De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Vergelijkbare documenten
Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid

B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid

FOCUS Werkgelegengheid in het Brussels Grootstedelijk Gebied

De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2017

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2014

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag juni 2016

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Oktober 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag November 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juni 2015

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juni 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2016

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2017

Barometer. het vrouwelijk. ondernemerschap. voor. in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag April 2019

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten -

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Augustus 2017

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag December 2014

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Februari 2019

De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens - Zelfstandige arbeid. Zelfstandige arbeid

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Maart 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag April 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag September 2015

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Maart 2019

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag November 2017

Brusselse bevolking per nationaliteitsgroep - alle leeftijden (2014)

Geslacht, leeftijdsklasse en dichtheid 2014 Nationaliteit 2013

De Belgische arbeidsmarkt in 2012

Trends op de Belgische arbeidsmarkt ( )

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2015

De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Situatie 2013

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2015

De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Sectoranalyse Horeca 2014

Trends op de arbeidsmarkt tussen 1986 en 2006

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013

Gedifferentieerde evolutie van de langdurige werkloosheid volgens geslacht

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Oktober 2015

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie

GEMEENTEFINANCIËN: WAAR GAAN DE OCMW S NAARTOE?

0. KENGETALLEN. Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), INR, VDAB, RVA en Steunpunt WSE.

FOCUS De situatie van oudere werknemers op de Brusselse arbeidsmarkt

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau.

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis

34,0 31,9 % 32,0 30,0 28,0 26,7 % 26,0 26,5 % 24,0 22,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -992 eenheden

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013

Juni 2018: van de jonge Brusselaars zijn nu minder dan werkzoekende

Kerncijfers voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Augustus 2018: aantal jonge werkzoekenden op laagste niveau sinds 1990

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014

34,0 32,0 30,0 28,0 26,0 24,0 22,0 20,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -291 eenheden

De jongerenwerkloosheid blijft verder dalen in Brussel: -9,3% in één jaar tijd

BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE

April 2018: Brusselse werkloosheidsgraad op laagste niveau in 25 jaar

De dienstenchequewerknemers sinds 2004

34,0 32,0 30,0 28,0 26,0 24,0 22,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -534 eenheden

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

Maandelijkse tewerkstellingsbarometer in België RSZ juni Barometer van de loontrekkende tewerkstelling in België

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage

Impact van de activeringsmaatregelen op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

FOCUS Welke tewerkstellingsperspectieven hebben hooggeschoolden in Brussel?

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

67,3% van de jarigen aan het werk

1. Aangiften : FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

Impact van gesubsidieerde tewerkstelling op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit

Instituut voor de nationale rekeningen

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal

De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens

Gegevens met betrekking tot Brussel Economie en Werkgelegenheid Directie Steun aan Ondernemingen Kruidtuinlaan 20 BRUSSEL

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Activiteitenverslag van de directie Steun aan Ondernemingen

Regionale economische vooruitzichten

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers )

Overzicht van de behoeften aan wetenschappelijke en technologische beroepen

DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Kerncijfers Vergrijzing en Werkzaamheid Versie 20 juni 2013

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Sectoranalyse Horeca 2012

SECTORANALYSE HORECA 2015

Fiche 3: tewerkstelling

Regionale economische vooruitzichten

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

De regionale impact van de economische crisis

Transcriptie:

De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest SITUATIE 2014 Met de steun van het Europees sociaal fonds

Het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid, een dienst binnen Actiris, is opgericht in 1995 en wordt gecofinancierd door het Europees Sociaal Fonds. Momenteel is het Observatorium als maatregel van het operationeel programma 2007-2013 ingeschreven onder doelstelling 'gewestelijk concurrentievermogen en werkgelegenheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De taken van het Observatorium bestaan erin de evolutie van de werkgelegenheid en de werkloosheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te bestuderen. Via thematische analyses wordt onderzoek gedaan naar de mutaties en hervormingen die eigen zijn aan de arbeidsmarkt. Directrice-diensthoofd: Monica DE JONGE (nl) 02/505.77.42 mdejonge@actiris.be Directeur : Stéphane THYS (fr) 02/505.14.54 sthys@actiris.be Medewerkers: Amandine BERTRAND (fr) 02/505.78.76 abertrand@actiris.be Mourad De VILLERS (fr) 02/505.14.14 mdevillers@actiris.be Marie DOZIN (fr) 02/563.24.35 mdozin@actiris.be Jérôme FRANÇOIS (fr) 02/505.77.21 jfrancois@actiris.be Sophie Lemahieu (fr) 02/505.77.15 slemahieu@actiris.be Guillaume JACOMET (fr) 02/505.16.07 gjacomet@actiris.be The Man LAÏ (fr) 02/505.14.12 tlai@actiris.be Emmanuelle POTTIER (fr) 02/800.42.62 epottier@actiris.be Khadija SENHADJI (fr) 02/505.77.17 ksenhadji@actiris.be Bénédicte VAN EGEREN (fr) 02/505.15.35 bvanegeren@actiris.be Sandy VAN RECHEM (nl) 02/505.14.56 svanrechem@actiris.be Secretariaat: Xavier BERCKMANS (fr) 02/505.11.49 xberckmans@actiris.be Koningsstraat 145-1000 Brussel ( studies@actiris.be website Observatorium www.actiris.be)

Redactie Sophie Lemahieu 02/505.77.15 slemahieu@actiris.be Januari 2016 Verantwoordelijke uitgever Grégor Chapelle Directeur-generaal van Actiris, Gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling

Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 3 OVERZICHT VAN DE ILLUSTRATIES... 4 VOORWOORD... 6 INLEIDING... 7 Hoe is de wereldeconomie in 2014 geëvolueerd?... 7 Wat is de situatie in het Brussels Gewest?... 8 DE VRAAG NAAR WERK: DE INTERNE WERKGELEGENHEID EN DE DEMOGRAFIE VAN DE ONDERNEMINGEN... 9 1. DE INTERNE WERKGELEGENHEID... 9 Wat kenmerkt de interne werkgelegenheid?... 9 2. DE BEZOLDIGDE WERKGELEGENHEID... 11 Hoe evolueert de bezoldigde werkgelegenheid in Brussel?... 12 Wat zijn de arbeidsomstandigheden van de bezoldigde werknemers?... 16 Hoe ziet de bezoldigde werkgelegenheid er op gemeentelijk niveau uit?... 19 Sectorfocus: Specifieke kenmerken van de sectoren die in het Brussels Gewest voor werkgelegenheid zorgen... 20 3. ZELFSTANDIGE ARBEID... 26 4. DE TEWERKSTELLINGSKANSEN IN HET BRUSSELS GROOTSTEDELIJK GEBIED... 30 5. DE DEMOGRAFIE VAN DE ONDERNEMINGEN... 34 HET AANBOD VAN WERK: DE BRUSSELSE BEROEPSBEVOLKING... 37 1. DEMOGRAFISCHE ELEMENTEN... 37 2. DE WERKENDE BEROEPSBEVOLKING... 40 Focus op personen van buitenlandse afkomst... 43 3. HET PENDELVERKEER... 48 Hoe evolueert het pendelverkeer in Brussel?... 48 Welk profiel hebben de pendelaars in Brussel?... 49 4. DE NIET-WERKENDE BEROEPSBEVOLKING... 52 Hoe evolueert de werkloosheidsgraad?... 52 Hoe staat het met de werkloosheidsgraad in het Brussels grootstedelijk gebied?... 56 Hoe evolueren de niet-werkende werkzoekenden?... 57 Welke in- en uitstroom is kenmerkend voor werklozen?... 61 Welke elementen zijn bepalend voor de werkloosheid in Brussel?... 63 CONCLUSIES EN VOORUITZICHTEN... 66 Welke uitdagingen staan er Brussel te wachten op het vlak van werkgelegenheid en werkloosheid?... 66 Welke kansen ontstaan er uit de huidige tendensen?... 67

BIBLIOGRAFIE... 69 BIJLAGE: SAMENVATTENDE TABELLEN VAN DE VOORNAAMSTE INDICATOREN VAN DE BRUSSELSE ARBEIDSMARKT... 70 Overzicht van de illustraties Figuur 1: Sectorale specialisatiecoëfficiënt in het Brussels Gewest (2013)... 11 Figuur 2: Evolutie van de bezoldigde arbeid in de drie gewesten (2008-2013) (index 100)... 12 Figuur 3: Evolutie van de bezoldigde werkgelegenheid volgens leeftijdsgroep in het Brussel Gewest (2008-2013)... 15 Figuur 4: Ondernemingen en werknemers volgens grootte van de onderneming in het Brussels Gewest (2013) (%)... 16 Figuur 5: Groeipercentage van bezoldigde arbeid volgens arbeidsregime en gewest van woonplaats (2009-2014)... 17 Figuur 6: Percentage deeltijds werk volgens geslacht en gewest van woonplaats (2013)... 17 Figuur 7: Groeipercentage van de bezoldigde arbeid volgens type arbeidsovereenkomst en gewest van werkplaats (2009-2014)... 18 Figuur 8: Percentage deeltijds werk volgens geslacht en gewest van woonplaats (2014)... 18 Figuur 9: Evolutie van de bezoldigde werkgelegenheid per gemeente (2008-2013)... 19 Figuur 11: Aantal zelfstandigen met een buitenlandse nationaliteit in het Brussels Gewest (2014)... 27 Figuur 12: Verdeling van de zelfstandigen volgens geslacht en woonplaats (2014)... 28 Figuur 13: Verdeling van de zelfstandigen volgens leeftijdsklasse en woonplaats (2014)... 29 Figuur 14: Verdeling van de zelfstandigen in het Brussels Gewest volgens bedrijfstak (2014)... 29 Figuur 15: Relatieve sectorspecialisatie van het Brussels Gewest ten opzichte van de rand (2013)... 32 Figuur 16: Vervangingsgraad van de beroepsactieven (15-24 jaar/55-64 jaar)... 38 Figuur 17: Land van herkomst van de personen tussen 18 en 64 jaar in het Brussels Gewest (2013) 39 Figuur 18: De indicatoren van de Brusselse arbeidsmarkt (15-64 jaar) (2014)... 40 Figuur 19: Ratio inkomend/uitgaand pendelverkeer in het Brussels Gewest... 48 Figuur 20: Opleidingsniveau van de werknemers in Brussel volgens woonplaats (2014)... 49 Figuur 21: Tewerkstellingssector van de werknemers in Brussel volgens woonplaats (2014)... 51 Figuur 22: Evolutie van de administratieve werkloosheidsgraad per gewest (1989-2014)... 52 Figuur 23: Evolutie van de administratieve werkloosheidsgraad volgens geslacht in het Brussels Gewest (1989-2014)... 53 Figuur 24: Evolutie van de administratieve werkloosheidsgraad volgens leeftijd in het Brussels Gewest (2009-2014)... 54 Figuur 25: Evolutie van de werkloosheidsgraad volgens origine in het Brussels Gewest (2008-2013) 55 Figuur 26: Evolutie van de werkloosheidsgraad per gemeente (2009-2014)... 55 Figuur 27: Werkloosheidsgraad in het Brussels grootstedelijk gebied (2014)... 57 Figuur 28: Evolutie van het aantal NWWZ per gewest (1989-2014)... 58 Figuur 29: Arbeidsreserve, instromen in en uitstromen uit de werkloosheid tijdens het jaar 2014... 61 Tabel 1: Eigenschappen van de interne werkgelegenheid per gewest (2014)... 10 Tabel 2: Evolutie van het aantal bezoldigde arbeidsplaatsen per sector in het Brussels Gewest (2008-2013)... 13

Tabel 3: Evolutie van de bezoldigde werkgelegenheid volgens statuut en gewest van tewerkstelling (2008-2013)... 14 Tabel 4: Evolutie van de bezoldigde werkgelegenheid volgens geslacht en gewest van tewerkstelling (2008-2013)... 14 Tabel 5: Evolutie van het aantal zelfstandigen volgens statuut en gewest van woonplaats (2009-2014)... 26 Tabel 6: Evolutie van het aantal opgestarte en stopgezette activiteiten volgens woonplaats (2014)... 28 Tabel 7: Evolutie van het aantal bezoldigde en zelfstandige banen in het Brussels grootstedelijk gebied in 2013... 30 Tabel 8: Sectorale verdeling van de bezoldigde werkgelegenheid in het Brussels Gewest en in de rand (2013)... 31 Tabel 9: Kenmerken van de bezoldigde werkgelegenheid in het Brussels Gewest en in de rand (2013) (%)... 33 Tabel 10: Evolutie van het aantal btw-plichtige ondernemingen volgens gewest (2009-2014)... 34 Tabel 11 Evolutie van het aantal faillissementen in het Brussels Gewest volgens activiteitensector (2009-2014)... 35 Tabel 12: Evolutie van het jobverlies als gevolg van faillissementen in het Brussels Gewest volgens activiteitensector (2009-2014)... 36 Tabel 13: Evolutie van het aantal niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) in het Brussels Gewest volgens diverse kenmerken (2009-2014)... 59 Tabel 14: Arbeidsreserve volgens diverse kenmerken (2014)... 62 Tabel 15: Interne werkgelegenheid in Brussel - 2014... 70 Tabel 16: Bezoldigde en zelfstandige arbeid in Brussel... 70 Tabel 17: Werkgelegenheid in het Brussels grootstedelijk gebied... 71 Tabel 18: Vestigingen in Brussel - 2013... 71 Tabel 19:Ondernemingen in Brussel - 2014... 71 Tabel 20: Bevolking op de Brusselse arbeidsmarkt - 2014... 72 Tabel 21: activiteitsgraad volgens gewest/provincie - 2014... 72 Tabel 22: Activiteitsgraad in Brussel - 2014... 72 Tabel 23: Arbeidsparticipatie volgens gewest/provincie - 2014... 73 Tabel 24: Arbeidsparticipatie in Brussel - 2014... 73 Tabel 25: Inkomend en uitgaand pendelverkeer - 2014... 73 Tabel 27: Voorraad en in- en uitstroom van niet-werkende werkzoekenden - 2014... 74

Voorwoord Deze jaarlijkse situatieschets van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is ontstaan vanuit de wens en de behoefte om de recente evoluties van de werkgelegenheid en de werkloosheid in Brussel te analyseren. Deze publicatie is bestemd voor een breed publiek en streeft er dan ook naar om de kerngegevens die typisch zijn voor de gewestelijke werkgelegenheids- en werkloosheidsmateries op een analytische manier uiteen te zetten. Dit verslag gaat uit van de laatst beschikbare gegevens, namelijk die van 2014 voor de meeste bronnen en van 2013 voor de gegevens van de RSZ. Het is opgebouwd uit twee grote hoofdstukken die ingaan op de twee hoofdelementen die de werking van de arbeidsmarkt sturen, namelijk de vraag naar en het aanbod van werk. In het eerste hoofdstuk ligt de focus op interne werkgelegenheid, bezoldigde arbeid en zelfstandig werk. Daarnaast komen de gegevens over de demografie van de ondernemingen aan bod en kijken we ook naar de tewerkstellingsperspectieven in de rand. Het tweede hoofdstuk is gewijd aan het aanbod van werk. Enerzijds focussen we op de tewerkgestelde beroepsbevolking of de werkende bevolking) en gaan we dieper in op het pendelfeno meen. Anderzijds onderzoeken we de niet-werkende beroepsbevolking (of de werkloze bevolking), zowel uitgaande van de reserves en in- en uitstroomgegevens. Tot slot groepeert de bijlage aan de hand van een reeks tabellen de voornaamste indicatoren waarop de analyse is gebaseerd. Ze geven een synthetisch cijferoverzicht van de huidige situatie op de Brusselse arbeidsmarkt. Grégor Chapelle Directeur-generaal

Inleiding Hoe is de wereldeconomie in 2014 geëvolueerd? In 2014 heeft de wereldeconomie zich aan een gematigd tempo verder hersteld met een groei van 3 % van het bruto binnenlands product. Dit ligt in de lijn van de twee voorgaande jaren. In de eurozone is de overheidsschuld in 2014 gedaald tot 2,4 % van het bbp, tegenover 2,9 in het jaar 2013. In 2014 verloor de koers van de euro 10% ten opzichte van de dollar, maar de prijsdaling van olie op hetzelfde moment zorgde ervoor dat de Eurozone niet werd benadeeld door de prijsstijging van de import. De werkloosheidsgraad in de Europese Unie bedraagt 10,2% en is ten opzichte van 2013 met 0,7 procentpunten gedaald. Tussen de verschillende lidstaten van de Europese Unie blijven er grote verschillen in het werkloosheidspeil, gaande van 5% in Oostenrijk en Duitsland tot 26% in Griekenland en 24% in Spanje. Hoewel de jongerenwerkloosheid hoog blijft, is deze wel gedaald van 23,7% in 2013 tot 22,2% in 2014 1. In België is de economische groei nog te zwak opdat de arbeidsmarkt werkelijk zou herstellen (ten gevolge van de in 2012 opgetekende terugval). Op nationaal vlak is de tewerkstelling licht gestegen, met 0,2% ten opzichte van 2013. Tussen 2013 en 2014 is de bevolking op arbeidsleeftijd in België met ongeveer 8.500 personen toegenomen. De werkloosheid op nationaal vlak is ook licht gestegen, van 8,5% 2 tot 8,6%. In Wallonië is het aantal werkzoekenden tussen 2013 en 2014 het sterkst gestegen (+7.400 werkzoekenden ten opzichte van een stijging met 800 werkzoekenden in Vlaanderen en een daling van 1.500 werkzoekenden in Brussel 3 ). 1 Eurostatgegevens 2 Enquête 2014 naar de arbeidskrachten (EAK) 3 Enquête 2014 naar de arbeidskrachten (EAK) 7

Wat is de situatie in het Brussels Gewest? De Brusselse werkloosheidsgraad blijft bij de hoogste van Europa (in vergelijking met andere hoofdsteden). De jobcreatie in Brussel verloopt immers te traag om de sterke demografische ontwikkeling te kunnen volgen. Tussen 2008 en 2013 bleef de bezoldigde werkgelegenheid stabiel (0,1%) waarbij de stijgende tendens naar flexibiliteit, met meer deeltijdse en tijdelijke overeenkomsten opvalt. In tegenstelling tot de bezoldigde arbeid is zelfstandige arbeid in deze periode fors gegroeid (+15,1% of +12.000 arbeidsplaatsen). De relatieve stabilisering van de bezoldigde arbeid is het resultaat van tegengestelde trends die in de sectoren worden waargenomen. Zo hebben de administratieve en ondersteunende diensten een sterke groei doorgemaakt (16.700 arbeidsplaatsen ten voordele van de ontwikkeling van de dienstencheques), maar andere nijverheidstakken daarentegen hebben een onbetwistbare daling in deze periode laten optekenen, zoals de financiële sector, de handel, de gezondheidszorg en sociale dienstverlening. Steeds meer Brusselaars verplaatsen zich de laatste jaren naar de rand om er te werken. Het uitgaande pendelverkeer uit Brussel is met 14,0% gestegen in 5 jaar. De demografische trends doen vermoeden dat er zich voor de Brusselse arbeidskrachten zowel in het centrum als in de rand kansen voordoen. Sinds enige tijd zien we een zwak dalende tendens bij het inkomende pendelverkeer ten voordele van de Brusselaars. De vergrijzing bij de pendelaars zal er waarschijnlijk voor zorgen dat deze tendens wordt voortgezet. Anderzijds kan ook de vergrijzing van de bevolking in de rand tewerkstelling voor Brusselaars opleveren, aangezien het aantal personen dat de arbeidsmarkt in Vlaams-Brabant en Waals-Brabant betreedt hoger ligt dan het aantal personen dat de arbeidsmarkt verlaat. Het aantal niet-werkende werkzoekenden is tussen 2013 en 2014 met 0,8% gestegen (van 109.429 tot 110.336 NWWZ). Deze stijging is zichtbaarder in de hogere leeftijdsklassen (55 jaar en ouder). 8

De vraag naar werk: de interne werkgelegenheid en de demografie van de ondernemingen 1. DE INTERNE WERKGELEGENHEID De interne werkgelegenheid doelt op het aantal arbeidsplaatsen die in het Brussels Gewest zijn ingevuld, ongeacht de woonplaats van de werknemers. Dit cijfer bedraagt ongeveer 720.000 arbeidsplaatsen, ofwel 16,2% van de Belgische interne werkgelegenheid, hetgeen van Brussel het grootste tewerkstellingsbekken van het land maakt. Tussen 2009 en 2014 is de interne werkgelegenheid in het Brussels Gewest (+3,4%) en in Vlaanderen (+3,2%) sneller gestegen dan in Wallonië (+1,6%). Hoewel de werkgelegenheid in Brussel de crisis tamelijk goed heeft doorstaan, is dit gedeeltelijk te danken aan de hoge vlucht die de tewerkstelling van vrouwen heeft genomen, met name in de dienstenchequessector. Ook de aard van de Brusselse economie, die eerder op diensten gericht is, biedt een verklaring. De crisis liet zich vooral voelen in de verwerkende nijverheid. Wat kenmerkt de interne werkgelegenheid? Zoals we zullen zien in het hoofdstuk over het pendelverkeer, worden iets meer dan helft van de in Brussel beschikbare banen ingevuld door werknemers die in Vlaanderen of Wallonië wonen. Iets meer jobs worden door mannen (53%) dan door vrouwen (47%) ingevuld en deze verdeling is vergelijkbaar met de situatie in de twee andere gewesten. Het is vooral op het vlak van zelfstandige arbeid dat de genderverschillen in Brussel het meest uitgesproken zijn In het Brussels gewest is het aandeel aan hoog gekwalificeerde betrekkingen groter dan in Vlaanderen en in Wallonië. Meer dan één betrekking op twee in Brussel vereist een hoog opleidingsniveau, tegenover ongeveer twee op vijf in de andere gewesten. Hoewel een aanzienlijk deel van de Brusselse bevolking een diploma van het hoger secundair onderwijs heeft, volstaat dit niet om aan de grote vraag naar hooggeschoold personeel te voldoen. Dit heeft een grote aanwezigheid van pendelaars uit de andere gewesten tot gevolg. 9

De verdeling van de interne werkgelegenheid per leeftijdsgroep komt nagenoeg overeen met die in Vlaanderen en Wallonië. Er zijn echter iets minder jonge werknemers onder de 25 jaar in Brussel, maar de leeftijdsgroep van de 30-39-jarigen is dan weer erg talrijk. De diensteneconomie neemt in het Brussels Gewest een vooraanstaande plaats in met negen op tien arbeidsplaatsen in de tertiaire sector. Voor Wallonië en Vlaanderen zijn de vaststellingen genuanceerder omdat zich daar ongeveer een kwart en een vijfde van de interne werkgelegenheid in de industrie bevindt. Tabel 1: Eigenschappen van de interne werkgelegenheid per gewest (2014) Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Geslacht Mannen 53,4 54,1 51,5 Vrouwen 46,6 45,9 48,5 Opleidingsniveau Laag 15,6 17,6 20,7 Gemiddeld 27,7 42,3 39,6 Hoog 56,7 40,1 39,8 Leeftijdscategorie < 25 jaar 4,3 7,4 6,7 25-29 jaar 12,1 11,7 11,8 30-39 jaar 28,7 25,3 25,0 40-49 jaar 27,8 28,0 27,8 > 50 jaar 27,1 27,5 28,6 Activiteitensector Landbouw 0,1 1,3 1,7 Industrie 9,8 24,6 20,9 Diensten 90,1 74,1 77,4 TOTAAL 720.136 2.576.788 1.140.673 Bron: FOD Economie ADSEI (EAK), berekeningen van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid 10

2. DE BEZOLDIGDE WERKGELEGENHEID De dienstensector heeft dus een dominante positie in de tewerkstelling in het Brussels Gewest. Zo bedroeg in 2014 de tewerkstelling in de tertiaire sector 90,1%, waar dat in het Vlaams Gewest 74,1% was en in het Waals Gewest 77,4 %. De diensten die de meeste bezoldigde arbeid aanbieden, zijn het openbaar bestuur (14,1%), de gezondheidszorg en de maatschappelijke dienstverlening (10,7%), het onderwijs (7,9%), de handel (8,8%) en de financiële activiteiten en verzekeringen (8,5%). Deze vijf sectoren vertegenwoordigen 50,1% van de bezoldigde arbeid in Brussel. In grafiek 1 blijkt uit de sectorale specialisatiecoëfficiënt 4 dat de meest vertegenwoordigde activiteiten in het Brussels Gewest allemaal tot de dienstensector behoren. Figuur 1: Sectorale specialisatiecoëfficiënt in het Brussels Gewest (2013) Landbouw, bosbouw en visvangst Winning van delfstoffen Industrie Bouw Water en afvalstoffenbeheer Menselijke gezondheidszorg en maatsch. Handel Vervoer en opslag Huishoudens als werkgever Onderwijs Administratieve en ondersteunende diensten Kunst, amusement en recreatie Hotels en restaurants Energie Vrije beroepen en wetenschappelijke en techn. Andere dienstenactiviteiten Exploitatie van en handel in onroerend goed Openbaar bestuur Informatie en communicatie Financiële activiteiten en verzekeringen Activiteiten van extraterritoriale organisaties 0,0 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Bron: RSZ, berekeningen van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid 4 Een cijfer hoger dan 1 duidt aan dat er sectorale specialisatie bestaat in Brussel. 11

Hoe evolueert de bezoldigde werkgelegenheid in Brussel? Ten opzichte van 2008 is de bezoldigde arbeid in 2013 in het Brussels gewest vrij stabiel gebleven (+0,1%). Hoewel het directe gevolg van de crisis van 2008 een daling van de bezoldigde arbeid in de drie gewesten was, werd deze daling vanaf 2010 gevolgd door een stijgende trend. De heropleving was echter van korte duur en tussen 2012 en 2013 nam de bezoldigde arbeid opnieuw af. Elders in België nam tussen 2008 en 2013 de bezoldigde arbeid toe (+1,7% in het Waals Gewest, ofwel een stijging van 16.474 arbeidsplaatsen en +1,0% in Vlaanderen, ofwel een stijging van 21.146 arbeidsplaatsen). Figuur 2: Evolutie van de bezoldigde arbeid in de drie gewesten (2008-2013) (index 100) 105,0 104,0 103,0 102,0 101,0 100,0 99,0 98,0 97,0 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Bron: RSZ, berekeningen van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid In Brussel is de bezoldigde arbeid vooral gegroeid in de administratieve en ondersteunende diensten (+19.094 arbeidsplaatsen, waaronder de dienstencheques), het onderwijs (+ 5.172 arbeidsplaatsen) en de overheidsdiensten (+3.312). We stellen daarentegen vooral in de volgende sectoren een daling van de werkgelegenheid vast: financiën en verzekeringen (-7.282), handel (-5.803), de verwerkende nijverheid (-4.777), informatie en communicatie (-3.955), de gezondheidszorg en sociale dienstverlening (-3.755), en de bouw (-3.810). 12

Tabel 2: Evolutie van het aantal bezoldigde arbeidsplaatsen per sector in het Brussels Gewest (2008-2013) 2008 2013 Variatie 2008-2013 a.w. % Landbouw, bosbouw en visserij 120 103-17 14,2 Winning van delfstoffen 77 37-40 -51.9 Industrie 23.755 18.978-4.777-20,1 Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht 4.098 4614 516 12,6 Distributie van water; afval- en afvalwaterbeheer en sanering 3.772 3.176-596 -15,8 Bouw 19.018 15.208-3.810-20,0 Groot- en kleinhandel; reparatie van auto s en motorfietsen 66.740 60.937-5.803-8,7 Transport en opslag 29.448 26.501-2.947-10,0 Verschaffen van accommodatie en maaltijden 25.803 26.730 927 3,6 Informatie en communicatie 34.940 30.985-3.955-11,3 Financiële activiteiten en verzekeringen 66.359 59.077-7.282-10,9 Vastgoedsector 3.751 5.741 1.990 53,1 Gespecialiseerde, wetenschappelijke en technische activiteiten 35.469 36.131 662 10,6 Administratieve en ondersteunende diensten 42.406 61.500 19.094 45,0 Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen 107.777 111.089 3.312 3,1 Onderwijs 56.368 61.540 5.172 9,1 Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening 68.087 64.332-3.755-5,5 Kunst, amusement en recreatie 9.002 9.131 129 1,4 Overige diensten 21.845 23.115 1.270 5,8 Huishoudelijke activiteiten als werkgever 550 486-64 -11,6 Extraterritoriale organisaties en lichamen 2.098 2.410 312 14,9 Totaal 621.483 621.821 338 0,1 Bron: RSZ, berekeningen van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid De werkgelegenheid voor arbeiders is de laatste jaren vrij fors gestegen in het Brussels Gewest (+4,6%), terwijl deze in Vlaanderen (-2,0%) en in Wallonië (-1,2%) is gedaald. Hoewel het Brussels Gewest in hoofdzaak een diensteneconomie is, valt de laatste jaren een snelle ontwikkeling van de werkgelegenheid voor arbeiders op te tekenen. Zo zijn er onder meer extra arbeidsplaatsen in het kader van de dienstencheques bijgekomen, hetgeen het werk voor arbeiders heeft vervrouwelijkt. De werkgelegenheid voor mannelijke arbeiders is daarentegen tussen 2008 en 2013 met 4,8% gedaald. Deze daling is onder meer merkbaar in de machinebouw en gespecialiseerde bouwwerkzaamheden. Hoewel het aantal bedienden min of meer stabiel is gebleven (-0,1%), tekenen we in het Brussels Gewest een daling van 1,0% van het aantal ambtenaren op. Deze daling is evenwel minder uitgesproken dan in de twee andere gewesten. 13

Tabel 3: Evolutie van de bezoldigde werkgelegenheid volgens statuut en gewest van tewerkstelling (2008-2013) Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest België Variatie Variatie Variatie Variatie 2013 (%) 08-13 2013 (%) 08-13 2013 (%) 08-13 2013 (%) 08-13 Arbeiders 125.352 4,6 854.407-2 360.786-1,2 1.340.545-1,2 Bedienden 377.760-0,1 1.052.120 5,4 479.334 7,9 1.909.214 4,7 Ambtenaren 118.709-1,0 274.691-5,4 170.053-7,8 563.453-5,3 Totaal 621.821 0,1 2.181.218 1,0 1.010.173 1,7 3.813.212 0,0 Bron: RSZ, berekeningen van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Over het algemeen heeft de crisis van 2008 mannen harder getroffen. De werkgelegenheid voor mannen is verder afgenomen, onder meer in de bouwsector. In 2008 bedroeg het aandeel vrouwen in de bezoldigde arbeid 49,1% en dat cijfer is in 2013 opgelopen tot 50,2%. Deze groei kan grotendeels worden verklaard door de groei in de dienstenchequeactiviteiten en, zij het in mindere mate, door de ontwikkeling van de vastgoedactiviteiten. Tabel 4: Evolutie van de bezoldigde werkgelegenheid volgens geslacht en gewest van tewerkstelling (2008-2013) Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest België Variatie Variatie Variatie Variatie 2013 (%) 08-13 2013 (%) 08-13 2013 (%) 08-13 2013 (%) 08-13 Mannen 309.451-3,5 1.129.754 2,2 505.553-2,5 1.944.758-2,5 Vrouwen 312.370 3,8 1.051.464 4,6 504.620 6,2 1.868.454 4,9 Totaal 621.821 0,1 2.181.218 1,0 1.010.173 1,7 3.813.212 0,0 Bron: RSZ, berekeningen van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Grafiek 3 toont de vergrijzing van de loontrekkers in het Brussels Gewest hoewel de tewerkstelling van seniors voorheen eerder daalde met de leeftijd, onder meer als gevolg van de vervroegde pensioenen. Tussen 2008 en 2013 is de bezoldigde arbeid bij jongeren onder de 25 jaar aanzienlijk gedaald (inkrimping met 8.901 arbeidsplaatsen, ofwel -21.8%). Daarentegen merken we bij oudere personen een verhoging van het arbeidsvolume op. In 2013 werden in vergelijking met 2008 3.607 extra arbeidsplaatsen door 45-54-jarigen ingevuld (+2,5%) en bij de 55-64-jarigen tekenen we een uitbreiding met 11.167 arbeidsplaatsen op (+16,4%). Met 906 bijkomende arbeidsplaatsen ten opzichte van 2008 tot slot, is de werkgelegenheid voor 65-plussers met 35% gestegen. Het gecombineerde effect van de beperking van de maatregelen voor vervroegde uittreding en de demografische evolutie heeft geleid tot een groei van de actieve bevolking van de 45-plussers in het 14

Brussels Gewest. De vergrijzing van de beroepsactieve bevolking is bovendien ook een gevolg van het inkomende pendelverkeer aangezien we vaststellen dat het aandeel van de werknemers bij het inkomende pendelverkeer dat ouder is dan 45 jaar sinds een tiental jaar voortdurend aangroeit. Figuur 3: Evolutie van de bezoldigde werkgelegenheid volgens leeftijdsgroep in het Brussel Gewest (2008-2013) 180000 160000 140000 120000 100000 80000 60000 40000 20000 0 < 25 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar > 65 jaar 2008 2013 Bron: RSZ, berekeningen van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Ook de grootte van de bedrijven die loontrekkend personeel in dienst hebben, werd bestudeerd. Hier zijn de zeer kleine ondernemingen van minder dan vijf loontrekkers (oververtegenwoordigd in de immobiliën- en bouwsector) in de meerderheid (63,3%), maar zij maken slechts een miniem deel uit van de bezoldigde arbeid in het gewest (6,2%). Het aandeel aan bezoldigde arbeid in de Brusselse ondernemingen met meer dan 200 loontrekkers is zeer aanzienlijk (48,2% tegenover 28,8% in het Vlaamse Gewest en 25,7% in het Waalse Gewest). Dit percentage kan worden verklaard door de aanwezigheid van grote overheidsdiensten en een aantal hoofdzetels van ondernemingen (onder meer in de financiële sector) in de hoofdstad. In de periode van 2008 tot 2013 is het aandeel bezoldigde arbeid bij de zeer grote ondernemingen echter gedaald (- 3,8%) ten voordele van bedrijven van een andere omvang, met name de kleine en middelgrote ondernemingen. Deze evolutie wijst ofwel op een versplintering van de grote ondernemingen (door toenemende franchising) ofwel op de effectieve oprichting van kleine en middelgrote ondernemingen. 15

Figuur 4: Ondernemingen en werknemers volgens grootte van de onderneming in het Brussels Gewest (2013) (%) 70,0 60,0 50,0 40,0 30,0 20,0 10,0 0,0 Minder dan 5 werknemers 5 tot 19 werknemers 20 tot 49 werknemers 50 tot 199 werknemers Meer dan 200 werknemers Ondernemingen Werknemers Bron: RSZ, berekeningen van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Wat zijn de arbeidsomstandigheden van de bezoldigde werknemers? Het deeltijds werk is de laatste vijf jaar sterk uitgebreid in de drie gewesten van het land. Deze evolutie was minder groot in Vlaanderen (+4,8%) dan in Brussel (+12,4%) en in Wallonië (+8,5%). Het voltijds werk daarentegen is in Vlaanderen, maar ook in Brussel, iets sterker gestegen dan in Wallonië. Globaal genomen werken vrouwen vaker deeltijds dan mannen. Het aandeel bezoldigde vrouwen dat deeltijds werkt, blijft niettemin kleiner in Brussel dan in Vlaanderen en Wallonië. Bij vrouwen liggen familiale en persoonlijke redenen zeer vaak aan de basis van deeltijds werk (meer dan een derde van de gevallen tegenover een vijfde bij de mannen). 16

Figuur 5: Groeipercentage van bezoldigde arbeid volgens arbeidsregime en gewest van woonplaats (2009-2014) 15,0 10,0 5,0 0,0 Voltijds Deeltijds -5,0 Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Bron: FOD Economie (ADSEI) - EAK, berekeningen van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Figuur 6: Percentage deeltijds werk volgens geslacht en gewest van woonplaats (2013) Brussels Gewest Mannen Vrouwen Vlaams Gewest Waals Gewest Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen 0,0 20,0 40,0 60,0 80,0 100,0 Bron: FOD Economie (ADSEI) - EAK, berekeningen van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Tussen 2009 en 2014 groeide de tijdelijke werkgelegenheid (die voor meer dan de helft uit arbeidsovereenkomsten voor bepaalde duur en voor een tiende uit uitzendovereenkomsten bestaat) sneller in Vlaanderen (+10,9%) en in Brussel (+10,4%) dan in Wallonië. 17

Figuur 7: Groeipercentage van de bezoldigde arbeid volgens type arbeidsovereenkomst en gewest van werkplaats (2009-2014) 12 10 8 6 4 2 0 Permanente werkgelegenheid Tijdelijke werkgelegenheid Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Bron: FOD Economie (ADSEI) - EAK, berekeningen van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Wat de verdeling van deeltijdse arbeid per geslacht en gewest betreft, stellen we vast dat deeltijdse arbeid in Brussel het meest verbreid is. De uitsplitsing volgens geslacht toont aan dat vrouwen vaker onder dit type van overeenkomst werken in de drie gewesten. In het Brussels Gewest is de genderkloof het minst uitgesproken (1,5 procentpunt). Figuur 8: Percentage deeltijds werk volgens geslacht en gewest van woonplaats (2014) Brussels Gewest Mannen Vrouwen 11,8 13,3 Vlaams Gewest Mannen Vrouwen 6,4 8,5 Waals Gewest Mannen Vrouwen 9,1 11,1 0,0 2,0 4,0 6,0 8,0 10,0 12,0 14,0 Bron: FOD Economie (ADSEI) - EAK, berekeningen van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid 18

Hoe ziet de bezoldigde werkgelegenheid er op gemeentelijk niveau uit? De verdeling van de bezoldigde werkgelegenheid op gemeentelijk vlak loopt niet noodzakelijk gelijk met de verdeling van de bevolking. Brussel-Stad genereert immers 38% van de gewestelijke bezoldigde werkgelegenheid, terwijl slechts 15% van de Brusselse bevolking deze gemeente als woonplaats heeft. De verklaring hiervoor is dat de financiële sector en de overheidsdiensten goed vertegenwoordigd zijn in deze gemeente. De meeste andere gemeenten daarentegen, zoals Schaarbeek, Anderlecht en Molenbeek, tellen meer inwoners dan arbeidsplaatsen. De stijging van de bezoldigde arbeid tussen 2008 en 2013 vertoont geografisch gezien een erg ongelijke verdeling. Hoewel we een relatieve stabilisering van de werkgelegenheid opmerken tussen 2008 en 2013 (0,1% ter herinnering), heeft de helft van de gemeenten van het gewest de laatste vijf jaar arbeidsplaatsen verloren, onder meer de gemeente Elsene waar een verlies van 10.443 arbeidsplaatsen werd opgetekend. Bovendien stellen we een bijzonder sterke stijging van de werkgelegenheid in Brussel-Stad vast (+9.836 arbeidsplaatsen), evenals in Sint-Gillis (+3.666). Figuur 9: Evolutie van de bezoldigde werkgelegenheid per gemeente (2008-2013) Brussel Sint-Gillis Schaarbeek Etterbeek Sint-Agatha-Berchem Oudergem Sint-Pieters-Woluwe Jette Ganshoren Sint-Jans-Molenbeek Koekelberg Anderlecht Vorst Ukkel Sint-Lambrechts-Woluwe Watermaal-Bosvoorde Sint-Joost-ten-Node Evere Elsene -10.443-7 -96-251 -410-547 -1.260-1.488-1.652-1.908 857 828 826 819 749 590 229 3.666 9.836-15000 -10000-5000 0 5000 10000 15000 Bron: RSZ, berekeningen van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid 19

Sectorfocus: Specifieke kenmerken van de sectoren die in het Brussels Gewest voor werkgelegenheid zorgen Zoals grafiek 1 eerder al liet zien, zorgen zes sectoren in Brussel voor ongeveer twee derde van de gewestelijke bezoldigde werkgelegenheid. Het betreft de overheidsdiensten, het onderwijs, de financiële sector, de sector van de gezondheidszorg en de maatschappelijke dienstverlening, de handel evenals de administratieve en ondersteunende diensten. Wat zijn de bijzonderheden van deze sectoren en hoe evolueren ze? Om op deze vraag te kunnen antwoorden, is het raadzaam een beknopte sectoranalyse te verrichten. I. De overheidsdiensten Het Brussels Gewest huisvest een groot aantal zowel gewestelijke, federale als internationale overheidsdiensten, die vele pendelaars aantrekken. De overheidsdiensten zijn aldus de grootste leveranciers van arbeidsplaatsen op Brussels niveau. Ze zijn goed voor 17,8% van de gewestelijke bezoldigde werkgelegenheid (111.000 arbeidsplaatsen). Tussen 2008 en 2013 breidde de bezoldigde werkgelegenheid in deze sector nog met 3,1% uit. Ook de verdeling per geslacht, hoewel relatief evenwichtig in de sector, varieert naargelang het beschouwde segment. Sommige segmenten stellen immers hoofdzakelijk mannen tewerk (de brandweer, defensie, de politie en strafinstellingen) en andere blijken vooral vrouwen in dienst te nemen (zoals de OCMW s en de sociale zekerheid). Bovendien ligt het aantal werknemers van 50 jaar en ouder in de sector van de overheidsdiensten ruim boven het gemiddelde, wat op termijn problemen zal opleveren bij de vervanging van deze arbeidskrachten. Omdat het daarenboven om één van de sectoren gaat met veel inkomende pendelaars, en rekening houdende met de vergrijzing van de bevolking in de twee provincies Brabant, biedt deze vervanging lokale tewerkstellingsperspectieven aan de Brusselaars. De overheidsdiensten bezoldigen op basis van barema s en de lonen blijken iets aantrekkelijker te zijn dan gemiddeld in andere sectoren, vooral voor starters. Bovendien biedt de overheid mogelijkheden tot interne mobiliteit en een flexibiliteit die het mogelijk maakt werk en privé te verzoenen, hetgeen nog steeds veel jonge werknemers aantrekt. Naast de vergrijzing van het personeelsbestand vormt de overdracht van de bevoegdheden van de zesde staatshervorming op korte en middellange termijn één van de grote uitdagingen die de sector, en meer bepaald de federale en gewestelijke overheidsdiensten, dient aan te gaan. 20

II. Het onderwijs Het onderwijs blijft een sleutelsector in Brussel, zoals in de rest van het land overigens. Deze sector kampt momenteel met allerlei uitdagingen zoals het lerarentekort, het plaatsgebrek in de scholen, of het feit dat de school er nog te vaak niet in slaagt jongeren een gemiddeld opleidingsniveau te laten verwerven. Het gaat bovendien om een voornamelijk vrouwelijke sector. In 2013 bedroeg het aandeel vrouwen in het kleuter-, lager -, secundair en buitengewoon onderwijs respectievelijk 96%, 82%, 60 % en 72%. 5 In 2008 telde de sector ongeveer 56.400 arbeidsplaatsen in het Brussels Gewest. In 2013 was de sector goed voor 61.540 plaatsen (ofwel een stijging van 9%). Deze stijging wordt vooral verklaard door de demografische boom evenals de verjonging van de bevolking in het Brussels Gewest, wat ertoe heeft geleid dat er nieuwe scholen werden geopend. Reeds geruime tijd heeft het onderwijs te kampen met aanwervingsproblemen en daarvoor zijn verschillende redenen aan te voeren. Enerzijds blijkt dat vooral de aanwerving van personeel problemen oplevert in de scholen voor beroepsonderwijs en de scholen voor algemeen secundair onderwijs die geklemd zitten tussen de instellingen die gedifferentieerde omkaderingsmaatregelen genieten (en dus een hecht lerarenkorps hebben) en de scholen die een betere reputatie genieten 6. Bovendien betreft dit probleem in het bijzonder leerkrachten met een voldoende algemeen diploma om ook in andere sectoren dan het onderwijs te worden aangeworven (wiskunde, vreemde talen). Anderzijds blijkt dat de start van de loopbaan van jonge leerkrachten vaak moeilijk is door de onzekere werkvoorwaarden. Sommige leerkrachten moeten met verschillende arbeidsovereenkomsten, zoals vervangings- of deeltijdse overeenkomsten, jongleren. Bovendien kan het beroep van leerkracht stresserend zijn door relatief grote klassen. Deze factoren maken het voor net afgestudeerde leerkrachten een hele opgave om zich professioneel in te schakelen. Het verklaart waarom een groot deel van deze leerkrachten er uiteindelijk voor kiest om het onderwijs na enkele jaren de rug toe te keren. We stellen vast dat tussen 2012 en 2014 1.076 beginnende leerkrachten (tussen 0 en 6 jaar anciënniteit) hun job in het Franstalige Brusselse onderwijs hebben opgezegd 7. Bovendien blijkt dat een pedagogisch bekwaamheidsbewijs de uitoefening van het beroep van leerkracht positief beïnvloedt. Een studie van de GIRSEF 8 toont aan dat binnen de Franse Gemeenschap het uitstroompercentage uit het beroep in de loop van de eerste vijf jaar varieert afhankelijk van het feit of de leerkracht al dan niet over een pedagogisch bekwaamheidsbewijs 5 Monitoring en anticipatie. Werkgelegenheid, opleiding en arbeidsmarktbemiddeling in Brussel. Onderwijssector - Actualiteit en vooruitzichten (Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid, juli 2014). 6 Monitoring en anticipatie. Werkgelegenheid, opleiding en arbeidsmarktbemiddeling in Brussel. Onderwijssector - Actualiteit en vooruitzichten (Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid, juli 2014). 7 P. Marissal et al, Combien de profs en 2020, CTRS, Novembre 2015 8 B. Delvaux et al. Les enseignants débutants en Belgique francophone : trajectoires, conditions d emploi et positions sur le marché du travail, Les cahiers de recherche du GIRSEF, nr. 92, april 2013. 21

beschikt. Het uitstroompercentage van leerkrachten met een pedagogisch bekwaamheidsbewijs is bijna vijf keer lager dan dat van leerkrachten zonder bewijs voor het eerste jaar als leerkracht (7% tgov. 35%) en drie keer lager na vijf jaar (20% tgov. 60%). Rekening houdende met de gestage demografische groei, vormen de bijkomende nood aan enerzijds geschikte onderwijsinfrastructuur en anderzijds opgeleid en gemotiveerd personeel nochtans één van de voornaamste uitdagingen die de sector in de komende jaren dient aan te gaan. III. Financiële activiteiten en verzekeringen Met om en bij de 59.000 arbeidsplaatsen in 2013, bekleedt de financiële en verzekeringssector nog steeds een sleutelpositie in de Brusselse economie. Deze sector heeft ook het meest te lijden gehad onder de financiële crisis van 2008, waardoor 7.300 banen verloren zijn gegaan (ofwel 10,9%). Hoewel de sector vooral Brusselaars tewerkstelt (59.000 personen in 2013), trekken de financiële en verzekeringsactiviteiten ook een groot aantal pendelaars aan uit het Vlaams Gewest (29.500 Vlaamse pendelaars en 13.700 Waalse pendelaars in 2013). Dit hoge aantal wordt onder meer verklaard door het hoge opleidingsniveau dat door de werkgevers wordt geëist. Zij breiden hun rekruteringsveld dus uit naar de twee andere gewesten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het om één van de best betaalde sectoren gaat, rekening houdende met de kwalificatiestructuur van de sector, maar eveneens met de grote toegevoegde waarde van financiën en verzekeringen aan de economische activiteit. De evolutie op het vlak van informatica heeft het financie- en verzekeringswezen ingrijpend beïnvloed en de manier van werken veranderd. Het internet speelt voortaan een belangrijke rol in deze sector, maar heeft de complexiteit ervan tevens vergroot. De noodzaak om nieuwe diensten en producten te beheren en het risicobeheer te controleren, versterken de nood aan nieuwe bekwaamheden in deze sector 9. 9 Activiteitensectoren: Financiën, banken en verzekeringen, Forem https://www.leforem.be/horizonsemploi/secteur/27.html 22

IV. De gezondheidszorg en sociale dienstverlening De sector van de gezondheidszorg en de maatschappelijke dienstverlening is een relatief heterogene sector waarin zowel de gezondheidszorg, de maatschappelijke dienstverlening met huisvesting (zoals rusthuizen) als de maatschappelijke dienstverlening zonder huisvesting (zoals crèches en kinderdagverblijven) worden ondergebracht. Het domein van de gezondheidszorg en de maatschappelijke dienstverlening is hoofdzakelijk een zaak van vrouwen en de sector is de tweede grootste werkgever van het Brussels gewest (64.000 banen in 2013). Tussen 2008 en 2013 daalde het percentage tewerkstellingen met 5,5% terwijl dit cijfer op nationaal vlak met 1,2% steeg. Net zoals de artistieke sector en het onderwijs tellen ook de gezondheidszorg en de sociale dienstverlening een groot aantal deeltijdse banen. In het Brussels Gewest ondervindt deze sector chronische moeilijkheden om verplegend personeel aan te werven. We stellen een nijpend gebrek aan kandidaten vast voor dit soort van activiteiten en de arbeidsomstandigheden die inherent zijn aan het beroep zouden hiervoor de belangrijkste oorzaak zijn. Hoewel het beroep van verpleger jongeren blijft aantrekken, dwingen de te hoge werkdruk en de onregelmatige werkuren verplegers er vaak toe voortijdig hun functie neer te leggen 10. Bovendien moeten verplegers hun patiënten vaak ook psychologisch ondersteunen, hoewel zij hiervoor niet werden opgeleid. Deze realiteit, gekoppeld aan de demografische groei en de vergrijzing van de bevolking, zorgt ervoor dat de vraag naar verplegers nog verder toeneemt 11. Specifiek voor de sector van de maatschappelijke dienstverlening is dat deze sector een beroepsveld in expansie is door de vergrijzing van de bevolking, terwijl de demografische groei eveneens nieuwe behoeften aan infrastructuur en personeel creëert 12. Zowel in deze sector als in de gezondheidszorg veroorzaken de kwaliteit van het werk en de arbeidsomstandigheden moeilijkheden bij de rekrutering van personeel. Het lijkt dan ook noodzakelijk om het imago van de sector op te waarderen 13. V. De handel 14 De sector van de handel, waaronder de groot- en detailhandel en de handel van voertuigen, is nauw verbonden met de positie van Brussel als economisch middelpunt, toeristische trekpleister en zakencentrum. In 2013 telde deze sector ongeveer 61.000 bezoldigde werknemers, ofwel een daling met 8,3% ten opzichte van 2008. De daling in de tewerkstelling deed zich enkel in de groothandel voor (-17,0%), 10 Analyse van de knelpuntberoepen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2014, Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid, oktober 2015. 11 Analyse van de knelpuntberoepen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2014, Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid, oktober 2015. 12 Focus op de sector van de maatschappelijke dienstverlening, Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid, november 2015. 13 Focus op de sector van de maatschappelijke dienstverlening, Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid, november 2015. 14 Voor meer informatie over de sector van de handel, verwijzen we naar de studie Monitoring en anticipatie. Werkgelegenheid, opleiding en arbeidsmarktbemiddeling in Brussel. Handelssector - Actualiteit en vooruitzichten (Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid, juli 2014). 23

louter omdat deze activiteit naar de rand van de stad werd overgeplaatst, terwijl de werkgelegenheid in de detailhandel licht is gestegen (+0,8%). De detailhandel is eerder een vrouwenzaak (meer bepaald wat betreft parfumeries, textielwinkels en apothekers). In de groothandel en de handel van voertuigen zijn dan weer voornamelijk mannen aan de slag. De sector biedt daarenboven een groot aantal jobmogelijkheden aan laaggeschoolden. Deze jobs zijn overigens niet verplaatsbaar, toch wat de detailhandel betreft. De handel krijgt evenwel ook te maken met structurele aanwervingsmoeilijkheden die een impact hebben op uiteenlopende beroepen, zoals verkoopspersoneel, televerkopers, winkelverantwoordelijken enz. Qua opleidingsniveau zijn er in de handel geen specifieke diplomavereisten, maar in deze sector moet het personeel wel meerdere talen kennen en over goede relationele en commerciële vaardigheden beschikken. Wanneer e het hebbe over de problemen waarmee de sector vaak geconfronteerd wordt, blijkt dat het veelvoorkomend deeltijds werk, de lagen lonen en de werkuren vroeg of laat potentiële kandidaten afkeert van de beroepen in de handel. In deze context zou het interessant zijn om opleidingen verkoop te organiseren voor werkzoekenden die geregistreerd staan als verkoper, zodat zij een zicht krijgen op de carrièremogelijkheden of een stabilisering 15 in het beroep. Bovendien is de e-commerce aan een opmars bezig door de snelle ontwikkeling van nieuwe digitale technologieën en worden nieuwe vaardigheden geïntroduceerd waarvoor nog maar weinig opleidingen bestaan, maar die best zouden worden ontwikkeld. Bovendien zijn de beroepen in de handel voortdurend in ontwikkeling. Er wordt steeds vaker de nadruk gelegd op polyvalentie en commerciële en relationele vaardigheden, professionaliteit en gericht en specifiek advies naar de klant toe. VI. Administratieve en ondersteunende diensten De sector van de administratieve en ondersteunende diensten vertegenwoordigt in Brussel 61.500 bezoldigde banen. Uiteenlopende segmenten maken er deel van uit: de administratieve dienstverlening aan bedrijven, maar ook uitzendkantoren, reisbureaus, schoonmaakactiviteiten, verhuuractiviteiten en evenzeer enquêtebureaus en bewakingsfirma s. Deze sector heeft de laatste vijf jaar een aanzienlijke groei doorgemaakt (stijging met 19.000 arbeidsplaatsen, ofwel +45%), onder meer door de ontwikkeling van de dienstenchequeactiviteiten. Het profiel van de werknemers die actief zijn in de dienstenchequesector 16 wijst uit dat het in negen op de tien gevallen over vrouwen gaat. Dit is één van de redenen waarom de werkgelegenheid van 15 Vaststelling van de sectoren en beroepen met jobmogelijkheden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het kader van de bestelling van beroepsopleidingen, zoals in de zesde staatshervorming voorzien, Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid, juli 2015. 16 De gegevens over het profiel van de dienstenchequewerknemers bestrijken heel België en komen voort uit het jaarverslag 2014 van de RVA Indicatoren van de arbeidsmarkt en evolutie van de uitkeringen. 24

vrouwen in het Brussels Gewest over het algemeen meer gespaard bleef van de crisis dan de werkgelegenheid van de mannen. Het dienstenchequesysteem draait voornamelijk op zeer laaggeschoolde werknemers. Meer dan de helft is laaggeschoold en twee op vijf medewerkers hebben een diploma van het hoger secundair onderwijs. Het voordeel van dit systeem is dat het vaker jobuitwegen biedt aan langdurig werklozen in vergelijking met andere sectoren. De dienstenchequeactiviteiten vormen bovendien een belangrijke toegang tot de arbeidsmarkt voor buitenlanders, en meer bepaald voor nieuwkomers. De gemiddelde dienstchequewerknemer is tot slot behoorlijk jong: ongeveer een kwart valt in de leeftijdsgroep van de 25- tot 34-jarigen. Bijna de helft is tussen de 35 en 49 jaar oud. Dit is te verklaren door een overheidsmaatregel van 1 juli 2009 die bepaalt dat werklozen onder de 50 jaar geen huishoudelijke activiteiten bij mensen thuis meer mogen verrichten in het PWA-stelsel. Deze werkzoekenden vinden in het dienstenchequesysteem bijgevolg het geschikte kader om dit soort van activiteiten uit te oefenen. We kunnen ons afvragen of de dalende vraag gecombineerd met de prijsstijging van de dienstencheques de dienstenchequeactiviteiten in de toekomst niet zal stabiliseren. Ook de impact van de regionalisering van deze maatregel zal op termijn moeten worden gemeten. 25

3. ZELFSTANDIGE ARBEID Brussel telt bijna 98.700 zelfstandigen, waarvan er ongeveer 93.000 een zelfstandige activiteit uitoefenen en iets meer dan 6.000 de rol van helper vervullen 17. Ongeveer vier op de vijf van deze zelfstandigen oefenen hun activiteit in hoofdberoep uit. De zelfstandige arbeid vertegenwoordigt in het Brussels Gewest ongeveer een tiende van de nationale zelfstandige arbeid. Het Brussels Gewest concentreert daarentegen meer arbeid in loondienst (ongeveer één op de zes bezoldigde banen is in Brussel gevestigd). In vijf jaar tijd is de zelfstandige arbeid evenwel sneller gegroeid in het Brussels Gewest (+17,3%) dan elders (+7,8% in Vlaanderen en +8,0% in Wallonië). Het aantal helpers is bijzonder sterk gestegen in Brussel (+47,1%), terwijl we in de twee andere gewesten een daling zien. Tabel 5: Evolutie van het aantal zelfstandigen volgens statuut en gewest van woonplaats (2009-2014) Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest 2014 Variatie 2009-2014 (in aantal) Variatie 2009-2014 (%) Zelfstandigen 93.258 12.831 16,0% Helpers 5.514 1.765 47,1% Totaal 98.772 14.596 17,3% Zelfstandigen 580.138 53.960 10,3% Helpers 44.960-8.846-16,4% Totaal 625.098 45.114 7,8% Zelfstandigen 265.479 22.463 9,2% Helpers 17.170-1.600-8,5% Totaal 282.649 20.863 8,0% Totaal België 1.006.519 161.146 17,4 Bron: RSVZ, berekeningen van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid De stijging in Brussel is uitsluitend toe te schrijven aan mannelijke helpers en is voornamelijk te danken aan de komst van nieuwe zelfstandigen uit onder meer Roemenië en Polen, die in de bouwsector aan de slag gaan. Tussen 2009 en 2014 is het aantal niet-belgische zelfstandigen in het Brussels Gewest met 30% gestegen (van 28.500 tot 38.400). De stijging van zelfstandigen met de Roemeense nationaliteit was in deze periode het grootst (80,6%). 17 We spreken hier over het gewest waarin de woonplaats van de werknemer is gelegen, wetende dat deze voor zelfstandigen in de meeste gevallen overeenkomt met het gewest waar men werkt. 26

Figuur 11: Aantal zelfstandigen met een buitenlandse nationaliteit in het Brussels Gewest (2014) 14.000 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0 Bron: RSVZ, berekeningen van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid De evolutie van het aantal opgestarte activiteiten bevestigt de toename van de zelfstandige activiteit in Brussel. Over vijf jaar tijd heeft het gewest immers bijna 4.300 nieuwe btw-plichtigen geregistreerd, wat overeenstemt met een toename van 44,6%. Deze zeer afgetekende groei is het resultaat van de komst van nieuwe zelfstandigen uit Oost-Europa, vooral uit Roemenië en Bulgarije, waar het voorheen vooral Poolse arbeidskrachten waren die de inkomende stroom van zelfstandigen uitmaakten. Er zijn in het Brussels Gewest ook meer zelfstandigen die hun activiteit hebben neergelegd (ongeveer 7.000 stopzettingen, ofwel een toename van 51%). In absolute cijfers zijn er echter minder stopzettingen van activiteiten dan opgestarte activiteiten, waardoor het aantal zelfstandigen uiteindelijk toeneemt. Na afloop van de periode die op de crisis volgde, nemen we een sterkere ondernemingsdynamiek waar, zowel wat betreft het aantal opgestarte als stopgezette activiteiten. 27