Een uitgave van de Stichting Arbeidsmarkt en Opleiding in de Metalektro April 2011

Vergelijkbare documenten
VOORWOORD INHOUD. Arbeidsmarktmonitor Metalektro, derde en vierde meting 2014

Bedrijfsscan Arbeidsmarktmonitor Metalektro tweede helft 2015

Een uitgave van de Stichting Arbeidsmarkt en Opleiding in de Metalektro April 2010

ARBEIDSMARKTMONITOR APRIL 2010 TWEEDE METING 2009

Een uitgave van de Stichting Arbeidsmarkt en Opleiding in de Metalektro April 2012

APRIL 2014 ARBEIDSMARKTMONITOR APR

Een uitgave van de Stichting Arbeidsmarkt en Opleiding in de Metalektro April 2013

Een uitgave van de Stichting Arbeidsmarkt en Opleiding in de Metalektro April 2009

WERKGELEGENHEIDSBAROMETER TWEEDE KWARTAAL 2015

Een uitgave van de Stichting Arbeidsmarkt en Opleiding in de Metalektro Juli 2010

Een uitgave van de Stichting Arbeidsmarkt en Opleiding in de Metalektro Juli voor de. Arbeidsmarktmonitor. Samenvatting uitkomsten 2010

Bedrijfsscan Arbeidsmarktmonitor Metalektro 2013/IV

WERKGELEGENHEIDSBAROMETER VIERDE KWARTAAL 2014

WERKGELEGENHEIDSBAROMETER DERDE KWARTAAL 2015

WERKGELEGENHEIDSBAROMETER EERSTE KWARTAAL 2016

Een uitgave van de Stichting Arbeidsmarkt en Opleiding in de Metalektro Oktober 2011

Arbeidsmarktmonitor Metalektro Editie 2011

Arbeidsmarktmonitor. 1 e meting 2008 werkgeverspanel. Een uitgave van de Stichting Arbeidsmarkt en Opleiding in de Metalektro (A+O) oktober 2008

APRIL 2017 BELANGSTELLING VOOR E-LEARNING STIJGT WERKGEVERS INVESTEREN IN TIJDELIJKE MEDEWERKERS

Een uitgave van de Stichting Arbeidsmarkt en Opleiding in de Metalektro Oktober 2012

Samenvatting Benchmark O&O beleid gemeenten. Tweede meting werkgevers en werknemers

OKTOBER 2014 ARBEIDSMARKTMONITOR OKTOBER

agenda voor de toekomst

QUICKSCAN INTERSECTORALE MOBILITEIT

De inzetbaarheid van oudere medewerkers

WERKGELEGENHEIDSBAROMETER VIERDE KWARTAAL 2016

WERKGELEGENHEIDSBAROMETER VIERDE KWARTAAL 2018

Een uitgave van de Stichting Arbeidsmarkt en Opleiding in de Metalektro Oktober 2009

OKTOBER 2016 MEER BEDRIJVEN ZOEKEN LEIDINGGEVENDEN PARTTIME WERKEN NOG ONGEBRUIKELIJK

QUICKSCAN Intrapreneurship eigenschappen van sollicitanten

Arbeidsmarktmonitor Metalektro 2011

WERKGELEGENHEIDSBAROMETER DERDE KWARTAAL 2017

Een uitgave van de Stichting Arbeidsmarkt en Opleiding in de Metalektro Juli voor de

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009

Arbeidsmarktmonitor Metalektro Editie 2009

Notitie Aan. Doel en opzet. Totaalbeeld. Jan Kees Boon. Sectorcommissie Boomkwekerijproducten. Agendapunt 10, vergadering d.d.

Bedrijfsscan Arbeidsmarktmonitor Metalektro eerste helft 2017

WERKGELEGENHEIDSBAROMETER VIERDE KWARTAAL 2017

arbeidsmarkt monitor oktober een uitgave van de stichting arbeidsmarkt en opleiding in de metalektro

Arbeidsmarktmonitor Metalektro Editie 2008

4 Hoe ziet de arbeidsmarkt eruit? 12 Meer wervingsproblemen dan in 2014

Arbeidsmarktontwikkelingen in de techniek. Andries de Grip

De volgende twee stellingen met betrekking tot scholing van uitzend-/detacheringskrachten zijn aan het Metalektropanel voorgelegd:

BIJ WERVING STEEDS MEER CONCURRENTIE VAN COLLEGA- BEDRIJVEN

OKTOBER 2017 Een uitgave van de stichting arbeidsmarkt en opleiding in de Metalektro ONTWIKKELING EN ARBEIDSMARKT GEVOLGEN SMART INDUSTRY

Monitor Economie 2018

Sociaal jaarverslag 2012

APRIL 2016 POSITIEVE WERKGELEGENHEIDS VERWACHTINGEN VOOR 2016 WELKE GEVOLGEN HEEFT CYBERTECHNOLOGIE?

Langzaam maar zeker zijn ook de gevolgen van de economische krimp voor de arbeidsmarkt zichtbaar

JULI 2015 EEN UITGAVE VAN DE STICHTING ARBEIDSMARKT EN OPLEIDING IN DE METALEKTRO VOORHEEN AGENDA VOOR DE TOEKOMST

Voor wie verstandig handelt! Daling personeel

De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014

QUICKSCAN BEDRIJFSVAKSCHOOL

M Vooral anders. De kwaliteit van het personeel van de toekomst. Frans Pleijster

Tekorten op de ICT-arbeidsmarkt verklaard Door Has Bakker (beleidsadviseur ICT~Office)

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda Inleiding. 2 Globaal beeld arbeidsmarkt 2006

ARBEIDSMARKTMONITOR METALEKTRO 2014

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers

in het kort OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland

QUICKSCAN METING 4, 2013

De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014

Aan de slag met duurzame inzetbaarheid 3 november 2015

Factsheet Werkgevers enquête 2014 HRM beleid

HRM-index maart: 66,5 (+ 3,5) HR-managers zien stevige groei van moeilijk vervulbare vacatures.

Personeelsvoorziening van de toekomst

Aantrekkende Economie en Toekomstige Vacatures

De Grote Uittocht Herzien. Een nieuwe verkenning van de arbeidsmarkt voor het openbaar bestuur

EmployabilityDriver. Waarom een strategische discussie over employability beleid?

Personeelsmonitor 2011 Samenvatting

Zuidoost-Drentse arbeidsmarkt van zorg en welzijn Een regionaal arbeidsmarktonderzoek voor de zorg- en welzijnssector in Zuidoost- Drenthe

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017.

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

- Ontwikkelingen arbeidsmarkt - Human Capital Agenda / Zorgpact - Sectorplan

Vacatures in de industrie 1

Samenvatting rapportage. Baan je toekomst: werken aan duurzame inzetbaarheid. Contractcatering

Arbeidsmarktanalyse Elektrotechnische detailhandel Chantal Nijhuis/Wilco Brinkman april en oktober 2014

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Noord-Holland

Crisismonitor Drechtsteden

Lesbrief. Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt

Feiten en cijfers 2010 Branche WMD

MKB investeert in kennis, juist nu!

Onderzoek Alumni Bètatechniek

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

Een uitdagende arbeidsmarkt. Erik Oosterveld 24 juni 2014

Wat draagt bij aan een gelukkig pensioen? Een vergelijking tussen Nederland, België, Denemarken en Zweden

3.2 De omvang van de werkgelegenheid

Evaluatie. SECTORPLAN MEUBEL Duurzame inzetbaarheid op de kaart

JULI 2014 VOORHEEN AGENDA VOOR DE TOEKOMST EEN UITGAVE VAN DE STICHTING ARBEIDSMARKT EN OPLEIDING IN DE METALEKTRO

Van baan naar eigen baas

UIT groei en conjunctuur

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Limburg

Haal het beste uit uw mensen. Vandaag èn morgen. Rapportage 1 werkgeversenquête

Rapportage Quickscan HR ken- en stuurgetallen. Onderdeel van de DI-scan

Groei en aanwervingen bij de Vlaamse ondernemingen en organisaties

Crisismonitor Drechtsteden

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Amersfoort

Vragenlijst Leeftijdsscan

ARBEIDSMARKTMONITOR METALEKTRO 2013

Starters zien door de wolken toch de zon

Transcriptie:

Een uitgave van de Stichting Arbeidsmarkt en Opleiding in de Metalektro April 2011

02 042011 Voorwoord Arbeidsmarktmonitor Metalektro tweede meting 2010 In deze Arbeidsmarktmonitor vindt u een samenvatting van de resultaten van de tweede meting onder het werkgeverspanel, gehouden in januari 2011. De gegevens bieden u inzicht in de huidige stand van zaken op het gebied van de arbeidsmarktontwikkelingen in de branche. De effecten van de crisis nemen nu duidelijk af, getuige het grotere aantal vacatures. Ook zijn de bedrijven weer positiever over het komende half jaar dan in de voorgaande metingen. Nick van Putten: De Arbeidsmarktmonitor van A+O spiegelt bedrijf en sector De Arbeidsmarktmonitor die A+O Metalektro twee keer per jaar als magazine uitgeeft is voor veel bedrijven een bron van informatie en inspiratie. Hrm er Nick van Putten van Heesen Yachts in Oss is nu 1½ jaar lid van het werkgeverspanel. Meedoen levert hem stof tot nadenken op hoe staat ons bedrijf ervoor? Naast de twee halfjaarlijkse metingen onder het werkgeverspanel wordt vier maal per jaar een Quickscan gehouden. In deze Quickscans wordt bedrijven gevraagd naar de stand van de werkgelegenheid en de vacatures in de afgelopen twee maanden en hun verwachtingen ten aanzien van de komende twee maanden. Bovendien kunnen ze hun mening uitspreken over een aantal prikkelende stellingen. De eerstvolgende Quickscan vindt plaats in mei 2011 en de eerstvolgende meting in het kader van de Arbeidsmarktmonitor wordt gehouden in juli 2011. Deze rapportage is opgesteld in opdracht van A+O Metalektro door het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht. Inhoud interview met nick van putten 3 Actuele arbeidsmarktsituatie 5 Minder krimp 6 Hogere instroom 6 Meer vacatures 6 Positieve toekomstvooruitzichten 8 Kwalitatieve opwaardering personeelsbestand 9 Technologische en sociale innovaties 10 Verbetering van processen en producten 10 Organisatorische veranderingen 12 Uitbesteding van activiteiten in binnen- en buitenland 13 Personeelsbeleid 15 HRM-instrumenten 15 Doorstroom van technisch personeel 16 Opleidingsinspanningen 17 Opleidingskosten licht toegenomen 17 Inhoud cursussen 18 Verouderd denken? 19 H et invullen van de vragenlijst kost me weinig tijd en het levert ons een schat aan informatie op, aldus Van Putten. Iedere keer als de Arbeidsmarktmonitor verschijnt vergelijk ik de conclusies in Kort en Krachtig met de gegevens die ik van ons bedrijf beschikbaar heb. De grafieken zijn duidelijk; ik kan snel conclusies trekken. Van Putten is eindverantwoordelijk voor het hele hrm-beleid bij Heesen Yachts, dat met ruim 280 mensen in vaste dienst en 175 mensen in de flexschil innovatieve, klantspecifieke jachten maakt. Zwaluwstaarten Van Putten gebruikt de gegevens van de Arbeidsmarktmonitor om het wervingsbeleid vorm te geven en om zich in de regio te onderscheiden. Hij weet mede door de Arbeidsmarktmonitor waar de bottlenecks zitten qua instroom, doorstroom en uitstroom. Daarop baseert hij zijn beleid: hoe kan ik goede hooggeschoolde technici aantrekken en welke competenties zijn in de toekomst noodzakelijk om de continuïteit van het bedrijf te waarborgen. Van Putten: Dankzij mijn lidmaatschap van het werkgeverspanel krijg ik een benchmark van A+O, zeg maar een foto van ons bedrijf. Die foto spiegel ik aan de rest van de bedrijfstak. Daarmee versterk ik mijn kennis en kan ik ons personeelsbeleid goed zwaluwstaarten met de strategische doelen van ons bedrijf. Halen en brengen A+O-regiomanager Michiel van der Meer heeft Nick van Putten aangeraden lid te worden van het werkgeverspanel én van de kenniskring in zijn regio. Ook in de kenniskring heeft de Arbeidsmarktmonitor door de onderwerpen veel invloed. Van Putten: Ik vind dat wij als metalektrobedrijven elkaar moeten informeren over ontwikkelingen. Noem het een haal- en brengfunctie van informatie. Op die manier versterken wij onze sector en dat is uiteindelijk profijtelijk voor ieder bedrijf apart. Als ieder bedrijf iemand lid maakt van het werkgeverspanel wordt de informatie over de sector breder en dieper en zijn regionale uitsplitsingen mogelijk. Dan kunnen we scherper kijken naar regionale situaties en daarmee rekening houden. Daar wordt iedereen beter van. Aanscherpen Van Putten doelt op de instroom van jonge technici. Hij moet ze met een vergrootglas zoeken. De Arbeidsmarktmonitor schetst beelden over soorten vacatures, opleidingen en de mismatch van gevraagde en geboden competenties. Zeker nu de economie weer stevig aantrekt wordt het probleem voelbaarder. Bij Heesen Yachts breidt het personeel nog steeds uit. Mede dankzij de Arbeidsmarktmonitor kan Van Putten zijn wervingsbeleid aanscherpen. Heesen Yachts heeft in de persoon van Nick van Putten een enthousiaste brenger en haler van informatie. Hij heeft een hartenkreet: Als we allemaal meedoen aan de Arbeidsmarktmonitor worden we als Metalektro steeds zichtbaarder en kunnen we laten zien dat leren en werken in de techniek een mooie carrière kan opleveren. Daarom deze oproep meld je aan als lid van het werkgeverspanel bij A+O. 042011 03

04 042011 102010 Xxxxxxxxxxx Actuele arbeidsmarktsituatie De werkgelegenheid in de Metalektro groeit. Er zijn meer bedrijven die hun personeelsbestand uitbreiden en minder bedrijven waarvan het personeelsbestand inkrimpt. Ruim de helft van de bedrijven heeft vacatures voor uitvoerend, technisch personeel openstaan. De arbeidsmarkt wordt krapper. Figuur 1 Monitor werkgelegenheid De werkgelegenheidsindex geeft de verhouding tussen krimpende en groeiende bedrijven weer. De huidige stand van de index laat zien dat er meer groeiende bedrijven zijn dan krimpende. De index is afgeleid van de Quickscan-vraag naar groei of krimp van de werkgelegenheid in een bedrijf. Door te kijken hoe de verhouding is tussen het aantal bedrijven met groei ten opzichte van het aantal bedrijven met krimp, kan een index berekend worden die op een eenvoudige manier aangeeft of er groei of krimp is in de Metalektro. De index volgt de werkgelegenheidsontwikkeling sinds maart 2009 en vertoont sinds deze periode een stijgende lijn. Metalektro eerste en tweede meting, 2010; ROA Quickscan Monitor Metalektro, 2010 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% -10,00% -20,00% -30,00% -40,00% De actuele situatie op de arbeidsmarkt wijst erop dat de crisis voor de meeste bedrijven verleden tijd is. Een eerste indicatie is de huidige stand van de werkgelegenheidsindex (Figuur 1). Sinds de zomer van 2010 is de meerderheid van de bedrijven hun personeelsbestand aan het uitbreiden. De groei is echter in november en december van 2010 iets minder sterk dan in de voorgaande maanden. De positieve signalen voor de werkgelegenheidsontwikkeling op de arbeidsmarkt zijn ook terug te vinden in de andere elementen van de Arbeidsmarktmonitor. Zo zijn er minder bedrijven met krimpende werkgelegenheid, is er meer instroom en blijft de uitstroom stabiel. Ook het aantal vacatures stijgt. Dit is onder meer terug te zien in de duur dat vacatures openstaan. Zo staat krap de helft van de vacatures langer dan drie maanden open. De vooruitzichten zijn goed: de indicatoren voor toekomstige werkgelegenheid geven namelijk een positief sentiment weer. Meer bedrijven verwachten in de Figuur 2 Bedrijven met krimpende werkgelegenheid (% van de bedrijven) De figuur geeft het aandeel bedrijven weer dat in het eerste dan wel tweede halfjaar van 2010, aangeeft krimpende werkgelegenheid te hebben. Zo neemt bijvoorbeeld het aandeel bedrijven met krimp in de grootste functiecategorie Uitvoerende technische functies af van 28% in de eerste helft van het jaar tot 7% in de tweede helft van het jaar. -50,00% MRT 09 MEI 09 JUL 09 SEP 09 NOV 09 JAN 10 MRT 10 MEI 10 JUL 10 SEP 10 NOV 10 JAN 11 UITVOERENDE TECHNISCHE FUNCTIES LEIDINGGEVENDE TECHNISCHE FUNCTIES TECHNISCH OPGELEIDE VERKOPERS ONDERSTEUNENDE TECHNISCHE FUNCTIES LEIDINGGEVENDE NIET-TECHNISCHE FUNCTIES ONDERSTEUNENDE NIET-TECHNISCHE FUNCTIES Metalektro eerste en tweede meting, 2010 2010/I 2010/II 0 5 10 15 20 25 30 042011 05

06 042011 102010 Actuele arbeidsmarktsituatie komende maanden te groeien dan in de afgelopen maanden. Er zijn minder bedrijven die krimp in de werkgelegenheid verwachten en het aantal vacatures zal toenemen. Minder krimp De positieve ontwikkeling van de werkgelegenheid is ook terug te vinden in het lagere aandeel metalektrobedrijven met krimp (Figuur 2). Er is met name minder krimp onder de grootste groep van werknemers: het uitvoerend technisch personeel. Waar in de zomer nog ruim een kwart van de bedrijven aangaf minder uitvoerend technisch personeel te hebben, is dit in de tweede helft van 2010 nog amper één op de tien. Waar de krimp onder ondersteunend technisch personeel dus is afgenomen, is die bij het ondersteunende niettechnische personeel iets toegenomen. Deze ondersteunende diensten, samen met de leidinggevende functies, technisch en niet-technisch, zijn dan ook de groepen waar het hoogste aandeel van krimp gemeld wordt. Dit aandeel is echter tamelijk laag in vergelijking tot dat tijdens de crisis. UITVOERENDE TECHNISCHE FUNCTIES LEIDINGGEVENDE TECHNISCHE FUNCTIES INSTROOM TECHNISCH OPGELEIDE VERKOPERS ONDERSTEUNENDE TECHNISCHE FUNCTIES LEIDINGGEVENDE NIET-TECHNISCHE FUNCTIES ONDERSTEUNENDE NIET-TECHNISCHE FUNCTIES UITSTROOM UITVOERENDE TECHNISCHE FUNCTIES LEIDINGGEVENDE TECHNISCHE FUNCTIES TECHNISCH OPGELEIDE VERKOPERS ONDERSTEUNENDE TECHNISCHE FUNCTIES LEIDINGGEVENDE NIET-TECHNISCHE FUNCTIES ONDERSTEUNENDE NIET-TECHNISCHE FUNCTIES Bedrijven met krimpende werkgelegenheid geven aan dat zij dit vaak opvangen door tijdelijke contracten niet meer te verlengen en door uitstromend personeel dat met pensioen gaat niet meer te vervangen. Ook wordt er vaak een algehele vacaturestop ingesteld. Hogere instroom De positieve werkgelegenheidsontwikkeling komt vooral door een hogere instroom, waarbij de uitstroom ten opzichte van de eerste helft van 2010 op hetzelfde niveau bleef (Figuur 3). Dit is een redelijk normale situatie in een zich van een crisis herstellende arbeidsmarkt. Wanneer de arbeidsmarkt weer aantrekt, biedt dit kansen voor werknemers die bereid zijn een andere baan aan te nemen. Tijdens de crisis waren veel werknemers terughoudend in het wisselen van werkgever, simpelweg omdat er vaak weinig of geen potentiële aanbiedingen waren. Meer vacatures Het aantal vacatures en het aandeel bedrijven met openstaande vacatures neemt toe. De meeste bedrijven, zes van 0 10 20 30 40 50 60 70 0 10 20 30 40 50 60 70 Figuur 3 Bedrijven met in- en uitstroom per functiecategorie (% van de bedrijven) De figuur geeft het aandeel bedrijven weer dat in de tweede helft van 2010 aangeeft in- of uitstroom te hebben. Zo had bijvoorbeeld 52% van alle bedrijven instroom van uitvoerend technisch personeel, en 58% uitstroom in dezelfde categorie. 2010 Figuur 4 Vacatures per functiecategorie (% van de bedrijven) De percentages geven het aandeel bedrijven weer dat in de tweede helft van 2010 aangeeft vacatures in een bepaalde functiecategorie te hebben. Zo had bijvoorbeeld 60% van alle bedrijven vacatures op het gebied van uitvoerend technisch personeel. 2010 de tien, hebben vacatures voor uitvoerend technisch personeel. Vacatures voor andere functies zijn er ook, zij het in mindere mate (Figuur 4). De arbeidsmarkt wordt krapper. Iets meer dan de helft van de vacatures is korter dan drie maanden vacant en ongeveer een derde van de vacatures staat tussen de drie en vijf maanden open. 15% van de bedrijven zegt vacatures pas na meer dan een half jaar in te kunnen vullen. Eén jaar geleden, tijdens de crisis, stonden vrijwel alle vacatures maximaal twee maanden open. De meeste vacatures zijn ontstaan door een toename van het werk. Dit kan een geanticipeerde toename van het werk zijn, veroorzaakt door het binnenstromen van opdrachten voor de komende maan- den. Het kan ook zijn dat het personeel de huidige hoeveelheid werk al niet meer aan kan. Daarnaast ontstaan vacatures vaak door het vrijwillig vertrek van personeel of doordat personeel intern naar een andere functie is doorgeschoven. Daarnaast zijn er ook nog vacatures ontstaan uit een vervangingsvraag naar personeel dat met pensioen is gegaan of zal gaan. De krapte zal, naar verwachting, toenemen. In de komende vijf jaar verwachten de bedrijven meer problemen bij het aantrekken van personeel. Men maakt zich vooral zorgen over de onvoldoende aanwas vanuit de opleidingen of het ontbreken van interesse voor technische beroepen. Bij toekomstige sollicitanten vreest men het ontbreken van de gewenste competenties. Kort en krachtig index werkgelegenheid wijst op groei aandeel bedrijven met krimp duidelijk lager ruim meer dan de helft van de bedrijven heeft vacatures voor uitvoerend technici meeste vacatures ontstaan door toename werk arbeidsmarkt wordt krapper 042011 07

08 042011 102010 Xxxxxxxxxxx zijn optimistisch over korte termijn ontwikkeling werkgelegenheid meest optimistische korte termijn verwachting sinds begin 2008 Op middellange termijn verwacht men opwaardering functies naar mbo (III/IV) en hbo Kort en krachtig bedrijven Figuur 5 Verwachtingen situatie arbeidsmarkt in de komende zes maanden (% van de bedrijven) De figuur geeft de verwachtingen van bedrijven weer over de eerste helft van 2011. Zo verwacht 12% van de bedrijven dat de uitstroom zal toenemen, 85% dat deze gelijk zal blijven en 3% dat deze zal afnemen Positieve toekomstvooruitzichten De Metalektro is positief over de vooruitzichten van het komend jaar. Op het gebied van werkgelegenheid verwacht men een uitbreiding. Dit positieve sentiment wordt door een brede groep bedrijven gedragen. In de komende jaren verwachten bedrijven hun personeelsbestand kwalitatief op te waarderen. 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 UITSTROOM INSTROOM WERKGELEGENHEID VACATURES ZAL AFNEMEN ZAL GELIJK BLIJVEN ZAL TOENEMEN Men is redelijk optimistisch over de eerste helft van 2011. Volgens de meeste bedrijven blijft de uitstroom gelijk, terwijl de instroom toeneemt. Men verwacht een groei van de werkgelegenheid in de eerste helft van 2011. Dit zal ook het aantal vacatures laten toenemen (Figuur 5). Kwalitatieve opwaardering personeelsbestand Het opwaarderen van het personeelsbestand waarmee men voor de crisis begonnen was, wordt voortgezet. Dit HET AANTAL WERKNEMERS MET EEN HBO WERK- EN DENKNIVEAU ZAL: HET AANTAL WERKNEMERS MET EEN MBO (III/IV) WERK- EN DENKNIVEAU ZAL: HET AANTAL WERKNEMERS MET EEN MBO (I/II) WERK- EN DENKNIVEAU ZAL: HET AANTAL WERKNEMERS MET EEN LBO WERK- EN DENKNIVEAU ZAL: - AFNEMEN - GELIJK BLIJVEN - TOENEMEN gaat van laag naar middelbaar en van middelbaar naar hoger beroepsonderwijs, waarbij ook binnen het mbo een duidelijke verschuiving richting de hogere niveaus verwacht wordt. Deze kwalitatieve opwaardering vindt geleidelijk plaats door het vervangen van uitstromend personeel, en, ten dele, ook door het opscholen van het bestaande personeel. De vraag naar hoger geschoold personeel is gewenst om de noodzakelijke technische en sociale innovaties in de bedrijven door te kunnen voeren (Figuur 6). 0% 20% 40% 60% 80% 100% Figuur 6 Opleidingsniveau werknemers in de komende twee jaren Verwachtingen over de ontwikkeling van het opleidingsniveau in 2011-2012. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de toe- en afname van lbo, mbo (I/II), mbo (III/IV) en hbo. Voor de komende twee jaar verwacht 43% van de bedrijven een toename van het aandeel hbo ers, 55% een gelijkblijvend aantal en maar 2% een afname van het aantal werknemers op hbo-niveau. 042011 09

010 102010 042011 Xxxxxxxxxxx Technologische en sociale innovaties Het aandeel bedrijven met technologische innovaties is in 2010 lager dan in 2009, maar zal in 2011 weer stijgen. Naast technologische innovaties zijn ook de sociale innovaties voor bedrijven van groot belang. Ruim tweederde heeft een sociale innovatie doorgevoerd. De technologische en sociale innovaties zijn van groot belang voor de bedrijven in de Metalektro. Terwijl de technologische innovaties in 2009 ondanks de crisis op peil bleven, vallen ze in 2010 iets terug. De hoge stand van ruim 90% van 2009 is in 2010 niet gehaald. Deze daling hebben de bedrijven in 2009 al aangekondigd toen zij hun verwachtingen voor 2010 formuleerden. De verwachtingen voor 2011 zijn weer optimistischer. Dan verwacht 89% van de bedrijven minimaal één innovatie te introduceren. Verbetering van processen en producten In 2010 hebben de bedrijven zich vooral gericht op het verbeteren van bestaande producten en het verbeteren van productieprocessen (Figuur 7). De helft van de bedrijven heeft een product sterk verbeterd. Daarnaast heeft ongeveer een derde van de bedrijven volledige nieuwe producten ontwikkeld. Naast de tastbare producten bieden ook steeds meer bedrijven nieuwe of verbeterde diensten aan. Deze trend is al een aantal jaren zichtbaar. Figuur 7 Technologische innovaties uitgevoerd in 2010 De figuur toont het percentage van bedrijven dat in 2010 één of meerdere innovaties heeft doorgevoerd. We maken onderscheid tussen productinnovaties, innovaties op het gebied van diensten, en procesinnovaties. De figuur laat bijvoorbeeld zien dat 20% van de bedrijven in 2010 geen innovatie doorgevoerd heeft. 34% van de bedrijven introduceerde een volledig nieuw product op de markt. GEEN INNOVATIE PRODUCTINNOVATIE: ONTWIKKELING VAN PRODUCTEN DIE NIEUW ZIJN VOOR DE MARKT ONTWIKKELING VAN PRODUCTEN DIE AL OP DE MARKT ZIJN, MAAR NIEUW ZIJN VOOR HET BEDRIJF STERK VERBETEREN VAN PRODUCTEN DIE HET BEDRIJF REEDS AANBIEDT INNOVATIE VAN DIENSTEN: ONTWIKKELING VAN DIENSTEN DIE NIEUW ZIJN VOOR DE MARKT ONTWIKKELING VAN DIENSTEN DIE AL OP DE MARKT ZIJN, MAAR NIEUW ZIJN VOOR HET BEDRIJF STERK VERBETEREN VAN DIENSTEN DIE HET BEDRIJF REEDS AANBIEDT PROCESINNOVATIE: ONTWIKKELING NIEUWE METHODEN VOOR DE PRODUCTIE VAN PRODUCTEN EN DIENSTEN STERK VERBETEREN REEDS GEBRUIKTE METHODEN VOOR DE PRODUCTIE VAN PRODUCTEN EN DIENSTEN ONTWIKKELING NIEUWE LOGISTIEKE PROCESSEN (LEVERING INPUTS, DISTRIBUTIE PRODUCTEN EN DIENSTEN) ONTWIKKELING NIEUWE METHODEN ONDERSTEUNENDE ACTIVITEITEN VOOR DE PROCESSEN (BIJVOORBEELD ONDERHOUDSSYSTEMEN EN CALCULATIEMETHODEN) 0 10 20 30 40 50 60 042011 011

012 102010 042011 Technologische en sociale innovaties Kort en krachtig technologische innovaties lager dan 2009 89% van bedrijven verwacht in 2011 te innoveren ruim tweederde van de bedrijven heeft sociale innovatie in 2010 geïntroduceerd Stagnatie in uitbesteding productie - a ctiviteiten naar buitenland Op het gebied van procesinnovaties waren de Metalektrobedrijven in 2010 nog actiever: ongeveer de helft van de bedrijven heeft de gebruikte productieprocessen sterk verbeterd en ongeveer een derde een volledig nieuw productieproces geïntroduceerd. Daarnaast werd het productieproces bij een derde van de bedrijven met behulp van nieuwe logistieke processen gestroomlijnd. Organisatorische veranderingen Veel bedrijven hebben in 2010 sociale innovaties ingevoerd (Figuur 8). Al sinds enkele jaren stijgt het aandeel bedrijven dat via sociale innovaties, en ter ondersteuning van technologische innovaties, de bedrijfsprestaties probeert te verbeteren. Er zijn projecten om de talenten van de medewerkers optimaal te ontplooien, veranderingen op organisatiegebied door te voeren of nieuwe vormen van samenwerking te ontwikkelen. GEEN INNOVATIE Zeven van de tien metalektrobedrijven heeft in 2010 één of meer vormen van sociale innovatie doorgevoerd. Bedrijven hadden in 2010 vooral aandacht voor de variabele inzet van het technisch personeel en het projectmatig werken. Daarnaast zijn taakintegratie en het werken in teams een veelgenoemde sociale innovatie van het afgelopen jaar. De meeste sociale innovaties verliepen positief. Volgens een evaluatie van de bedrijven brachten slechts in enkele gevallen sociale innovaties niet het gewenste resultaat. Men was dus over het algemeen tevreden met de implementatie van de sociale innovatie. De projecten waar wel een significant aandeel bedrijven problemen rapporteerden, waren de vermindering van managementlagen of de taakintegratie over afdelingen. Dit is begrijpelijk, aangezien dit veranderingen zijn die sterk ingrijpen in de bestaande organisatie. Uitbesteding van activiteiten in binnen- en buitenland Het uitbesteden van activiteiten, vooral naar het buitenland, stagneert (Figuur 9). Naast productieactiviteiten kunnen bedrijven ook onderzoeks-, administratieve en andere ondersteunende activiteiten aan bedrijven in binnen- en buitenland uitbesteden. Men verwacht op alle gebieden een toename in de samenwerking met binnenlandse bedrijven. De samenwerking met buitenlandse bedrijven wordt daarentegen nog altijd gedomineerd door productieactiviteiten. De bedrijven zijn minder enthousiast over het uitbesteden van vooral productiewerk naar het buitenland. Uitbesteden van ander werk onderzoek, administratief, of ondersteunend naar het buitenland staat op een betrekkelijk laag pitje. Wel wordt een toename verwacht in het uitbesteden van onderzoeksactiviteiten. VERMINDEREN AANTAL MANAGEMENTLAGEN DECENTRALISATIE CENTRALISATIE Figuur 9 Meer uitbesteding van activiteiten in de komende vijf jaar t.o.v. het afgelopen jaar PRODUCTIEACTIVITEITEN ONDERZOEKSACTIVITEITEN BINNENLAND Figuur 8 Organisatorische veranderingen 2010 De figuur geeft het percentage bedrijven weer dat in 2010 minimaal een vorm van sociale innovatie ingevoerd heeft. Het grootste aandeel heeft de variabele inzet van personeel dat 33% van de bedrijven geïntroduceerd heeft. 38% van de bedrijven heeft geen vorm van sociale innovatie geïntroduceerd. WERKEN IN TEAMS TAAKINTEGRATIE OVER AFDELINGEN PROJECTMATIG WERKEN VARIABELE INZET EIGEN TECHNISCH PERSONEEL EXTERNE SAMENWERKING ANDERS De figuur geeft het aandeel bedrijven weer dat aangeeft meer activiteiten te willen uitbesteden op het gebied van productie, onderzoek, ondersteunende diensten of administratieve activiteiten. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen uitbesteding binnen Nederland en naar het buitenland. Ook wordt het verloop sinds 2008 weergegeven. Wilde in 2008 nog 23% van de bedrijven meer productie uitbesteden, in 2010 is dat nog maar 15%. ONDERSTEUNENDE ACTIVITEITEN ADMINISTRATIEVE ACTIVITEITEN BUITENLAND PRODUCTIEACTIVITEITEN ONDERZOEKSACTIVITEITEN ONDERSTEUNENDE ACTIVITEITEN ADMINISTRATIEVE ACTIVITEITEN 0 5 10 15 20 25 0 5 10 15 20 25 30 35 40 2008 2009 2010 042011 013

014 102010 042011 Xxxxxxxxxxx Personeelsbeleid Speerpunten van het toekomstig personeelsbeleid zijn vooral het bevorderen van de inzetbaarheid, het verminderen van verzuim en, met het oog op de vergrijzing, ook het leeftijdsbewuste personeelsbeleid. Technologische en sociale innovaties, zowel de uitgevoerde als de geplande veranderingen, hebben invloed op de toekomstige eisen aan het personeel. Veel bedrijven bereiden hun personeel doelbewust voor op de toekomstige uitdagingen, wat blijkt uit de speerpunten voor het toekomstig personeelsbeleid (figuur 10). Meer dan de helft van de bedrijven wil inzetten op het verhogen van de inzetbaarheid van het personeel. Hiermee wordt een knelpunt aangepakt dat vaak bij de invoering van nieuwe processen of sociale innovaties genoemd wordt. Verder blijft het leeftijdsbewuste personeelsbeleid, dat door veel bedrijven wordt gezien als onderdeel van duurzame inzetbaarheid, belangrijk met het oog op de vergrijzing van het personeel en de verhoging van de pensioenleeftijd. Verminderen van verzuim is een derde belangrijke speerpunt, dat regelmatig hoog scoort. HRM-instrumenten Bij het realiseren van de genoemde speerpunten in het personeelsbeleid, verwacht een derde van de bedrijven geen knelpunten. Tweederde van de bedrijven verwacht wel enige problemen. De drie meest genoemde knelpunten zijn het te lage kennisniveau van het personeel, inflexibiliteit van het personeel en vooral dat het personeel moeilijk om kan gaan met verandering. Om de realisatie van de speerpunten in goede banen te kunnen leiden en de verwachte knelpunten te omzeilen, gebruiken de bedrijven verschillende hrm-instrumenten. Voorbeelden hiervan zijn gesprekken met het personeel, het in kaart brengen van bestaande en gewenste kennis, maar ook het scholen en geven van trainingen, zij het formeel of informeel op de werkvloer. In de eerste groep van instrumenten passen de veel gebruikte functioneringsgesprekken, persoonlijke ontwikkelingsplannen en beoordelingsgesprekken. Daarnaast past in deze reeks de iets meer toegespitste gesprekken zoals de scholings- en ontwikkelingsgesprekken of loopbaanplanning. Het in kaart brengen van de huidige kennis kan door middel van de competentieof vaardighedenmatrix, door het evc of op bestuurlijk niveau, door het hanteren van een competentiemanagementsysteem. Figuur 10 Speerpunten van het toekomstig personeelsbeleid De figuur geeft de zes meest genoemde speerpunten van het toekomstige personeelsbeleid weer. Voor de komende vijf jaar verwacht 48% van de bedrijven dat het bevorderen van de inzetbaarheid van het personeel een speerpunt van het personeelsbeleid zal worden. BEVORDEREN INZETBAARHEID PERSONEEL VERMINDEREN VAN VERZUIM LEEFTIJDSBEWUST PERSONEELSBELEID BEVORDEREN COACHEND LEIDERSCHAP OPBOUWEN OF UITBREIDEN FLEXIBELE SCHIL BETREKKEN PERSONEEL BIJ BELEID ORGANISATIE 2011-2015 0 10 20 30 40 50 60 042011 015

016 102010 042011 Personeelsbeleid Kort en krachtig de belangrijkste speerpunten van toekomstig personeelsbeleid: - bevorderen inzetbaarheid - verminderen verzuim - leeftijdsbewust personeelsbeleid bedrijven zijn tevreden met doorstroom technisch personeel Training, voortvloeiend uit afspraken gemaakt in bovengenoemde instrumenten, speelt verder een belangrijke rol bij het realiseren van de speerpunten. Nieuwe kennis wordt immers óf door functieroulatie óf door training opgedaan. Dat kan ondersteund worden met een bedrijfsopleidingsplan, door het instellen van bedrijfsopleidingsbudgetten, maar ook door middel van individuele opleidingsbudgetten. (Figuur 11) Doorstroom van technisch personeel De interne mobiliteit in bedrijven is van groot belang om een optimale inzet van de competenties van het personeel te garanderen. Van interne mobiliteit is sprake bij een andere functie op hetzelfde niveau, maar ook bij een carrièrestap naar een hogere functie. Interne mobiliteit draagt verder bij aan het aantrekkelijk FUNCTIONERINGSGESPREKKEN PERSOONLIJK ONTWIKKELINGSPLAN (POP) BEOORDELINGSGESPREKKEN WERKOVERLEG COMPETENTIE- OF VAARDIGHEDENMATRIX maken van het werk door een verbeterd loopbaanperspectief voor de werknemer. Deze interne mobiliteit kan in de afgelopen jaren als gevolg van de crisis lager uitgevallen zijn dan gewenst. Bij 46% van de bedrijven is sprake van interne mobiliteit van technische medewerkers. Bij 29% van de bedrijven kreeg het technisch personeel een hogere technische functie. En bij 20% een hogere niet-technische functie. 31% van de bedrijven vinden functieveranderingen van een technische naar een niet-technische functie plaats. Er is nauwelijks sprake van een neerwaartse functieverandering oftewel demotie. Acht van de tien bedrijven is tevreden met de mobiliteit binnen het bedrijf. Opleidingsinspanningen SCHOLINGS/ONTWIKKELINGSGESPREKKEN FUNCTIEROULATIE LOOPBAANPLANNING De trainingsuitgaven per bedrijf en per getrainde werknemer zijn in 2010 gestegen. Ruim de helft van de vaste werknemers volgde in 2010 een training. De nadruk ligt vooral op vaktechnische trainingen voor het vaste personeel. Figuur 11 Hrm-instrumenten voor het realiseren van belangrijkste speerpunten In de figuur zijn de hrm-instrumenten voor het realiseren van de belangrijkste speerpunten van het personeelsbeleid weergegeven. 53% van de bedrijven wil bijvoorbeeld functioneringsgesprekken inzetten om hun belangrijkste speerpunten te bereiken. BEDRIJFSOPLEIDINGSPLAN (BOP) BEDRIJFSOPLEIDINGSBUDGET COMPETENTIEMANAGEMENTSYSTEEM LEREN ONDER WERKTIJD EVC UITWISSELING VAN WERKNEMERS MET ANDERE BEDRIJFSVESTIGINGEN BEDRIJFSVESTIGINGEN PERSOONLIJK OPLEIDINGSBUDGET 0 10 20 30 40 50 60 Tijdens de crisis hebben veel bedrijven hun werknemers extra scholing kunnen geven. Scholing blijkt ook belangrijk om een van de knelpunten bij organisatorische veranderingen op te lossen. Een gebrek aan kennis en vaardigheden kan soms een goede implementatie van organisatorische veranderingen in de weg staan. Komen deze ontwikkelingen ook tot uiting in onze gegevens over het volgen van cursussen of opleidingen door het personeel in de Metalektro? Opleidingskosten licht toegenomen In 2010 waren de gemiddelde totale opleidingskosten per bedrijf 51.710. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2009, toen er gemiddeld 51.100 aan opleidingen werd besteed. Dit zijn out-of-pocket kosten, waarbij er geen rekening gehouden is met de werktijd waarin trainingen of cursussen werden gevolgd. De gemiddelde opleidingskosten per getrainde werknemer waren in 2010 1.510. Dit is duidelijk meer dan in 2009 ( 1.170). De trainingskosten uitgedrukt als percentage van de loonsom bedragen 1,8%. 042011 017

018 102010 042011 Opleidingsinspanningen Verouderd denken? Figuur 12 Cursussen en opleidingen bij bedrijven in de Metalektro (% van de bedrijven) De figuur geeft het aandeel bedrijven weer dat zijn personeel één of meer cursussen op een bepaald terrein heeft laten volgen. Daarnaast wordt ook het belang van een trainingsonderwerp in de toekomst weergegeven. Zo blijkt 21% van de bedrijven trainingen op het gebied van procesgericht werken aangeboden te hebben, maar voor de toekomst verwacht 24% van de bedrijven dat dit een belangrijk onderwerp wordt. Belangrijkste trainingsonderwerpen zijn de vaktechnische vaardigheden en cursussen op het gebied van leidinggeven. VAKTECHNISCHE VAARDIGHEDEN LEIDINGGEVEN COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN WERKEN MET COMPUTER/IT VEILIG GEDRAG PROCESGERICHT WERKEN PLANNEN EN ORGANISEREN TAALVAARDIGHEDEN COMMERCIËLE VAARDIGHEDEN WERKEN IN TEAMVERBAND PROBLEEMOPLOSSEND VERMOGEN OMGAAN MET VERANDERINGEN 0 2010 TOEKOMST 10 20 30 40 50 60 70 80 90 De crisis is voorbij!? Vanwaar zowel het vraag- als het uitroepteken? Vanwege de elkaar soms tegensprekende resultaten van de Arbeidsmarktmonitor. Zo zijn er meer bedrijven die zeggen dat zij hun personeelsbestand uitbreiden dan dat er bedrijven zijn die krimpen. Maar er zijn ook nog bedrijven die te weinig werk hebben, die inkrimpen of erover nadenken om hun personeelsbestand, al dan niet tijdelijk, te verkleinen. Deze uiteenlopende ontwikkelingen geven ook aan hoe divers de bedrijven in de Metalektro zijn. Sommige bedrijven kregen direct aan het begin van de crisis de volle laag, maar mochten bij de eerste tekenen van herstel ook meteen weer vol aan de bak. Andere bedrijven hadden aan het begin van de crisis nog volop werk, en nu pas, tegen het einde van de crisis, hebben zij minder en minder opdrachten. Het is daarom niet verwonderlijk dat de sector nog krimp in verschillende functies heeft, maar dat tegelijkertijd de indicator voor de werkgelegenheid zegt dat groei overheerst. Lastige details. Daarom willen wij ook veel liever onze blik op de toekomst richten: wat komt er na de crisis? Waar moeten bedrijven op letten? Wat zijn de belangrijke onderwerpen op personeelsgebied die los van de schommelingen in de werkgelegenheid, in de komende jaren een rol zullen spelen? Een van de toekomstige uitdagingen zal zeker zijn om de oudere werknemer beter te benutten. Voordat u nu stopt met lezen: nee, dit betreft niet de 50+ er. Dit is een overgangsgeneratie die wellicht wat langer door moet werken. De echte uitdaging is om tijdens de hele levensloop werknemers zo te laten werken, dat de functie die zij hebben op hogere leeftijd nog zonder problemen gedaan kan worden. Natuurlijk kan de huidige 60+ er bepaald lichamelijk zwaar werk vaak niet meer doen. Maar wat is er nodig om dit te voorkomen? Of om ervoor te zorgen dat een 60+ er deze zware lichamelijke arbeid helemaal niet hoeft te doen? Moeten wij werkprocessen veranderen? Of toch liever aan loopbanen sleutelen? Teams van jong en oud samenstellen? Of iets heel anders? Wij denken, dat er nog heel veel creativiteit nodig is om optimaal gebruik te kunnen maken van de verlenging van de arbeidsjaren, maar ons gevoel zegt ons dat hier ook nog heel veel te winnen valt. Kort en krachtig trainingsuitgaven per getrainde werknemer toegenomen 57% van de vaste werknemers volgen één of meer trainingen 24% van de tijdelijke werknemers en 10% van de uitzendkrachten volgen één of meer trainingen training vooral gericht op vaktechnische vaardigheden Van het vaste personeel volgde gemiddeld 57% minimaal één training, onder tijdelijke krachten en uitzendkrachten is dat respectievelijk 24% en 10%. De verhouding van interne ten opzichte van externe cursussen is nagenoeg in evenwicht; er zijn evenveel werknemers die een interne cursus volgen als werknemers die een externe cursus volgen. Bijna driekwart van de cursussen die door het technisch personeel werden gevolgd, was gericht op hun huidige functie. Een kwart van de gevolgde cursussen was gericht op de verdere loopbaan van de werknemer binnen het bedrijf. Slechts 3% van de cursussen was mede gericht op de verdere loopbaan van de werknemer buiten het bedrijf. Inhoud cursussen Cursussen met vaktechnische vaardigheden blijven de belangrijkste cursussen (Figuur 12). Bijna negen van de tien bedrijven laat hun werknemers cursussen over vaktechnische vaardigheden volgen en ongeveer evenveel zegt hier in de toekomst meer aandacht aan te willen besteden. Cursussen met soft skills, zoals leidinggeven, communicatieve vaardigheden, veilig gedrag, procesgericht werken en werken in teamverband worden daarnaast veel gevolgd. Ruim een derde van de bedrijven laat hun werknemers dergelijke cursussen volgen. Omgaan met IT wordt ook door een derde van de bedrijven genoemd. Daarnaast heeft een aantal bedrijven aandacht voor andere inhoudelijke cursussen ter ontwikkeling van vaardigheden zoals taalvaardigheden, commerciële vaardigheden, plannen en organiseren, probleemoplossend vermogen en omgaan met verandering. In de toekomst denken bedrijven, naast de vaktechnische en leidinggevende vaardigheden, vooral meer aandacht te willen besteden aan de cursussen probleemoplossend vermogen, omgaan met verandering en commerciële vaardigheden. Verder zal meer nadruk komen te liggen op cursussen zoals veilig gedrag en procesgericht werken. Meedoen aan het werkgeverspanel? Meld uw bedrijf aan: www.ao-metalektro.nl/arbeidsmarktmonitor. Vragen? Henry de Groot, procesmanager bij A+O Metalektro staat u graag te woord, telefoon (070) 317 19 80, e-mail: h.degroot@stao.nl EEN UITGAVE VAN DE STICHTING ARBEIDSMARKT EN OPLEIDING IN DE METALEKTRO April 2011 Oproep werkgeverspanel Metalektro Het is van groot belang om de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in de Metalektro op de voet te blijven volgen. Naast het belang voor de gehele bedrijfstak, heeft deelname aan het werkgeverspanel ook duidelijke voordelen voor uw eigen bedrijf. Na iedere meting wordt een op maat gemaakte benchmark van uw bedrijf beschikbaar gesteld, waarmee u uw bedrijf op een aantal belangrijke punten kunt vergelijken met andere bedrijven in de sector. De gegevens over uw bedrijf zijn onmisbaar voor de Arbeidsmarktmonitor. Ze zorgen ervoor dat we een juiste situatie op bedrijfstakniveau kunnen schetsen. Vooral het in kaart brengen van de regionale arbeidsmarkten vereist dat veel bedrijven uit het hele land meedoen. Het werkgeverspanel kan uw medewerking dus goed gebruiken! 042011 019

020 102010 042011 Xxxxxxxxxxx Colofon De rapportage Arbeidsmarktmonitor Metalektro is een uitgave van de Stichting Arbeidsmarkt en Opleiding Metalektro en is bestemd voor bedrijven, ondernemingsraden en vakbondskader in de Metalektro, relaties en deelnemers/ leden van A+O Metalektro. Uitgave April 2011 (2 e meting 2010) Redactie en productie A+O Metalektro, Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht Aan deze uitgave werkten mee Regiecommissie Arbeidsmarktmonitor Metalektro Afdeling communicatie A+O Metalektro Fotografie Rooduijn communicatie & design, Den Haag Maurits van Hout (foto pagina 2), Eindhoven Stichting A+O Metalektro Overgoo 13 2266 JZ Leidschendam Postbus 407 2260 AK Leidschendam Telefoon: (070) 317 19 80 Telefax: (070) 317 19 95 E-mail: info@stao.nl www.ao-metalektro.nl Met dank aan Burgerhout B.V., Assen waar de foto s uit deze Arbeidsmarktmonitor zijn gemaakt. Vormgeving Rooduijn communicatie & design, Den Haag Druk Drukkerij Damen, Werkendam