tralie met een soortgelijke holle wordt gefocusseerd op een uittree-spleet. De instelbare hoek van het tralie bepaalt de golflengte die door de spectrometer wordt doorgelaten. De holle s in de spectrometer hebben een diameter van 75 mm en een kromtestraal van 50 cm. Het optische tralie is vierkant (25 mm x 25 mm) en heeft 10000 tralielijnen per cm. entree spleet m = -1 m = 0 tralie m = 1 uitgangs spleet a) Laat aan de hand van de figuur op bladzijde 3 zien dat de m-de orde diffractie van deze tralie wordt beschreven door de formule a sin θ in + a sin θ out = mλ, met θ in en θ out de geschetste hoek van inval en uittree en met a de afstand tussen de tralielijnen. 2

a b) Onder welke hoek moet het tralie ongeveer staan om de twee gele Natriumlijnen (λ 590 nm) in het eerste-orde spectrum af te beelden? Gebruik de benadering θ in θ out. c) Wat is de hoekdispersie dθ out /dλ in deze geometrie? Hint: dθ out /dλ = (dλ/dθ out ) 1 d) Om voldoende spectrale resolutie te halen moeten de intree- en uittree-spleet van de spectrometer natuurlijk wel smal genoeg zijn. Als de spleten echter heel erg smal zijn is er geen winst meer te halen, aangezien het tralie dan volledig belicht wordt. Bij welke spleetbreedte loop je tegen deze diffractielimiet aan? Opgave 4 We bestuderen een aantal varianten van de bekende dubbelspleet van Young (zie figuur). In zijn meest ideale vorm, worden bij dit experiment oneindig scherpe spleten gebruikt en is ook de lichtbron oneindig scherp. In het verre veld van de belichte dubbelspleet ontstaat dan een streepvormig interferentiepatroon. We beelden dit verre-veld patroon af op een scherm dat zich in het brandvlak van een daarvoor geplaatste lens bevindt. Het intensiteitspatroon op het scherm (als functie van de dwarspositie x) is van de vorm I(x) 1 2 + 1 2 cos(2πx Λ ). a) Druk de periode Λ (in de paraxiale limiet) uit in termen van de optische golflengte λ, de afstand a tussen de spleten en de afstanden r, L en f die weergegeven zijn in de figuur. 3

b) Beschrijf hoe het interferentiepatroon verandert als de lichtbron niet oneindig scherp is, maar een eindige breedte s heeft. Hoe breed mag de lichtbron maximaal zijn om geen last te hebben van dit effect? c) We gaan weer terug naar de ideale puntvormige lichtbron. Echter, we beschouwen nu twee spleten met dezelfde eindige spleetbreedte b. Geef een formule voor de resulterende intensiteitsverdeling op het scherm en maak van dit patroon een schets. d) We beschouwen tot slot een experiment met twee ongelijke spleten, waarbij de onderste spleet 2x breder is dan de bovenste (dus spleetbreedte 2b versus b). Beschrijf kwantitatief wat er verandert aan de periode en de modulatiediepte in het centrale deel van het interferentiepatroon. Opgave 5 Een brede vlakke bundel van een HeNe laser (633 nm) met intensiteit I 0 wordt onder een hoek van 45 gericht op een parallelle film met dikte d. De brekingsindex van de film is 1.414, de brekingsindex van het medium (lucht) is 1.0. In de onderstaande figuur is getekend hoe de stralen door de film worden doorgelaten en gereflecteerd. d a) Bepaal r en tt, door gebruik te maken van de Stokes vergelijkingen, waarbij voor de gebruikte s-polarisatie geldt dat r = 0.280. r en t zijn de reflectie- en transmissiecoëfficienten voor de overgang van lucht naar de film, r en t zijn de reflectie- en transmissiecoëfficienten voor de overgang van de film naar lucht. b) Bereken de amplitude reflectiecoefficienten van de eerste drie greflecteerde bundels, let hierbij goed op het + of teken. c) Bereken voor deze bundels het relatieve gereflecteerde vermogen ten opzichte van de invallende bundel. d) Bepaal de minimale dikte van de film waarvoor de eerste drie gereflecteerde bundels elkaar zoveel mogelijk uitdoven. 4

Opgave 6 We bekijken een Michelson interferometer zoals weergegeven in de figuur. Als lichtbron gebruiken we een laser van intensiteit I o en golflengte 400 nm, die verticaal gepolariseerd licht uitzendt. De opstelling bevat een 50-50 bundelsplitser - dat wil zeggen, transmissie en reflectie bevatten beide 50% van de intensiteit. In pad 1 bevindt zich een dubbelbrekend element. a) De brekingsindices van het dubbelbrekende materiaal bedragen n o = 1.486 en n e = 1.657. De dikte is 100 µm. Laat zien dat dit optisch element als een λ/4-plaatje functioneert. b) We draaien het λ/4-plaatje zo dat de snelle as een hoek van 45 maakt met de verticaal. Vervolgens bekijken we het interferentiepatroon op scherm. Bepaal de modulatiediepte van het patroon in termen van (I min /I max ), waarbij I min en I max de minimale en maximale intensiteit op het scherm zijn. c) Vervolgens plaatsen we in pad 2 een polarisator, met de transmissie as onder 45 met de verticaal. Bepaal opnieuw de modulatiediepte. 5