De IMVO-Thermometer. Samenvatting. MVO Nederland - IMVO-thermometer - 20 december Editie IV, december 2016

Vergelijkbare documenten
De IMVO-Thermometer. Samenvatting. MVO Nederland - IMVO-thermometer - 7 december Editie III, november Over het Thermometeronderzoek

Een onderzoek naar de handelsrelaties tussen Nederlandse MKB ers en ontwikkelingslanden en opkomende markten

De IMVO-thermometer. Een onderzoek naar de handelsrelaties tussen Nederlandse MKB ers en ontwikkelingslanden en opkomende markten

Doelgroepenonderzoek: De IMVO Thermometer 2014

MONITOR DUE DILIGENCE & INKOOPPRAKTIJK 2015

INTERNATIONAAL MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN: ONDERZOEK

Internationale handel visproducten

MENSENRECHTEN & BEDRIJFSLEVEN. ICCO Onderzoek 2015

Internationale Kansen & Knelpunten

Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy

Exportmonitor Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler

Internationaal succesvol, ook voor u dichtbij!? TNS Nipo

Samenvatting resultaten Zest onderzoek Wat wilt U? onder leden en niet-leden van de Water Alliance in 2014.

De importen van Latijns-Amerika en het Caribische gebied (LAC),

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Ernst & Young ICT Leadership. Resultaten ICT Barometer over conjunctuur, bestedingen en offshore outsourcing. Jaargang 6 17 mei 2006.

Starters zien door de wolken toch de zon

ONDERNEMERS OVER BREXIT. Impact voor veel ondernemers nog onduidelijk, groot deel niet voorbereid

ADOPTIE Trends en Analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2011 tot en met 2015

Panelonderzoek Vernieuwing & Internationalisering

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie

Huidig economisch klimaat

M Starters en de markt. drs. A. Bruins drs. D. Snel

Conjunctuurtest voorjaar 2011

De toekomst van handelsmissies

Panelonderzoek Europese interne markt

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2012 tot en met 2016

Panelonderzoek Vernieuwing & Internationalisering

DHIsubsidieregeling. China Project Development

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

Wijnimport Nederland naar regio

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Inhoud. KvK Oost Nederland - Kennis- en Adviescentrum COEN Oost Nederland Groothandel Kwartaalcijfers Pagina 1 van 27

Meting economisch klimaat, november 2013

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij 2017

Nieuwsbrief Zeeuwse arbeidsmarktmonitor Nummer 5: december 2015

DUURZAAM WINT VAN FOSSIEL (OVER URGENTIE, AMBITIE EN IMPACT) NVBU Willem Lageweg directeur MVO Nederland 18 mei 2015

Dutch Good Growth Fund (DGGF)

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2007 tot en met 2011

Potplanten en jonge planten 2007

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2013 tot en met 2017

ICT Barometer 26 april Inhoud. ICT-conjunctuur. ICT-bestedingen. ICT-projecten

Rapportage Onderzoek betaaltermijnen en betaalgedrag MKB Uitgevoerd door Direct Research In opdracht van Betaalme.

Handels- en investeringscijfers Zuid-Korea-Nederland 1

Onderzoekmemorandum Innovatie en de Lissabonagenda

Overzicht van het aantal verstrekte beginseltoestemmingen over de jaren

DUURZAAM ONDERNEMEN. December, 2018

Eerste helft 2018 & Q Graydon kwartaal monitor

M Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D.

M De winstpotentie van personeelsbeleid in het MKB

nationale MVO monitor 2015

Handels- en investeringscijfers Verenigde Arabische Emiraten- Nederland 1

Smart Industry. KvK Ondernemerspanel onderzoek

Inhoud. KvK Oost Nederland - Kennis- en Adviescentrum COEN Oost Nederland Vervoer, opslag en communicatie Kwartaalcijfers Pagina 1 van 26

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Samen sterker in het buitenland met de overheid als partner

Handels- en investeringscijfers Libië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Pakistan-Nederland 1

Onderzoek Mercuri Urval achtergrondinformatie voor de media Klantgerichtheid is de belangrijkste aanjager voor economische groei in Europa

Handels- en investeringscijfers Australië-Nederland 1

Graydon Kwartaalmonitor Q1 2018

The digital transformation executive study

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

Evaluatie van de Digitale Werkplaats

Herstel in de industrie zet door. Samenvatting. Totale industrie. Omzet stijgt. Eerste kwartaal 2014

Resultaten ICT Barometer Green ICT. Jaargang 9 14 juli 2009

QUICKSCAN METING 4, 2013

Handels- en investeringscijfers Indonesië-Nederland 1

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal Coenrapportomslag eerstekwartaal.indd 1

Samen sterker in het buitenland met de overheid als partner

rapportage Producentenvertrouwen kwartaal 1. Deze resultaten zijn tevens gepubliceerd in de tussenrapportage economische barometer (5 juni 2002)

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

Handels- en investeringscijfers Mexico-Nederland 1

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Onderzoek

Wat zijn de drijfveren van de Nederlandse ondernemer? Een onderzoek naar de vooren nadelen van ondernemen

Aanvraagformulier IMVO vouchers

Handels- en investeringscijfers Hongkong-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Vietnam-Nederland 1

Talent Scanner. Voorlopig onderzoek naar de Sfeer van invloed vragenlijst

Praktische opdracht Economie De economische groei in Nederland in jaren-90

Verleden en toekomst in Oud-West

Handels- en investeringscijfers Colombia-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Singapore-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Benin-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Tunesië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Verenigde Staten-Nederland 1

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Handels- en investeringscijfers Marokko-Nederland 1

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

Ondernemerschap in Zuidoost-Brabant in perspectief

De volgende twee stellingen met betrekking tot scholing van uitzend-/detacheringskrachten zijn aan het Metalektropanel voorgelegd:

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2008 tot en met 2012

Aanvraagformulier IMVO vouchers

Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Turkije-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Estland-Nederland 1

Laboratorium voor geo-informatiekunde en remote sensing

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2004 tot en met Datum 30 maart 2009

Tevredenheid over ISO en OHSAS certificatie is hoog

Transcriptie:

De IMVO-Thermometer Editie IV, december 2016 Een onderzoek naar de handelsrelaties tussen Nederlandse MKB ers en ontwikkelingslanden en opkomende markten. Ontwikkelingslanden en opkomende markten domineren de lijst van snelst groeiende economieën. Ze halen meer dan de helft van de wereldwijde buitenlandse investeringen binnen. Deze economieën zijn belangrijke potentiële handelspartners voor Nederlandse bedrijven, waarvan meer dan 99% tot het mkb behoort. Betrouwbare informatie over de relatie tussen Nederlandse mkb ers en (maatschappelijk verantwoord) ondernemen in ontwikkelingslanden en opkomende markten is nog weinig beschikbaar. Daarom hebben onderzoeksbureaus Conclusr Research en Sustainalize in opdracht van MVO Nederland voor het vierde achtereenvolgende jaar deze relatie onderzocht. Samenvatting Nederlandse ondernemers die zakendoen in ontwikkelingslanden zien veel winstkansen voor hun bedrijf. Daarnaast willen ze positief bijdragen aan de lokale maatschappij, maar ze vinden het lastig om dat concreet te maken. Ongeveer 11% van de respondenten doet zaken in en met ontwikkelingslanden. Als reden om hier zaken te blijven doen wordt het vaakst winstkansen (41%) genoemd. Twee derde van deze ondernemers zegt dan ook dat uitbreiding van activiteiten de belangrijkste reden is om in het land actief te blijven. De meest genoemde belangrijke trend binnen hun eigen branche is de aantrekkende markt. Verantwoord zakendoen in ontwikkelingslanden Ondernemers die zakendoen in ontwikkelingslanden vertonen relatief veel MVO-gedrag en zien in maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzame productie belangrijke markttrends. Tegelijk heeft een groot deel moeite om MVO concreet te maken. 65% stelt nooit eisen aan arbeidsomstandigheden, 81% neemt geen milieusparende maatregelen, 31% stelt geen MVO-eisen aan zakenrelaties en 6 neemt niet deel aan een keteninitiatief of keurmerk. Er is ook nog veel onwetendheid over MVO. 46% van de ondernemers kan geen maatschappelijk thema noemen in het land waarmee ze zakendoen (zoals armoede, corruptie of milieuvervuiling). In 2015 constateerde MVO Nederland al dat een kwart van de internationale ondernemers zichzelf heel duurzaam vindt, maar tegelijk nauwelijks besef heeft van lokale maatschappelijke problemen. MVO Nederland heeft extra onderzoek laten doen naar MVO-gedrag in zes specifieke branches met internationale ketens: tuinbouw, leer, textiel, chemie, stedelijke ontwikkeling en maritiem. In al deze sectoren is over de laatste jaren een toename van MVO-gedrag te zien. Ondernemers in textiel en leer blijken relatief het minst bezig met MVO, al laten vooral de textielondernemers in 2016 een flinke verbetering zien. Over het Thermometeronderzoek In het derde kwartaal van 2016 zijn in opdracht van MVO Nederland door Conclusr 1.183 MKB-ondernemers telefonisch gevraagd naar hun handelsrelaties met ontwikkelingslanden en opkomende markten. Daarnaast is een onderzoek uitgevoerd door Sustainalize naar de fysieke handelsstromen tussen Nederland en deze economieën. Ondernemers uit 6 sectoren zijn oververtegenwoordigd in het onderzoek, te weten: tuinbouw, leer, kleding, stedelijke ontwikkeling, maritiem en chemie. Dit zijn de focussectoren van het IMVOprogramma van MVO Nederland. Voor deze sectoren zijn afzonderlijke rapportages beschikbaar met handelscijfers en resultaten van het doelgroepen-onderzoek. Voor resultaten met betrekking tot het totale MKB, zijn de interviews met bedrijven uit deze branches herwogen naar de populatieaantallen. Met ontwikkelingslanden (OL) worden de PSD-landen bedoeld: de private sector development -landen zoals gedefinieerd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Onder opkomende markten (OM) wordt verstaan de BIC -landen: Brazilië, India en China. Zowel de afkortingen OL/OM als PSD/BIC worden in het rapport gebruikt. Meer informatie: Marjolein van Gendt, onderzoekscoördinator internationaal MVO, m.vangendt@mvonederland.nl, of Frans Tilstra, onderzoek en communicatie internationaal MVO, f.tilstra@mvonederland.nl 1

Ondernemers in de tuinbouw zeiden de afgelopen jaren het vaakst bezig te zijn met MVO (2016: 78%). Zij kennen bovendien hun keten bijzonder goed ( ja antwoordt 82% in 2016), net als ondernemers in chemie (82%). Voor chemiebedrijven geldt dit waarschijnlijk dankzij de strenge Europese wetgeving op het gebied van toegestane chemicaliën in producten (REACH). Ondernemers in beide sectoren zeggen ook het vaakst dat ze energie steken in innovatie. Internationaal zakendoen Uit het marktonderzoek dat MVO Nederland liet uitvoeren, blijkt dat van de Nederlandse mkb ers naar eigen zeggen 23% actief is in ontwikkelingslanden (OL) en opkomende markten (OM), waarvan 15% indirect en 9% direct (zie figuur 1, overlap van 1% van ondernemers die zowel direct als indirect actief zijn). Bij direct zakendoen heeft het bedrijf een eigen vestiging of een directe handelspartner in een van deze landen. Indirect zakendoen betekent dat het bedrijf producten verhandelt die worden ingekocht via Nederlandse (of Europese) leveranciers/groothandels: 11% doet direct of indirect zaken met OL (2015: 11%; 2014: 12%, 2013: 7%) 5% doet direct of indirect zaken met OM (2015: 7%; 2014: 7%, 2013: 11%) 11% doet direct of indirect zaken met een onbekend OL of OM land (2015: 11%; 2014: 5%, 2013: 6%) 9% 15% Direct zaken met OL & OM Indirect zaken met OL & OM Geen zaken met OL & OM 77% Figuur 1: mkb ers die ondernemen met ontwikkelingslanden en opkomende markten in 2016 In totaal verwacht 6% van de mkb ers dat de eigen onderneming in 2015 zaken zal (blijven of gaan) doen met ontwikkelingslanden en opkomende markten. In 2013 was dit 17%, in 2014 11% en in 2015 13%. Ondanks deze verwachtingen is het percentage ondernemen met ontwikkelings- en BIC-landen over de vier jaar waarin dit onderzoek is uitgevoerd min of meer gelijk gebleven (2016: 23%, 2015: 21%, 2014: 18%, 2013: 22%). 2

Waar het percentage ondernemers dat zaken doet met OM fluctueert, neemt het percentage dat zaken doet met OL langzaam maar gestaag toe (zie figuur 3a).Het percentage ondernemers dat niet weet met welke landen ze indirect zakendoen is in 2015 sterk gestegen en sindsdien gestabiliseerd. Dit komt waarschijnlijk doordat het percentage indirect zakendoen is gestegen omdat meer ondernemers zich realiseren dat de eigen producten waarschijnlijk een oorsprong hebben in een OL of OM land. Bij indirecte ondernemers is de kennis over de handelsketen veel minder dan bij direct zakendoen (zie figuur 3b en volgende paragraaf). 16% 14% 12% 1 8% 6% land onbekend opkomende markten ontwikkelingslanden 4% 2% 2013 2014 2015 2016 Figuur 3a: Profiel van mkb ers die direct zakendoen met OL en OM. NB - cijfers per categorie in de figuur kunnen niet worden opgeteld want er is een overlap van OL en OM. 18% 16% 14% 12% 1 8% 6% land onbekend opkomende markten ontwikkelingslanden 4% 2% 2013 2014 2015 2016 Figuur 3b: Profiel van mkb ers die indirect zakendoen met OL en OM. NB cijfers per categorie in de figuur kunnen niet worden opgeteld want er is een overlap van OL en OM. 3

Landen De PSD- en BIC-landen waarmee Nederlandse mkb ers naar eigen zeggen direct zaken doen zijn weergegeven in figuur 4 (respondenten mochten maximaal 2 landen noemen). Van ondernemers die direct zakendoen weet 99% een of twee landen te noemen. Bij indirect zakendoen met ontwikkelingslanden, via leveranciers of groothandels, weten ondernemers vaak niet uit welke landen de producten komen: 74% van de indirecte ondernemers zegt niet bekend te zijn met het land van herkomst. Gevraagd naar het specifieke land, komt hier nog 3% bij. Slechts 23% van de indirecte ondernemers weet dus een land van herkomst. Uit onderzoek van Sustainalize op basis van CBS-gegevens (2016) blijkt dat China de grootste handelspartner van het Nederlands MKB is, zowel qua import als export. Het importvolume vanuit China is 19.015,6 miljoen euro en het exportvolume naar China is 6.555,6 miljoen euro (CBS, 2016). De top-5 PSD- / BIC-landen waaruit Nederland importeert (gebaseerd op het importvolume) zijn respectievelijk China, Brazilië, Vietnam, India en Nigeria. Import uit Vietnam neemt erg toe; het importvolume is over de laatste vier jaar meer dan verdubbeld en het land heeft India ingehaald. Net als bij de import komen de BIC-landen terug in de top-5 export landen van Nederland (gebaseerd op het exportvolume), respectievelijk zijn dit China, Nigeria, Brazilië, Zuid- Afrika en India. Deze trends zien we grotendeels terug in het marktonderzoek: daaruit blijkt dat China zowel direct als indirect het grootste land is om zaken mee te doen. Vietnam is ook in het marktonderzoek dit jaar sterk vertegenwoordigd (zie figuur 4). In Afrika wordt met veel verschillende landen zaken gedaan, maar direct het meest met Kenia en Tanzania. Bij indirect zakendoen worden naast de BIClanden de volgende landen veel genoemd: Thailand, Indonesië, Vietnam en Kenia. Grotere bedrijven (50+) doen relatief vaker direct zaken met India (16%) en Indonesië (1). Deze grotere bedrijven doen relatief vaker indirect zaken met Brazilië (21%). 4

China Vietnam 17% Filipijnen India 3% 3% 3% 33% Thailand Indonesië Colombia 6% Brazilië Kenia 7% 8% 13% Tanzania Burundi Tunesië Ghana 4% 7% 4% 5% 6% 9% Egypte Overige landen Figuur 4: overzicht van BIC- en PSD-landen waarmee Nederlandse mkb ers direct zaken doen (n=196) Motivaties om zaken te doen in ontwikkelingslanden en opkomende markten De belangrijkste motivaties voor Nederlands mkb ers om direct zaken te doen met PSD- of BIC-landen zijn weergegeven in figuur 5. Winstkansen/lucratieve afzetmarkten (59%) en bijdragen aan de lokale ontwikkeling zijn de belangrijkste motivaties (22%). Het bijdragen aan de lokale ontwikkeling lijkt een groeiende factor en is dit jaar drie maal belangrijker dan vorig jaar. Door ondernemers die nog geen zaken doen met PSD-/BIC-landen is opvallend genoeg een nieuwe reden aangedragen om in PSD-/BIC-landen zaken te gaan doen: als onderdeel van de MVO- / duurzaamheidstrategie (13%). Lucratieve afzetmarkten en winstkansen zijn echter de voornaamste reden (69%). Opvallend is dat de motivaties lage lonen (27% vs. 5%) en aanwezigheid van grondstoffen (19% vs. 1) veel belangrijker zijn voor ondernemers die zakendoen met BIC-landen, dan ondernemers die zakendoen met PSD-landen. Voor de laatste categorie zijn vooral winstkansen en bijdrage aan lokale ontwikkeling belangrijke motivaties. Bijdragen aan de lokale ontwikkeling is voor geen van de ondernemers in de BIC-landen een motivatie en voor 32% van de ondernemers in PSD-landen. 5

mkb ers die al direct zakendoen met PSD-/BIC-landen mkb ers die van plan zijn zaken te gaan doen met PSD-/BIC-landen Reden/ motivatie Lucratieve afzetmarkten en winstkansen Bijdragen aan lokale ontwikkeling Aanwezigheid van grondstoffen Goedkope productie en lage lonen 2016 (n=267 ) 2015 (n=2 15) 2014 (n=215) 2013 (n=237) 2016 (n=174) 2015 (n=207) 2014 (n=203) 59% 5 44% 65% 69% 57% 39% 7 22% 8% 1% 1% - - - - 13% 13% 13% 18% 8% 13% 11% 11% 12% 22% 15% 14% 14% 3 35% 14% Onderdeel van MVO- - - - - 13% - - - /duurzaamheidsstrategie Op verzoek van 2% 15% 11% 5% 1 3% 9% - bestaande klant / van oudsher daar actief Aantrekkelijkheid - 1% 1 - - - - van bepaald land/cultuur Overige motieven 18% 1 6% 4% 2% 9% 27% 5% Figuur 5: motivaties van ondernemers om zaken (te gaan) doen met ontwikkelingslanden en opkomende markten. Ook werd gevraagd welke knelpunten ondernemers zien bij zakendoen met ontwikkelingslanden en opkomende markten. 27% van de ondervraagden kon geen specifieke knelpunten noemen. De meest genoemde knelpunten door de overige respondenten zijn: weinig kennis van de lokale taal en cultuur (21%); corruptie (12%) en een lage arbeidsmoraal/productiviteit (12%). Veel bedrijven doen nog geen zaken met deze landen (77% van alle respondenten in 2016). Ondernemers die niet verwachten zaken te gaan doen met ontwikkelingslanden of opkomende markten noemen als belangrijkste redenen (n = 948): 8- ons product leent zich daar niet voor / geen markt voor ons daar (64% in 2015; 7 in 2014) 37% - Nederland / Europa is ons werkgebied (39% in 2015; 27% in 2014) 7% - onderneming is te klein / geen financiële ruimte (13% in 2015; 17% in 2014) Markt trekt aan voor ondernemers in ontwikkelingslanden De belangrijkste marktontwikkelingen die werden genoemd door de respondenten zijn digitalisering, het aantrekken van de markt en MVO (zie figuur 6). Overigens geeft 16% van de ondervraagden aan dat ze geen relevante marktontwikkelingen kunnen noemen. 2013 (n=274) 6

Ondernemers die geen zakendoen met ontwikkelingslanden en opkomende markten noemen ook MVO. Voor ondernemers die direct zakendoen met ontwikkelingslanden en opkomende markten zijn het aantrekken van de markt en structurele marktveranderingen het meest relevant. Opvallend is dat zij de ontwikkeling digitalisering niet noemen. De crisis als belangrijke marktontwikkeling uit voorgaande jaren is inmiddels geheel verdwenen. T O P 3 1 2 3 2016 2015 2014 2013 Direct zakendoen (n=203) Markt trekt aan 17% Structurele marktverandering -en 16% Indirect zakendoen (n=207) Digitalisering 25% Prijsdruk 13% Geen zakendoen (n=731) Digitalisering (14%) Markt trekt aan 1 Totaal (n=1139) Digitalisering (16%) Markt trekt aan 1 Totaal (n=1149) Digitalisering (12%) Overheid & wetgeving (8%) Markt ontwikkeli ngen Totaal (n=1161) Crisis / wegvallen klantvraag (15%) Digitaliseri ng, Overheid & wetgeving en MVO en buitenland se concurrent ie (allen 8%) Markt ontwikkeling en Totaal (n=1110) Crisis / wegvallen klantvraag (13%) MVO & Buitenlandse concurrentie (beide 1) MVO 14% MVO 11% MVO 9% MVO (9%) MVO (7%) Digitalisering (9%) Figuur 6: Top 3 belangrijke marktontwikkelingen volgens MKB ers. MVO -gedrag blijft toenemen De mate waarin mkb ers bekend zijn met het begrip MVO is ongeveer gelijk gebleven (figuur 7): 95% van de MKB-bedrijven is tenminste bekend met het begrip MVO (96% in 2015). Opvallend is echter dat 61% MVO daadwerkelijk toepast. De bekendheid met de internationale OESO-richtlijnen voor MVO is overigens zeer laag, net als vorig jaar heeft slechts eenderde van de ondernemers er wel eens van gehoord, en van die groep weet 61% niet waar ze over gaan. Slechts 3% kan de OESO-richtlijnen enigszins duiden. Bij ondernemers die direct zaken doen met ontwikkelingslanden is dit percentage hoger (12%) dan bij ondernemers die indirect zaken doen (3%) of geen zaken doen (2%). Opvallend is dat de OESOrichtlijnen vaker bekend zijn (minimaal van naam) bij bedrijven in vier van de zes focussectoren (tuinbouw 53%, leer 49%, kleding/textiel 61%, chemie 58%). Net als vorig jaar is het MVO-gedrag van mkb ers weer toegenomen. Uit figuur 8 blijkt dat het percentage dat MVO-activiteiten onderneemt op sociaal vlak en/of milieu wederom licht is gestegen. Van alle ondervraagde ondernemers heeft 92% MVO-activiteiten op minstens 1 thema, 26% zelfs op alle 3 de MVO-thema s (milieu, sociaal en dialoog). 7

7 6 5 4 3 2 1 Nooit van gehoord Alleen bekend van naam Beter bekend mee Ik pas het toe binnen mijn bedrijf 2016 2015 2014 2013 Figuur 7: MVO kennis van Nederlandse mkb ers. 9 8 7 6 5 4 3 2 1 Milieu Sociaal Dialoog Geen 2016 2015 2014 2013 Figuur 8: MVO-gedrag van mkb ers. Kennis over ontwikkelingslanden en lokale maatschappelijke thema s valt tegen Slechts 3% van de totale onderzoeksgroep heeft in de afgelopen zes maanden actief informatie gezocht over ondernemen met ontwikkelingslanden, bij ondernemers die direct zakendoen was dat percentage veel hoger, namelijk 31%. Gebruikte informatiekanalen zijn met name de KvK en ambassades. Gevraagd naar associaties die mkb ers hebben met ontwikkelingslanden, wordt vooral genoemd: Afrika, armoede en ontwikkelingshulp. Toch staat ook Kansen, uitbreiding van activiteiten in de top 5. Ondernemers die direct ondernemen met ontwikkelingslanden en opkomende markten hebben relatief vaker deze associatie (29%). Ondernemers die indirect zaken doen met deze landen hebben relatief vaak de associaties ver van mijn bed (5%) en concurrentie (5%). 8

Ontwikkelingshulp 2 15% Doen we niks mee 1 5% Afrika Armoede Kansen, uitbreiding van activiteiten Figuur 9: Top 5 associaties met zakendoen met ontwikkelingslanden. Direct zakendoen Opvallend is dat net als voorgaande jaren- een groot deel van de ondernemers die direct zakendoen geen maatschappelijke thema s kan noemen die spelen in het betreffende land (54% in 2016, 23% in 2015 en 2 in 2014). Corruptie (19%), armoede (15%) en arbeidsomstandigheden (15%) zijn thema s die veel worden genoemd bij direct ondernemen. Wanneer men wel bekend is met maatschappelijke thema s, dan zijn belangrijke bronnen hiervoor met name eigen ervaring (6) en zakenpartners of andere bedrijven (27%). Andere informatiebronnen die worden genoemd zijn de media (14% bij direct zakendoen) en lokale organisaties (1 bij direct zakendoen). Er wordt door de respondenten zeer weinig eigen onderzoek uitgevoerd naar maatschappelijke thema s in ontwikkelingslanden (1%). Opvallend is ook dat nauwelijks gebruik wordt gemaakt van informatie die de Nederlandse overheid aanbiedt, bijvoorbeeld via de ambassades (). Indirect zakendoen Bij indirect zakendoen kan 37% van de ondernemers geen maatschappelijke thema s noemen die spelen in het betreffende land. Arbeidsomstandigheden (37%) en milieu (26%) zijn thema s die veel worden genoemd bij indirect ondernemen. Wanneer men wel bekend is met maatschappelijke thema s, dan zijn de belangrijkste bronnen hiervoor de media (45%) en eigen ervaringen in het betreffende land (43%). Klanten van de 24% van de ondernemers die aangeven indirect zaken te doen maar geen specifieke landen kunnen noemen vragen of de producten/diensten die men verhandelt maatschappelijk verantwoord geproduceerd zijn. 17% van deze ondernemers stellen ook zelf regelmatig vragen aan leveranciers over dergelijke onderwerpen. Naarmate een bedrijf groter is qua werknemers verlangen zij dit vaker: bijna de helft van de bedrijven met meer dan 100 werknemers (47%) stelt dergelijke vragen. Ruim een kwart van deze ondernemers (29%) laat zich bij selectie van producten/diensten deels- leiden door MVO informatie, bijvoorbeeld door te kiezen voor een ander product of een andere leverancier. 9

Uit bovenstaande kunnen we concluderen dat ondernemers die zakendoen met ontwikkelingslanden nog weinig weten van de maatschappelijke thema s die daar spelen, en dat ze hun informatie vooral halen bij andere ondernemers en uit de media. Gevoel van verantwoordelijkheid neemt toe onder mkb ers De verantwoordelijkheid van zowel het Nederlands bedrijfsleven als de Nederlandse overheid wordt steeds groter ingeschat (figuur 10). Er is sinds het eerste Thermometer-onderzoek inm 2013 een duidelijke toename in respondenten die de verantwoordelijkheid geheel of gedeeltelijk bij bedrijven leggen: 79% in 2016 t.o.v 69% in 2013. De mate waarin de verantwoordelijkheid in ieder geval ten dele bij de Nederlandse overheid legt is ook opvallend gegroeid: van 18% in 2013 naar 39% in 2016. 9 8 7 6 5 4 3 2 1 Bedrijf geheel of gedeeltelijk verantwoordelijk NL overheid geheel of gedeeltelijk verantwoordelijk Lokale overheid geheel of gedeeltelijk verantwoordelijk 2016 2015 2014 2013 Figuur 10: Verantwoordelijkheid voor sociale en milieuvraagstukken in ontwikkelingslanden. Er is niet alleen gevraagd of MVO-verantwoordelijkheid bij overheden of bedrijven ligt, maar ook de houding van mkb ers ten aanzien van verantwoord ondernemen in ontwikkelingslanden werd gepeild, door de groepen direct zakendoen en indirect zakendoen een aantal stellingen voor te leggen. Op basis van de antwoorden op de stellingen in figuur 11 kunnen ondernemers die zakendoen met ontwikkelingslanden ingedeeld worden in 4 categorieën: Social entrepreneurs (stelling 1) Duurzame koplopers (stelling 2) Machtelozen (stelling 3 en 4)) Struisvogels (stelling 5) Uit de resultaten blijkt dat ondernemers die direct zakendoen een grotere verantwoordelijkheid voelen, en een duurzamere houding hebben, dan ondernemers die indirect zakendoen. 10

Indirect zakendoen Direct zakendoen 1. Het willen leveren van een maatschappelijke bijdrage in dit land is één van de redenen waarom ik daar zaken doe 21% 2. Ik voel me er verantwoordelijk voor, en we hebben als bedrijf alle noodzakelijke maatregelen genomen 29% 39% 3. Ik voel me er verantwoordelijk voor, maar ik heb er geen invloed op 9% 37% 4. Ik trek het me aan dat er problemen zijn in het land, maar ik weet niet zo goed wat ik eraan kan doen 5% 22% 5. Ik vind dat de lokale overheid ervoor moet zorgen dat zaken goed geregeld zijn in het betreffende land 12% 26% Figuur 11: MVO houding van bij direct/indirect zakendoen in 2016 (indirect zakendoen n=67, direct zakendoen n=268) Als we kijken naar de verschillen tussen 2014, 2015 en 2016 bij direct zakendoen, dan springt direct de groei van de groep social entrepreneurs in het oog. Verder is het aantal duurzame koplopers en machtelozen afgenomen en de groep struisvogels gegroeid (zie figuur 12). Tegelijk voelen ondernemers zich meer verantwoordelijk voor sociale en milieuvraagstukken in ontwikkelingslanden (figuur 10). Er lijkt een tweedeling te ontstaan van sociaal ondernemers aan de ene kant, die ondernemen om een positieve impact op de maatschappij te bewerkstelligen, en de struisvogels aan de andere kant, die geen verantwoordelijkheid willen dragen voor MVO-kwesties. 6 5 4 3 2 2014 2015 2016 1 Social entrepreneurs Duurzame koplopers Machtelozen Struisvogels Figuur 12: IMVO houdingscategoriën, direct zakendoen (n=215 in 2014; n=215 in 2015; n=268 in 2016) 11

MVO gedrag en internationaal zakendoen Ondernemers die direct zakendoen met OL en OM vertonen vaker MVO-gedrag dan ondernemers die indirect zakendoen, die op hun beurt weer vaker MVOgedrag vertonen dan ondernemers die geen zakendoen met deze landen (87% en 7 vs. 62%). Het MVO-gedrag is toegenomen: in 2013 waren de percentages veel MVO-gedrag voor onderstaande categoriën respectievelijk 62%, 67% en 54%. NB: het gaat hier om algemeen MVO gedrag door mkb ers, dus inclusief de MVO-activiteiten gericht op hun eigen bedrijfsactiviteiten in Nederland. Dan scoort de categorie indirect zakendoen veel minder goed, zie figuur 16. 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 Geen IMVO gedrag / weet ik niet Weinig IMVO gedrag Veel IMVO gedrag Niet zakendoen Indirect Direct Figuur 13: Percentage ondernemers dat MVO gedrag vertoont, voor de groepen direct zakendoen (n=278), indirect zakendoen (n=69) en geen zakendoen (n=798). Er werd ook gevraagd of de bedrijven die internationaal zakendoen behalve algemeen MVO-gedrag ook specifiek internationaal maatschappelijk verantwoord gedrag vertoonden op verschillende onderwerpen. In figuur 14 is samengevat welke IMVO-maatregelen werden genomen bij direct zakendoen. 12

Direct zakendoen mkb ers gemiddeld n=278 PSD BIC Focussectoren (alleen significante afwijkingen) Eisen aan arbeidsomstandigheden in eigen vestiging 48% 52% 39% Leer 84% Stedelijke ontwikkeling 74% Milieubesparende maatregelen in eigen vestiging 33% 37% 23% Stedelijke ontwikkeling 65% Afspraken omtrent eerlijk zakendoen Eisen aan zakelijke partners 48% 54% 36% Tuinbouw 16% 68% 69% 66% Stedelijke ontwikkeling 92% Tuinbouw 39% Personeel trainen op MVO onderwerpen Deelname aan keteninitiatief of keurmerk Communicatie over internationale maatschappelijke activiteiten 47% 54% 33% Tuinbouw 23% 48% 4 65% Chemie 19% 41% 4 44% Leer 67% Stedelijke ontwikkeling 65% Tuinbouw 8% Figuur 14: Percentage IMVO-gedrag per genomen maatregel bij direct zakendoen. Gemiddeld werd door 39% van de ondernemers die direct zakendoen 1-3 maatregelen genomen, 25% nam 4-7 maatregelen, 21% nam geen enkele MVOmaatregel. Zie figuur 15 voor een verdeling van het IMVO gedrag over de 4 houdingscategorieën. Duurzame koplopers vertonen duidelijk meer IMVO-gedrag dan de andere groepen. Social entrepreneurs nemen vaker dan machtelozen en struisvogels veel maatregelen, maar er is een opvallend percentage binnen deze groep die geen IMVO maatregelen neemt (zie figuur 15). 13

6 5 4 3 2 1 Veel IMVO gedrag Matig IMVO gedrag Geen IMVO gedrag / weet niet Figuur 15: Hoeveelheid IMVO-gedrag per houdings-categorie voor direct zakendoen. Weinig IMVO-gedrag = 1-3 maatregelen genomen, veel IMVO gedrag = 4-7 maatregelen genomen. Een vergelijking laat zien dat ondernemers die direct internationaal zakendoen meer IMVO-gedrag vertonen dan ondernemers die indirect zakendoen. Opvallend is dat in beide categorieën het percentage bedrijven dat veel IMVO-gedrag vertoont toeneemt. Bij de indirecte ondernemers is het percentage zonder IMVOgedrag aan het dalen, bij direct ondernemers fluctueert dit percentage (figuur 16). De ondernemers die indirect zakendoen met ontwikkelingslanden geven aan maar weinig IMVO-maatregelen te hebben genomen. Zij konden kiezen uit 4 mogelijke maatregelen (arbeid, milieu, eerlijk zakendoen en leveranciers ondersteunen): 8% nam 1-2 maatregelen, 11% nam 3 of 4 maatregelen, 8 nam geen enkele maatregel (of wist het niet). 2014 direct 2 4 6 8 10 2015 direct 2016 direct 2014 indirect 2015 indirect Veel IMVO gedrag Matig IMVO gedrag Geen IMVO gedrag / weet niet 2016 indirect Figuur 16: Hoeveelheid IMVO-gedrag bij direct en indirect zakendoen. Cijfers van 2013 zijn niet vergelijkbaar vanwege ander aantal antwoordopties. Weinig IMVO-gedrag = 1-3 maatregelen genomen, veel IMVO-gedrag = 4-7 maatregelen genomen. 14

Hoe doen anderen het? Aan mkb ers die direct zakendoen is gevraagd welk oordeel zij hebben over het MVO-gedrag van collegaondernemers in ontwikkelingslanden. Ongeveer 7 van de ondernemers die direct zakendoen met ontwikkelingslanden had hierover geen mening. Van de overige respondenten beoordeelt 44% het gedrag van collegaondernemers gemiddeld als goed of redelijk, en 21% beoordeelt hun gedrag als matig/slecht (zie figuur 17). Met name op het gebied van milieu vindt een relatief groot percentage (41%) dat hun collega s zich nog matig of slecht gedragen. Over omgaan met leveranciers is men juist positief: 65% beoordeelt dit als redelijk tot goed. 8 7 6 5 4 3 2014 2015 2016 2 1 Redelijk tot goed Neutraal Matig tot slecht Figuur 17: beoordeling van gedrag van collegaondernemers door mkb ers (direct zakendoen OL/OM), gemiddelde van beoordeling op 4 thema s (milieu, arbeid, corruptie en leveranciers). Cijfers van 2013 zijn niet vergelijkbaar vanwege ander aantal antwoordopties. MVO-gedrag per (focus)sector MVO Nederland heeft extra onderzoek laten doen naar MVO-gedrag in zes specifieke branches met internationale ketens: tuinbouw, leer, textiel, chemie, stedelijke ontwikkeling en maritiem (zie figuur 18). In al deze sectoren is over de laatste jaren een toename van MVO-gedrag te zien. Ondernemers in textiel en leer blijken relatief het minst bezig met MVO, al laten vooral de textielondernemers in 2016 een flinke verbetering zien. Ondernemers in de tuinbouw zeiden de afgelopen jaren het vaakst bezig te zijn met MVO (2016: 78%). Zij kennen bovendien hun keten bijzonder goed ( ja antwoordt 82% in 2016), net als ondernemers in chemie (82%). Voor chemiebedrijven geldt dit waarschijnlijk dankzij de strenge Europese wetgeving op het gebied van toegestane chemicaliën in producten (REACH). Ondernemers in beide sectoren zeggen ook het vaakst dat ze energie steken in innovatie. 15

Steken energie in innovatie Op de hoogte van wat er speelt in handelsketens Werken samen met NGO's Actief met MVO en duurzaamheid ontwerpen duurzame prod/diensten 2016 Totaal MKB 64% 68% 35% 59% 46% Tuinbouw 83% 82% 35% 78% 71% Leer 39% 58% 24% 33% 3 Kleding/textiel 59% 69% 36% 57% 47% Sted. Ontwikkeling 63% 68% 31% 64% 55% Maritiem 68% 62% 34% 56% 43% Chemie 79% 82% 24% 69% 58% Figuur 18: beoordeling eigen MVO-gedrag per focussector 16