DUALISME René Descartes (1596-1650)
HET CORPUSCULAIRE WERELDBEELD Galileo Galilei (veroordeling 1633 vanwege Dialogen) Descartes - Le Monde (voltooid in 1633)
HET CORPUSCULAIRE WERELDBEELD PRIMAIRE QUALITEITEN Uitgebreidheid Vorm Getal Beweging (Solidity - Locke)
HET CORPUSCULAIRE WERELDBEELD SECUNDAIRE QUALITEITEN Geuren Kleuren Smaak
DE METAFYSISCHE MEDITATIES MEDITATIE I Methodologische twijfel
DE METAFYSISCHE MEDITATIE II MEDITATIES Cogito, ergo sum. Zintuiglijke prikkeling en waarneming (blokje was) Theoriegeladenheid van de waarneming Ik ben een denkend ding (res cogitans)
DE METAFYSISCHE MEDITATIE III MEDITATIES Het bestaan van God Esse obiective versus esse formale In de oorzaak moet evenveel realiteit zijn als in het gevolg God is oneindig, eeuwig onveranderlijk, onafhankelijk, schepper van alles. Deze ideeën komen niet van mij. Ze zijn wel reëel, dus komen ze van god. Ergo god bestaat
Esse obiective versus esse formale Voorbeelden Gedachte over Bloomsday Objectieve tijd van gedachte(idee): 16 juni 1904 Formele tijd: 15 september 2010
Esse obiective versus esse Voorbeelden formale Gedachte over ingenieuze machine Objectieve eigenschap van (idee) van die gerepresenteerde machine Niet een formele eigenschap: ik kan een heel vaag en verkeerd idee van die machine hebben
Esse obiective versus esse Voorbeelden formale Gedachte over Almacht God Objectieve eigenschap van (idee) van die gerepresenteerde God Niet een formele eigenschap: ik kan een heel vaag en verkeerd idee van God hebben
Esse obiective versus esse formale Hoe kom ik als eindig wezen aan idee van almachtige God? Hoe kan ik een representatie van God hebben?
DE METAFYSISCHE MEDITATIE III MEDITATIES Het bestaan van God Esse obiective versus esse formale In de oorzaak moet evenveel realiteit zijn als in het gevolg God is oneindig, eeuwig onveranderlijk, onafhankelijk, schepper van alles. Deze ideeën komen niet van mij. Ze zijn wel reëel, dus komen ze van god. Ergo god bestaat
DE METAFYSISCHE MEDITATIES MEDITATIE IV Waarheid en onwaarheid Helder en duidelijk Oordelen en de wil
DE METAFYSISCHE MEDITATIE V MEDITATIES Essentie van materie (res extensa) Meetkunde levert heldere en duidelijke ideeën Zekere kennis mogelijk over materie voorzover die uitgebreid is in de ruimte
ONTOLOGISCH GODSBEWIJS Essentie driehoek is dat de som van de drie hoeken gelijk is aan de som van twee rechthoeken; Essentie van berg is dat het niet kan bestaan zonder vallei; net zo kan god niet gedacht worden, zonder dat hij bestaat. God is het hoogste zijnde dat gedacht kan worden. Indien hij niet zou bestaan, zou er een ander zijnde zijn dat nog hoger zou zijn dan god. Ergo, God bestaat, want hij is dat hoogste zijnde.
DE METAFYSISCHE MEDITATIE VI MEDITATIES Het bestaan van materiële entiteiten Zintuiglijke waarneming is passief Waarneming is vorm van denken Primaire versus secundaire qualiteiten Het reële onderscheid tussen lichaam en geest Geest ondeelbaar/lichaam deelbaar Geest wordt alleen in beroering gebracht door glandula pinealis
ONTOLOGISCH DUALISME Er bestaat een mentaal rijk. Dit mentale rijk is ontologisch fundamenteel. Er bestaat een fysisch rijk. Dit fysische rijk is ontologisch fundamenteel. Deze twee rijken zijn ontologisch gescheiden.
VORMEN VAN DUALISME ONTOLOGISCH - Substantie-dualisme (Descartes) EPISTEMOLOGISCH - Introspectie versus externe waarneming plus inferentie CONCEPTUEEL - Begrippen voor mentale verschijnselen passen niet in natuurwetenschappelijke theorie
BEZWAREN TEGEN DUALISME Causale geslotenheid universum Causale invloed lichaam op geest/geest op lichaam Verklarende kracht natuurwetenschappen Wat is dat voor substantie geest?
ANTWOORDEN DUALISME Wat is de relatie tussen lichaam en geest? Lichaam en geest zijn twee aparte substanties die elkaar door trillingen in het membraan van de pijnappelklier beïnvloeden; maar het lichaam, de uitgebreide substantie (res extensa) kan niet denken, en de geest, de denkende substantie (res cogitans) is niet ruimtelijk.
ANTWOORDEN DUALISME Wat is denken? Denken geschiedt met behulp van ideeën die aangeboren zijn. Deze ideeën moeten onderscheiden worden van beeldjes (images) en kunnen beter beschouwd worden als begrippen. Descartes geeft zelf het voorbeeld van de duizendhoek waar we wel een helder en duidelijk idee (begrip) van hebben, maar geen scherp beeld voor ogen. Pas als een combinatie van ideeën, een gedachte, helder en duidelijk is, mag onze wil die gedachte voor waar houden.
ANTWOORDEN DUALISME Wat is bewustzijn? Bewustzijn is het naar binnen keren van het geestesoog dat alle inhouden van de geest kan beschouwen. De geest is volkomen inzichtelijk voor zichzelf. Omdat Descartes aanneemt dat het intellect een dergelijke rol speelt, voelt hij niet de behoefte een onderscheid te maken tussen 1) fenomenaal bewustzijn, 2) bewustzijn van onze propositionele houdingen, en 3) bewustzijn van onze impliciete kennis.
ANTWOORDEN DUALISME Is er een onderscheid tussen emoties en rationeel denken? Ja, emoties zijn aandoeningen (passies) van de geest die het gevolg zijn van het feit dat het lichaam intiem verbonden is met de geest, waardoor de esprits animaux de geest voordurend in verwarring kunnen brengen. Rationeel denken, daarentegen, geschiedt met ideeën die helder en klaar zijn.
ANTWOORDEN DUALISME Hoe moeten we mentale toestanden beschrijven? We kunnen mentale toestanden beschrijven door met onze geestesoog naar binnen te kijken. We hoeven geen beroep te doen op een werkelijkheid buiten de geest, noch op het feit dat wij deel uit maken van een taalgemeenschap.
ANTWOORDEN DUALISME Wat is de plaats van de geest in de wereld van de natuurwetenschappen? De geest valt buiten het bereik van de natuurwetenschappen en gehoorzaamt aan eigen wetten. Het lichaam is een machine die aan de wetten van de natuurwetenschappen gehoorzaamt. De geest valt daarbuiten.
ANTWOORDEN DUALISME Hoe nemen we de werkelijkheid waar? De waarneming van de werkelijkheid bestaat uit twee componenten. Ten eerste het passief geprikkeld zijn van de zintuigen, hetgeen je zou kunnen aanduiden met de term sensatie. Ten tweede het oordeel dat de geest velt over de prikkelingen die hem bereiken via de pijnappelklier. Er is dus een scherp onderscheid tussen de causale analyse van de waarneming en het waarnemingsoordeel dat geschiedt met behulp van ideeën.
ANTWOORDEN DUALISME Kunnen we gedachteinhouden altijd kennen? We kunnen al onze gedachteinhouden in beginsel kennen. De geest is volkomen inzichtelijk (perspicuous) voor zichzelf en kan in zichzelf eeuwige waarheden vinden.
ANTWOORDEN DUALISME Kunnen we andere geesten kennen? We kunnen andere geesten slechts indirect kennen. Een ander mens heeft net zo n lichaam als ikzelf, dus zal de ander ook wel een geest hebben, maar zeker weten doe ik dat niet.
ANTWOORDEN DUALISME Wat of wie ben ik? Ik ben een denkend ding, een res cogitans.
HISTORISCHE REACTIES OP DUALISME Occasionalisme (Geulincx 1624-1669) Dubbel-aspect theorie (Spinoza 1632-1677) Thinking matter (John Locke 1632-1704) L homme machine (La Mettrie 1709-1751)
ANDERE VERSIES VAN DUALISME Interactionisme Popper (1902-1994) & J. C. Eccles (1903-1997) - The Self and its Brain - 1977
ANDERE VERSIES VAN DUALISME Emergentisme/ Eigenschapsdualisme S. Alexander (1859-1938) C. D. Broad (1887-1971) - The Mind and its Place in Nature (1925) De geest ontstaat uit fundamentelere verschijnselen, maar kan daartoe niet worden gereduceerd.
ANDERE VERSIES VAN DUALISME Conceptueel dualisme Davidson (1917-2003) Mental Events (1970) Ontologie: anomaal monisme Superveniëntie
ANDERE VERSIES VAN DUALISME Epifenomenalisme T. H. Huxley (1825-1895) Mentale verschijnselen zijn net als een stoomfluit: ze dragen niets bij aan de werking van de locomotief. David Chalmers - The Conscious Mind - 1996 Zie: http://plato.stanford.edu/entries/ epiphenomenalism/
BEZWAREN TEGEN EPIFENOMENALISME het probleem van introspectie: we hebben de intuïtie dat onze mentale toestanden onze handelingen veroorzaken. Ik steek mijn arm omhoog, omdat ik dat wil.
BEZWAREN TEGEN EPIFENOMENALISME Een ontologisch probleem: alles wat bestaat in ruimte en tijd neemt deel aan de causale orde. Een krijtje kan ik oppakken, door het over het bord te strijken veroorzaakt het krijtje een witte streep. Als mentale toestanden bestaan, moeten ze ook een dergelijke causale rol kunnen vervullen.
BEZWAREN TEGEN EPIFENOMENALISME Een verklaringsprobleem: we postuleren bepaalde vermogens in de geest, zoals een taalfaculteit en een wiskundeknobbel, omdat we intelligent gedrag willen verklaren. Die wiskunde-knobbel veroorzaakt het feit dat iemand goed in wiskunde is.
BEZWAREN TEGEN EPIFENOMENALISME Het probleem van andere geesten: we nemen aan dat andere mensen een geest hebben, omdat ze zich net zo gedragen als wij. Dat gedrag wordt veroorzaakt door hun geest.
BEZWAREN TEGEN EPIFENOMENALISME Een evolutionair probleem: de evolutie selecteert die eigenschappen die ons helpen in de struggle for life. Een dergelijke eigenschap veroorzaakt dan uiteraard dit evolutionaire voordeel.
BEZWAREN TEGEN EPIFENOMENALISME Het algemene bezwaar is dus: hoe kan een epifenomenalist deze verschijnselen verklaren als mentale eigenschappen niet gereduceerd kunnen worden tot neurofysiologische verschijnselen, maar epi-fenomemen zijn?