Toelichting bij het CZ Zorginkoopdocument GZ Wlz Publicatiedatum: 30 juni 2017

Vergelijkbare documenten
Toelichting bij het CZ Zorginkoopdocument GGZ Wlz Publicatiedatum: 30 juni 2017

Toelichting bij het CZ Zorginkoopdocument Experiment V&V Zuid-Limburg Wlz Publicatiedatum: 30 juni 2017

Toelichting bij het CZ Zorginkoopdocument GZ Wlz Publicatiedatum: 29 juni 2018

TOELICHTING BIJ HET CZ ZORGINKOOPDOCUMENT Sector V&V Wlz Publicatiedatum: 28 juni 2019

Toelichting bij het CZ Zorginkoopdocument V&V Wlz Publicatiedatum: 30 juni 2017

Nota van Inlichtingen 2018 Wlz sector V&V

Toelichting bij het Zorginkoopdocument Wlz 2017 sector GGZ en Overeenkomst 2017 sector GGZ n.a.v. de vragen gesteld voor de Nota van Inlichtingen:

Zorginkoopbeleid Wlz 2019

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Haaglanden

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Hollandse eilanden

Nota van Inlichtingen behorende bij. Zorginkoopdocument 2016 Wlz SECTOR GZ

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Limburg

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuidoost-Brabant

Aanvulling 2019 op Deel 2 Regionaal inkoopkader nieuwe zorgaanbieders Wlz 2018

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio West-Brabant

Nota van Inlichtingen behorende bij. Zorginkoopdocument 2017 Wlz SECTOR GGZ

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zeeland

Nota van Inlichtingen behorende bij. Zorginkoopdocument 2016 Wlz SECTOR GGZ

Toelichting bij Zorginkoodocument Wlz 2016 sector GGZ n.a.v. de vragen gesteld voor de Nota van Inlichtingen.

Nota van Inlichtingen behorende bij. Zorginkoopdocument 2016 Wlz SECTOR GZ

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 7 September 2017

Nota van Inlichtingen 2018 Wlz sector GGZ

Vragenlijst AWBZ zorgcontractering 2014

Bijeenkomst Inkoop Wlz Wet Langdurige Zorg 1 juni 2017

Addendum Zorginkoop langdurige zorg 2015

Experiment proeftuinen meerzorg 2.0 Wlz 2018

Addendum Zorginkoop langdurige zorg 2015

Zorgkantoor Friesland Nota van Inlichtingen II, Inkoopdocument Wlz juni 2018

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 3 Mei 2017

Vragenlijst AWBZ/Wlz zorgcontractering 2015

Aanvulling 2019 bij inkoopkader Wlz juni 2018

Informatiebijeenkomst zorginkoop Wlz 2019 GZ en GGZ. Juni 2018

Bijeenkomst Zorgaanbieders Wlz inkoopbeleid 2017

TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2017 en 2018 (update december 2017) SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

Met hart voor zinnige zorg Voor nu en later. Zorgkantoren Coöperatie VGZ Juni 2018

TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2018 en 2019 SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2017 en 2018 (update oktober 2017) SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

Zilveren Kruis Zorgkantoor zet in op zorg en ondersteuning die past bij de manier waarop klanten hun leven willen leiden

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Hollandse eilanden

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 12 Februari 2018

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk l / Ervaringen invoering Wlz 16 september 2015

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Haaglanden

Zorgkantoor Friesland Nota van Inlichtingen III - Aanvulling, Inkoopdocument Wlz oktober 2016

Zorgkantoor Friesland Inkoopdocument Wlz 2016

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zeeland

FAQ presentatie zorgaanbieders januari / februari 2015

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuidoost-Brabant

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 2 April 2017

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio West-Brabant

Bijlage C: Leveringsstatus

Toelichting bij het CZ Zorginkoopdocument V&V Wlz Publicatiedatum: 29 juni 2018

Zorgkantoor Friesland Nota van Inlichtingen IV, Inkoopdocument Wlz juli 2018

Inleiding. Nota van Inlichtingen Experiment persoonsvolgende bekostiging Rotterdam 2017 Zilveren Kruis Zorgkantoor Wlz Gehandicaptenzorg

Telefoonnummer

De drie thema s met een uniform criterium voor onze sector zijn kwaliteit, innovatie en integrale benadering.

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 7 September 2018

INKOOPSYSTEMATIEK 2020

Zorgkantoor Friesland Nota van Inlichtingen III, Inkoopdocument Wlz juli 2018

Nota van inlichtingen Wet langdurige zorg 2017 Regionaal inkoopkader Midden IJssel

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 9 November 2017

Inkoop experiment V&V regio Zuid Limburg Experiment Persoonsvolgende

Addendum extra middelen kwaliteitskader verpleeghuiszorg ZORGKANTOOR - ZORGAANBIEDER Wlz

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 4 Juni 2017

Zorginkoopbeleid 2015

Zorginkoop Wlz

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Limburg

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Haaglanden

Antwoord: Ten opzichte van 2019 vinden er een aantal wijzigingen plaats in de toekenning van het kwaliteitsbudget:

Wlz Zorginkoop Regionale informatiebijeenkomst voor zorgaanbieders Datum 16 en 18 juni 2015

BELEIDSREGEL BR/REG Prestatiebeschrijvingen en tarieven zzp-meerzorg Wlz. Grondslag

CONCEPT Wlz Zorginkoopbeleid mr. Daphne Koch, beleidsadviseur ZN

TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2018 SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

Veel gestelde vragen over ZZP

Wijzigingen in de verpleegkundige zorg thuis naar aanleiding van intrekken beleidsregel MSVT per 2018

Landelijk inkoopbeleid 2020 Regionaal Kader 2020

Zorgkantoor Friesland Versmalde AWBZ (Wlz)

Aanvullende publicatie op het landelijke inkoopkader 2017

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 10 December 2018

ZORGINKOOPDOCUMENT 2018 Wlz sector GZ. CZ specifiek kader bij ZN Inkoopkader Wet langdurige zorg

Aanvulling Wlz zorginkoop 2019

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Hollandse eilanden

Nota van Inlichtingen. behorend bij. Regionale inkoopkaders Wlz

Uitkomsten enquête toetsingskader doelmatige en verantwoorde zorg thuis

1. Alle dagbesteding inclusief vervoer gaat naar de gemeente (Wmo en Jeugdwet). Ook de dagbesteding van cliënten met een hoog zzp.

Inkoopbeleid 2018 Pro Life

Uitkomsten enquête Toetsingskader Doelmatig en Verantwoorde Zorg Thuis

Wlz Zorginkoopbeleid drs. Ineke Wever, manager Zorg ZN

Wlz inkoopkader

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio West-Brabant

Nota van Inlichtingen Bijlage Achmea zorginkoop AWBZ 2014.

Inkoopprocedure Inkoopkader Langdurige Zorg 2016 Zorgkantoren Coöperatie VGZ

BELEIDSREGEL CA-BR-1608a. Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg. Bijlage 3 bij circulaire Care/Wlz/15/14c

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuidoost-Brabant

IVVU, 18 februari 2015 Herma Oosterom. Wet langdurige zorg

Wijzigingen in de verpleegkundige zorg thuis naar aanleiding van intrekken beleidsregel MSVT per 2018

ZORGINKOOPDOCUMENT 2018 SECTOR V&V Wlz. CZ specifiek kader bij ZN Inkoopkader Wet langdurige zorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds In hoofdstuk 9 worden na artikel 9.13 vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Wijzigingen in de verpleegkundige zorg thuis naar aanleiding van intrekken beleidsregel MSVT per 2018

Zilveren Kruis Zorgkantoor

Zorgcontractering AWBZ 2015 Zorgkantoor Utrecht

Transcriptie:

Toelichting bij het CZ Zorginkoopdocument GZ Wlz Publicatiedatum: 30 juni 2017

Toelichting bij het CZ Zorginkoopdocument GZ Wlz n.a.v. de vragen gesteld voor de Nota van Inlichtingen: Indien een vraag betrekking heeft op tekst die letterlijk terug te vinden is in de inkoopdocumenten, een vraag de situatie van de individuele zorgaanbieder betreft of indien de gestelde vraag geen feitelijke vraag is, dan is deze niet opgenomen. Het kan dus voorkomen dat de door u gestelde vraag niet (letterlijk) terugkomt in dit document. Waar vragen of bezwaren betrekking hebben op landelijk uniform beleid zijn de antwoorden opgenomen in het landelijke ZN document. 2

CZ Zorginkoopdocument GZ Wlz Voorbehouden 3 Wij maken bezwaar dat de Geschilleninstantie Zorgcontractering ontbreekt in het regionale inkoopbeleid. ActiZ, GGZ Nederland en de VGN hebben (tezamen met andere branche- en beroepsorganisaties) met Zorgverzekeraars Nederland afspraken gemaakt over de Geschillen- instantie Zorgcontractering (Convenant ter instelling van een onafhankelijke geschilleninstantie voor geschillenoplossing en beslechting zorgcontractering d.d. 2 juni 2016). Wij vinden het belangrijk dat ook bij precontractuele geschillen in de Wlz-contractering een beroep te kunnen doen op een laagdrempelige en toegankelijke geschilleninstantie. Wij maken bezwaar tegen het ontbreken ervan in het contracteerkader en vragen u de afspraken met u gemaakt in ZN-verband na te leven. Voor de beslissing in kort geding van een geschil in een inkoopprocedure zijn mediation en bindend advies niet geschikt omdat een uitspraak potentieel consequenties heeft of kan hebben voor alle andere bij de inkoopprocedure betrokken partijen. Dit betekent dat zorgkantoren in ieder geval een beslissing wensen door een instantie die oordeelt in een rechtsgang die met een gewone procedure te vergelijken is en waarin een beslissing tot stand komt binnen in ieder geval de periode gemoeid met een gewoon kort geding. Voor een arbitraal kort geding geldt onverkort de eis dat partijen uitdrukkelijk moeten zijn overeengekomen af te wijken van de door de wet gegeven rechtsgang. In het Convenant is een expliciete regeling voor een kort geding niet opgenomen en zorgkantoren willen niet het risico lopen dat er over een overeenkomst nog apart onderhandeld dient te worden waardoor tijd verloren gaat. Zorgkantoren willen bovendien dat er zekerheid is dat een uitspraak gegeven is binnen in ieder geval de termijn waarop de kort geding rechter dat kan doen, zeker ook vanwege het tijdpad waarbinnen de inkoopprocedure moet zijn afgerond (voor 1 november 2017) en de periode waarin een mogelijk kort geding plaatsvindt (vakantieperiode). De belangen van niet alleen de partij die een geschil aanhangig wenst te maken maar ook de belangen van de andere bij de inkoopprocedure betrokken partijen rechtvaardigen dat voor het kort geding de gewone rechterlijke procedure wordt gevolgd. En ook op dit punt is het ontbreken van een regeling in het Convenant voor derde belanghebbenden een aanwijzing dat in deze fase van de inkoopprocedure een regulier kort geding gevoerd moet kunnen worden: die derde belanghebbenden zouden zich immers moeten neerleggen bij de keuze die gemaakt is en dat zou betekenen dat zij mogelijk niet vrijwillig afgehouden worden van de rechter die de wet hen toekent. Dat is niet toegestaan. Ter toelichting: Dat het algemene arbitragereglement van het NAI de mogelijkheid van een kort geding biedt, is op zichzelf niet vreemd omdat die regeling er dient te zijn voor het geval de arbitrageovereenkomst uitdrukkelijk voorziet in een arbitraal 3

CZ Zorginkoopdocument GZ Wlz 1. Missie en visie van CZ zorgkantoor 2. CZ zorgkantoor inspiratiepagina: kwaliteit en persoonsgerichtheid n.v.t. 11 CZ geeft aan dat cliënten zelf hun begeleider willen kiezen en het mogelijk moet zijn om van begeleider te veranderen als het niet klikt. Hoe zit CZ dit in de praktijk voor zich, met name voor de groep 'zorgmijders'? n.v.t. 11 Om cliëntgerichte zorg vorm te geven ervaren wij regelmatig een drempel door de huidige leveringsvoorwaarden. Is er een mogelijkheid om over de leveringsvoorwaarden in gesprek te gaan met u? kort geding. Dat niet en zeker niet zonder meer gegeven is dat met een arbitrageovereenkomst ook voorzien is in de mogelijkheid van een arbitraal kort geding, wordt bevestigd door artikel 1022a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dat bepaalt dat een arbitrageovereenkomst er niet aan in de weg staat dat een partij zich wendt tot de kort geding rechter. Aangenomen wordt dat een partij zich, zelfs als een arbitraal kort geding overeengekomen is, kan wenden tot de voorzieningenrechter indien de beslissing in het arbitraal kort geding niet snel genoeg kan worden gegeven: zie artikel 1022c van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering: zie Groene Serie, Rechtsvordering, onderdeel 11. bij artikel 254. Aangenomen wordt ook dat als een arbitraal kort geding overeengekomen is, de voorziening bij het NAI aan een gang naar de kort geding rechter in de weg staat. Het gaat dus om de uitleg van de onderliggende arbitrageovereenkomst en als die niet een expliciete verwijzing bevat naar een kort geding, dan mag niet worden aangenomen dat ook voorzien is in een kort geding en dat het dus de bedoeling van partijen is geweest een regeling overeen te komen waarmee afstand wordt gedaan van de door de wet aangewezen rechter. Concluderend moet vastgesteld worden dat de arbitraal kort geding procedure geen onderdeel uitmaakt van de mogelijkheden tot geschillenbeslechtiging via de Onafhankelijke geschillencommissie zorgcontractering. Nu een deugdelijke contractuele grondslag een wettelijk vereiste is om af te wijken van de gewone rechter, willen zorgkantoren niet het risico lopen dat er debat ontstaat over de bevoegdheid van een arbiter en handhaven zij dus de rechtsgang bij de gewone rechter. Wij zijn ons ervan bewust dat het voor deze doelgroep lastig kan zijn om een begeleider te kiezen. Wij hebben er alle vertrouwen in dat de zorgaanbieder hier op de juiste wijze mee om kan gaan. Het is altijd mogelijk om in gesprek te gaan met de zorginkoper om te bespreken welke drempels ervaren worden door de leveringsvoorwaarden en welke oplossingen er mogelijk zijn. 4

CZ Zorginkoopdocument GZ Wlz 2. CZ zorgkantoor inspiratiepagina: kwaliteit en persoonsgerichtheid n.v.t. 12 Hoe verhoudt persoonsvolgende bekostiging zich tot budget-/volumeplafonds? 3.3.2 13 Waarom kiest CZ zorgkantoor er anders dan andere zorgkantoren voor om de toeslag woonzorg jong volwassenen afhankelijk te maken van de beschikbare contracteerruimte? 3.2.2 14 Is het correct dat zorgaanbieders met een actuele 2- jarige overeenkomst (2016-2017) alleen een inschrijvingsverklaring en geen bestuursverklaring hoeven in te dienen? 3.2.5 14 In het Zorginkoopdocument staat dat CZ een bovengrens t.o.v. het maximum NZa-tarief hanteert die bepaald is door de generieke korting en de taakstelling. Wij lezen dat de generieke korting de korting is die CZ zelf hanteert. Op welke taakstelling doelt CZ die een korting rechtvaardigt? 3.2.6 15 Waarom kiest CZ ervoor om voor MPT de productieafspraak op 90% (aantal) te zetten? Hoe wordt omgegaan met overschrijding van het productieplafond? Wij verzoeken om ook voor MPT minimaal 95% te contracteren. 3.2.5 16 Als de capaciteit moet afnemen en er meer MPT / VPT moet worden geleverd, wordt het tarief van deze leveringsvorm dan ook verhoogd naar het niveau van de Zorgprofielen? 3.2.5 16 Waarom kiest CZ zorgkantoor ervoor tarief van 96% van NZa tarief toe te passen voor zorg geleverd in ZZP (inclusief meerzorg)? Het is niet logisch dat een dergelijke korting wordt toegepast daar waar aan voorwaarden voor meerzorg wordt voldaan. Dat is een dilemma, zolang er sprake is van een beperkte contracteerruimte, zullen we de persoonsvolgendheid invullen door binnen het beschikbare budget de middelen te herverdelen op basis van de gedeclareerde zorg en kunnen we niet overgaan tot volledige persoonsvolgendheid met een open eind financiering. Uit doelmatigheidsoverwegingen is reeds een aantal jaren geleden besloten deze toeslag niet meer af te spreken als de contracteerruimte dat niet toelaat. Dit is continuering van bestaand beleid. Als de zorgaanbieder de tweejarige overeenkomst wil behouden dan is dit correct. Als de zorgaanbieder in aanmerking wil komen voor een nieuwe driejarige overeenkomst, dan moet de Bestuursverklaring worden ingevuld. VWS verwerkt jaarlijks taakstellingen voor de zorgkantoren bij de bepaling van de beschikbare contracteerruimte. Het zorgkantoor is gebonden aan het landelijk vastgesteld beleid dat de toegekende regionale contracteerruimte, de maximaal beschikbare ruimte is voor uitvoering van de Wlz. Het basistarief ten opzichte van het maximum NZa tarief kan per concessiehouder verschillen. Het percentage voor het basistarief kan niet los bezien worden van de andere inkoopinstrumenten en de historische situatie zoals beschreven in de regionale inkoopdocumenten. Dit is niet mogelijk, het betreft continuering van bestaand beleid. Het tarief wordt niet opgehoogd, CZ zorgkantoor past een tariefpercentage toe van 96% op alle prestaties ongeacht de leveringsvorm. Dit is een continuering van het beleid van voorgaande jaren. Meerzorg wordt niet anders behandeld dan reguliere zorg via zzp, mpt of vpt. 5

CZ Zorginkoopdocument GZ Wlz 3.2.5 16 Ook voor meerzorg wordt door CZ zorgkantoor een tarief gehanteerd van 96%. Wij vinden dit niet passen bij de procedure en totstandkoming van een meerzorgplan. Bij het aanvragen van meerzorg vindt immers een objectieve / externe toetst plaats door het CCE op de benodigde inzet voor een cliënt in zeer complexe casus. Daarbij is standaard al sprake van een drempel van 10% in uren / kosten die een zorginstelling uit eigen middelen moet betalen. Op cliëntniveau is er in totaal dus sprake van 14% extra inzet bovenop de ZZP alvorens middelen uit meerzorg beschikbaar komen. We vragen u daarom de toegekende meerzorgmiddelen voor 100% toe te kennen. 3.2.6 17 Een volumegarantie van 95% voor verblijfszorg en 90% voor MPT is gezien de grootte van onze organisatie een groot risico. Is het mogelijk in overleg met aanbieders te komen tot een hogere volumegarantie op basis van de werkelijke realisatie? 3.2.6 17 Is het in nog noodzakelijk te verzoeken om prestaties open te laten stellen, waarvoor initieel geen afspraken voor zijn gemaakt? 3.2.6 17 In uw documenten geeft is aan cliëntgerichte zorg belangrijk te vinden. Andere zorgkantoren kiezen ervoor om het budgetplafond los te laten waardoor een van de drempels om cliëntvolgende zorg goed vorm te geven wordt opgeheven. Kunt u aangeven waarom u de keuze heeft gemaakt om toch een budgetplafond in te stellen? 3.3 19 Klopt het dat op pagina 19 wordt aangegeven dat bij een driejarige overeenkomst het tarief de komende 3 jaar gehandhaafd blijft op 96%? 3.3.1 20 In het Kwaliteitskader staat dat het kwaliteitsrapport uiterlijk 1 juni moet zijn opgeleverd. Wij verzoeken uw zorgkantoor om aan te sluiten bij de landelijke datum van 1 juni? 3.3.1 20 De tijdigheid van de MAZ en MUT berichten mag voor een aaneengesloten periode van 3 maanden op zorgaanbiedersniveau niet lager zijn dan 95%. Geldt dit op het niveau van aanbieder of per AGB - code? Dit beleid wordt al een aantal jaren gehanteerd en zal ook in toegepast worden. Dit is niet mogelijk, het is continuering van bestaand beleid. Dit dient aangevraagd te worden bij de zorginkoper voordat deze prestaties gedeclareerd kunnen worden. Persoonsgericht financieren betekent niet dat er macro meer budget beschikbaar is om alles te kunnen financieren. Doelmatigheid zal daarom altijd een thema blijven binnen de zorginkoop. Dit vraagt zowel van het zorgkantoor, als van de zorgaanbieders een inspanning om dit te kunnen realiseren. De generieke korting en de taakstelling worden ieder jaar opnieuw bepaald. De bepaling van uiterlijk 31 mei jaar t +1 op pagina 21 wordt via de Nota van Inlichtingen aangepast naar uiterlijk 1 juni t + 1. Dit is op zorgaanbiederniveau, dus niet per AGB code. 6

CZ Zorginkoopdocument GZ Wlz 2. Op welke uitgangspunten is dit kader gebaseerd? 3.3.1 20 De tijdigheid van de MAZ en MUT berichten mag voor een aaneengesloten periode van 3 maanden op zorgaanbieder-niveau niet lager zijn dan 95%. Is dit een realistisch percentage dat landelijk wordt behaald? Mede gelet op de weerbarstigheid binnen de individuele vragen van en keuzes die cliënten maken, m.n. bij MPT, binnen de GHZ. 3.3.1 20 De tijdigheid van de MAZ en MUT berichten mag voor een aaneengesloten periode van 3 maanden op zorgaanbiedersniveau niet lager zijn dan 95%. Kan in dit percentage gedifferentieerd worden per leveringsvorm (zoals VB met/zonder BH, MPT? 3.3.1 20 De overheveling van cliënten van het ene naar het andere zorgkantoor is een administratieve verzwaring. Door een piekbelasting van het systeem en onze medewerkers rond 1 januari kunnen we niet garanderen dat we binnen de gestelde normen blijven van het berichtenverkeer en stellen we hiervoor het zorgkantoor, de dwingende partij, verantwoordelijk. Overschrijding van de normen als gevolg van de verplichte overzetting kan dus niet leiden tot een vermaning, een korter looptijd van het contract of een korting op het tarief. 3.3.1 21 Bij het onderdeel dossierhouderschap noemt u de kritische grens van 95% van cliënten die binnen de geldende treeknormen in zorg worden genomen. Vraag 1: Wij nemen aan dat u hier doelt op actief wachtende cliënten. Klopt dit? Vraag 2: Voor actief wachtenden voor verblijf is de beschikbaarheid van huisvesting een randvoorwaarde voor plaatsing, maar deze is niet altijd beschikbaar binnen de geldende treeknorm voor verblijf. In deze is een "kritische" grens lastig hanteerbaar ondanks de goede wil bij aanbieders om aan de treeknormen te voldoen. Graag uw visie hierop. 3.3.2 22 Wat zijn de speerpunten van CZ voor de regionale ontwikkelruimte voor de regio Haaglanden en ZHE als deze middelen daadwerkelijk beschikbaar komen? Onafhankelijk van de keuze van de cliënt kan de zorgaanbieder zorgen voor een tijdig MAZ of MUT bericht. Wanneer een cliënt op een later moment een andere keuze maakt kan een nieuw bericht verstuurd worden, waaruit de gewijzigde keuze blijkt. Deze norm geldt onafhankelijk van de leveringsvorm en is afgeleid van de norm van de NZa. Ook door de NZa wordt geen onderscheid gemaakt naar leveringsvorm. Bij de beoordeling over de periode januari zullen wij hier rekening mee houden als de norm aantoonbaar niet gehaald wordt vanwege een aanzienlijk aantal omzettingen. Dit geldt alleen voor actief wachtende cliënten. Als niet binnen de treeknorm de plaats van voorkeur gerealiseerd kan worden dan dient de zorgaanbieder de noodzakelijke (overbruggings)zorg te organiseren om op die manier ook aan de treeknorm te voldoen. Het is nog niet zeker of de ontwikkelruimte voor het jaar beschikbaar komt. Zodra wij daar zekerheid over hebben en de ontwikkelruimte er voor komt, zullen wij laten weten wat de procedure is om voor de ontwikkelruimte in aanmerking te komen en wat de speerpunten daarbij zijn. 7

CZ Zorginkoopdocument GZ Wlz 3.3.2 22 Het inkoopdocument beschrijft u dat u op doelmatigheid gaat sturen aan de hand van de zzp-mix. U streeft stijging van de mix na. Echter, wij maken het in onze woonvoorzieningen met regelmaat mee dat, als gevolg van onze inzet, cliënten met een aanvankelijk hoog ZZP bij herindicering uitkomen op een lager ZZP. De structuur, zorg, rust en regelmaat zorgen ervoor dat het welzijn en functioneren van de cliënt aanzienlijk verbetert. Wij zijn daar trots op en zien dit zelf ook als doelmatig. Hoe beoordeelt CZ dergelijke situaties? Lopen wij hiermee ook risico dat we een lagere beoordeling en mogelijk ook lagere vergoeding ontvangen als gevolg van de lagere zzp-mix of is de oorspronkelijke indicering van cliënten hierbij het uitgangspunt? 3.3.2 22 Er wordt opgemerkt dat stijging van de ZZP-mix niet automatisch betekent dat de zorg wordt vergoed. Dit is afwijkend van het principe van persoonsvolgende bekostiging. Bovendien leidt deze maatregel tot suboptimaal plaatsingsbeleid bij zorgaanbieders wat onwenselijk is. Juist de moeilijk plaatsbare doelgroep (hoge ZZP's) wordt nog moeilijker plaatsbaar indien er sprake is van deze negatieve financiële prikkel. Wij vragen u dan ook om aan de voorkant meer zekerheid te bieden voor vergoeding van deze zorg in lijn met het principe van persoonsvolgende bekostiging. 3.3.2 22 Zorgkantoren constateren een complexere zorgvraag en hogere zorgzwaarte en daarnaast zetten jullie in op extramuralisering en het afstraffen van een zorgzwaarte stijging in een jaar. Hoe verhouden de twee bewegingen van het beleid zich tot elkaar? Bij de bepaling van de zzp mix is de basis de declaraties en de declaraties zijn weer gekoppeld aan de afgegeven indicaties. Er ligt geen relatie met voorgaande indicaties. Als de zzp mix daalt dan kunnen er voor hetzelfde budget meer cliënten in zorg worden genomen. Persoonsgericht financieren betekent niet dat er macro meer budget beschikbaar is om alles te kunnen financieren. Doelmatigheid zal daarom altijd een thema blijven binnen de zorginkoop. Dit vraagt zowel van het zorgkantoor, als van de zorgaanbieders een inspanning om dit te kunnen realiseren. Stijging van de zzp-mix kan daarom niet automatisch vergoed worden, en zal altijd beoordeeld worden op noodzaak en mogelijkheden voor vergoeding. Ondanks de complexere zorgvraag en de hogere zorgzwaarte zullen er ook cliënten zijn met een minder complexe zorgvraag en een lagere zorgzwaarte, waarbij extramuralisering wel mogelijk is. Uitgangspunt hierbij is dat de klantkeuze bepalend is, maar de klant moet wel weten dat hij wat te kiezen heeft. 8

CZ Zorginkoopdocument GZ Wlz 3.3.2 23 Doelmatigheid dagbesteding. In de tabel wordt er een 1 op 1 relatie gelegd met het zorgprofiel van de cliënt en wordt voorbijgegaan aan de groepsgrootte. Recent is door het NZA besloten deze koppeling los te maken en meer rekening te houden met de groepsgrootte. De beleidsregels worden hierop aangepast en deze gedragslijn wordt akkoord bevonden door ZN Vraag: Waarom houdt CZ geen rekening met de groepsgrootte en houdt zij vast aan een strikte koppeling tussen het zorgprofiel en de indeling licht, midden, zwaar? 3.3.2 23 Op pagina 23 wordt de werkwijze voor dagbesteding MPT toegelicht. Binnen de extramurale MPT dagbesteding bevindt zich ook een gedeelte van de Wlz-indiceerbaren, die nu een zorgprofiel hebben ontvangen. Het betreft hier zeer zorgintensieve kinderen, veelal in ZZP 8VG. De problematiek is hier zodanig zwaar dat niet kan worden volstaan met het tarief midden. Is het mogelijk voor deze doelgroep specifieke afspraken te maken? 3.3.2 23 In de tabel met de tarieven geeft u aan dat voor VG8 het tarief Dagbesteding Midden gehanteerd moet worden. Wij merken dat de zorg rondom deze cliënten veel vraagt van de begeleiding en de hoeveelheid inzet van personeel. Is het mogelijk hier ook zwaar voor aan te kunnen vragen? 3.3.2 23 In het document wordt aangegeven dat (conform de afgelopen jaren) de Toeslag Woonzorg niet wordt afgesproken in de initiële productieafspraak, en bij voldoende middelen het mogelijk alsnog kan worden afgesproken. Het zou administratief gezien handiger zijn als bij de initiële productieafspraak er wél een afspraak kan worden gemaakt, met volume 1. Dit is tevens besproken tijdens de consultatiebijeenkomst op 15-5- 2017 en CZ reageerde hier positief op. Is dit mogelijk in de initiële productieafspraak? De NZa is op dit besluit teruggekomen en heeft aangegeven dat groepsgrootte niet geldt voor de intramurale dagbesteding. Derhalve handhaven wij deze doelmatigheid op dagbesteding en dagbehandeling. Voor de Wlz-indiceerbaren zijn landelijk afspraken gemaakt ten aanzien het van overgangsrecht. Als de cliënt een definitieve Wlz-indicatie (met zorgprofiel) heeft gekregen, dan houdt hij status Wlz-indiceerbaar tot 1 januari 2020. In die periode houdt hij recht op de zorg die hij in 2016 kreeg. Dit houdt in dat voor deze groep cliënten de werkwijze voor dagbesteding en dagbehandeling op pagina 23 niet toegepast wordt. Dat is niet mogelijk, het betreft continuering van bestaand beleid. CZ zorgkantoor heeft besloten het bestaande beleid te continueren. 9

CZ Zorginkoopdocument GZ Wlz 4. Inschrijvingsprocedure 3.3.4 24 CZ heeft binnen de regionale contracteerruimte middelen geoormerkt om in die gevallen een vergoeding te bieden voor meerzorg. In het geval een overschrijding van de toegewezen meerzorg niet binnen de overige contracteerruimte kan worden opgevangen, kan dat betekenen dat de overschrijding ten laste wordt gebracht van alle zorgaanbieders die meerzorg bieden. Hanteert CZ aparte kavels voor meerzorg GZ, VV en GGZ? Zo nee, waarom niet? 3.3.3 25 Hoe bieden we moeilijk plaatsbare cliënten een oplossing bij ontoereikende financiering voor meerzorg? 3.3.4 25 Zijn de NZa-codes crisisopvang wel juist? Volgens ons moeten dit de codes Z490 en Z491 zijn. 3.3.4 25 CZ ziet mogelijkheden voor een beperkte groei van de verhouding inclusief en exclusief behandeling, indien de zorgaanbieder tot een inhoudelijke afbakening komt. Daarbij hanteert de zorgaanbieder een afwegingsinstrument dat in samenwerking met CZ en eventuele kennispartijen wordt ontwikkeld. Kunnen wij informatie ontvangen over lopende initiatieven? Biedt CZ ruimte voor de zorgaanbieder om in samenspraak met behandelaar(s) een inhoudelijke afweging te geven over de benodigde behandeling bij een cliënt? Zo nee, waarom niet? 4.2 26 5de bullet. Betekent dit feitelijk dat in alle gevallen de VOG RP niet ouder mag zijn dan 1 januari 2017? Zo ja, wat is de reden dat voor bestaande aanbieders een VOG RP uit 2016 niet meer volstaat? Wat is voor bestaande aanbieders de toegevoegde waarde dat de VOG RP na 1 januari 2017 moet zijn afgegeven? CZ zorgkantoor heeft binnen de regionale contracteerruimte middelen geoormerkt voor meerzorg. We hanteren geen aparte kavels voor meerzorg voor GZ, V&V en GGZ, maar hebben per sector middelen geoormerkt. Als de contracteerruimte voor meerzorg voor de GZ wordt overschreden, kan geen aanspraak gemaakt worden op de meerzorg ruimte in de GGZ en V&V, maar komt dit ten laste van de contracteerruimte voor de GZ. Hier is geen standaardoplossing voor. Per situatie moet worden beoordeeld wat het probleem is en welke passende oplossing hiervoor gezocht kan worden. Dat is juist, dit is per abuis onjuist opgenomen en wordt gecorrigeerd in de Nota van Inlichtingen. Dit betreffen initiatieven in de sector V&V. Dit is dus niet van toepassing op de GZ. Een VOG verklaring uit 2016 voldoet niet meer. Een VOG verklaring wordt altijd voor een specifiek doel afgegeven, in dit geval de inschrijving voor de zorginkoopprocedure. De verklaring uit 2016 is afgegeven voor de zorginkoopprocedure 2017. Het is bovendien nooit uit te sluiten dat er zich in de tussenliggende periode omstandigheden hebben voorgedaan die van invloed kunnen zijn op de afgifte van een VOG verklaring. Bijlage 2: Sanctiebeleid 35 Wij verzoeken CZ om het sanctiebeleid te specificeren: welke sanctie wordt in welke situatie opgelegd? Dit wordt niet aangepast. CZ zorgkantoor handelt volgens de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in het geval het nodig is een sanctie toe te passen. Het is niet mogelijk op voorhand een limitatieve opsomming te geven. 10

CZ Zorginkoopdocument GZ Wlz Bijlage 2: Sanctiebeleid 35 CZ hanteert een sanctiebeleid (bijlage 2) waarbij het CZ zorgkantoor het recht heeft sancties op te leggen als bijvoorbeeld gedurende blijkt dat een zorgaanbieder niet voldoet aan hetgeen hij bij inschrijving heeft verklaard of de gemaakte resultaatafspraken gedurende niet nakomt. Gaat CZ -alvorens tot een sanctie over te gaan- eerst met de zorgaanbieder in gesprek om de toedracht te bespreken c.q. de gevolgen van een eventueel op te leggen sanctie? Zo nee waarom niet? Wilt u dat heroverwegen, zodat de zorgaanbieder de gelegenheid krijgt om een toelichting te geven die wordt meegewogen in de bepaling of een sanctie op zijn plaats is dan wel tot een toepasselijke sanctie te komen? CZ zorgkantoor zal te allen tijde de beslissing motiveren. De zorgaanbieder heeft de mogelijkheid om op deze motivering een reactie te geven. 11

Inschrijvingsverklaring Onderdeel Pag. Vraag Antwoord Criteria HTHP 4 Tekstueel: 4e criterium is positief geformuleerd en dient derhalve niet aangevinkt te worden. Criteria HTHP 4 Ontvangt de zorgaanbieder de informatie of zij in een aangesloten periode van 3 maanden inschrijving voldoet aan de criterium van de administratie (MAZ/MUT)? Criteria HTHP 4 Over welke periode van 3 aaneengesloten maanden moet getoetst worden? Dit is inderdaad niet juist en wordt aangepast. De zorgaanbieder krijgt deze informatie maandelijks teruggekoppeld via het digitale iwlz berichtenverkeer vanuit de afdeling administratie Wlz. Het is hierbij wel van belang dat de zorgaanbieder er voor zorgt dat de Vecozo certificaten van de instelling aan juiste e-mailadressen gekoppeld zijn. Uitgangspunt is een aaneengesloten periode van 3 maanden gemeten voorafgaand aan het meetmoment. Een zorgaanbieder dient gedurende het jaar altijd aan deze vereiste te voldoen. 12

Regiogebonden deel Overeenkomst Wlz Deel Artikel Vraag Antwoord Deel II: Regiogebonden deel Deel II: Hoofdstuk 3: Overige bepalingen 9 In lid 3 wordt geëist dat een kwaliteitsplan voor 31 december jaar t moet zijn aangeleverd. Deze eis komt niet terug in het inkoopdocument op blz 20 (Deelname aan het kwaliteitskader). Deze eis komt ook niet terug op blz.16 van de overeenkomst onder artikel 10 lid 2f Welk document is nu leidend en inkoopdocument of de overeenkomst? Indien de overeenkomst leidend is welk artikel is dan weer bepalend? Moet er binnen de GHZ sector op 31 december jaar t een kwaliteitsplan worden aangeleverd? 9 In art. 5 lid 3 is beschreven dat het kwaliteitsverslag uiterlijk 30 juni aangeleverd dient te zijn. In het zorginkoopdocument van CZ Zorgkantoor op pagina 21 wordt de datum 31 mei gehanteerd. Gelieve aan te geven welke datum voor de aanlevering van het kwaliteitsverslag zal gelden. In de overeenkomst is geen onderscheid gemaakt voor V&V en GZ. Daarom staat ten onrechte de data/criteria voor V&V ook voor GZ. Dit moet aangepast worden naar een kwaliteitsverslag voor GZ uiterlijk 1 juni t + 1. In de overeenkomst is geen onderscheid gemaakt voor V&V en GZ. Daarom staat ten onrechte de data/criteria voor V&V ook voor GZ. Dit wordt aangepast naar een kwaliteitsverslag voor GZ uiterlijk 1 juni t + 1. 13