Een dwarsgetuigdschip vaart prima met de wind mee.maar veel minder goed met halve wind of aan de wind.

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Een dwarsgetuigdschip vaart prima met de wind mee.maar veel minder goed met halve wind of aan de wind."

Jonas Vink
5 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 1

2 2

3 3

Zie het boek van Hoefnagels, pagina 309.

4 Lateraalpunt:het middelpunt van de dwarskrachten die onder water ontstaan. Het lateraalpunt valt ongeveer in de kiel (of het zwaard) en noemen we punt L. Zie het boek van Hoefnagels, pagina 309. Als een zeilboot met constante snelheid vaart, is de resultante van alle krachten nul. Die krachten zijn Voorwaartse kracht van het zeil; grijpt aan in het zeilpunt Z Tegenwerkende kracht door weerstanden van het water; grijpt aan in het lateraalpunt L. 4

5 Een dwarsgetuigdschip vaart prima met de wind mee.maar veel minder goed met halve wind of aan de wind. 5

6 Voor deze koersen: zie Hoefnagels pagina 96 En om nou tebegrijpen dat een boot overal heen kan zeilen,moet je begrijpen hoe krachten werken. 6

7 De krachtpijlen (in de wiskundevectoren) hebben een lengte en een richting. Je kunt ze optellen en aftrekken. 7

8 Waarom combineren? Omdat opeen boot veel krachten werken. Als die samenwerken ga je goed, anders niet. Twee even grote krachten onder een hoek van 90 graden leveren een vierkant. 8

9 Twee krachten die verschillen in grootte en onder een hoek van 90 graden leveren een rechthoek. 9

10 Twee krachten die verschillen in grootte en onder een scheve hoek met elkaar staan, leveren een parallogram. 10

11 Moment = kracht * arm. Zie hoefnagels pagina

12 Opeen wip met personen van verschillend gewicht, gaat de wip naar beneden bij de zwaarste persoon. 12

13 Deze zeilboot draait naar bakboord. 13

14 14

15 De boot draait naar bakboord, maar sneller dan in het geval van twee dia s terugomdat het moment groter is. 15

16 Zie dereader van de Eem, pagina 8 t/m 10 16

17 De groene pijl geeft de windrichting aan(zoals je die ervaart terwijl de boot zeilt!) 17

18 De kracht grijpt aan in het zeilpunt (groen). Bedenk dat dit zeilpunt hoog boven het water ligt! De kracht dwars op de boot (rood gestippelde krachtlijn) zorgt ervoor dat de boot verlijert. 18

Nu komt de wind van de kant dwars op de boot (dus met halve wind varen). De boot maakt nu helling: het zeilpunt gaat naar lij en het lateraalpunt naar loef.

19 Nu komt de wind van de kant dwars op de boot (dus met halve wind varen). De boot maakt nu helling: het zeilpunt gaat naar lij en het lateraalpunt naar loef. De boot draait niet als de lijn die zeilpunt en lateraalpunt verbindt, precies door het draaipunt van de boot loopt. Bedenk dat zeilpunten lateraalpunt in werkelijkheid dichter bij elkaar liggen in de lengterichting van het schip. Het is hier overdreven getekend om zaken duidelijk te maken. 19

20 Eerst het effect van de zwarte krachten analyseren, danhet effect van de groene krachten. De zwarte krachten compenseren elkaar, dus de boot heeft een constante snelheid. 20

21 Verschuif de krachtlijnen naar de stippellijn en dan haaks daarop naar het draaipunt de krachten zijn in evenwicht (want resultante = nul) 21

22 Door hetzeilpunt naar buiten te plaatsen: breng gewicht naar de lage kant meer helling Let op: dit kan doordat het zeilpunt veel hoger tovhet draaipunt ligt dan het lateraalpunt. Derde dimensie; lastig.. 22

23 23

24 Oploeven: -grootzeil aan, fok losser ( = zeilpunt naar achteren) Afvallen: -grootzeil losser, fok aan (zeilpunt naar voren) Zie Eem-reader pagina 13 en 14. Oh ja, je kan ook nog iets met het roer doen!! 24

25 25

26 Kracht loodrecht op roer: ontbinden in -afremmend -zijwaarts Het is beter niet te roeren, maar alleen te zeilen. 26

27 Kracht loodrecht op roer: ontbinden in -afremmend -zijwaarts Het is beter niet te roeren, maar alleen te zeilen. Het roer werkt niet bij snelheid nul. 27

28 28

29 Overstag gaan en je komt stil te liggen langsde kant; hoe gaat het roerblad dan?? En de helmstok? 29

30 Boot loefgierig;bij teveel wind wreed op het roer; constant bijsturen om de boot op koers te houden Waarom speciaal oploeven in een vlaag? Om bijvoorbeeld een keer minder overstag te hoeven als je aan het opkruisen bent. 30

31 31

32 Zie Eem-reader pagina 15 32

33 33

weggedrukte water) Gewichtstabiel= -lage beginstabiliteit -hoge

34 Zwaartepunt: waar de neerwaartse krachten aangrijpen (vooral tgv gewicht) Drukpunt: Waar de opwaartse krachten aangrijpen (vooral tgv weggedrukte water) Gewichtstabiel= -lage beginstabiliteit -hoge eindstabiliteit Vormstabiel= -hoge beginstabiliteit -lage eindstabiliteit 34

voorbij is, is het afgelopen (arm = 0 als krachten

35 Kracht maal arm; wellichtnog even op het bord Zodra hetzwaartepunt bij een platbodem het drukpunt voorbij is, is het afgelopen (arm = 0 als krachten in elkaars verlengde liggen) Zie Hoefnagels pagina

36 Kracht maal arm; wellichtnog even op het bord Zodra hetzwaartepunt bij een platbodem het drukpunt voorbij is, is het afgelopen (arm = 0) 36

37 37

38 38

39 39

40 40

Vergelijkbare documenten

Krachten. Hoe en waarom zeilt een zeilboot? Bert Stals, 1 februari 2019

Krachten. Hoe en waarom zeilt een zeilboot? Bert Stals, 1 februari 2019 Krachten Hoe en waarom zeilt een zeilboot? Bert Stals, 1 februari 2019 Programma Krachten en krachten combineren Waarom gaan we niet steeds harder (tegenkrachten aan het werk) Momenten (krachten en armen)