Beschrijving monitoring en bepaling CO-uitstoot gemeente Utrecht Versie 8, juni 07 Monitoring van stedelijke CO emissie Zowel binnen als buiten de gemeente Utrecht zijn er veel initiatieven om grip te krijgen op de CO- monitoring. De bijvoorbeeld aan het Green House Gas protocol, als referentiekader voor het berekenen van de CO-footprint van organisaties (ISO 006). Maar ook RWS Leefomgeving (voorheen AgentschapNL) in samenwerking met CBS publiceren CO-uitstoot gegevens op lokaal niveau en de gezamenlijke netbeheerders leveren energieverbruikgegevens van particulieren en zakelijke verbruikers (Energie in Beeld, www.energieinbeeld.nl). Als gemeente monitoren we de CO-uitstoot van onze stad sinds 009 door: ) de CO-uitstoot van alle inwoners en bedrijven in de stad Utrecht te achterhalen op basis van verbruikgegevens elektriciteit, gas en warmtelevering en ) CO-uitstoot van autoverkeer op basis van voertuigkilometers. Voor het leveren van de verbruikgegevens is gemeente Utrecht afhaelijk van het aanleveren van deze gegevens door de netbeheerder (Stedin) en de warmteleverancier (Eneco). De gegevens voor verkeer worden op basis van een eigen rapportages gemaakt. Door Ecofys (009) en CE (0) zijn second opinions uitgevoerd op de stedelijke CO-bepaling en monitoring. Daarbij werd de werkwijze van de gemeente als correct gekwalificeerd voor het doel waarvoor het bedacht was "inzicht in de CO-uitstoot ten behoeve van bepaling 'waar staat de stad Utrecht' en het zichtbaar maken van trends". Wat rekenen we bij de CO uitstoot van de stad? De CO-uitstoot van de stad betreft het elektriciteit, gas en warmteverbruik in, gebouwen, bedrijven en voorzieningen. Daarnaast nemen we de CO-uitstoot van snelverkeer en openbaar vervoer bussen op de wegen binnen en buiten de bebouwde kom, exclusief de rijkswegen mee. De uitstoot van CO door langzaam verkeer, voor trein en tram en voor bouwmachines en dergelijke is niet bekend en niet meegerekend. De uitstoot van de energiecentrale is buiten beschouwing gelaten, omdat de uitstoot via de energieverbruikers wordt geteld. Ook de indirect CO emissies van het energieverbruik nodig voor het voor het maken van producten, bouwwerken, vliegreizen van Utrechters, voedsel en dergelijke worden niet meegenomen. Gebruikte data en gegevens De gemeente heeft de beschikking over of toegang tot een aantal databestanden met verbruiksgegevens. Soms zijn de bronnen openbaar, soms heeft de gemeente toegang tot die data gekocht, maar mag zij die gegevens niet doorverkopen of aan derden beschikbaar stellen. Onderstaand een overzicht van de bronnen: - Klimaatmonitor van RWS Leefomgeving: Energie in Beeld van de gezamenlijke netbeheerders - Eneco Warmte : Warmteverbruiken van NIET-grootverbruikers en grootverbruikers op stedelijk niveau. - Periodieke rapportage voertuigkilometers + openbaar (bus)vervoer en resulterende CO-uitstoot via verkeersmodellen; - Woningaantallen en huishoudens uit 'Utrecht bij de hand' & WistUdata en CBS. Vergelijking tussen verschillende databronnen: appels, peren en ander fruit Met enige regelmaat zijn er vragen of ontstaat er discussie over de bepaling van de CO-uitstoot en monitoring. Externe adviseurs hanteren andere kengetallen of kennen niet de specifiek Utrechtse situatie met andere uitkomsten of conclusies tot gevolg. Dit maakt de vergelijking van alternatieven onduidelijk en soms zelfs onbruikbaar. Onderstaand een opsomming van de complicerende factoren. Er wordt besloten met de kengetallen die Utrecht voor de bepaling van de CO-uitstoot hanteert.
De eerste complicerende factor is het aantal landelijke gegevensbestanden die naar de gemeente Utrecht vertaald worden. Zo is er op basis van de landelijke emissieregistratie een CO-uitstoot voor de stad Utrecht te bepalen. Daarin zijn de energiecentrale en rijkswegen die zijn gelegen in het grondgebied meegenomen. Dit zijn over het algemeen bronnen waarop de gemeente geen invloed heeft. Voor het lokaal klimaatbeleid kiezen gemeenten er voor om de CO-uitstoot van deze bronnen niet mee te nemen. Door Rijkswaterstaat-Leefomgeving (voormalig onderdeel van AgentschapNL) wordt op basis van onder andere CBS gegevens de elektriciteit- en gasverbruiken van gegeven. Deze gegevens zijn op de website www.klimaatmonitor.databa.nl te vinden. Warmteverbruik (stadsverwarming) is bij CBS niet bekend en wordt dus niet in de data weergegeven. Vanaf 04 levert CBS/Rijkswaterstaat-leefomgeving (niet geheel compleet) ook gas- en elektriciteitverbruikgegevens van bedrijven/zakelijk aan. Via Energie in beeld leveren de netbeheerders verbruiken over elektriciteit en aardgas in de stad. Hierin is de toedeling tussen particulier en zakelijk net iets anders dan bij de gegevens die via klimaatmonitor databa worden geleverd. De tweede complicerende factor in Utrecht is de aanwezigheid van stadsverwarming. Uit gegevens die landelijk worden gegeven moet in Utrecht altijd verbruikgegevens van stadsverwarming worden geteld. Wordt daar geen rekening mee gehouden dan resulteert dat in een onwaarschijnlijk laag gemiddeld gasverbruik voor Utrechtse of bedrijven, omdat ongeveer ⅓ van de stad aangesloten is op stadsverwarming. Afwijkingen kunnen ontstaan als op basis van het totaal aardgasverbruik van particulieren en het aantal huishoudens het gemiddeld gasverbruik voor wordt berekend. Er is dan een onderschatting van het gemiddeld gasverbruik bij Utrechtse huishoudens. Een derde complicerende factor is de discussie over omrekening van energiedragers op basis van fossiele energie, de daarbij aan elektriciteit en warmte, naar CO-uitstoot. In Nederland worden verschillende getallen genoemd om van een kwh elektriciteit naar kg CO-uitstoot te komen. Te vinden zijn 0,566 kg/kwh, 0,460kg/kWh of 0,49kg/kWh. Utrecht hanteert al jaren een soort 'grootste gemene deler' te weten 0,49kg/kWh. Dit betekent dat de CO-uitstoot die veelal ook bepaald is in databestanden van derden een afwijkende uitstoot geeft van wat de gemeente Utrecht hanteert. Voor trendbeschouwing en voor het vergelijken van alternatieven is het verstandig om steeds dezelfde Utrechtse- waarden te hanteren. Een vierde complicerende factor is de verschillende benaming voor 'de particuliere afnemer'. Soms wordt gesproken over huishoudens en wat niet hetzelfde is, dan weer over particulieren. De gebezigde benaming is afhaelijk van de leverancier van de verbruikgegevens. De elektriciteit- en de gasleverancier kennen slechts het onderscheid particulier en zakelijk, de warmteleverancier praat over NIET-grootverbruiker en grootverbruiker. Een groot deel van die particulieren en NIET-grootverbruikers betreft, maar een op relatie is er niet. Kleine bedrijven kunnen een NIET-grootverbruiker aansluiting hebben en grote wooncomplexen met tientallen hebben vaak één gezamenlijke grootverbruiker aansluiting. Er moet met verstand naar de cijfers en de grootheden van de verschillende bronnen gekeken worden. Tenslotte kan nog genoemd worden dat door voortschrijdend inzicht en betere selectieroutines op de ruwe data bij de leveranciers van verbruikgegevens het aantal verbruikers en de daarbij behorende totaalverbruiken gas, elektriciteit of warmte per moment van raadpleging van de gegevens licht kunnen verschillen. Berekeningswijze van energie naar CO / kengetallen Utrecht hanteert de volgende omrekeningen: kwh elektriciteit = 0,49 kg CO m gas =,78 kg CO GJ warmte =,7 kg resp. 47, kg CO voor ombouw gas -> warmte resp. uitstoot. Vanwege de mindere inzet van gecombineerde warmte/kracht opwekking door de centrales van voormalig NUON zijn de uitstoot kentallen verhoogd vanaf 0. vrtkm = 0,75 kg resp., kg CO voor licht resp. overig gemotoriseerd snelverkeer. Was 6, resp.,8kg/gj voor bekend werd dat de inzet van gecombineerde opwekking minder was Vrtkm = voertuigkilometer
e verbruiken van /particulieren in Nederland en in de stad Utrecht Op basis van landelijke gegevens zijn voor het jaar 00 tot en met 04 de gemiddelde elektriciteit-, en gasverbruiken bepaald. Op basis van diverse andere bronnen 4 zijn voor de jaren 00 tot en met 04 de gemiddelde verbruiken in Utrechtse /bij Utrechtse particuliere verbruikers bepaald. Ten opzichte van landelijke gegevens zijn de verbruiken in Utrecht wat lager. De verbruiken, in het bijzonder gas en warmte, zijn gecorrigeerd naar een gemiddelde temperatuur in het stookseizoen (graaddagen correctie). In het onderstaande overzicht staat een en ander samengevat. op basis van CBS, zie www.klimaatmonitor.databa.nl. 4 Energie in Beeld, WistUdata
Omschrijving Nederland Utrecht eenheid 5 bron 00 0 0 0 04 00 0 0 0 04 elektriciteitverbr uik.00.50.00.50.050.750.750.650.650.550 kwh/woning CBS/Klimaatmonitordataba elektriciteitverbr uik gasverbruik gasverbruik gasverbruik warmteverbruik Graaddagen stookgrens 5 C PV panelen bekende adressen.79.759.679.640.596 kwh/particuli er Energie in Beeld.850.450.550.600.00.50 950 950.000 750 m /woning CBS/Klimaatmonitordataba NIET temp. gecorrigeerd.650.550.500.500.400.00.050 950 950 900 m /woning CBS/Klimaatmonitordataba temp. gecorrigeerd.98.44.87.6.8 m /particulie r.40 6%,09,9,4 6,6 GJ/NIETgrootverbruik er.78 89%.98 0%.8 %.509 78% Graaddagen5 C % tov gemiddeld Energie in Beeld SJV standaard jaarverbruik (dwz temp. gecorrigeerd) 6 Eneco W&K temp. gecorrigeerd KWA A foort weerst. De Bilt gemiddeld.97 gd = 00% 70.0.45 50.600 69.900 974.000 599 977.009 6.900 9.85 kwpiek CBS/Klimaatmonitordataba Aantal 7.7.4 6 7.7.80 7.86.76 9 7.449.68 8 7.587.0 9.9 7 Aantal.6 6.44.7 8 5.5 5.6 7 45.5 44.54 46. 9 46. CBS/Klimaatmonitordataba Utrecht bij de hand & Wiast Udata (Utrecht had op --0 66.87 huishoudens en.000 inwoners) 5 Huishoudens,, particuliere verbruikers en NIET-grootverbruikers zijn niet hetzelfde. 6 SJV standaard jaarverbruik:de verbruikgegevens zijn gebaseerd op het Standaard Jaarverbruik met als peildatum december van het desbetreffende jaar. Het SJV is het jaarvebruik van een afnemers op een netaansluiting bij gestandaardiseerde condities en op basis van een genormaliseerd jaar met gemiddelde klimaatcondities.
Aantal particuliere aansluiting elektriciteit Aantal particuliere aansluiting gas Aandeel stadsverwarming Aantal NIETgrootverbruikers warmte CO- uitstoot voor verwarmen en apparatuur per woning 97.6 99.80 00.90 8 04.8 07.86 4 particulieren Energie in Beeld 78.9 78.699 79.446 8.78 86.49 particulieren Energie in Beeld 4,0% 4,% 4, 4,4 4,8 4 5 6 8 0 Procenten van alle Te 4.776 --- 6.746 7.07 aansluitingen Eneco W&K onnau wkeuri g 4.678 4.47 4.54 4.7 4. ---.60.85.00.88 kg CO/±woning n.b. = vanwege ontbrekende warmteverbruiken nog niet op dit niveau te bepalen CBS/Klimaatmonitordataba en Eneco W&K Bepaald adhv de meest zinvolle gegevens; gewogen verdeling gas en SV, incl correctie graaddagen, Utrechtse kengetallen
Graaddagen: voor de CO-uitstoot bepaling wordt rekening gehouden met graaddagen 7 in de winterperiode. De gehanteerde stookgrens is 8ºC. 7 Bron KWA