Partijen: Overwegende dat:

Vergelijkbare documenten
IJsselmonde. Versie t.b.v. besluitvorming DB 17/11. Overeenkomst t.b.v. financiering recreatiebeheer Natuur- en recreatieschap IJsselmonde

Maarten de Voogd van Bureau KokxdeVoogd heeft de presentatie verzorgd aan de hand van bijgaande sheets (bijlage 1).

HOOFDLIJNEN OVEREENKOMST. UITTREDING gemeente Rotterdam uit het. Natuur en Recreatieschap IJsselmonde (NRIJ)

wijziging Gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken

wijziging gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken.

VOORDRACHT ALGEMEEN BESTUUR RECREATIESCHAP MIDDEN-DELFLAND

BESTUURSCONVENANT PROVINCIE OVERIJSSEL GEMEENTE STEENWIJKERLAND TER UITVOERING VAN HET PROVINCIAAL MEERJARENPROGRAMMA LANDELIJK GEBIED OVERIJSSEL

Uitvoeringsovereenkomst. BI zone CapelleXL

Samenwerkingsovereenkomst voor de uitvoering van het programma De Kop Werkt!

urn in ii inn inn ii ii

Datum 24 oktober 2017 Betreft. Voorgenomen afspraken bestuurders Grevelingen en Staatsbosbeheer

GS brief aan Provinciale Staten

De GGD Rotterdam Rijnmond zal in 2017 het volgende plusproduct leveren: Plusprod. WMO toezicht C 6.611,-

Uitvoeringsovereenkomst Bedrijveninvesteringszone Coevorden

Ingekomen stukken. In bijgevoegde brief van de provincie Zuid-Holland is het (financieel) kader voor 2015 als uitgangspunt meegegeven

UITTREDINGSOVEREENKOMST

2. De gemeente Vlaardingen bereid is om uit de algemene middelen een subsidie te verstrekken aan het ondernemersfonds.

RNI Convenant Dienstverlening Gemeenten

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST MODELCASUS

gelezen het voorstel van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Wedeka bedrijven van 5 november 2015;

64-1 GEMEENSCHAPPELIJK REGELING REGIONAAL ONDERWIJSBELEID WALCHEREN

de stichting haar ambitieniveau heeft vastgelegd in het BIZ Activiteitenplan voor Stichting BIZ Winkelhart Ridderkerk ;

Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe

Logo Groen IJsselmonde. Bestuursovereenkomst Landschapstafel IJsselmonde

Klimaatcontract Gemeente Coevorden en Provincie Drenthe

Inleiding. Partijen. Inhoud overeenkomst

Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016

Uitvoeringsovereenkomst tussen de Stichting BIZ Binnenstad Roermond en de gemeente Roermond

Huurovereenkomst Sporthal de Drostenhal

Algemene voorwaarden Snelontruiming.nl 1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op iedere offerte, de website en de overeenkomst tussen

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015

De colleges van de gemeenten Lisse, Noordwijk en Teylingen, een ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op iedere offerte, de website en de overeenkomst tussen Snelontruiming.nl, en u de opdrachtgever.

Overeenkomst van (ver)koop van aandelen. [naam vennootschap]

vast te stellen de navolgende wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden- Holland en omstreken.

H U U R O V E R E E N K O M S T S P O R T C O M P L E X D E S W A N E B U R G

Aan de Raden, Provinciale Staten, Colleges en Gedeputeerde Staten van de Deelnemers aan het Natuur- en recreatieschap IJsselmonde

De gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap Zuidwestelijke Delta wordt als volgt gewijzigd:

Provinde Noord-Holland 4

Uitvoeringsovereenkomst tussen de Stichting BIZ Weststad-Wijsterd en de gemeente Oosterhout

Algemene Subsidie Verordening gemeente Heerhugowaard 2014

[Geef tekst op] [Geef tekst op] bijlage B

BESTUURSOVEREENKOMST Uitvoeringsregeling POP-3 subsidies Zuid-Holland

Overeenkomsten d.d

SAMENWERKINGSCONVENANT GEMEENTEN DRONTEN, LELYSTAD, NOORDOOSTPOLDER, URK, ZEEWOLDE EN FLEVOMEER BIBLIOTHEEK

Ondergetekenden onder 1 en 2 hierna gezamenlijk aan te duiden als: Partijen.

Convenant Almeerse Scholen Groep Gemeente Almere

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING HEERENVEEN 2014

Raadspresentatie Organisatie van beheer en ontwikkeling Recreatieschap Midden Delfland

S A M E N W E R K I N G S O V E R E E N K O M S T

Bijlage 2 - Model Raadsbesluit wijziging Algemene subsidieverordening update zomer 2016

Dienstverleningsovereenkomst 2017 ter uitvoering van de basistaken en verzoektaken binnen de Regionale Uitvoeringsdienst Limburg Noord

Bijlage 3: Algemene voorwaarden behorende bij het beheercontract. Algemeen

Toekomst recreatieschap Voorne-Putten Rozenburg (VPR)

Overwegende dat het bestaande subsidiebeleid dateert uit de periode van 2009/2010;

KOOPOVEREENKOMST INZAKE OVERNAME VAN ACTIVITEITEN VAN

VASTSTELLINGSOVEREENKOMST

Gezamenlijke uitgangspunten en procesafspraken voor het vormgeven van de transities van de recreatieschappen in Zuid-Holland

Gelet op de artikelen 11, derde lid, en 93 van de Wet inrichting landelijk gebied;

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

CONCEPT Uitvoeringsovereenkomst Bedrijveninvesteringszone (BIZ) Domburg

gelet op artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 49 van de Gemeenschappelijke Regeling Recreatieschap Nederrijn, Lek en Waal;

Landelijke geschillencommissie LPR - GGZ Nederland

Overeenkomst Beheer en onderhoud roerende zaken

PROVINCIAAL BLAD. Algemene Subsidieverordening provincie Utrecht, wijziging EO

Anterieure exploitatieovereenkomst zoals bedoeld in artikel 6.24 Wet ruimtelijke ordening

Toelichting Gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o.

Natuur- en recreatieschap Dobbeplas

Provincie Noord-Holland. FiberNH

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 4 augustus 2015, nummer /c; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

RESERVERINGSOVEREENKOMST PO KAVELNUMMER

PROVINCIAAL BLAD. GEDEPUTEERDE STATEN VAN PROVINCIE UTRECHT, hierna te noemen: Gedeputeerde Staten;

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONAAL HISTORISCH CENTRUM RIJNSTREEK EN LOPIKERWAARD

Titel / onderwerp: Flexibel Meerjaren Programma Rijn- en Veenstreek als toeristische trekpleister

. De gemeenteraad op 18 februari 2014 een nieuwe Retail- & Horecavisie heeft vastgesteld;

CONCEPT OVEREENKOMST ONDERNEMERSFONDS BINNENSTAD BREDA GEMEENTE BREDA STICHTING BREDAAS ONDERNEMERSFONDS TUSSEN D.D. [ ] Concept d.d.

COÖRDINATIE-OVEREENKOMST (MODEL I) Inzake de bouw van... (1) 1... (2) gevestigd te... (3) nader te noemen de opdrachtgever.

OPTIEOVEREENKOMST. Datum: [ ] (1) BeGreen Energy B.V. (2) Ontwikkelaar

Onderwerp : Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016

Uitvoeringsovereenkomst Bedrijven Investeringszone Centrum Woudenberg

Statenvoorstel. Verhoging subsidieplafond en wijziging van de Subsidieregeling groen 2016, paragrafen 2.4 en 2.10

Geachte heer/ mevrouw,

Mogelijkheden voor de opzet van een samenwerkingsovereenkomst

Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b)

Algemene subsidieverordening Texel

Inzake de bouw van (1) 1...(2) gevestigd te.. (3) nader te noemen de opdrachtgever. gevestigd te (17) nader te noemen de aannemer van de:. (6) 3..

Verzelfstandigingsovereenkomst Museum Jan Cunen. Gemeente Oss

Overeenkomst van opdracht Gemeente. en Stichting AKJ en Stichting De Kindertelefoon

Sector: I. Nr. : 90.8

Algemene subsidieverordening gemeente Scherpenzeel 2018

Huishoudelijk Reglement van de Vereniging van Organisaties die Intellectueel eigendom Collectief Exploiteren ( VOI E )

Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Tubbergen

CONCEPT UITSLUITEND VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST

Uitvoeringsovereenkomst tussen Stichting BIZ Centrum Papendrecht en gemeente Papendrecht

Inzake de bouw van (1) 1...(2) gevestigd te.. (3) nader te noemen de opdrachtgever. gevestigd te (17) nader te noemen de aannemer van de:. (6) 3..

RAAMOVEREENKOMST EDUCATIE Samenwerkingsverband Hoogeveen en R.O.C. Alfa College

Bestuursovereenkomst Michiel Adriaanszoon de Ruyterkazerne

CONCEPT UITSLUITEND VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN

Checklist/format t.b.v. het verlenen van incidentele subsidies.

Transcriptie:

Overeenkomst t.b.v. de uittreding van Provincie Zuid-Holland uit de gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland e.o., de financiering van het recreatiebeheer door Groenalliantie Midden-Holland e.o. en de overdracht van provinciale eigendommen aan Groenalliantie Midden- Holland e.o. Partijen: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer J.F. Weber, daartoe gemachtigd door de Commissaris van de Koning op 10 november 2017, hierna te noemen: de provincie en Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van Groenalliantie Midden-Holland en omstreken, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer J.H. Blankenberg, waarnemend voorzitter, hierna te noemen: Groenalliantie Overwegende dat: Het belang van natuur en recreatie voor een gezonde woon- en leefomgeving groot is; Groenalliantie als taak heeft de behartiging van de belangen van natuur, landschap en openluchtrecreatie en het beheer, het onderhoud en de ontwikkeling van natuur- en recreatiegebieden in de gebieden Krimpenerwaard en Reeuwijkse Plassen e.o. Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten hebben besloten om per 1 januari 2018 uit de gemeenschappelijke regeling van Groenalliantie Midden-Holland en omstreken te treden; De provincie de intentie heeft ook na haar uittreding uit de recreatieschappen in de provincie Zuid- Holland haar middelen t.b.v. recreatiebeheer en ontwikkeling beschikbaar te houden, zoals opgenomen in de provinciale begroting 2016 onder Doel 1.3 ( Groenblauwe structuur versterkt samenhang stad-land en recreatieve gebruiks- en belevingswaarde landschap ); De provincie voornemens is om vanaf 2022 een deel van haar voor recreatiebeheer beschikbare middelen afhankelijk te maken van een vierjaarlijkse evaluatie en strategische (her-)prioritering t.a.v. ontwikkeling en beheer van recreatiegebieden in heel Zuid-Holland; Partijen over de behartiging van de belangen van natuur, landschap en openluchtrecreatie en het beheer, het onderhoud en de ontwikkeling van natuur- en recreatiegebieden in de periode na 2025 het nodige overleg zullen voeren teneinde te komen tot een verantwoorde invulling daarvan;

Provinciale Staten op 15 juni 2016 het Financieel kader toekomstige provinciale bijdrage aan recreatiebeheer hebben vastgesteld waarbinnen deze overeenkomst tussen de provincie en Groenalliantie wordt gesloten; Het Koepelschap Buitenstedelijk Groen voornemens is zichzelf per 2018 op te heffen en daartoe de schappen per brief op 18 april 2016, kenmerk 2016-551592741, heeft verzocht medewerking te verlenen aan een budgetneutrale opheffing d.m.v. een wijziging van de financiële verhoudingen in hun eigen gemeenschappelijke regeling; De provincie bereid is om de verdeling van de provinciale bijdragen over de schappen te wijzigen, zodanig dat de financiële consequenties van de opheffing van het Koepelschap Buitenstedelijk Groen per 2018 voor Groenalliantie en de deelnemers worden geneutraliseerd; Ook de overige deelnemers van het Koepelschap bereid zijn hun bijdragen aan het totaal van de schappen gelijk te houden d.m.v. een wijziging in de betreffende gemeenschappelijke regelingen; Het Dagelijks Bestuur van Groenalliantie bij brief aan het Koepelschap d.d. 13 juni 2016 (kenmerk GA/2016-555502926) heeft aangegeven in beginsel bereid te zijn om het Algemeen Bestuur van Groenalliantie voor te stellen om middels een wijziging van de gemeenschappelijke regeling de onderlinge financiële verhoudingen aan te passen zoals voorgesteld door het Koepelschap; Het Algemeen Bestuur van Groenalliantie op basis van artikel 36 van de gemeenschappelijke regeling van Groenalliantie het bevoegde orgaan is om namens Groenalliantie te besluiten omtrent de voorwaarden van uittreding door de provincie; Komen het volgende overeen: Artikel 1: Definities a. Asv: De Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013. b. Groenalliantie: De gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken. c. Het Koepelschap: Het Koepelschap Buitenstedelijk Groen. d. Landschapstafel: Een landschapstafel is een informele bestuurlijke overlegvorm, die door een of meer overheidspartij (en) (stuurgroep of rechtspersoon) in het leven is geroepen ten behoeve van de programmatische afstemming van voorgenomen investeringen in een gebied. Bij de Landschapstafels ligt de opgave om voor haar investering(sprogramma) de co-financiering bijeen te brengen. De landschapstafel is behalve een podium voor overleg en samenwerking met gebiedspartijen tevens een voorportaal voor de Regiegroep. Er worden aan de landschapstafels geen besluiten genomen. De vorming van (nieuwe) landschapstafels in een gebied en de onderlinge afstemming hiertussen t.b.v. de regiegroep is een eigen verantwoordelijkheid van de bij een investeringsprogramma en haar financiering betrokken (overheids)partij in een gebied. Beoogd wordt de Landschapstafels verder door te ontwikkelen zodat daar ook de programmatische afstemming t.a.v. beheervraagstukken en middelen kan plaatsvinden en de Landschapstafels ook op dat thema de strategische gesprekspartners en voorportaal worden voor de Regiegroep. 2

e. Overeenkomst: De overeenkomst t.b.v. de uittreding van Provincie Zuid-Holland uit de gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland e.o., de financiering van het recreatiebeheer door Groenalliantie Midden-Holland e.o. en de overdracht van provinciale eigendommen aan Groenalliantie Midden-Holland e.o.. f. Beheer: Alles wat nodig is voor de instandhouding en behoud van kwaliteit van de natuur- en recreatiegebieden van Groenalliantie. g. Regiegroep: De regiegroep is een informele bestuurlijke overlegvorm, die wordt voorgezeten door de vakgedeputeerde Groen van de provincie Zuid-Holland. In de regiegroep wordt binnen de door Provinciale Staten gestelde kaders met de voorzitters van de Landschapstafels het gesprek gevoerd over de strategische ontwikkelingen in het betreffende gebied, de investeringsbehoeftes per Landschapstafel en de match met provinciale beleidsdoelen en -middelen. Dit moet per regiegroep uitmonden in bij voorkeur één gezamenlijk meerjarig investeringsprogramma, dat voor de provincie input vormt voor het Uitvoeringsprogramma Groen en de prioritering in het kader van de hieraan gerelateerde subsidieregeling(en). Er worden aan deze tafel geen besluiten genomen. Beoogd wordt de Regiegroep verder te ontwikkelen, zodat aan deze tafel ook het strategische gesprek wordt gevoerd m.b.t. de beheervraagstukken en behoeftes in de gebieden en de match met provinciale beleidsdoelen en middelen. Artikel 2: Strekking van deze overeenkomst a. Na uittreding van de provincie uit Groenalliantie, verplicht de provincie zich gedurende de periode 2018 2025 middelen beschikbaar te houden t.b.v. een jaarlijkse begrotingssubsidie aan Groenalliantie minimaal ter hoogte van het in deze overeenkomst vooraf bepaalde bedrag, mits wordt voldaan aan de in deze overeenkomst beschreven voorwaarden. b. Het uitgangspunt is dat de provincie ook na 2025 haar medeverantwoordelijkheid voor recreatiebeheer behoudt en daartoe middelen beschikbaar stelt. Daarbij geldt geen vooraf bepaald minimum gereserveerd bedrag door de provincie meer. c. Het aanpassen van de onderlinge financiële verhoudingen tussen de deelnemers binnen Groenalliantie na opheffing van het Koepelschap Buitenstedelijk Groen, wordt door Groenalliantie zelf in gang gezet en geregeld en maakt geen onderdeel uit van deze overeenkomst. d. Groenalliantie verplicht zich de middelen die de provincie in het kader van deze overeenkomst beschikbaar stelt, in te zetten t.b.v. het doel van Groenalliantie, zoals beschreven in artikel 4 van de gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken, nl: De regeling wordt getroffen ter behartiging van de bovengemeentelijke belangen inzake het beheer en de ontwikkeling van groengebieden binnen het werkgebied van de Groenalliantie, daaronder begrepen het behoud en de versterking van de groen- en recreatieve verbindingen, de landschappelijke kwaliteiten van en de biodiversiteit binnen de groengebieden, alsmede de bevordering van de leefbaarheid en de toeristische aantrekkingskracht daarvan.. e. Het Algemeen Bestuur van Groenalliantie verklaart zich akkoord met uittreding van de provincie Zuid-Holland per 1-1-2018 onder de voorwaarden in deze overeenkomst bepaald en dat met deze overeenkomst invulling is gegeven aan de voorwaarden van uittreding conform artikel 36 van de gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken. 3

Artikel 3: Provinciale bijdrage na uittreding 1. Hoogte provinciale subsidie tot 2022 (Reservering middelen door de provincie) a. Voor de jaren 2018, 2019, 2020 en 2021 reserveert de provincie ten behoeve van Groenalliantie een bedrag van minimaal 1.548.145 per jaar. Dit is het bedrag dat in de programmabegroting 2017 van Groenalliantie is benoemd als deelnemersbijdrage van de provincie. b. Indien het Koepelschap Buitenstedelijk Groen per 1-1-2018 is opgeheven èn de deelnemersbijdragen van Krimpen a.d. IJssel en Krimpenerwaard aan de Groenalliantie ten gevolge deze opheffing conform het voorstel van het Koepelschap zoals beschreven in de brief van het Koepelschap aan Groenalliantie d.d. 18 april 2016, naar beneden zijn bijgesteld, wordt de minimale reservering bij de provincie verhoogd met 279.281 naar 1.827.426 per jaar. c. De verhouding van de minimale provinciale reservering ten opzichte van het totaal van de deelnemersbijdragen is maximaal 47% / 53% vóór opheffing van het Koepelschap en maximaal 56% / 44% na opheffing van het Koepelschap d. De in lid 1 b. genoemde verhoging à 279.281 betreft het overnemen van een deel van de deelnemersbijdragen van de gemeenten Krimpen a.d. IJssel en Krimpenerwaard ter compensatie van deze gemeenten voor het wegvallen van een bijdrage uit het Koepelschap. T.a.v. dit deel van de provinciale bijdrage die in het kader van deze overeenkomst d.m.v. een begrotingssubsidie wordt verstrekt, dienen daarom dezelfde afspraken, bijvoorbeeld t.a.v. compartimentering, te worden toegepast in de begroting van Groenalliantie als voor de deelnemersbijdragen van deze gemeenten worden gehanteerd. e. Op het bedrag wordt geen indexering toegepast. (Daadwerkelijke verstrekking) f. De daadwerkelijke verstrekking door de provincie geschiedt in de vorm van een jaarlijkse begrotingssubsidie. Daartoe dient Groenalliantie vóór 1 oktober van het voorafgaande begrotingsjaar een subsidieaanvraag in bij de provincie. De vastgestelde begroting en de jaarrekening van Groenalliantie dienen daarbij als onderbouwing van de aanvraag en de verantwoording van deze subsidie. Op de subsidieaanvraag zijn de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Asv van toepassing. De provincie heeft vastgesteld dat de reguliere begroting en de jaarrekening van Groenalliantie voldoen aan de voorschriften ten behoeve van het aanvragen en verantwoorden van een subsidie in de Asv waarbij ten behoeve van de subsidieaanvraag en vaststelling wellicht op een enkel punt een nadere verduidelijking noodzakelijk zal zijn. Partijen voeren in dat geval overleg, zonder daarbij afbreuk te zullen doen aan de belangen van Partijen bij deze overeenkomst. g. Als toepassing van de voorschriften van de Asv ertoe leidt dat een lager subsidiebedrag zal worden verstrekt, of dat subsidie moet worden teruggevorderd, dan zullen GS gebruik maken van hun bevoegdheid om van de Asv-voorschriften af te wijken (artikel 39 Asv) om dat effect ongedaan te maken. h. Aan de aan de verstrekking van de begrotingssubsidie zullen de volgende voorwaarden verbonden zijn: i. Als op basis van de ingediende begroting van Groenalliantie blijkt dat in het betreffende jaar een lagere bijdrage van de deelnemers van Groenalliantie benodigd is dan in de begroting 2017 het geval is, zal de provincie haar daadwerkelijk te verstrekken bijdrage evenredig verlagen. 4

ii. Het totaal van de gemeentelijke bijdragen aan Groenalliantie blijft eveneens beschikbaar; mocht Groenalliantie besluiten tot wijziging van de hoogte van deelnemersbijdragen waarbij het totaal van de deelnemersbijdragen vermindert, met uitzondering van de situatie zoals onder iii genoemd, dan vermindert evenredig het bedrag dat de provincie d.m.v. een begrotingssubsidie zal verstrekken aan Groenalliantie. iii. De uittreding van de gemeente Alphen a.d. Rijn uit de Groenalliantie is niet van invloed op de hoogte van het te verstrekken bedrag. Na uittreding van de gemeente Alphen wordt de verhouding tussen de minimale provinciale reservering ten opzichte van het totaal van de bijdragen van de achterblijvende deelnemers van de Groenalliantie zoals genoemd onder c. opnieuw berekend, uitgaande van een op dat moment gelijkblijvende provinciale reservering, zoals bepaald in lid 1 onder a en lid 1 onder b. iv. Eventuele stijging van het totaal van de deelnemersbijdragen in de begroting van Groenalliantie, leidt voor de provincie niet tot de verplichting om het minimaal gereserveerde bedrag zoals in lid 1 onder a en lid 1 onder b genoemd te verhogen of een hogere subsidie te verstrekken; eventuele toekenning van een hoger subsidiebedrag weegt de provincie binnen het totaal van de daartoe beschikbare provinciale middelen af tegen andere inzetmogelijkheden, na consultatie van de Landschapstafels en de Regiegroepen Groen en Recreatie, zoals beschreven in artikel 4. v. Op het bedrag wordt geen indexatie toegepast. vi. Het bedrag is exclusief BTW. BTW is niet subsidiabel. vii. De verantwoording van Groenalliantie bevat de controleverklaring over de besteding van de provinciale subsidie overeenkomstig de vastgestelde begroting en de goedgekeurde jaarstukken van Groenalliantie. viii. Indien de uiteindelijke verstrekking minder dan 125.000 is, wordt artikel 17, lid 5 van de ASV toegepast. 2. Minimale hoogte provinciale subsidie in de periode 2022-2025 a. Voor de vierjaarsperiode 2022, 2023, 2024 en 2025 reserveert de provincie voor de jaarlijkse begrotingssubsidie minimaal 1.644.685 zijnde 90% van het in 2021 verstrekte bedrag zoals genoemd in het eerste lid onder b. Aan de beschikbaarstelling zijn de voorwaarden zoals in het lid 1 onder h. genoemd verbonden. b. Indien het Koepelschap niet wordt opgeheven of wanneer de deelnemersbijdragen van de gemeenten Krimpenerwaard en Krimpen a.d. IJssel in de gemeenschappelijke regeling van Groenalliantie niet conform het voorstel van de het Koepelschap zijn aangepast, reserveert de provincie voor de jaarlijkse begrotingssubsidie in de vierjaarsperiode 2022, 2023, 2024 en 2025 minimaal 1.393.330, zijnde 90% van het in 2021 verstrekte bedrag zoals genoemd in het eerste lid onder a. Aan de beschikbaarstelling zijn eveneens de voorwaarden zoals onder h. genoemd in het eerste lid verbonden. c. De beschikbaarheid van aanvullende middelen ten behoeve van een eventueel hoger subsidiebedrag aan de Groenalliantie Midden-Holland en omstreken in de vierjaarsperiode 2022, 2023, 2024 en 2025 maakt de provincie uiterlijk in januari 2021 bekend, na consultatie van de Regiegroepen zoals in artikel 4 van deze overeenkomst beschreven. 3. Provinciale subsidie na 2025 a. Het uitgangspunt is dat de provincie ook na 2025 haar medeverantwoordelijkheid voor recreatiebeheer behoudt en daartoe middelen beschikbaar stelt. 5

b. Ten behoeve van de beschikbaarstelling van deze middelen wordt per vierjaarsperiode na 2025 de onder artikel 4 beschreven cyclus t.a.v. gezamenlijke monitoring, evaluatie en strategische (her-) prioritering doorlopen. c. Zo vroeg mogelijk, doch uiterlijk in januari 2024 maakt de provincie bekend hoeveel van haar middelen zij voor de vierjaarsperiode na 2025 beschikbaar houdt voor de jaarlijkse begrotingssubsidie aan Groenalliantie. Daarmee voldoet de provincie aan de eis van een redelijke termijn als bedoeld in artikel 4:51 Awb. d. Daarbij geldt geen vooraf bepaald minimum gereserveerd bedrag door de provincie meer. e. Gezien de zeer hoge mate van afhankelijkheid van Groenalliantie van de provinciale bijdrage, zal de provincie bij de verdeling van haar middelen na 2025 specifiek rekening houden met de historisch gegroeide inzet van provinciale middelen in de gebieden van Groenalliantie. Als in de toekomst sprake is van verlaging van de provinciale bijdrage, zal de provincie Groenalliantie in de gelegenheid stellen zich daaraan aan te passen. Daarbij zal de provincie rekening houden met het aandeel dat de provincie tot dan jaarlijks bijdraagt ter dekking van de totale kosten. Artikel 4: Beschikbaarheid overige provinciale middelen a. In afstemming met Groenalliantie en de overige bij het recreatiebeheer betrokken partners in de regio die via de Landschapstafels betrokken zijn, zal de provincie vanaf het begrotingsjaar 2022 d.m.v. een vierjaarlijkse cyclus de beschikbaarstelling van en voorwaarden waaronder bepalen van het deel van haar middelen voor recreatiebeheer dat niet minimaal op basis van deze en vergelijkbare overeenkomsten tussen de provincie en de natuur- en recreatieschappen of rechtsopvolgers van schappen door de provincie wordt gereserveerd t.b.v. de begrotingssubsidies aan de schappen (het flexibele deel van de provinciale middelen). b. Ook aanvullende beheerkosten, plannen of aanvragen die Groenalliantie ontwikkelt komen mogelijk voor financiering uit dit flexibele deel in aanmerking. c. De provincie heeft de vrijheid om eventuele door Groenalliantie ingediende aanvragen af te wegen tegen eventuele overige ontwikkelplannen/aanvragen ten behoeve van groen en recreatie in de regio en in de rest van de provincie. Daartoe consulteert de provincie voorafgaand aan elke vierjaarsperiode de Regiegroep Groene Hart, evenals de overige Regiegroepen in Zuid-Holland. Ook betrekt de provincie de beschikbare monitoringgegevens over het gebruik van recreatiegebieden en de eigen strategische prioriteiten t.a.v. groen en recreatie in de provincie Zuid-Holland zoals bijvoorbeeld de provinciale Omgevingsvisie. De provincie betrekt Groenalliantie bij en informeert Groenalliantie over de afweging van de provincie ter zake alvorens de provincie een besluit neemt over de aanvragen van Groenalliantie, d. Groenalliantie omstreken is als zelfstandig functionerende Landschapstafel in Midden-Holland één van de strategische gesprekspartners in de Regiegroep Groene Hart en kan op basis daarvan in de Regiegroep ook eigen beheer- en ontwikkelvoorstellen indienen ter afweging. e. Partijen onderkennen dat sprake is van een nieuwe overlegstructuur van Regiegroepen en Landschapstafels en dat de in deze overlegstructuur participerende deelnemers hun rol daarin moeten vinden. Gelet hierop zullen partijen in relatie tot Groenalliantie deze overlegstructuur monitoren en met elkaar zoeken naar oplossingen bij geconstateerde knelpunten. 6

Artikel 5: Reserves, risico s en gronden 1. Reserves van Groenalliantie a. Bij de uittreding maakt de provincie geen aanspraak op haar aandeel in de algemene reserves die zijn of worden opgebouwd door Groenalliantie, zolang deze worden aangewend t.b.v. het doel waarvoor Groenalliantie is opgericht, zoals verwoord in artikel 4 van de gemeenschappelijke regeling van Groenalliantie Midden-Holland en omstreken. b. Hieraan worden de volgende voorwaarden verbonden: i. Algemene reserves: Indien binnen vijf jaar na uittreding van de provincie Groenalliantie besluit tot uitkering uit de algemene reserves aan haar deelnemers, dan krijgt de provincie alsnog haar aandeel daarin uitgekeerd op basis van de financiële verhouding binnen de regeling van Groenalliantie Midden-Holland en omstreken op 31-12-2017. ii. Als ijkpunt voor de hoogte van de reserves geldt de vastgestelde (en door accountants gecontroleerde) jaarrekening van 2017 (de laatste jaarrekening die met deelname door de provincie in de gemeenschappelijke regeling wordt vastgesteld). iii. Het financiële aandeel van de provincie wordt op het moment van uittreden definitief bepaald en jaarlijks in de jaarrekening van Groenalliantie apart benoemd. 2. Provinciale eigendommen binnen Groenalliantie: a. Percelen die binnen de huidige begroting door Groenalliantie worden beheerd, maar eigendom zijn van de Provincie Zuid-Holland, worden in principe in eigendom overgedragen aan Groenalliantie, zonder dat daar aanvullende financieringsafspraken voor worden gemaakt. De percelen dienen geschikt te zijn voor het doel waarvoor Groenalliantie de percelen zal gaan gebruiken. Deze percelen en de staat waarin deze zich bevinden staan omschreven in de door de provincie opgestelde BIJLAGE 1 bij deze overeenkomst. In deze bijlage staat aangegeven welke percelen op basis van deze overeenkomst door de provincie worden verkocht en door Groenalliantie op basis van door de provincie in bijlage 1 verstrekte informatie over de staat van deze percelen worden gekocht en welke percelen in het kader van deze overeenkomst nader door partijen zullen worden onderzocht op in het bijzonder milieu-, bodem- en grondwaterrisico s. Deze laatste percelen, gemarkeerd met een #, zullen eerst door Groenalliantie worden gekocht en door de provincie worden verkocht op het moment waarop Groenalliantie heeft aangegeven met de voorwaarden van de koop van deze percelen in te stemmen. Partijen voeren daartoe het nodige overleg. b. Welke voorwaarden het betreft, wordt tussen partijen separaat overeengekomen en als aanhangsel aan deze overeenkomst gehecht. Partijen voeren overleg over de voorwaarden in de op te stellen akte(n) van levering voor de eigendomsoverdracht van de percelen en bepalen in onderling overleg het tijdstip van het passeren van die akte(n). c. De provincie blijft tot aan het moment van passeren van de akte(n) aansprakelijk voor de betreffende percelen. Artikel 3:310 BW blijft ook na het moment van passeren onverminderd van toepassing. 3. Toekomstige risico a. Indien binnen vijf jaar na uittreding van de provincie zich kosten voordoen die voortvloeien uit schaden of risico's waarvan de oorzaak is ontstaan in de periode dat de provincie deelnam in Groenalliantie en de daarvoor gevormde reserves als ook de algemene reserves ontoereikend zijn om deze kosten te dekken dan zal de provincie alsnog haar aandeel daarin vergoeden, op basis 7

van de financiële verhouding binnen de regeling van Groenalliantie Midden-Holland en omstreken op 31-12-2017.Mogelijke wettelijke (mede)aansprakelijkheid van de provincie voor schade waarop de verjaringstermijn van artikel 3:310 BW van toepassing is valt niet onder deze aansprakelijkheidsbepaling / aansprakelijkheidsbeperking. 4. Aandeel van de provincie bij opheffing van Groenalliantie a. Indien Groenalliantie binnen vijf jaar na uittreding van de provincie besluit tot opheffing, dan krijgt de provincie, na aftrek van de kosten van liquidatie, alsnog haar aandeel van de reserves, de (negatieve) waarden van eventuele verkoop van gronden en bedrijfsgebouwen en overige opbrengsten uit liquidatie die worden uitgekeerd aan de deelnemers, op basis van de financiële verhouding binnen de gemeenschappelijke regeling van Groenalliantie Midden-Holland en omstreken op 31-12-2017. b. De kosten voor de berekening van de verdeling worden omgeslagen naar alle per 31-12-2017 bestaande deelnemers aan Groenalliantie op basis van de op dat moment geldende financiële verhoudingen binnen de gemeenteschappelijke regeling van Groenalliantie Midden-Holland en omstreken c. Indien de middelen van Groenalliantie na opheffing overgaan naar een nieuwe rechtspersoon of rechtsopvolger ten behoeve van soortgelijke doelstellingen al van Groenalliantie, dan zal de provincie afzien van haar aandeel bij opheffing van Groenalliantie. Artikel 6: Verplichtingen voor Groenalliantie 1. Uittreedvoorwaarden provincie Groenalliantie beschouwt de bepalingen van deze overeenkomst als de uittreedvoorwaarden voor de provincie zoals bedoeld in artikel 36 van de gemeenschappelijke regeling van Groenalliantie Midden-Holland en omstreken. Er worden geen aanvullende voorwaarden of nacalculaties toegepast. 2. Aanwending provinciale middelen a. Groenalliantie wendt de provinciale middelen aan ten behoeve van het doel waarvoor Groenalliantie is opgericht, zoals omschreven in artikel 4 van de gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken. b. Groenalliantie is verantwoordelijk voor de adequate verantwoording daarvan, conform de verplichtingen die zijn verbonden aan de verstrekking van begrotingssubsidies door de provincie krachtens de ASV. De provincie heeft vastgesteld dat de reguliere begroting en de jaarrekening van Groenalliantie voldoen aan de voorschriften ten behoeve van het aanvragen en verantwoorden van een subsidie in de AS waarbij ten behoeve van de subsidieaanvraag en vaststelling wellicht op een enkel punt een nadere verduidelijking noodzakelijk zal zijn. Partijen voeren in dat geval overleg, zonder daarbij afbreuk te zullen doen aan de belangen van Partijen bij deze overeenkomst. 3. Aanpassen Gemeenschappelijke Regeling Het aanpassen van de onderlinge financiële verhoudingen tussen de deelnemers binnen Groenalliantie na opheffing van het Koepelschap Buitenstedelijk Groen, wordt door Groenalliantie zelf in gang gezet en geregeld en maakt geen onderdeel uit van deze overeenkomst. 8

4. Duurzame borging financiering beheer a. In het geval Groenalliantie na ondertekening van deze overeenkomst kiest voor opheffing of wijziging van de gemeenschappelijke regeling, spannen Partijen zich in voor de adequate rechtsopvolging t.a.v. deze overeenkomst en voor een duurzame borging van de financiering van het beheer van de recreatiegebieden in de nieuwe situatie. b. De provincie zal in redelijkheid medewerking verlenen aan/instemmen met overdracht door Groenalliantie van haar rechten en verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst aan de partij(en) die de verantwoordelijkheid krijg(t)(en) voor het beheer, het onderhoud en de ontwikkeling van natuur- en recreatiegebieden in de gebieden Krimpenerwaard en Reeuwijkse Plassen e.o. Artikel 7: Algemene bepalingen Wijziging of aanvulling van deze overeenkomst kan uitsluitend schriftelijk en zal worden vastgelegd in een nader door Partijen te sluiten wijzigingsovereenkomst. Artikel 8: Inwerkingtreding en werkingsduur a. Artikel 5 lid 2 treedt in werking gelijktijdig met de ondertekening van de overeenkomst. b. Deze overeenkomst treedt voor het overige in werking gelijktijdig met de uittreding van de provincie uit de gemeenschappelijke regeling per 1 januari 2018. Artikel 9: Geschillen a. In geval van geschillen, voortvloeiend uit deze overeenkomst, zullen Partijen trachten deze minnelijk op te lossen. Partijen zullen in eerste instantie op bestuurlijk niveau trachten een geschil op te lossen. b. Indien het onmogelijk is gebleken binnen en redelijke termijn een geschil minnelijk op te lossen, zal het geschil worden beslecht door een onafhankelijke geschillencommissie, waarvan de uitspraak bindend is voor beide partijen. Er is sprake van een geschil wanneer één van beide partijen dat schriftelijk aan de ander kenbaar maakt. c. De geschillencommissie bestaat uit drie deskundigen die als volgt benoemd worden: één door Groenalliantie, één de provincie en deze beide benoemde deskundigen benoemen samen een derde deskundige die in ieder geval niet afkomstig is uit de kringen van de Recreatieschappen of de provincie. d. De geschillencommissie zal uiterlijk binnen twee maanden nadat haar een geschil is voorgelegd uitspraak doen over het geschil. De commissie bepaalt zelf haar procedureregels. De kosten van de geschillencommissie worden door Partijen gedragen in de verhouding 50%/50%. Artikel 10: Onvoorziene omstandigheden/conversie a. Indien de omstandigheden waaronder deze overeenkomst is gesloten, wijzigingen ondergaan, of als zich niet verwachte consequenties voordoen, van zodanige aard dat van de provincie of van Groenalliantie in redelijkheid niet(meer) gevergd kan worden dat deze de overeenkomst ongewijzigd geheel of gedeeltelijk nakomen / nakomt of de overeenkomst niet meer kunnen / kan 9

nakomen, zijn zij verplicht met elkaar in overleg te treden om te bezien op welke onderdelen deze overeenkomst ongewijzigd kan worden voortgezet en/of op welk onderdeel de overeenkomst door partijen aangepast zal moeten worden. b. In geval Groenalliantie gedurende de looptijd van deze overeenkomst besluit tot opheffing zal en de provincie in redelijkheid medewerking verlenen aan/instemmen met overdracht door de Groenalliantie van haar rechten en verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst aan de partij(en) die de verantwoordelijkheid voor het beheer van de gronden overgedragen krijgt / krijgen. Artikel 11: Ontbindende voorwaarde a. Parallel aan de totstandkoming van deze overeenkomst, wordt door partijen gewerkt aan de totstandkoming van de Samenwerkingsovereenkomst Groenalliantie M-H e.o., Staatsbosbeheer en provincie Zuid-Holland voor 2017-2018. Indien de Samenwerkingsovereenkomst Groenalliantie M-H e.o., Staatsbosbeheer en provincie Zuid-Holland voor 2017-2018 niet voor 20 december 2016 tot stand komt, heeft elk der Partijen het recht om deze overeenkomst te ontbinden. b. De ontbinding moet alsdan binnen 10 dagen na 20 december 2016 worden ingeroepen per aangetekende brief aan elk der partijen. c. De ontbindende partij vergewist zich tijdig van de goede ontvangst van deze brief bij de ontvangende partij. Aldus opgemaakt en in tweevoud ondertekend Te..., d.d. Namens Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, de heer J.F. Weber Te..., d.d. Namens het Algemeen en het Dagelijks Bestuur van Groenalliantie Midden-Holland en omstreken, de heer J.H. Blankenberg.. 10