Op 30 januari is de nieuwe DAS door het College vastgesteld voor inspraak. Er zijn geen inspraakreacties binnengekomen.

Vergelijkbare documenten
Wij stellen uw Raad voor het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen.

GEMEENTERAAD VAN LEIDEN Besluitenlijst van de vergadering op dinsdag 15 mei 2007 (aanvang uur)

Wij stellen uw Raad voor het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen.

2006. Nr. : Dnst. : M&B. Instellen voorziening walmuren en beschoeiing. Leiden, 29 augustus 2006.

gelet op artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4 van de Algemene Subsidieverordening Arnhem 2016;

Voor 2006 zal ten behoeve van deze faciliteit een bedrag in de begroting worden opgenomen van , te regelen bij de programma rapportage 2006.

2007. Nr. : Dnst. : C& E

2006. Nr. : Dnst. : BOWO. Gemeentegarantie verlenen aan de Stichting Huisvesting Werkende Jongeren. Leiden, 11 april 2006.

2006. Nr. : Gemeentegarantie verlenen aan de Stichting Huisvesting Werkende Jongeren. Leiden, 7 februari 2006.

ERRATUM Nr. : Dnst. : C&E

Wij stellen uw Raad voor het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen.

B&W-Aanbiedingsformulier

2006. Nr. : Dnst. : ID. Gemeenschappelijke regeling archiefbeheer Noordwijk. Leiden, 30 mei 2006.

2006. Nr. : Dnst. : C&E. Krediet t.b.v. parkeervoorziening Stedelijk Gymnasium Leiden Leiden. Leiden, 31 oktober 2006

B&W-Aanbiedingsformulier

Belangrijkste wijzigingen in taken en bevoegdheden:

Deelverordening subsidies amateurkunst gemeente Tiel

2007. Nr. : Dnst. : BOWO. Voorbereidingsbesluit ROC Lammenschans. Leiden, 27 februari SAMENVATTING

A. ALGEMENE BEPALINGEN.

1. Plangebied Het plangebied van het voorbereidingsbesluit omvat de Trafolocatie ten zuidwesten van het station Leiden Centraal.

vast te stellen de volgende deelverordening: Deelverordening subsidie cultuur gemeente Nunspeet

Algemene subsidieverordening 2014

Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011

nr Officiële uitgave van de gemeente Midden-Drenthe d.d. 4 oktober 2017

BASISSUBSIDIE WELZIJN, CULTUUR EN SPORT

Subsidieregeling Recreatie, Toerisme en Evenementen Montferland Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland;

Gelet op artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4 van de Algemene Subsidieverordening Arnhem 2002;

Uitvoeringsregels basissubsidie welzijn, cultuur en sport 2018

Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK

Subsidieregels Cultuurfonds

A. ALGEMENE BEPALINGEN

DEELVERORDENING KUNST- EN CULTUURSUBSIDIES. Artikel 1

tijdelijke milieustraat in het stadsdeel BESLUITEN

Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016

B&W-Aanbiedingsformulier

vast te stellen de navolgende ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING 2015.

Overwegende dat het bestaande subsidiebeleid dateert uit de periode van 2009/2010;

Afsluiten convenant Integrale en structurele aanpak verenigingsondersteuning BESLUITEN

Nadere regel Basissubsidie gemeente Grave 2017

Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

2007. Nr. : Dnst. : BOWO. Financiering versnelling woningbouwprojecten. Leiden, 8 juni 2007.

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Regeling subsidie cultuurdeelname gemeente Oisterwijk 2016

Nr Dienst: C&E

Het voorstel wordt aan de raad voorgelegd onder voorbehoud van goedkeuring van het deelsaneringsplan door de Milieudienst West-Holland.

Algemene Subsidie Verordening gemeente Heerhugowaard 2014

Regeling subsidie cultuurproducties gemeente Oisterwijk 2016

2006. Nr. : Dnst. : Griffie. Burgerinitiatief oplossing parkeerproblematiek wijk De Bockhorst. Leiden, 28 februari 2006

Het college van de gemeente Rheden; gelet op artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening

Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012

B&W-nr.: d.d Wijziging Beleidsregels Bijzondere Bijstand

b e s l u i t: vast te stellen de Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumentale panden Leidschendam-Voorburg 2008.

Onderwerp : Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016

Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Tubbergen

a. vier leden, waaronder de voorzitter, op voordracht van het College; b. vier leden op voordracht van de Commissie.

B&W-nr.: d.d Beleidsregels Langdurigheidstoeslag WWB Leiden

Algemene subsidieverordening Texel

Gemeente ^" Albrandsuuaard

Subsidieregeling Scouting en Kindervakantiewerk Weert 2017

Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen

Subsidie. Bijlage 1. De definities van de categorieën zijn als volgt:

Bijlage 2 - Model Raadsbesluit wijziging Algemene subsidieverordening update zomer 2016

Subsidieregeling sport gemeente Weststellingwerf Het college van burgemeester en wethouders van Weststellingwerf,

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 15 november 2016, kenmerk SBH/ ;

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Hoofdstuk 2. Aanvragen Hoofdstuk 3. Beoordelingscriteria Hoofdstuk 4. Besluitvorming...

Regeling subsidie armoedebeleid gemeente Oisterwijk 2019.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dantumadiel;

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE HOUTEN

Subsidieverordening Sport

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015

Artikel 2 Bevoegdheid college Het college besluit met inachtneming van deze verordening op subsidieaanvragen van sportverenigingen.

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE WEST MAAS EN WAAL 2017

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 4 september 2012;

Formulier Basissubsidie Amateurkunst

BESLUIT: vast te stellen de navolgende Subsidieregeling Jeugd. Artikel 1

Regeling subsidie lokale media gemeente Oisterwijk 2016

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Hendrik-Ido-Ambacht

Uitvoeringsregeling subsidies incidentele activiteiten 2012

Subsidie. Bijlage 1. De definities van de categorieën zijn als volgt:

Regeling subsidie bibliotheekwerk gemeente Oisterwijk 2016

Verordening sportsubsidies gemeente Steenwijkerland.

Subsidieregeling Sociaal Domein gemeente Nieuwkoop 2018

Voor amateurkunstverenigingen geldt dat de aanvraag geen betrekking mag hebben op de verplichte jaarlijkse voorstelling.

Subsidieverordening maatschappelijke ontwikkeling gemeente Buren 2011

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING LEIDERDORP 2012

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Amersfoort 2013;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 4 augustus 2015, nummer /c; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

Incidentele subsidie voor Gezond In Bossenburgh

Regeling subsidie lokale media gemeente Oisterwijk 2019.

Samenvatting: Voorgesteld wordt de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Renswoude 2018 vast te stellen.

Waarderingssubsidies aan vrijwilligersorganisaties.

Algemene subsidieverordening gemeente Scherpenzeel 2018

NADERE REGELS VOOR SUBSIDIËRING VAN SPORTEVENEMENTEN IN AMSTELVEEN Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Artikel 1. Begripsomschrijvingen.

Beleidsregels Projectsubsidies Cultuur Midden-Drenthe

Waarderingssubsidies aan vrijwilligersorganisaties.

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE TYNAARLO. De raad van de gemeente Tynaarlo,

REGELING WAARDERINGSSUBSIDIES AMATEURKUNST AMSTERDAMS FONDS VOOR DE KUNST

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT;

Transcriptie:

2007. Nr. : 07.0049 Dnst. : C&E Deelverordening Amateurkunst Subsidies 1007-2008. Leiden, 24 april 2007. Elke drie jaar wordt de Deelverordening Amateurkunst Subsidies (DAS) in overleg met de amateurkunstsector in Leiden geëvalueerd en in geactualiseerde vorm wederom vastgesteld. Omdat er gemeentebreed gestreefd wordt naar deregulering is onderzocht of deze deelverordening mogelijkheden biedt tot vereenvoudiging van de regelgeving. Dat is zonder verlies van de kwaliteit van de DAS niet mogelijk. Om niettemin de vinger aan de pols te houden en de mogelijkheid open te houden om wijzigingen snel door te voeren is er voor gekozen om de looptijd van de DAS te verkorten tot 2 jaar. In overleg met de Werkgroep Amateur Kunst (WAK), de overkoepelende belangenbehartiger van de Leidse amateurkunstsector, is geconludeerd dat de DAS de afgelopen drie jaar naar volle tevredenheid van zowel de amateurkunstsector als de gemeente gefunctioneerd heeft. Overeengekomen werd om behalve de mutaties in de deelnemende verenigingen (zeven erbij, vier eraf), de indexering van de subsidiebedragen (totaal 3,25 % over de jaren 2005, 2006 en 2007) en de looptijd geen verdere wijzigingen aan te brengen. Op 30 januari is de nieuwe DAS door het College vastgesteld voor inspraak. Er zijn geen inspraakreacties binnengekomen. Wij stellen uw Raad voor het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen. Burgemeester en Wethouders van Leiden, de Secretaris, de Burgemeester, P.I.M. v.d. WIJNGAART. H.J.J. LENFERINK. De Raad van de gemeente Leiden; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders (nummer 07.0049 van 2007), mede gezien het advies van de commissie. BESLUIT: Vast te stellen de navolgende Deelverordening Amateurkunst Subsidies 2007-2008.

DEELVERORDENING AMATEURKUNST SUBSIDIES 2007-2008 HOOFDSTUK I DEFINITIES EN ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1: Begrippen Voor de toepassing van deze deelverordening wordt verstaan onder: amateurkunst: het beoefenen van kunst in zijn verschillende uitingsvormen, in groepsverband en op niet professionele basis; dit impliceert dat de deelnemers uit hoofde van deze activiteit geen presentiegeld of andere vergoedingen anders dan een onkostenvergoeding op declaratiebasis ontvangen; Werkgroep Amateurkunst (WAK): de Leidse koepelorganisatie ten dienste van de sector amateurkunst; instelling: een in Leiden gevestigde vereniging, stichting of groep personen die zich, blijkens de statuten en feitelijke werkzaamheden, de amateurkunst ten doel stelt; werkvormoverleg: een organisatie die optreedt als representatief overlegorgaan en belangenbehartiger voor bij haar aangesloten instellingen in één of meer werkvormen van de amateurkunst; deelnemer: aan een instelling op het gebied van de amateurkunst, verbonden natuurlijk persoon, die door een contributiebijdrage en door deelname aan activiteiten zich aan de instelling verbindt; werkvormen: de verschillende verschijningsvormen van de amateurkunst; instandhoudingssubsidie: een per werkvorm vastgestelde algemene subsidie ter tegemoetkoming in de vaste lasten van een instelling; jeugd(leden)subsidie: extra instandhoudingssubsidie voor (jeugd)leden van instellingen; uitvoeringssubsidie: subsidie in (een deel van) het nader gespecificeerde tekort van door de instellingen gehouden openbare optredens.; huurkostensubsidie: extra uitvoeringssubsidie voor optredens in de Stadsgehoorzaal of de Leidse Schouwburg. aanmoedigingssubsidie: een incidentele subsidie ter tegemoetkoming van de vaste lasten dan wel kosten voor een uitvoering van een instelling die nog niet tot de deelverordening is toegelaten. openbaar optreden: een optreden op Leids grondgebied dat al dan niet tegen betaling voor iedereen toegankelijk is en dat als zodanig van te voren publiekelijk wordt aangekondigd. richtbedrag:

standaard subsidiebedrag waarop op grond van dreigende overschrijding van het subsidieplafond een korting kan worden toegepast. egalisatiereserve: financiële reserve waaruit kan worden geput indien korting van de richtbedragen plaatsvindt. Artikel 2: Toelating 1. Bij de inwerkingtreding van deze deelverordening worden geacht tot de regelingen voor instandhoudings- en uitvoeringssubsidie als bedoeld in deze deelverordening te zijn toegelaten: A. ORKESTEN Frits Landesbergen Big Band, Leiden Sinfonietta, Klarinetensemble Lignum Leiden/Stichting de Grenzeloze Klarinet, Toonkunstorkest Leiden, Blokfluitensemble Praetorius, Zigeunerorkest Csárdás. B. HARMONIE, (DRUM)FANFARES, BRASSBAND, SHOWKORPSEN Drumfanfare Amigo Leiden, Con Fuoco Drum & Bugle Corps, Concordia, De Burcht, Drumfanfare FBL, K & G, Leidse Harmoniekapel, Nieuw Leven, Trommelgroep West Nederland, Werkmans Wilskracht. C. KOREN Arnold Schönberg Kamerkoor, C.O.V. Con Amore, Stichting Couleur Vocale, C.O.V. Ex Animo, Kamerkoor Akkoord, Stichting Capella Vocale, Eurokoor Nederland, Kamerkoor Hathor, Interkerkelijk Gospelkoor Dabar, Leiden English Choir, Kamerkoor Het Zingend Hart, Leids Vocaal Ensemble, Kamerkoor Lingua Musica, Leids Projectkoor, Klein Leids Liederen Koor, Schola Gregoriana Leithonensis, Toonkunstkoor Leiden e.o., Viswijvenkoor, R.C.M. Vox Humana, William Byrd Vocaal Ensemble. D. TONEELGEZELSCHAPPEN Theatergroep Paradox (onder voorbehoud van advies WAK), Toneelgroep Imperium, Litteris Sacrum, Ploef, Timdelerclub, Tot Ieders Genoegen, Toneelfabriek, Toneelvereniging Al Dente. Stichting Triade Musical Productions. E. OPERETTEGEZELSCHAPPEN Crescendo. F. VOLKSDANSVERENIGINGEN FETA, Oud Poelgeest. G. MAJORETTENVERENIGINGEN Heavy Metol, The Kopergirls, Ons Buiten. H. VERNIEUWENDE THEATERGROEPEN Kindertheater Splinter, Ins Blau, Kindertoneelgroep Pats (onder voorbehoud van advies WAK), PLOT, Toch Theater. I. FOTO-, FILM- EN VIDEOVERENIGINGEN Leidse Video en Smalfilm Liga, L.A.F.V.

J. DIVERSE MUZIEKGROEPEN VTV/Centrum Club 58, Sempre Avanti. 2. Voor de geldingsduur van deze deelverordening hebben de volgende, niet in lid 1 van dit artikel opgenomen, instellingen de mogelijkheid om bij Burgemeester en Wethouders van Leiden uitvoeringssubsidie aan te vragen: Collegium Musicum, de Leidse Amateurfotografen Vereniging en het Comité Leidse Korendag voor Ouderen. 3. Burgemeester en Wethouders van Leiden kunnen, wanneer zich een instelling aanmeldt voor toelating tot de deelverordening, onverlet de geldigheidsduur van de deelverordening, gehoord het advies van de WAK, besluiten de aanvrager tot de deelverordening toe te laten. Hierbij gelden de volgende criteria. De instelling dient: a. rechtspersoonlijkheid bezitten en als zodanig ingeschreven te zijn bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Leiden; b. de toegelaten verenigingen worden geacht aangesloten te zijn bij de WAK; c. een minimaal aantal deelnemers hebben van: 6 deelnemers voor toneelverenigingen; 16 deelnemers voor koren; 20 deelnemers voor harmoniekorpsen, drumfanfares en brassbands; 8 deelnemers voor drumbands; 15 deelnemers voor orkesten; 18 deelnemers voor operetteverenigingen; 10 deelnemers voor volksdansverenigingen (demonstratiegroepen); 25 deelnemers voor volksdansverenigingen (overige); 3 deelnemers voor vernieuwende theatergroepen; 13 deelnemers voor majoretteverenigingen; 10 deelnemers voor foto-, video- en popmuzikantenverenigingen; d. haar oefenruimte binnen het grondgebied van de gemeente Leiden hebben; e. bij voorkeur minimaal één maal per jaar doch tenminste één maal per twee jaar in het openbaar op te treden, door middel van een uit de werkvorm voortvloeiende wijze van uitvoeren; f. in het geval zij muziekvereniging is, zoals genoemd in artikel 2, 1B, minimaal één maal per jaar in het openbaar op te treden; g. gedurende een periode van tenminste drie jaar door de uitvoering van activiteiten en het instandhouden van een organisatie haar bestaansrecht te hebben bewezen. Artikel 3: Nadere bepalingen omtrent toelating en subsidiëring 1. Niet voor subsidiëring in het kader van de deelverordening komen in aanmerking: kerkkoren, onder studentenorganisaties vallende instellingen en instellingen waarvan de financiële ondersteuning behoort tot de zorg van overheden, waaronder de gemeente Leiden, de Universiteit Leiden en/of van het bedrijfsleven. 2. De in de hoofdstukken II, III en IV genoemde werkvormen en richtbedragen worden elke twee of drie jaar geëvalueerd en, na overleg met de WAK, in al dan niet aangepaste vorm, opnieuw voor een periode van twee of drie jaar vastgesteld.

3. Op grond van de jaarlijkse subsidie-afrekeningen en aanvragen van de toegelaten instellingen zal jaarlijks worden beoordeeld of deze instellingen hebben voldaan c.q. voldoen aan de bepalingen van deze Deelverordening. Deze beoordeling vindt plaats door de Dienst Cultuur en Educatie en wordt schriftelijk ter kennis gebracht van de WAK, vergezeld van een overzicht van verstrekte instandhoudings- en uitvoeringssubsidies en de egalisatiereserve. 4. Wanneer de gemeente aanleiding ziet om op grond van het niet of onvoldoende nakomen van de bepalingen uit deze deelverordening het subsidie voor een bepaalde instellingen te beëindigen of te verminderen, zal alvorens daartoe te besluiten, de WAK worden gehoord. 5. Instellingen die tot de deelverordening zijn toegelaten hebben recht op instandhoudingssubsidie (incl. jeugdledensubsidie) en uitvoeringssubsidie (incl. huurkostensubsidie) zoals omschreven in deze deelverordening. Artikel 4: Subsidiemogelijkheden van nog niet tot de deelverordening toegelaten instellingen 1. Aan een instelling die zich heeft aangemeld voor toelating tot de deelverordening, maar die nog niet voldoet aan voorwaarden van artikel 2 lid 3, kan door Burgemeester en Wethouders van Leiden, gehoord het advies van de WAK, binnen de in Hoofdstuk II opgenomen richtbedragen en subsidiebepalingen voor instandhoudingssubsidies, een aanmoedigingssubsidie worden toegekend. 2. Aan een niet tot de deelverordening toegelaten instelling die voor een eenmalige openbare activiteit een subsidie aanvraagt kan door Burgemeester en Wethouders van Leiden een aanmoedigingssubsidie in het tekort van de kosten van de activiteit worden verstrekt, binnen de normbedragen en subsidiebepalingen vastgelegd in hoofdstuk III worden vastgesteld. 3. Voor het toekennen van de in lid 1 en lid 2 genoemde subsidies dient een instelling te voldoen aan het gestelde in artikel 3a, b, c en d van de deelverordening. 4. Jeugd- en overige onderafdelingen van instellingen komen eerst dan voor zelfstandig instandhoudingssubsidie in aanmerking als zij als zelfstandig rechtspersoon ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Leiden. Artikel 5: Subsidieplafond 1. De in deze deelverordening genoemde bedragen zijn richtbedragen. Het totale maximale subsidievolume voor de amateurkunst wordt jaarlijks door de Gemeenteraad vastgesteld. Dit totale subsidievolume kan niet overschreden worden. 2. Het totale subsidievolume zal jaarlijks verhoogd worden met een door de Gemeenteraad vast te stellen indexeringspercentage. 3. Overbestedingen van het beschikbare budget voor de amateurkunst als gevolg van de aan de hand van de in deze deelverordening beschikbaar gestelde subsidiebedragen zullen ten laste worden gebracht van de reserve Amateurkunst, onderbestedingen zullen ten gunste komen van de reserve Amateurkunst.

4. Indien de overbestedingen in een bepaald jaar tot een negatiefstand van de egalisatiereserve zouden leiden, zullen de beschikbaar gestelde subsidiebedragen in dat betreffende jaar zodanig naar rato worden aangepast dat de reserve een nulstand bereikt. 5. Bij de jaarlijkse vaststelling van het totale subsidievolume voor de amateurkunst zal een eventueel positief saldo van de egalisatiereserve niet betrokken te worden. HOOFDSTUK II INSTANDHOUDINGSSUBSIDIE Artikel 6: Bepalingen omtrent aanvraag en toekenning 1. De in hoofdstuk I genoemde instellingen dienen hun instandhoudingssubsidie elk jaar opnieuw aan te vragen. Daartoe wordt hen voor of uiterlijk op 1 januari het betreffende formulier door de dienst Cultuur en Educatie toegezonden. Met dien verstande dat wanneer het bedoelde formulier om welke reden dan ook niet wordt ontvangen, de verenigingen desondanks gehouden zijn het formulier, verkrijgbaar bij de dienst Cultuur en Educatie, voor of uiterlijk 1 maart van het betreffende jaar bij de dienst Cultuur en Educatie in te leveren. Met het aanvraagformulier voor instandhoudingssubsidie en jeugd(leden)subsidie moet ook de ledenlijst van de instelling, met als peildatum 1 januari van het betreffende jaar, worden meegezonden. De ledenlijst dient de NAW-gegevens (naam, adres en woonplaats) en de geboortedata te bevatten. 2. De instandhoudingssubsidie wordt binnen 12 weken na het in behandeling nemen van de aanvraag aan de betreffende instelling uitbetaald. 3. Indien aan het gestelde in lid 1 van dit artikel zonder overleg met de dienst Cultuur en Educatie van de gemeente Leiden niet is voldaan, vervalt in het betreffende jaar het recht op instandhoudingssubsidie. 4. De richtbedragen voor instandhoudingssubsidies in de periode 2007 tot en met 2009 voor de verschillende werkvormen bedragen: A. ORKESTEN: Een jaarlijkse bijdrage van 955,= voor reguliere volwassenenorkesten, 1.910,= voor jeugdorkesten en een percentage van 955,=, berekend naar rato van het aantal oefenweken per jaar, met een maximum van 32 weken per jaar, voor projectorkesten. B. HARMONIE- EN FANFARE, BRASSBANDS EN SHOWKORPSEN Voor muziekverenigingen een jaarlijkse bijdrage van 955,=, vermeerderd met een bijdrage van 12,90 per lid. Onder lid wordt verstaan een spelend lid en/of een lid van de bij de muziekvereniging behorende majorettegroep. C. KOREN Een jaarlijkse bijdrage van 852,= voor reguliere koren en een percentage van 852,=, berekend naar rato van het aantal oefenweken per jaar, met een maximum van 32 weken per jaar, voor projectkoren. D. OPERETTEGEZELSCHAPPEN Voor operettegezelschap Crescendo een jaarlijkse bijdrage van 1.941,=.

E. TONEELGEZELSCHAPPEN Een jaarlijkse bijdrage van 852,=. F. VOLKSDANSVERENIGINGEN Een jaarlijkse bijdrage van 852,=. G. MAJORETTENVERENIGINGEN Een basissubsidie van 335,= per jaar, vermeerderd met 12,90 per lid per jaar. H. DIVERSE MUZIEKGROEPEN (VTV/Centrum Club 58, Sempre Avanti) Een jaarlijkse bijdrage van 1.058,=. I. VERNIEUWENDE THEATERGROEPEN Een jaarlijkse bijdrage van 568,=. J. LEIDSE VIDEO- EN SMALFILM LIGA Een jaarlijkse bijdrage van 852,=. 5. Voor jeugdleden van instellingen wordt een aanvullende instandhoudingssubsidie beschikbaar gesteld van 25,80 per actief jeugdlid onder de 18 jaar, per jaar. De jeugdsubsidie dient te worden gebruikt voor extra activiteiten ten behoeve van de jeugdleden. De instellingen dienen jaarlijks door middel van een inhoudelijk en financieel verslag verantwoording af te leggen over de besteding van de jeugdsubsidie. Niet gebruik kunnen maken van de aanvullend instandhoudingssubsidie zijn de jeugdorkesten in categorie A. HOOFDSTUK III UITVOERINGSSUBSIDIE Artikel 7: Bepalingen omtrent de aanvraag 1. De in hoofdstuk I genoemde instellingen dienen hun uitvoeringssubsidie elk jaar opnieuw aan te vragen. Hiervoor moet een bij de dienst Cultuur en Educatie van de gemeente Leiden verkrijgbaar aanvraagformulier worden ingevuld, dat uiterlijk 1 maart van het betreffende jaar bij de dienst Cultuur en Educatie van de gemeente Leiden dient te zijn ingeleverd. 2. Gelijktijdig met het beschikbaar stellen van instandhoudingssubsidie zal jaarlijks een voorschot van 50% op het richtbedrag van de per werkvorm maximaal beschikbare uitvoeringssubsidie beschikbaar worden gesteld. 3. De uitvoeringssubsidie bedraagt 80% van het tekort van de activiteit(en) waarvoor het wordt toegekend met een richtbedrag van maximaal 1.626,= per kalenderjaar. Voor vernieuwende theatergroepen geldt een richtbedrag van maximaal 2.168,= per kalenderjaar. 4. Het tekort van de activiteit wordt gedefinieerd als het verschil tussen de aan de activiteit gerelateerde opbrengsten (zie artikel 9) en de subsidiabele uitgaven (zie artikel 10).

5. Een instelling kan voor meer dan één activiteit, dan wel voor meer dan één project een uitvoeringssubsidie aanvragen, maar de totaal te ontvangen uitvoeringssubsidie is nooit meer dan de hiervoor genoemde maximum richtbedragen. 6. Burgemeester en Wethouders kunnen in bijzondere, hieronder te noemen gevallen, het hiervoor genoemde maximum richtbedrag verhogen tot een richtbedrag van maximaal 2.814,=: a. in geval van uitvoeringen van oratoriumverenigingen of daaraan gelijk te stellen koren, waarvoor begeleiding door een beroepssymfonie-orkest en beroepssolisten (zangeressen/zangers) onontbeerlijk is; b. in geval van uitvoeringen van toneelverenigingen, als bedoeld in lid 4e van artikel 6 en van operettegezelschappen, als bedoeld in lid 4d van hetzelfde artikel, waarbij voor de regie een als zodanig geregistreerde beroepsregisseur is aangetrokken; c. in andere gevallen voorzover het deze verenigingen betreft, afzonderlijk te beoordelen door het College van B&W, gehoord hebbende de WAK. 7. Muziekverenigingen die aan een concours of festival deelnemen kunnen een uitvoeringssubsidie aanvragen. Het richtbedrag voor de uitvoeringssubsidie voor deelname aan een concours of festival bedraagt maximaal 335,=. 8. Operettegezelschap Crescendo kan voor de jaarlijkse uitvoering voor senioren een extra uitvoeringssubsidie aanvragen. Het richtbedrag voor de maximale subsidie voor deze uitvoering bedraagt 2.814,=. 9. Bij gebruik van de Stadsgehoorzaal en/of de Leidse Schouwburg door amateurverenigingen zullen de in dit artikel genoemde richtbedragen, bij wijze van aanvullende subsidie in de kosten van de huur, verhoogd worden met een richtbedrag van 516,= op de dag van de uitvoering alsmede de dag van de generale repetitie tot een richtbedrag van maximaal 1.549,= per jaar. 10. Verenigingen die aan een nationaal of internationaal concours deelnemen komen in aanmerking voor een subsidie van maximaal 516,-. Wanneer tijdens een dergelijk concours een eerder behaalde nationale of internationale titel moet worden verdedigd, bedraagt het te verlenen subsidie maximaal 1.033,-. 11. Instellingen die in verband met een jubileum extra activiteiten willen organiseren, kunnen in aanmerking voor een extra jubileum subsidie. Deze subsidie die maximaal 1.033,- bedraagt, wordt alleen toegekend bij kroonjaren, resp. bij een 25-, 50-, 75- en 100-jarig jubileum. Artikel 8: Bepalingen omtrent de toekenning 1. De instellingen waaraan een uitvoeringssubsidie is toegekend dienen verantwoording af te leggen over de besteding van de subsidie. Hiervoor moet een bij de dienst Cultuur en Educatie van de gemeente Leiden verkrijgbaar formulier Jaaropgaaf worden ingevuld, dat uiterlijk 1 maart van het jaar volgend op het subsidiejaar bij de dienst Cultuur en Educatie van de gemeente Leiden dient te zijn ingeleverd. 2. De definitief vastgestelde uitvoeringssubsidie zal, met aftrek van het voorschot, binnen 12 weken na het in behandeling nemen van de aanvraag, betaalbaar worden gesteld c.q. worden

verrekend met de dan beschikbaar te stellen instandhoudingssubsidie en/of voorschot uitvoeringssubsidie. 3. Ook in die gevallen waarin de organisatie wegens het positief sluiten van de begroting geen beroep zal doen op gemeentelijke uitvoeringssubsidie, doch wel verplicht is jaarlijks een uitvoering in het openbaar op Leids grondgebied te verzorgen, dient in de jaaropgaaf verantwoording te worden afgelegd met betrekking tot de door de organisatie gerealiseerde uitvoering(en). Artikel 9: Bepalingen omtrent de te verantwoorden inkomsten 1. Op de jaaropgaafformulieren voor uitvoeringssubsidie zijn de categorieën inkomsten en uitgaven vermeld op basis waarvan Burgemeester en Wethouders van Leiden de hoogte van de uitvoeringssubsidie vaststellen. 2. De op te nemen inkomsten zijn: a. de inkomsten uit de verkoop van plaatsbewijzen, abonnementen, programmablad e.d.; b. donateursinkomsten, voor zover deze kunnen worden beschouwd als betaling van entreegeld voor optredens; c. uitkoopsommen gedurende een periode tot één jaar na de première; d. overige subsidies en bijdragen, direct verband houdende met het optreden. 3. Niet tot de inkomsten worden gerekend de opbrengst van verlotingen, tombola s en overige subsidies en bijdragen die niet direct verband houden met het optreden. Deze inkomsten dienen echter wel in de jaaropgaafformulieren te worden vermeld. Artikel 10: Bepalingen omtrent de subsidiabele uitgaven 1. Subsidiabele uitgaven zijn de binnen redelijke grenzen te maken kosten van: a. zaalhuur (inclusief generale repetitie), plus extra's, zoals suppoosten, pianohuur, kaartverkoop; b. zaalversiering; c. (voor koren) medewerking van een begeleidend orkest en solisten (inclusief belasting en sociale premies), voor zover die medewerking gezien de aard van de uit te voeren werken noodzakelijk is; d. (voor koren en orkesten) honorarium van de eigen dirigent op de avond van de uitvoering en de generale repetitie, waarbij als maximum geldt een bedrag van 1.239,=; e. programmablad, affiches, uitnodigingen; f. (huur) decor, rekwisieten en kleding (echter niet de kleding voor de koren); g. huur van audio-visuele apparatuur, aanschaf van beeld- en/of geluidsdragers en kosten verbonden met opname en montage; h. (huur) bladmuziek, teksten, kosten arrangementen, mits speciaal voor het concert of de voorstelling waarvoor uitvoeringssubsidie is gevraagd, aangeschaft of gehuurd; i. verzekeringspremies; j. vervoer van instrumenten, decors etc. en van vervoer van orkestleden bij koorbegeleiding; k. (voor toneel- en operettegezelschappen) een beroepsregisseur, tot een maximum van 1.239,=;

l. grimeerkosten; m. Bumarechten en auteursrechten. 2. Burgemeester en Wethouders kunnen andere op de uitvoering betrekking hebbende uitgaven subsidiabel verklaren, met dien verstande, dat in elk geval niet worden vergoed: a. de afschrijving op uniformen, kleding en instrumenten die tot de vaste uitrusting van het gezelschap behoren; b. de kosten van de feestelijkheden na afloop van de activiteit; c. de consumpties van de leden-medewerkenden en genodigden; HOOFDSTUK IV AANVULLENDE EN SLOTBEPALINGEN Artikel 11: Aanvullende Bepalingen 1. Indien blijkt dat bij twee of meer instellingen binnen een werkvorm voor een belangrijk deel dezelfde deelnemers zijn betrokken en de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd in hoge mate met elkaar overeenkomen, kunnen Burgemeester en Wethouders van Leiden bepalen, dat de betreffende instellingen gezamenlijk slechts éénmaal gebruik maken van de in de deelverordening genoemde subsidiemogelijkheden. 2. Burgemeester en Wethouders van Leiden kunnen, indien achteraf blijkt dat een subsidie ten onrechte is toegekend, het toekenningsbesluit intrekken en het betreffende subsidiebedrag terugvorderen. 3. Burgemeester en Wethouders van Leiden kunnen een of meer bepalingen van deze deelverordening, waarin voorwaarden en/of verplichtingen aan instellingen worden opgelegd, in incidentele gevallen, na overleg met de WAK, niet van toepassing verklaren. Indien Burgemeester en Wethouders van Leiden van deze bevoegdheid gebruik maken, doen zij hiervan gemotiveerd schriftelijk mededeling aan de betreffende instelling. 4. Een instelling die voornemens is zich in de loop van het boekjaar op te heffen en/of zijn activiteiten niet voort te zetten, dient Burgemeester en Wethouders van Leiden onmiddellijk van deze voornemens schriftelijk op de hoogte te stellen. Een dergelijke instelling wordt dan in afwijking van Hoofdstuk I niet meer beschouwd als toegelaten tot de deelverordening. 5. Wanneer zou blijken dat een vereniging op grond van het niet of onvoldoende nakomen van de bepalingen in deze deelverordening niet in aanmerking komt voor een subsidie in het betreffende jaar dan zal de vereniging gedurende het restant van de driejarige looptijd van de deelverordening toch als een toegelaten instelling worden beschouwd, tenzij de WAK, gevraagd of ongevraagd, zou adviseren om de toelating tussentijds op te heffen. De gemeente behoudt zich daarbij het recht voor niet gebruikte of ten onrechte gebruikte subsidiegelden terug te vorderen. Artikel 12: Slotbepalingen 1. Deze deelverordening kan worden aangehaald als 'Deelverordening Amateurkunst Subsidies'.

2. De deelverordening heeft een looptijd van twee jaren, van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2008. De looptijd van de deelverordening is onder voorbehoud van tussentijdse wijzigingen voortvloeiende uit wijzigingen in de Algemene Subsidieverordening van de Gemeente Leiden. Gedaan ter openbare vergadering van de Griffier, de Voorzitter, Initiatiefvoorstel Leidse Werkbrigade 2007 Nr. : 07.0043 Fractie : PvdA e.a. Leiden, 21 maart 2007. De eerste Leidse Werkbrigade was een groot succes. In 2006 hebben 15 jongeren, die een binding hebben met Leiden, intensief kennis kunnen maken met zusterstad Buffalo City. Zij hebben een paviljoen en een speeltuin van een kinderhuis voor AIDS-wezen in King Williams Town (een van de agglomeraties binnen de gemeente Buffalo City) opgeknapt en een nieuw leslokaal en nieuwe speeltuin neer kunnen zetten. De Leidse Werkbrigade 2006 heeft meer kunnen bereiken dan de initiatiefnemers en de deelnemers zelf voor mogelijk hadden gehouden. Nu de brigadiers terug zijn in Nederland geven ze nog wekelijks presentaties over hun werk. Ze werven donateurs en sponsoren en selecteren een nieuwe werkbrigade. Een nieuwe werkbrigade, want het werk is nog niet af. Het kinderhuis bestaat uit vijf paviljoens, die alle aan een opknapbeurt toe zijn. Met één gezellige en gezonde groepswoning is het werk dus nog niet voltooid. Bovendien is het wenselijk meer Leidse jongeren via dit project de blik te laten verbreden en hen kennis te laten maken met de stedenbanden. Zo wordt ook blijvend aan meer draagvlak voor de stedenbanden gewerkt. Sponsoren en donateurs Het vinden van voldoende sponsoren en donateurs om de Leidse Werkbrigade 2007 mogelijk te maken is niet eenvoudig. Het gaat in totaal om een bedrag van ruim 48.000. Vorig jaar werd het project voor een groot deel ( 36.000) gesubsidieerd door het Xplore programma van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Deze subsidie kan echter slechts voor een en hetzelfde project eenmalig worden aangevraagd. Hoewel de Leidse Werkbrigade al tientallen sponsoren bereid heeft gevonden bedragen ter beschikking te stellen (er is al ruim 22.000 gestort), is een vloeiende overgang van grotendeels gesubsidieerd naar helemaal niet gesubsidieerd noodzakelijk. Er wordt nu een bestand aan sponsoren en donateurs opgebouwd, dat volgend jaar verder uitgebouwd kan worden. Voor 2007 is echter een eenmalige bijdrage van de gemeente onontbeerlijk. Budget incidentele vrije ruimte Raad De Leidse Werkbrigade voldoet aan de spelregels van het budget incidentele vrije ruimte Raad (RV 07.008). Het project wordt binnen Leiden en de regio breed gesteund. Tientallen particulieren en bedrijven hebben al een financiële bijdrage of bijdragen in natura overgemaakt. Er zullen er nog velen volgen.

De Stichting Stedenband Leiden Buffalo City heeft onlangs in een brief aan de Raad aangegeven te weinig middelen te hebben voor alle activiteiten binnen de stedenband. Het College heeft tijdens de begrotingsbehandeling aangegeven geen ruimte te zien dit project met gemeentelijke middelen te ondersteunen. Alternatieve budgetten om dit project mee te steunen zijn dus niet voorhanden. Het werk van de Leidse Werkbrigade zal een meerjarig effect hebben. Het kinderhuis blijft nog jaren staan, het enthousiasme voor de stedenband zal bij brigadiers, sponsoren, donateurs en lezers van lokale media niet zomaar verdwijnen. Bovendien zal de Werkbrigade 2007 de Werkbrigade 2008 mogelijk maken.

Dit alles overwegende stellen wij uw Raad voor het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen. Namens de fracties van: PvdA (Hilde Jansen) SP (Han Dirks) GL (Rianne Becht) D66 (Paul van Meenen) LL (Daan Sloos) De Raad van de gemeente Leiden; Gezien het voorstel van de fracties van (raadsvoorstelnummer 07.0043 van 2007) en conform de spelregels besteding budget incidentele vrije ruimte Raad (RV 07.0008); BESLUIT: 1. voor het jaar 2007 eenmalig een bedrag beschikbaar te stellen van 10.000 euro uit het budget incidentele vrije ruimte Raad van 250.000 euro; 2. het college te verzoeken de bijbehorende begrotingswijziging te ontwerpen; Gedaan ter openbare vergadering van 15 mei 2007 de Griffier, de Voorzitter, BW070422 Initiatiefvoorstel Leidse Werkbrigade 2007 Nr. : 07.0043 Fractie : PvdA e.a. Leiden, 21 maart 2007. De eerste Leidse Werkbrigade was een groot succes. In 2006 hebben 15 jongeren, die een binding hebben met Leiden, intensief kennis kunnen maken met zusterstad Buffalo City. Zij hebben een paviljoen en een speeltuin van een kinderhuis voor AIDS-wezen in King Williams Town (een van de agglomeraties binnen de gemeente Buffalo City) opgeknapt en een nieuw leslokaal en nieuwe speeltuin neer kunnen zetten. De Leidse Werkbrigade 2006 heeft meer kunnen bereiken dan de initiatiefnemers en de deelnemers zelf voor mogelijk hadden gehouden. Nu de brigadiers terug zijn in Nederland geven ze nog wekelijks presentaties over hun werk. Ze werven donateurs en sponsoren en selecteren een nieuwe werkbrigade. Een nieuwe werkbrigade, want het werk is nog niet af. Het kinderhuis bestaat uit vijf paviljoens, die alle aan een opknapbeurt toe

zijn. Met één gezellige en gezonde groepswoning is het werk dus nog niet voltooid. Bovendien is het wenselijk meer Leidse jongeren via dit project de blik te laten verbreden en hen kennis te laten maken met de stedenbanden. Zo wordt ook blijvend aan meer draagvlak voor de stedenbanden gewerkt. Sponsoren en donateurs Het vinden van voldoende sponsoren en donateurs om de Leidse Werkbrigade 2007 mogelijk te maken is niet eenvoudig. Het gaat in totaal om een bedrag van ruim 48.000. Vorig jaar werd het project voor een groot deel ( 36.000) gesubsidieerd door het Xplore programma van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Deze subsidie kan echter slechts voor een en hetzelfde project eenmalig worden aangevraagd. Hoewel de Leidse Werkbrigade al tientallen sponsoren bereid heeft gevonden bedragen ter beschikking te stellen (er is al ruim 22.000 gestort), is een vloeiende overgang van grotendeels gesubsidieerd naar helemaal niet gesubsidieerd noodzakelijk. Er wordt nu een bestand aan sponsoren en donateurs opgebouwd, dat volgend jaar verder uitgebouwd kan worden. Voor 2007 is echter een eenmalige bijdrage van de gemeente onontbeerlijk. Budget incidentele vrije ruimte Raad De Leidse Werkbrigade voldoet aan de spelregels van het budget incidentele vrije ruimte Raad (RV 07.008). Het project wordt binnen Leiden en de regio breed gesteund. Tientallen particulieren en bedrijven hebben al een financiële bijdrage of bijdragen in natura overgemaakt. Er zullen er nog velen volgen. De Stichting Stedenband Leiden Buffalo City heeft onlangs in een brief aan de Raad aangegeven te weinig middelen te hebben voor alle activiteiten binnen de stedenband. Het College heeft tijdens de begrotingsbehandeling aangegeven geen ruimte te zien dit project met gemeentelijke middelen te ondersteunen. Alternatieve budgetten om dit project mee te steunen zijn dus niet voorhanden. Het werk van de Leidse Werkbrigade zal een meerjarig effect hebben. Het kinderhuis blijft nog jaren staan, het enthousiasme voor de stedenband zal bij brigadiers, sponsoren, donateurs en lezers van lokale media niet zomaar verdwijnen. Bovendien zal de Werkbrigade 2007 de Werkbrigade 2008 mogelijk maken.

Dit alles overwegende stellen wij uw Raad voor het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen. Namens de fracties van: PvdA (Hilde Jansen) SP (Han Dirks) GL (Rianne Becht) D66 (Paul van Meenen) LL (Daan Sloos) De Raad van de gemeente Leiden; Gezien het voorstel van de fracties van (raadsvoorstelnummer 07.0043 van 2007) en conform de spelregels besteding budget incidentele vrije ruimte Raad (RV 07.0008); BESLUIT: 1. voor het jaar 2007 eenmalig een bedrag beschikbaar te stellen van 10.000 euro uit het budget incidentele vrije ruimte Raad van 250.000 euro; 2. het college te verzoeken de bijbehorende begrotingswijziging te ontwerpen; Gedaan ter openbare vergadering van 15 mei 2007 de Griffier, de Voorzitter, Dit voorstel is ongewijzigd vastgesteld in de vergadering van 15 mei 2007

Raadsaanbiedingsformulier Rv nr. Opsteller Naam: Bert Kienjet Dienst: C&E Telefoon: 5165335 Verantwoordelijk portef.houder: Paul Jonas B&W-besluit d.d: 24-4-2007 Meningsvormend X Besluitvormend Informatief (t.k.n.) Naam Programma + onderdeel: Sport, Cultuur en Recreatie - Cultuur Onderwerp: Deelverordening Amateurkunst Subsidies 2007-2008 Voorgenomen besluit: Bijgevoegde, op deelnemende verenigingen (zeven erbij, vier eraf), subsidiebedragen (indexering met 3,25 %) en looptijd (2 in plaats van 3 jaar) geactualiseerde, Deelverordening Amateurkunst Subsidies 2007-2008, en daarmee de subsidieverstrekking t.b.v. de amateurkunst in Leiden, vast te stellen. INHOUD Aanleiding: Elke drie jaar wordt de Deelverordening Amateurkunst Subsidies (DAS) in overleg met de amateurkunstsector in Leiden geëvalueerd en in geactualiseerde vorm wederom vastgesteld. Omdat er gemeentebreed gestreefd wordt naar deregulering is onderzocht of deze deelverordening mogelijkheden biedt tot vereenvoudiging van de regelgeving. Dat is zonder verlies van de kwaliteit van de DAS niet mogelijk. Om niettemin de vinger aan de pols te houden en de mogelijkheid open te houden om wijzigingen snel door te voeren is er voor gekozen om de looptijd van de DAS te verkorten tot 2 jaar. In overleg met de Werkgroep Amateur Kunst (WAK), de overkoepelende belangenbehartiger van de Leidse amateurkunstsector, is geconcludeerd dat de DAS de afgelopen drie jaar naar volle tevredenheid van zowel de amateurkunstsector als de gemeente gefunctioneerd heeft. Overeengekomen werd om behalve de mutaties in de deelnemende verenigingen (zeven erbij, vier eraf), de indexering van de subsidiebedragen (totaal 3,25 % over de jaren 2005, 2006 en 2007) en de looptijd geen verdere wijzigingen aan te brengen. Op 30 januari is de nieuwe DAS door het College vastgesteld voor inspraak. Er zijn geen inspraakreacties binnengekomen. Doel: Florerende amateuristische kunstbeoefening in Leiden Kader:

n.v.t. Overwegingen: n.v.t. Procedure: n.v.t. Financiën: n.v.t. Bijgevoegde informatie: 1. Deelverordening Amateurkunst Subsidies 2007-2008 2. Notitie Vereenvoudiging Deelverordening Amateurkunst Subsidies OVERIGEN Communicatie: De amateurkunstverenigingen worden door de WAK geïnformeerd Evaluatie: Over twee jaar In te vullen door de griffie: Raadsbesluit Raadsvoorstelnr. Onderwerp: De raad van de gemeente Leiden, Besluit: 1. 2. 3. 4. Gedaan in de openbare raadsvergadering van Voorzitter raad, griffier, Advies van de commissie is: Het besluit van de raad is: Aanvaarde moties/amendementen:

Hamerstuk Hamerstuk met stemverklaring van de fracties van Ongewijzigd aanvaard Gewijzigd aanvaard Verworpen Kort bespreekpunt Uitgebreide discussie

B&W.nr. 07.0422 d.d. 24-04-2007 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Deelverordening Amateurkunst Subsidies 2007-2008 BESLUITEN Behoudens advies van de commissie SZC 1. te constateren dat er binnen de daarvoor vastgestelde termijn geen reacties binnen zijn gekomen op de voor inspraak vastgestelde Deelverordening Amateurkunst Subsidies 2007-2008; 2. de Raad voor te stellen om bijgevoegde, op deelnemende verenigingen (zeven erbij, vier eraf), subsidiebedragen (indexering met 3,25 %) en looptijd (2 in plaats van 3 jaar) geactualiseerde, Deelverordening Amateurkunst Subsidies 2007-2008, en daarmee de subsidieverstrekking t.b.v. de amateurkunst in Leiden, vast te stellen. - Samenvatting (verschijnt in persbriefing) Elke drie jaar wordt de Deelverordening Amateurkunst Subsidies (DAS) in overleg met de amateurkunstsector in Leiden geëvalueerd en in aangepaste vorm wederom vastgesteld. Omdat er gemeentebreed gestreefd wordt naar deregulering is onderzocht of deze deelverordening mogelijkheden biedt tot vereenvoudiging van de regelgeving. Dat is zonder verlies van de kwaliteit van de DAS niet mogelijk. Om niettemin de vinger aan de pols te houden en de mogelijkheid open te houden om wijzigingen snel door te voeren is er voor gekozen om de looptijd van de DAS te verkorten tot 2 jaar. De aanpassingen betreffen verder de mutaties in de deelnemende verenigingen en de indexering van de subsidiebedragen.

DEELVERORDENING AMATEURKUNST SUBSIDIES 2007-2008 INLEIDING In de Deelverordening Amateurkunst Subsidies wordt de subsidieverstrekking ten behoeve van de amateurkunst in Leiden geregeld. De amateurkunst subsidie is bestemd voor het instandhouden van Leidse amateurkunstinstellingen en het bevorderen van activiteiten door bij die instellingen aangesloten amateurkunstenaars. De inhoud van de deelverordening is als volgt: Hoofdstuk I, definities en algemene bepalingen Artikel 1, begrippen Artikel 2, toelating Artikel 3, nadere bepalingen omtrent toelating en subsidiëring Artikel 4, subsidiemogelijkheden van nog niet tot de deelverordening toegelaten instellingen Artikel 5, subsidieplafond Hoofdstuk II, instandhoudingssubsidie Artikel 6, bepalingen omtrent aanvraag en toekenning Hoofdstuk III, uitvoeringssubsidie Artikel 7, bepalingen omtrent de aanvraag Artikel 8, bepalingen omtrent de toekenning Artikel 9, bepalingen omtrent de te verantwoorden inkomsten Artikel 10, bepalingen omtrent de subsidiabele uitgaven Hoofdstuk IV, aanvullende en slotbepalingen Artikel 11, aanvullende bepalingen Artikel 12, slotbepalingen HOOFDSTUK I DEFINITIES EN ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1: Begrippen Voor de toepassing van deze deelverordening wordt verstaan onder: amateurkunst: het beoefenen van kunst in zijn verschillende uitingsvormen, in groepsverband en op niet professionele basis; dit impliceert dat de deelnemers uit hoofde van deze activiteit geen presentiegeld of andere vergoedingen anders dan een onkostenvergoeding op declaratiebasis ontvangen; Werkgroep Amateurkunst (WAK): de Leidse koepelorganisatie ten dienste van de sector amateurkunst; instelling: een in Leiden gevestigde vereniging, stichting of groep personen die zich, blijkens de statuten en feitelijke werkzaamheden, de amateurkunst ten doel stelt;

werkvormoverleg: een organisatie die optreedt als representatief overlegorgaan en belangenbehartiger voor bij haar aangesloten instellingen in één of meer werkvormen van de amateurkunst; deelnemer: aan een instelling op het gebied van de amateurkunst, verbonden natuurlijk persoon, die door een contributiebijdrage en door deelname aan activiteiten zich aan de instelling verbindt; werkvormen: de verschillende verschijningsvormen van de amateurkunst; instandhoudingssubsidie: een per werkvorm vastgestelde algemene subsidie ter tegemoetkoming in de vaste lasten van een instelling; jeugd(leden)subsidie: extra instandhoudingssubsidie voor (jeugd)leden van instellingen; uitvoeringssubsidie: subsidie in (een deel van) het nader gespecificeerde tekort van door de instellingen gehouden openbare optredens.; huurkostensubsidie: extra uitvoeringssubsidie voor optredens in de Stadsgehoorzaal of de Leidse Schouwburg. aanmoedigingssubsidie: een incidentele subsidie ter tegemoetkoming van de vaste lasten dan wel kosten voor een uitvoering van een instelling die nog niet tot de deelverordening is toegelaten. openbaar optreden: een optreden op Leids grondgebied dat al dan niet tegen betaling voor iedereen toegankelijk is en dat als zodanig van te voren publiekelijk wordt aangekondigd. richtbedrag: standaard subsidiebedrag waarop op grond van dreigende overschrijding van het subsidieplafond een korting kan worden toegepast. egalisatiereserve: financiële reserve waaruit kan worden geput indien korting van de richtbedragen plaatsvindt. Artikel 2: Toelating 1. Bij de inwerkingtreding van deze deelverordening worden geacht tot de regelingen voor instandhoudings- en uitvoeringssubsidie als bedoeld in deze deelverordening te zijn toegelaten: A. ORKESTEN Frits Landesbergen Big Band, Leiden Sinfonietta, Klarinetensemble Lignum Leiden/Stichting de Grenzeloze Klarinet, Toonkunstorkest Leiden, Blokfluitensemble Praetorius, Zigeunerorkest Csárdás B. HARMONIE, (DRUM)FANFARES, BRASSBAND, SHOWKORPSEN Drumfanfare Amigo Leiden, Con Fuoco Drum & Bugle Corps, Concordia, De Burcht, Drumfanfare FBL, K & G, Leidse Harmoniekapel, Nieuw Leven, Trommelgroep West Nederland, Werkmans Wilskracht

C. KOREN Arnold Schönberg Kamerkoor, C.O.V. Con Amore, Stichting Couleur Vocale, C.O.V. Ex Animo, Kamerkoor Akkoord, Stichting Capella Vocale, Eurokoor Nederland, Kamerkoor Hathor, Interkerkelijk Gospelkoor Dabar, Leiden English Choir, Kamerkoor Het Zingend Hart, Leids Vocaal Ensemble, Kamerkoor Lingua Musica, Leids Projectkoor, Klein Leids Liederen Koor, Schola Gregoriana Leithonensis, Toonkunstkoor Leiden e.o., Viswijvenkoor, R.C.M. Vox Humana, William Byrd Vocaal Ensemble D. TONEELGEZELSCHAPPEN Theatergroep Paradox (onder voorbehoud van advies WAK), Toneelgroep Imperium, Litteris Sacrum, Ploef, Timdelerclub, Tot Ieders Genoegen, Toneelfabriek, Toneelvereniging Al Dente. Stichting Triade Musical Productions E. OPERETTEGEZELSCHAPPEN Crescendo F. VOLKSDANSVERENIGINGEN FETA, Oud Poelgeest G. MAJORETTENVERENIGINGEN Heavy Metol, The Kopergirls, Ons Buiten, H. VERNIEUWENDE THEATERGROEPEN Kindertheater Splinter, Ins Blau, Kindertoneelgroep Pats (onder voorbehoud van advies WAK), PLOT, Toch Theater, I. FOTO-, FILM- EN VIDEOVERENIGINGEN Leidse Video en Smalfilm Liga, L.A.F.V. J. DIVERSE MUZIEKGROEPEN VTV/Centrum Club 58, Sempre Avanti 3. Voor de geldingsduur van deze deelverordening hebben de volgende, niet in lid 1 van dit artikel opgenomen, instellingen de mogelijkheid om bij Burgemeester en Wethouders van Leiden uitvoeringssubsidie aan te vragen: Collegium Musicum, de Leidse Amateurfotografen Vereniging en het Comité Leidse Korendag voor Ouderen. 3. Burgemeester en Wethouders van Leiden kunnen, wanneer zich een instelling aanmeldt voor toelating tot de deelverordening, onverlet de geldigheidsduur van de deelverordening, gehoord het advies van de WAK, besluiten de aanvrager tot de deelverordening toe te laten. Hierbij gelden de volgende criteria. De instelling dient: a. Rechtspersoonlijkheid bezitten en als zodanig ingeschreven te zijn bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Leiden. b. De toegelaten verenigingen worden geacht aangesloten te zijn bij de WAK. c. Een minimaal aantal deelnemers hebben van: 6 deelnemers voor toneelverenigingen; 16 deelnemers voor koren; 20 deelnemers voor harmoniekorpsen, drumfanfares en brassbands; 8 deelnemers voor drumbands; 15 deelnemers voor orkesten; 18 deelnemers voor operetteverenigingen; 10 deelnemers voor volksdansverenigingen (demonstratiegroepen); 25 deelnemers voor volksdansverenigingen (overige); 3 deelnemers voor vernieuwende theatergroepen; 13 deelnemers voor majoretteverenigingen; 10 deelnemers voor foto-, video- en popmuzikantenverenigingen.

d. Haar oefenruimte binnen het grondgebied van de gemeente Leiden hebben. e. Bij voorkeur minimaal één maal per jaar doch tenminste één maal per twee jaar in het openbaar op te treden, door middel van een uit de werkvorm voortvloeiende wijze van uitvoeren. f. In het geval zij muziekvereniging is, zoals genoemd in artikel 2, 1B, minimaal één maal per jaar in het openbaar op te treden. g. Gedurende een periode van tenminste drie jaar door de uitvoering van activiteiten en het in stand houden van een organisatie haar bestaansrecht te hebben bewezen. Artikel 3: Nadere bepalingen omtrent toelating en subsidiëring 3. Niet voor subsidiëring in het kader van de deelverordening komen in aanmerking: kerkkoren, onder studentenorganisaties vallende instellingen en instellingen waarvan de financiële ondersteuning behoort tot de zorg van overheden, waaronder de gemeente Leiden, de Universiteit Leiden en/of van het bedrijfsleven. 4. De in de hoofdstukken II, III en IV genoemde werkvormen en richtbedragen worden elke twee of drie jaar geëvalueerd en, na overleg met de WAK, in al dan niet aangepaste vorm, opnieuw voor een periode van twee of drie jaar vastgesteld. 3. Op grond van de jaarlijkse subsidie-afrekeningen en aanvragen van de toegelaten instellingen zal jaarlijks worden beoordeeld of deze instellingen hebben voldaan c.q. voldoen aan de bepalingen van deze Deelverordening. Deze beoordeling vindt plaats door de Dienst Cultuur en Educatie en wordt schriftelijk ter kennis gebracht van de WAK, vergezeld van een overzicht van verstrekte instandhoudings- en uitvoeringssubsidies en de egalisatiereserve. 4. Wanneer de gemeente aanleiding ziet om op grond van het niet of onvoldoende nakomen van de bepalingen uit deze deelverordening het subsidie voor een bepaalde instellingen te beëindigen of te verminderen, zal alvorens daartoe te besluiten, de WAK worden gehoord. 5. Instellingen die tot de deelverordening zijn toegelaten hebben recht op instandhoudingssubsidie (incl. jeugdledensubsidie) en uitvoeringssubsidie (incl. huurkostensubsidie) zoals omschreven in deze deelverordening. Artikel 4: Subsidiemogelijkheden van nog niet tot de deelverordening toegelaten instellingen 4. Aan een instelling die zich heeft aangemeld voor toelating tot de deelverordening, maar die nog niet voldoet aan voorwaarden van artikel 2 lid 3, kan door Burgemeester en Wethouders van Leiden, gehoord het advies van de WAK, binnen de in Hoofdstuk II opgenomen richtbedragen en subsidiebepalingen voor instandhoudingssubsidies, een aanmoedigingssubsidie worden toegekend. 5. Aan een niet tot de deelverordening toegelaten instelling die voor een eenmalige openbare activiteit een subsidie aanvraagt kan door Burgemeester en Wethouders van Leiden een aanmoedigingssubsidie in het tekort van de kosten van de activiteit worden verstrekt, binnen de normbedragen en subsidiebepalingen vastgelegd in hoofdstuk III worden vastgesteld. 6. Voor het toekennen van de in lid 1 en lid 2 genoemde subsidies dient een instelling te voldoen aan het gestelde in artikel 3a, b, c en d van de deelverordening.

4. Jeugd- en overige onderafdelingen van instellingen komen eerst dan voor zelfstandig instandhoudingssubsidie in aanmerking als zij als zelfstandig rechtspersoon ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Leiden. Artikel 5: Subsidieplafond 6. De in deze deelverordening genoemde bedragen zijn richtbedragen. Het totale maximale subsidievolume voor de amateurkunst wordt jaarlijks door de Gemeenteraad vastgesteld. Dit totale subsidievolume kan niet overschreden worden. 7. Het totale subsidievolume zal jaarlijks verhoogd worden met een door de Gemeenteraad vast te stellen indexeringspercentage. 8. Overbestedingen van het beschikbare budget voor de amateurkunst als gevolg van de aan de hand van de in deze deelverordening beschikbaar gestelde subsidiebedragen zullen ten laste worden gebracht van de reserve Amateurkunst, onderbestedingen zullen ten gunste komen van de reserve Amateurkunst. 9. Indien de overbestedingen in een bepaald jaar tot een negatiefstand van de egalisatiereserve zouden leiden, zullen de beschikbaar gestelde subsidiebedragen in dat betreffende jaar zodanig naar rato worden aangepast dat de reserve een nulstand bereikt. 10. Bij de jaarlijkse vaststelling van het totale subsidievolume voor de amateurkunst zal een eventueel positief saldo van de egalisatiereserve niet betrokken te worden. HOOFDSTUK II INSTANDHOUDINGSSUBSIDIE Artikel 6: Bepalingen omtrent aanvraag en toekenning 1. De in hoofdstuk I genoemde instellingen dienen hun instandhoudingssubsidie elk jaar opnieuw aan te vragen. Daartoe wordt hen voor of uiterlijk op 1 januari het betreffende formulier door de dienst Cultuur en Educatie toegezonden. Met dien verstande dat wanneer het bedoelde formulier om welke reden dan ook niet wordt ontvangen, de verenigingen desondanks gehouden zijn het formulier, verkrijgbaar bij de dienst Cultuur en Educatie, voor of uiterlijk 1 maart van het betreffende jaar bij de dienst Cultuur en Educatie in te leveren. Met het aanvraagformulier voor instandhoudingssubsidie en jeugd(leden)subsidie moet ook de ledenlijst van de instelling, met als peildatum 1 januari van het betreffende jaar, worden meegezonden. De ledenlijst dient de NAW-gegevens (naam, adres en woonplaats) en de geboortedata te bevatten. 2. De instandhoudingssubsidie wordt binnen 12 weken na het in behandeling nemen van de aanvraag aan de betreffende instelling uitbetaald. 3. Indien aan het gestelde in lid 1 van dit artikel zonder overleg met de dienst Cultuur en Educatie van de gemeente Leiden niet is voldaan, vervalt in het betreffende jaar het recht op instandhoudingssubsidie.

4. De richtbedragen voor instandhoudingssubsidies in de periode 2007 tot en met 2009 voor de verschillende werkvormen bedragen: A. ORKESTEN: Een jaarlijkse bijdrage van 955,= voor reguliere volwassenenorkesten, 1.910,= voor jeugdorkesten en een percentage van 955,=, berekend naar rato van het aantal oefenweken per jaar, met een maximum van 32 weken per jaar, voor projectorkesten. B. HARMONIE- EN FANFARE, BRASSBANDS EN SHOWKORPSEN Voor muziekverenigingen een jaarlijkse bijdrage van 955,=, vermeerderd met een bijdrage van 12,90 per lid. Onder lid wordt verstaan een spelend lid en/of een lid van de bij de muziekvereniging behorende majorettegroep. C. KOREN Een jaarlijkse bijdrage van 852,= voor reguliere koren en een percentage van 852,=, berekend naar rato van het aantal oefenweken per jaar, met een maximum van 32 weken per jaar, voor projectkoren. D. OPERETTEGEZELSCHAPPEN Voor operettegezelschap Crescendo een jaarlijkse bijdrage van 1.941,=. E. TONEELGEZELSCHAPPEN Een jaarlijkse bijdrage van 852,=. F. VOLKSDANSVERENIGINGEN Een jaarlijkse bijdrage van 852,=. G. MAJORETTENVERENIGINGEN Een basissubsidie van 335,= per jaar, vermeerderd met 12,90 per lid per jaar. H. DIVERSE MUZIEKGROEPEN (VTV/Centrum Club 58, Sempre Avanti) Een jaarlijkse bijdrage van 1.058,=. I. VERNIEUWENDE THEATERGROEPEN Een jaarlijkse bijdrage van 568,=. J. LEIDSE VIDEO- EN SMALFILM LIGA Een jaarlijkse bijdrage van 852,=. 5. Voor jeugdleden van instellingen wordt een aanvullende instandhoudingssubsidie beschikbaar gesteld van 25,80 per actief jeugdlid onder de 18 jaar, per jaar. De jeugdsubsidie dient te worden gebruikt voor extra activiteiten ten behoeve van de jeugdleden. De instellingen dienen jaarlijks door middel van een inhoudelijk en financieel verslag verantwoording af te leggen over de besteding van de jeugdsubsidie. Niet gebruik kunnen maken van de aanvullend instandhoudingssubsidie zijn de jeugdorkesten in categorie A. HOOFDSTUK III UITVOERINGSSUBSIDIE Artikel 7: Bepalingen omtrent de aanvraag 1. De in hoofdstuk I genoemde instellingen dienen hun uitvoeringssubsidie elk jaar opnieuw aan te vragen. Hiervoor moet een bij de dienst Cultuur en Educatie van de gemeente Leiden verkrijgbaar aanvraagformulier worden ingevuld, dat uiterlijk 1 maart van het betreffende jaar bij de dienst Cultuur en Educatie van de gemeente Leiden dient te zijn ingeleverd. 5. Gelijktijdig met het beschikbaar stellen van instandhoudingssubsidie zal jaarlijks een voorschot van 50% op het richtbedrag van de per werkvorm maximaal beschikbare uitvoeringssubsidie beschikbaar worden gesteld.