Toekomstige wijzigingen NPR & NPR

Vergelijkbare documenten
Herziening NPR & NPR

Welkom ATEX: is het explosieveiligheidsdocument nog actueel? ATEX ATEX= Atmosphères Explosibles

ATEX REGELGEVING Regels en voorschriften voor apparaten, arbeidsmiddelen en arbeidsplaatsen in explosieve omgevingen

Voorstellen. Stichting ATEX Gerdian Jansen (Consultant HSE bij ) learnshop SOLIDS2011

EXPLOSIEVEILIGHEIDSDOCUMENT Beoordeling van explosiegevaren door gas en damp van binnen arbeidsplaatsen

INHOUD INLEIDING. Hoofdstuk 1 EXPLOSIES FYSISCHE EXPLOSIES CHEMISCHE EXPLOSIES DEFLAGRATIE EN DETONATIE 4

Atex. ATmosphères EXplosives

De adviseur als spil in ATEX land

ATEX Zoneringen ADINEX. Volgens NPR 7910 of een andere code? ADVIES IN EXPLOSIEVEILIGHEID

ATEX. Wordt ATEX 137 de nieuwe standaard? Atmosphère. Explosible

EXPLOSIEVEILIGHEIDSDOCUMENT Beoordeling van explosiegevaren door stof van installaties en arbeidsplaatsen

Harsh & Hazardous. Dé richtlijnen voor extreme omstandigheden EXPLOSIES

Omgang met compliancy. René Ubbink en Rolf van Dijk Hoger Veiligheidskundigen Tata Steel IJmuiden

Stappenplan voor het explosieveiligheidsdocument. In een onderzoek kunnen de volgende stappen genomen worden:

ATEX voor beginners ; explosiegevaar in vogelvlucht

DIRECTIE MAJOR HAZARD CONTROL. Toelichting op het toezichtsbeleid MHC Atex 137

Mechanical. Rein Heezius. Process Safety Management Leader SABIC Innovative Plastics Bergen op Zoom

Praktijkrichtlijn ATEX toegepast in de metaalverwerking en metalelektro

Project tankopslag. Onderdeel 3: Dampverwerkingsinstallaties/ Explosieveiligheid. - Zone 0 beleid - Dampverwerking

1. Weten dat er explosieveiligheid in normen beschreven staat en in Europa specifiek in de ATEX-richtlijn

Met IECEx 05 veiliger werken in explosiegevaarlijke zones. <NVVK congres 2013> 2012 Reed Business Opleidingen not for general distribution

Nieuwe ontwikkelingen. Op het gebied van zone-indeling m.b.t. gas- en stofexplosiegevaar

Indien afgedrukt is de inhoud niet meer officieel geldig docx. 51A055 ATEX EXPLOSIEVEILIGHEID april

Wijziging Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving

Arthur Groot Senior consultant. ATEX richtlijnen. DHV Milieu Veiligheid & Industrie Tel: +31 (0)

In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat biogas bestaat uit de volgende componenten met de volgende bijbehorende variatie in volumepercentages:

Explosieveiligheid in de praktijk

Datum laatste wijziging: 7 februari Doel 2. 2 Toepassingsgebied 2. 3 Definities 2. 5 Voorschrift Aanduiding gemarkeerd gebied 3

ATEX aanpak stof. Het grote ATEX congres 15 mei Is een afzetting van brandbaar fijnstof buiten installaties altijd gevaarlijk?

Voorkom kosten en risico s door juiste gaszonering. Paul van Norden Kiwa Gas Technology 30 juni 2010

Installatie van Elektrische apparatuur in ATEX zones. IECEx 05 Ex

Arbeidsomstandighedenbesluit

Betrouwbaar, Technisch, Vriendelijk

Explosieveiligheid in PGS 15-opslagen voor verpakte gevaarlijke stoffen

OPSTELLEN ZONERINGSDOSSIER BATTERIJLAADPLAATS. Hannelore Vandenbussche 15/03/2018

ATEX Richtlijn 153 1

Kwaliteit in de Explosieveiligheid

Ing. G.A. (Gerdian) Jansen. Themabijeenkomst Explosieveiligheid. Inhoud. Brand. Brand. VBE - Themabijeenkomst Explosieveiligheid 9 maart 2016

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 4. Ruimten met risico s voor een explosieve atmosfeer

Basisinspectiemodule STOFEXPLOSIEGEVAAR

Resultaat Atex 137 toezicht in 2007

UERCUS ATEX TRAININGEN OVERZICHT. Quercus Technical Services B.V. C/D-3 L&O - Mechanical - ATEX. D-1 Ontwerpdeskundige E/I ATEX

OPSTELLEN ZONERINGSDOSSIER BATTERIJLAADPLAATS. Hannelore Vandenbussche 28/09/2017

Platform ATEX 153. ATEX (ATmospheres EXplosives) Platform ATEX april-2017 P. Welleman 1

ATEX ONTSTOFFINGSINSTALLATIES KLANT - LEVERANCIER. Anton Kemp Seminarie ATEX 5/10/2011

Stof buiten de omhulling: wanneer in control?

Toepassing van ATEX-regelgeving op natuurlijke koudemiddelen

Het herkennen van stofexplosiegevaarlijke. omgevingen. Jan Heijnen Fike Europe B.V.

DEKRA Certification B.V. Theo Pijpker Certification Manager Explosion & Process Safety SHAPING THE FUTURE

Passion for Safety 1. ATEX. Wat wordt er van u verwacht. Door Arthur Rooze, D&F Consulting BV

ATEX 137. blad 1 van 5 ATEX 137

Wat is een explosie? Een explosie is een zeer snel verlopende brand met een vrijkomende (verwoestende) drukgolf.

Basisinspectiemodule GASEXPLOSIEGEVAAR

Koninklijk besluit van 26 maart 2003 betreffende het welzijn van de werknemers die door explosieve atmosferen gevaar kunnen lopen (B.S

Safety Regulations. Uitvoeren van gasmetingen

WAT DE INSTALLATEUR OVER DE ATEX RICHTLIJNEN MOET WETEN. Twee Europese richtlijnen over explosieveiligheid (ATEX 95 & 137) nu van kracht.

ATEX Gecertificeerde opleidingstrajecten en onafhankelijke examinering. Plaatsvervangend voorzitter: Gerdian Jansen

Agidens - Consulting & Services - Technical Safety 6/21/2017 R I S I C O S E N E F F E C T E N VA N ( S T O F ) E X P L O S I E S

Explosieveiligheid. Meer voor Minder. Explosieveilig Werken Waarom? Jan Heijnen Fike Europe bvba easyfairs Solids 2011 Learnshop 5/10/2011

ATEX Wetgeving. in de. houtbranche. SKH Jan, 2005 Ing. B.A.B. Hemmer

Orde in chaos. Eenduidigheid in aantoonbare ATEX competenties

Implementatie ATEX richtlijnen 'branche gerichte aanpak'

INHOU D. Hoofdstuk 1 ELEKTROTECHNISCHE RISICO S 1

Voorwaarden bedrijfserkenningen binnenvaart: keuring elektrische inrichting, isolatieweerstand en aarding

ARBOCATALOGUS EXPLOSIEGEVAAR

Samenvatting wetgeving omtrent Machines en Arbeidsmiddelen

HANDLEIDING STOFEXPLOSIE VOOR MENGVOEDERBEDRIJVEN EN MAALDERIJEN

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Explosieveiligheidsdocument (EVD)

LET OP! LEES EERST DE ONDERSTAANDE TEKST.

EXPLOSIERISICO'S VOOR KMO'S. Patrick Hermans

Nederlandse praktijkrichtlijn. NPR (nl)

Explosieveiligheid. Meer voor Minder. Roger Bours Fike Europe bvba. easyfairs Solids 2011 Learnshop 6/04/2011

Keuzehulp trainingen explosieveiligheid overzicht 2019

Stofexplosie: een verraderlijk risico!

SCHRIFTELIJKE INSTRUCTIES VOLGENS HET ADN. Maatregelen in het geval van een ongeval of noodgeval

Applicatie zuurstofmonitor M1000

Bijscholing preventieadviseur. Explosieveiligheid ATEX Sept. okt. 2016

PGS 15. December 2011 versie 1.0 ten opzichte van PGS 15: Dupa Veiligheidstechniek

Reparatie Ex-motoren. Kwaliteitsslag binnen de branche

: rev. 2 aanvulling gegevens testen stofexplosie risico zinkstof en VOORSCHRIFT REGELS MET BETREKKING TOT GAS- OF STOFEXPLOSIEGEVAAR

Nederlandse praktijkrichtlijn. NPR (nl)

I heetwerkvergunning

Certificeringsplicht van samenstellingen?

Nederlandse praktijkrichtlijn. NPR C1 (nl)

Nederlandse praktijkrichtlijn. NPR C1 (nl)

HANDLEIDING STOFEXPLOSIE VOOR MENGVOEDERBEDRIJVEN EN MAALDERIJEN

EXPLOSIEGEVAARLIJKE WERKOMGEVING? Maak kennis met onze standaard reinigingsoplossingen voor gebruik in ATEX werkomgevingen. PROFESSIONAL INDUSTRIAL

Voorwaarden bedrijfserkenningen binnenvaart: Elektrische inrichtingen, isolatieweerstand en aarding

Metatechnisch Evaluatiesysteem

Transcriptie:

Toekomstige wijzigingen NPR 7910-1 & NPR 7910-2 Waarom is het noodzakelijk om de NPR 7010 te herzien? De internationale normen die ons ter beschikking staan voor het opstellen van een gevarenzoneindeling, zijn de NEN-EN-IEC 60079-10-1 en NEN-EN-IEC 60079-10-2. Dit zijn ook de normen waar de NPR 7910 deel 1 en deel 1 op zijn gebaseerd. Deze normen zijn in 2015 herzien, zowel deel 1 als deel 2. Zodoende moest ook de NPR 7910 worden herzien. Tevens waren er in de loop der tijd wensen van gebruikers en van de normcommissie zelf binnengekomen. Een praktijkrichtlijn, zoals de NPR 7910-1 en NPR 7910-2 passen niet altijd op specifieke situaties, maar zijn gebaseerd op een vereenvoudigde methode en standaard situaties. In specifieke situaties zult u wellicht op een andere, dan de NPR 7910, beschreven wijze een gevarenzone-indeling moeten uitvoeren. In deze specifieke situaties zullen de bovengenoemde normen moeten worden gebruikt. De NEN-EN-IEC 60079-10-1 en NEN-EN-IEC 60079-10-2 vallen onder de verantwoording van het IEC,ofwel het Internationaal Elektrotechnisch Comité. In Nederland valt dat dit onder de normcommissie NEC 31. Dit is de normcommissie die specifiek gaat over elektrische veiligheid in relatie tot explosiegevaar. Daarnaast kennen we de TC 305 en dat is de elektrische tegenhanger, ofwel de normcommissie voor de mechanische aspecten van explosieveiligheid. De praktijkrichtlijnen zijn geheel onder de loep genomen met de insteek om te kijken wat wordt bedoeld en wordt dat dan ook uiteindelijk zo door de gebruikers begrepen. In eerste instantie moesten praktijkrichtlijnen in lijn worden gebracht met de eerder genoemde normen. Ook op basis van de vragen die regelmatig door gebruikers worden gesteld, was bij de werkgroep het duidelijk dat er een noodzaak aanwezig was om de praktijkrichtlijnen op bepaalde aspecten te verduidelijken, niet alleen redactioneel maar ook qua structuur en qua opzet. Belangrijkste wijzigingen NPR 7910-1 Redactioneel zijn er aanpassingen uitgevoerd en daarnaast zijn er zaken toegevoegd, zoals: de veiligheidsprincipes en arbeidshygiënische strategie; kwalificatie van het personeel; Het begrip inert het gebied wordt geïntroduceerd. Dat heeft er vooral mee te maken dat niet alleen naar het toepassingsgebied van ATEX kijken maar ook naar de omstandigheden. Er zijn een heleboel procesinstallaties die inertisering toepassen. Bedrijven met opslagtanks waar een inerte deken boven het product aanwezig is. De benadering kan vanuit het aspect explosiegevaar maar dat kan ook vanuit het aspect brandbeveiliging. Er zijn verschillende manieren om de opslagtanks te beveiligen en één daarvan is ook stikstof. Indien een stikstofdeken op een dergelijke tank aanwezig is, is het dan een zone 0 of mag is dit een niet-gevaarlijk gebied? Dat zijn twee uitersten die daarin zitten en de vraag is welke van de twee uitersten moet ik nemen. Dan moet er iets Pagina 1 van 6

met risicobeschouwingen worden gedaan. In zo n situatie moet altijd een risicobeoordeling worden gemaakt en dat wordt ook bij het bevoegd gezag goed ontvangen. Presentatie van de rapportage van de gevarenzone-indeling is altijd een punt van aandacht en ook dat is in lijn gebracht met de eerder genoemde normen. In bijlage A van de praktijkrichtlijn zijn ook basisvoorbeelden gegeven van hoe een gevarenzone-indeling eruit kan zien. In bijlage A zijn ook een aantal basisvoorbeelden aangepast omdat die niet meer aansloten bij de praktijk en al uit de tijd van de P 182 van 1972 stammen of omdat het basisvoorbeeld meer duidelijkheid moet gegeven. Bijvoorbeeld het basisvoorbeeld met betrekking tot ranks met drijvende daken was een zone 0 boven het drijvende dak aanwezig is. Echter dat is alleen de situatie als er boven het drijvend dak een regendak aanwezig is, zoals in het basisvoorbeeld aangegeven. Ook het begrip Afwijkend Gebied, ventilatie en drukvacuümkleppen op tanks is verduidelijkt. Drukvacuümkleppen op tanks werden veelal op dezelfde wijze worden benaderd. Terwijl dit voor de drukvacuümkleppen op een lage druk tank, midden druk tank en/of een hoge druktank geheel anders ligt. Vragen die moeten worden gesteld met betrekking tot drukvacuümkleppen zijn onder andere: Wat is de functie van het druk vacuümventiel of die drukvacuümklep? Hoeveel emissie kan er plaats vinden, wanneer kan die emissie plaatsvinden? Dat wil niet zeggen dat indien een drukvacuümklep op een tank aanwezig is dit ten alle tijden in een zone 0 zal resulteren. Wellicht is een zone 0 van beperkt omvang aanwezig als gevolg van ademverliezen maar is er een zone 1 of zone 2 gebied aanwezig die veel groter is als gevolg van het vullen van de tank. In deze situaties moet dan ook naar de afzonderlijke functies van de drukvacuümkleppen in relatie tot de klasse van de zone en de omvang van de zone worden gekeken. Belangrijkste wijzigingen NPR 7910-2 Voor de wijzigingen in de NPR 7910-2 geldt in principe hetzelfde als hiervoor genoemd bij NPR 7910-1. De structuur en opbouw is daarbij ook in lijn gebracht met de NPR 7910-1 en zal door de gebruikers van de NPR 7910-1 worden herkend. Daarnaast zijn de gevaren en risico s ten aanzien van de stoflagen duidelijker verwoord. Arbeidsomstandighedenbeleid De ATEX 153 is aangewezen vanuit het Arbeidsomstandighedenbesluit. Vanuit de arbeidsomstandighedenwetgeving moet gebruik worden gemaakt van de arbeidshygiënische strategie. Voor de gevarenzone-indeling geldt dus exact hetzelfde. Ook is in de Arbowetgeving iets opgenomen over het voeren van een beleid waarbij rekening wordt gehouden met de stand van de wetenschap en professionele dienstverlening en het redelijkerwijs principe. Op het moment dat een installatie bijvoorbeeld 30 of40 jaar oud is dan zal er zeker moeten worden nagedacht of die installatie moet worden aangepast om de installatie veiliger te maken. De vraag is natuurlijk wel wanneer moet er wel wat worden gedaan, hoeveel geld moet er worden geïnvesteerd en is het dat allemaal waard. Dit zijn specifieke vragen voor bestaande situaties. Onder ander aging is een steeds belangrijker aspect bij bestaande (proces)installaties. Pagina 2 van 6

Veiligheidsprincipes Zoveel mogelijk inherente veilige installaties gebruiken. Dat begint al bij het ontwerp van een installatie. Je zult een installatie inherent veilig moeten ontwerpen waarbij er direct met de aspecten van ATEX rekening dient te worden gehouden om de kans op explosiegevaar te minimaliseren en te beheersen. Belangrijk is dat het vrijkomen van gevaarlijke stoffen en de hoeveelheid van de gevaarlijke stoffen die kunnen vrijkomen zoveel mogelijk te beperken en daarbij de arbeidshygiënische strategie te hanteren. Indien naar die veiligheidsprincipes en arbeidshygiënische strategie wordt gekeken zijn er vaak fundamentele overwegingen die in het ontwerp van de procesinstallatie al meegenomen kunnen worden en of het nou een procesinstallatie ten aanzien van gasontploffingsgevaar of stofontploffingsgevaar betreft. Veiligheidsprincipes en arbeidshygiënische strategie Indien een inherent veilig installatie wordt ontworpen dan zal direct in de ontwerpfase van die installatie hier rekening mee moeten worden houden en moet over ATEX worden nagedacht. De grondbeginselen van de arbeidshygiënische strategie zijn: voorkomen van het ontstaan van explosieve atmosferen of, wanneer dat gezien de aard van het werk niet mogelijk is; vermijden van ontsteking van explosieve atmosferen, en; beperken van schadelijke gevolgen van een explosie. Het grondbeginsel is dan ook om te proberen om die gevaarlijke explosieve atmosfeer te voorkomen, niet alleen in frequentie en in duur, maar ook met betrekking tot de hoeveelheid. Arbeidshygiënische strategie De algemeen erkende volgorde van maatregelen om gevaren weg te nemen en risico s te beperken op basis van de arbeidshygiënische strategie is dus het proberen te voorkomen van een gevaarlijke explosieve atmosfeer, in frequentie, in duur en met betrekking tot de mogelijke hoeveelheden die vrij kunnen komen. De frequentie en duur resulteert natuurlijk in een zone klasse en de omvang van deze zone wordt bepaald door het potentiele lekdebiet en de ventilatie-omstandigheden. De arbeidshygiënische strategie moet dus ook met betrekking tot de explosieveiligheid worden aangehouden. Eest de explosieve atmosfeer elimineren, daarna moet de omvang van de zone worden beperkt en moeten ontstekingsbronnen worden geëlimineerd. Indien de explosieveiligheid onvoldoende kan worden beheerst, moeten maatregelen worden genomen om de schadelijke gevolgen van een explosie te beperken om de restrisico s te beheersen. Bijvoorbeeld op het moment dat in een silo of in een filterinstallatie geen explosieve atmosfeer kan worden voorkomen en statische elektriciteit niet kan worden uitgesloten of kan worden voorkomen dat daar hete deeltjes in komen, dan moeten deze installaties worden voorzien van explosie onderdrukking of -ontlasting. Indien dat wel kan worden uitgesloten dan is geen directe noodzaak voor explosieontlasting of -onderdrukking noodzakelijk. Dus een juiste risicobeschouwing is hierbij erg belangrijk om na te gaan wat er moet worden gedaan. De primaire insteek moet dus zijn, het elimineren van een explosieve atmosfeer. Als dat niet mogelijk is dan het elimineren ontstekingsbronnen, het verplaatsen van gevarenbronnen of ontstekingsbronnen en het beperken van het aantal gevarenbronnen en/of het lekdebiet van de gevarenbronnen en het beperken van ontstekingsbronnen. Pagina 3 van 6

Van oudsher is het indelen in gevarenzones een methodiek om na te gaan welke maatregelen er getroffen moeten worden binnen die zones om geen ontsteking van de explosieve atmosfeer te krijgen. Vroeger was vooral de aandacht gericht op elektrisch gerelateerde ontstekingsbronnen, zoals elektrische apparatuur want alleen die konden worden gecertificeerd. Tegenwoordig met het in werking treden van de ATEX richtlijnen dienen ook de mechanisch gerelateerde ontstekingsbronnen explosieveilig te worden uitgevoerd en afhankelijk van de categorie te zijn voorzien van een certificaat. Kwalificatie van het personeel In de NPR 7910 deel 1 en deel 2 zijn, evenals als in de bovenliggende normen, de kwalificatieaspecten opgenomen die aan het personeel moet worden gesteld. Wat moeten zij weten met betrekking tot eigenschappen van gevaarlijke stoffen, (proces)installaties, materieel, methodologieën, processen installaties en de principes van gas- en dampverspreidingen. De kwalificatie van de persoon zal relevant moeten zijn voor de aard van de installatie en methodologie die wordt gebruikt voor het uitvoeren van de gevarenzone-indeling. Daarbij kan het nodig zijn dat personeel regelmatig op een voor hun werkzaamheden toegesneden opleiding of training moet volgen. In de markt zijn meerdere opleidingen en trainingen op het gebied van ATEX aanwezig om de juiste kwalificaties te verkrijgen, bijvoorbeeld op basis van de IECEx of CompEx, ed. De werkgever moet ervoor zorgen dat de persoon hiervoor is opgeleid en een instructie heeft ontvangen. Daarnaast zal de werkgever moeten kunnen aantonen dat de persoon deze opleiding en instructie heeft gehad en over de juiste werkervaring beschikt. Door middel van de persoonscertificering kan kennis en kunde worden aangetoond. Hier kan persoonscertificering dus uitkomst bieden waardoor het aantoonbaar maken van de juiste competenties eenvoudiger is. Voor degene die personen te werk stelt kan persoonscertificering een middel zijn om na te gaan of de personen die te werk worden gesteld inderdaad competent zijn om de betreffende werkzaamheden uit te voeren. Degene die te werk worden gesteld, kunnen door middel van een persoonscertificaat aantonen dat ze competent zijn om de betreffende werkzaamheden uit te voeren. Het mes snijdt zo dus aan twee kanten. Afwijkend gebied Een Afwijkend Gebied is een gebied waarbij de ontstekingsbron onlosmakelijk verbonden is met de gevarenbron. De ontstekingsbron moet dus continue aanwezig zijn bij aanwezigheid van een gevarenbron. Voorwaarde voor een Afwijkend Gebied is dat de vrijgekomen brandbare stof uit de gevarenbron dan ook direct wordt ontstoken. Het Afwijkend Gebied moet zo klein mogelijk worden gehouden en worden beperkt tot maximaal 1 m rondom de potentiële ontstekingsbron. Gasstraten van bijvoorbeeld ketels en gasmotoren betreffen dan ook geen Afwijkend Gebied. Één meter rondom de gasstraten met aardgas heerst nl. meestal geen temperatuur van meer dan 670 C. Pagina 4 van 6

Inert gebied Atmosferische omstandigheden zijn condities van de omgeving met: een druk tussen de 80 kpa en 110 kpa; en een temperatuur tussen -20 ⁰C en +40 ⁰C; en een zuurstofgehalte van 21 volume % plus of min 1%. Er zijn een heleboel procesinstallaties die inertisering toepassen. Bijvoorbeeld opslagtanks of reactoren waar een inerte deken boven het product aanwezig is. Inertisering kan worden toegepast vanuit het aspect explosiegevaar maar dat ook vanuit het aspect brandgevaar en als brandbeveiligingssysteem worden toegepast. Een gebied binnen een omhulling, zoals in een tank of reactor waarbinnen het zuurstofpercentage lager is dan 20 volume % kunnen nog steeds explosierisico s aanwezig zijn. Maar als het zuurstofpercentage laag genoeg is, bijvoorbeeld 2 volume %, dan zal er waarschijnlijk geen explosierisico meer aanwezig zijn. De mate van inertisering en de betrouwbaarheid van de inertisering is dus bepalend voor de kans explosiegevaar. Hiervoor zal dan ook een specifieke risicoanalyse en -beschouwingen moeten worden uitgevoerd. Afhankelijk van de gekozen uitvoering kunnen eisen moeten worden gesteld aan de mate van inertisering en de betrouwbaarheid van de inertisering of eisen worden gesteld aan ontstekingsbronnen, ofwel de toe te passen categorie van apparatuur. Met betrekking tot het stellen van eisen aan inertisering, kan de NPR-CEN/TR 15281 ('Leidraad voor inertisering ter voorkoming van ontploffingen') worden gebruikt. Met betrekking tot passende uitvoeringsvorm en betrouwbaarheid die moet kunnen worden aangetoond, kunnen risicoanalyses op basis van de reguliere normen worden gebruikt, zoals te vinden in o.a. de NEN-EN-IEC 61508-1 t/m NEN-EN-IEC 61508-3. Stoflagen De bepaling van de stofeigenschappen van stoflagen is veelal gebaseerd op een dikte van een stoflaag van 5 mm. Vaak is de minimale ontstekingstemperatuur van een stoflaag lager dan de minimale ontstekingstemperatuur van een stofwolk. De gevaren van stoflagen zijn secundaire stofexplosies, stofexplosies als gevolg van het opwervelen van de stoflaag of het tot ontsteking komen van de stoflaag als gevolg van broei of blootstelling aan hete oppervlakken of thermische trek. Als eerste moet natuurlijk worden voorkomen dat stoflagen kunnen ontstaan. Maar soms maakt dat gewoon deel uit van het proces. In een loods waar bulkproduct wordt gestort en opgeslagen zijn nu eenmaal stoflagen aanwezig. Ook binnen stofomhullingen, zoals silo s is stof aanwezig. Als stoflagen niet kunnen worden voorkomen, dan is het eigenlijk niet relevant om na te gaan of de stoflaag een explosieve stofwolk kan vormen. Als het stof op apparatuur ligt, bijvoorbeeld elektrische apparatuur, dan moet in ieder geval worden voorkomen dat de stoflaag tot ontsteking wordt gebracht en hierdoor brand ontstaat. Om te voorkomen dat er brand ontstaat, zullen eisen moeten worden gesteld aan de maximale oppervlaktetemperatuur van de betreffende apparatuur. Om een maximale oppervlaktetemperatuur van apparatuur onder gegeven omstandigheden te garanderen, is het dus alleen mogelijk door gebruik te maken van explosieveilige apparatuur waarbij de fabrikant een maximale oppervlakte temperatuur van het materieel aangeeft. In de discussie of een stoflaag nu op kan wervelen of niet, maakt het dus eigenlijk helemaal niet uit of er een stofwolk kan ontstaan. Een explosie of brand, beide moet je als bedrijf zijnde niet willen. Pagina 5 van 6

Rapportage Ook met betrekking tot de rapportage zijn aanpassingen aangebracht. Daarbij is ook gekeken naar hetgeen vermeld staat in de NEN-EN-IEC 60079-10-1 en de NEN-EN-IEC 60079-10-2. Zo moeten de stappen die zijn genomen om een gevarenzone-indeling tot stand te brengen voldoende worden gedocumenteerd. Dit betreft bijvoorbeeld: de gehanteerde normen, voorschriften en richtlijnen; relevante parameters over de brandbare stoffen; uitgangspunten en/of berekeningen; informatie over de ventilatie-omstandigheden en effectiviteit daarvan. Uiteraard mogen de documenten als papieren- of als elektronische versie aanwezig zijn. Alleen een gevarenzone-indelingstekening is dus niet voldoende en alleen een indelingsrapport is in veel gevallen ook onvoldoende. Want op het moment dat een werkvergunning moet worden uitgeschreven moet diegene die de werkvergunning uit schijft wel weten waar de gevaarlijke gebieden met betrekking tot explosiegevaar zich bevinden. Dus een indelingsrapport en gevarenzone-indelingstekeningen moeten beide aanwezig zijn en zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Voortgang NPR 7910 Er zullen nog enkele vergaderingen volgen waarin de commentaren worden besproken waarna deze worden verwerkt zodat in het derde of vierde kwartaal van 2017 waarschijnlijk de NPR 7910 deel 1 en deel 2 opnieuw zullen worden uitgebracht. Gerdian Jansen HSE-advies B.V. http://www.hse-advies.nl/ EFPC NV http://www.efpc.nl/ Leyenseweg 113g, 3721 BC Bilthoven Postbus 261 3720 AG BILTHOVEN Telefoon: (030) 274 88 55 Telefax: (030) 225 24 49 Pagina 6 van 6