Manoeuvreren & Vaartechnieken. Ivar ONRUST

Vergelijkbare documenten
Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Proefexamen 6. 2 Welk vaarreglement is van kracht op de Waddenzee?

1. Als een schip wordt opgelopen door een ander schip, waar moet je dan rekening mee houden?

DEEL 1 - VRAGEN 1-20

Admiraliteit No. 14 Zuidhollandse Stromen

Extra informatie. Borden op het water ( Boegschroef op stuurboord

3. In onderstaande tekening is een verkeerssituatie afgebeeld. Geef aan welk vaartuig voorrang heeft.

Examen CWO roeien III

Commando's & Manoeuvres

Ahoy! Mijn naam is Moos Matroos. Aan boord steek ik graag mijn handen uit de mouwen én maak ik veel plezier. Wil je ook aan de slag als matroos?

LES 1 _ STUURBREVET, VEILIGHEID, WATERKAARTEN EN MANOEUVREREN

Dit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt

Examen Maart 1999 BEPERKT STUURBREVET

H5 Commando s & Manoeuvres

Dit boekje is van: ...

WWS Dameszeilen! Kort lesschema! Benamingen en begrippen!

Dit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt

1 Voor elke 25Kg waterverplaatsing is minimaal 1 Lbs (pond) stuwkracht nodig. Deel de maximale waterverplaatsing van uw boot (in Kg.

Zeil insigne kielboot 1. Termen Zeil standen Overstag Gijpen Stormrondje... 5 BPR Regels Goed zeemanschap...

Reglementen. Ivar ONRUST

Halzen. met. Clipper Stad Amsterdam

Inhoudsopgave hoofdstuk 10 Buitenboordmotor

Tijdens dit examen was een gecommitteerde aanwezig van de Inspectie Leefomgeving en Transport van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.

JZVB 2015: CWO 1 & 2 JZVB 2015

Eisen. Buitenboordmotor. (versie 2012)

Examen November 2003

VOORWOORD. Natuurlijk kun je het manoeuvreren en schipperen met een motorboot alleen goed in de vingers krijgen door te oefenen onder begeleiding.

Een tandje bijsteken

3 Vaart u op open water, dan adviseren wij 10% extra stuwkracht (Als het totaal van regel 1 en 2 45 Lbs is, dan hiernaast 10% dus 4,5 Lbs invullen)

lichten en bruggen/sluizen 28 februari 2017

U ziet hier een voorbeeld (proefexamen) van een examen Klein Vaarbewijs 1.

STRUIKELBLOKKEN bij het examen Klein Vaarbewijs uitgave mei 2014

Diploma eisen Jeugdzeilen CWO I, II en III Pagina 1 van 5

Examen Maart De vrije zijde van een beperkt manoeuvreerbaar schip wordt overdag aangeduid met (CEVNI):

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 17 mei 2014

Examen Juni Welke van de onderstaande beweringen is voor de getekende situatie juist? Er bestaat gevaar voor aanvaring (CEVNI).

Een dwarsgetuigdschip vaart prima met de wind mee.maar veel minder goed met halve wind of aan de wind.

Borden en diversen 13 maart 2017

Vaarbewijsopleidingen (VBO) PROEFEXAMEN WATERSPORT CERTIFICAAT

1. Schip en uitrusting 2

CWO. Jan van Galen Juniorwacht - 1 -

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 8 MAART 2008

CWO 1. Optimist WSV De Ank. Dit boek is van:

borden en diversen 13 maart 2017

Commando's & Manoeuvres

Nieuws over onderwerpen in de examenvragen KVB1 en KVB2 bericht van de examencommissie

Theorievragen mei 2015

Roeicommando s Gig. Bakboord. Voor-schip. Pilot. Stuur. Mid. Achter-schip Stuurboord Stuurboord. oktober 2010

Veilig het water op! Vaarregels recreatie- en beroepsvaart. Algemeen. hoofdvaargeul varen.

Veilig varen doen we samen

BPR. Algemene Bepalingen. Instructie CWO 3 BPR

Hybride voortstuwing sloep met ballen

CWO II Theorie. 1. Schiemanswerk. 2. Zeiltermen. Op deze pagina vind je de theorie van CWO II KB. Het is een aanvulling op de theorie CWO I.

Examen November 2005

Commando's & Manoeuvres

VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 1. Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld van een officieel examen Klein Vaarbewijs 1.

Examen Maart Twee schepen naderen elkaar met tegengestelde koersen bij een engte. Bij gevaar voor aanvaring moet (CEVNI):

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 22 november 2008

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 6 juni 2009

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011

1. Schroef en roerwerking. 2

Roeicommando s. Yole de Mer

R W B Gl Gr. Dit examen bestaat uit 40 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 28 van de 40 vragen goed hebt

Naam: Geboorte datum: Adres: Postcode: Datum: Instructeur/trise:

Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld (proefexamen) van een examen Klein Vaarbewijs 1.

Examen November 1999

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 5 mei 2012

Dit boekje is van: ...

DEEL 1 - VRAGEN 1-20

Examen CWO kielboot I

BPR, geluidseinen, lichten 28 februari 2017

Eigenlijk best dicht. op-en-neer naar Londen in het najaar

Stuur-Brevet: Afroeienonderdelen en bijbehorende waardering

Klein vaarbewijs. 6 e bijeenkomst

Het examen voor Klein Vaarbewijs 1 bevat 40 vragen. Het zijn allemaal "meerkeuzevragen". Er zijn maximaal 80 punten te behalen.

Digitale thuiscursus VB1(KVB1)

7.b. De staartroerslagen

2. In onderstaande tekening is een verkeerssituatie afgebeeld.

1 In de figuur moet je aangeven welke termen/namen er bij de verschillende nummers horen. Welke combinatie is goed?

Leskaart CWO 2 Zeezeilen

10 (wedstrijd) TIPS VOOR PATINZEILERS

Admiraliteit No. 14 Zuidhollandse Stromen

Machtiging Bootleiding M1

BPR. Dagtekens. Instructie ZI BPR

Naam :... Theorie optimisten 3 DWSV 1

Les 5: Voorrangsregels Watersportvereniging Monnickendam

1. In de figuur moet je aangeven welke termen/namen er bij de verschillende nummers horen. Welke combinatie is goed?

RS-Feva. Handleiding. RACING MANUAL (Part 2)

Examen CWO buitenboordmotor III

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 21 november 2009

Krachten. Hoe en waarom zeilt een zeilboot

YSCO Diploma zeilen NASAF 2 Criteria + Theorie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 13 maart 2010

mx ÄuÉx~}x F Eigendom van:. Deze zeilvaardigheden zijn nodig om eis nr.1 van de e

VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 1

Insigne Zeilen CWO Kielboot I

Examen CWO kielboot II

5. Hangende lage steun of hangende trekslag

1. Onderwerpen in de examenvragen die vaak fout worden beantwoord

3 Theorie voor het sturen

Transcriptie:

Manoeuvreren & Vaartechnieken Ivar ONRUST

Sturen met een motorboot met roer Bakboord roer Stuurboord roer De draaicirkel is naar allebei de kanten even groot

Sturen met een motorboot met roer D = De druk die het water geeft op het roerblad S = de stuurkracht die ontstaat door het ontbinden van de krachten R = de resultante die overblijft door ontbinden en die zorgt voor een remmend effect Let op! Hoe meer men roer geeft hoe minder men stuurt (stuurkracht neemt af)

Sturende werking van de schroef Het Wieleffect Een schroef heeft net als het roer verschillende krachten. Een vooruit stuwende kracht en een opzij drukkende kracht. Deze opzij drukkende kracht of eigenlijk de beweging noemt men het WIELEFFECT het lijkt namelijk net of de schroef als een wiel over de bodem gaat qua trekrichting Bij een rechtsdraaiende schroef is dit wiel effect naar rechts gericht, kont gaat naar sruurboord

Sturende werking van de schroef Het Wieleffect Oorzaak: Hoe dieper men in het water gaat hoe meer de waterdruk toe neemt. Dus dit betekend dat het onderblad van de schroef minder druk heeft dan het bovenblad. Met de krachten en koppels kunnen we nu bepalen welke kant de boot word opgedrukt.

Sturende werking van de schroef Het Wieleffect Vaststellen rechtse of linkse schroef: Wanneer de boot op de kant ligt kan men achter de boot gaan staan en dan naar de voorpunt en het bovenblad kijken hoe deze gevormd is. Is de linkerzijde van het blad verder van u af dan de rechterzijde dan is het een linkse schroef. Kijken in het motorruim welke kant de schroefas opdraait in zijn vooruit (naar voren kijkend) Draait hij linksom (tegen de wijzers van de klok in) dan is het een linkse schroef. Of varend liefst bij windstil weer uitproberen.

Sturende werking van de schroef Het Wieleffect Vaststellen rechtse of linkse schroef: Wanneer de boot op de kant ligt kan men achter de boot gaan staan en dan naar de voorpunt en het bovenblad kijken hoe deze gevormd is. Is de linkerzijde van het blad verder van u af dan de rechterzijde dan is het een linkse schroef. Kijken in het motorruim welke kant de schroefas opdraait in zijn vooruit (naar voren kijkend) Draait hij linksom (tegen de wijzers van de klok in) dan is het een linkse schroef. Of varend liefst bij windstil weer uitproberen.

Sturende werking van de schroef Het Wieleffect Vooruit varend kan men het wieleffect verwaarlozen. Zogauw een boot snelheid heeft zal het roer het wieleffect compenseren. Alleen bij bochten maken heeft het wieleffect wel effect. Hij versterkt de draairichting of werkt hem tegen

Sturende werking van de schroef Het Wieleffect Bij achteruit varen veranderd de draairichting van de schroef. Dit houd in dat een rechtse schroef de eigenschappen krijgt van een linkse schroef. Door de beperkte ruimte waar het water weg kan ( tussen ruimte onderkant schip en schroef is de schroefwerking groter.

Gebruik maken van het wieleffect Op ruimwater waar men in één keer rond kan draaien (met kleinste draaicirkel) kiest men die kant. Wanneer men in een vaarwater zit waar men niet in één keer rond kan draaien dan kiest men het zo dat men het snelste kan draaien Rechtse schroef = linkeroever (want kont trekt naar links met achter uitslaan) Linkse schroef = rechteroever Dus: Rechtse schroef beginnen aan bakboordswal Linkse schroef beginnen aan stuurboordswal

Varen op stroom Wanneer je een haven nadert en je vaart daarbij op stroom dien je de haven open te varen. Met stroom heb je te maken met verschillende stromen: tussen havenmonden e.d. kan men plots een tegenstroom (een neer ) hebben

Manoeuvreren Manoeuvreren met een buitenboordmotor Boot is uiterst wendbaar geen wieleffect Nadeel is als je motorpech krijgt heb je geen voortstuwing maar ook geen stuurkracht meer

Afmeren van een schip Achtertros Voorspring Achterspring Voortros

Aankomen Op de voorspring Let op: met zo klein mogelijke hoek aan varen (max. 45 0 )

Aankomen Op de Achtertros

Afvaren Achteruit op voorspring Vooruit op achterspring

Afvaren met wind / stroom van voren Achtertros Voorspring Achterspring Voortros Welke lijn maken we het eerst los? Wind