TAAK 2 : THEMATISCH WERKEN

Vergelijkbare documenten
LESVOORBEREIDINGSFORMULIER DERDEGRAADSSTAGE Datum nazicht: Naam student: Stefanie Van Calenberg Stageschool: De Zonnebergen

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER BASISSTAGE

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER BASISSTAGE

NEDERLAND VIERT 100 JAAR DE STIJL DESTIJLUTRECHTAMERSFOORT.NL ONTDEK HET IN UTRECHT & AMERSFOORT! LESSUGGESTIES 100 JAAR DE STIJL GROEP 1 T/M 4

Les 6 Tegeltjes leggen

MUZO AD 19 Genoegen beleven aan muzisch bezig zijn.

Lesvoorbereiding. Datum: 26 februari 2013 aantal leerlingen: 33 tijd: tot Groep: 4

Accent op materiaal. onderdeel: schimmenspel. Titel les/thema Schaduwbeelden Graad: 2. Leerplandoelnummer Leerplandoel uitgeschreven

Accent op verhaal. Aan al deze doelen wordt gewerkt, toch duidt u best aan welke u in de verf wil zetten.

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER BASISSTAGE

Accent op beweging. Aan al deze doelen wordt gewerkt, toch duidt u best aan welke u in de verf wil zetten.

Groep "Nog 100 nachtjes slapen" (prentenboek)

Stap 1 Voorafgaand aan het bestuderen van een nieuw onderwerp vatten leerlingen in kleine groepjes samen wat ze al van het onderwerp weten.

Zitkamer Deeldomein beeld

onderwerp: Ik ruik mensenvlees ( drama- beweging)

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER SPECIALISATIESTAGE

Groepsverdeling. Naam student Sanne Fabri Leergroep OLO3F Naam mentor Ann Verstraete & Charlotte Seynaeve Klas 1 ste lj Aantal lln.

Lesbrief. Mongens en Jeisjes

Domein: Beweging. Bouwstenen

Accent op materiaal. Titel les/thema Vingerpopjes Graad: 3 Aan al deze doelen wordt gewerkt, toch duidt u best aan welke u in de verf wil zetten.

LESBRIEF. Bosch in Bed

Gedichtendag 2012 Stroom. Naar aanleiding van de gedichtendag op 26 januari Leerkracht: Cara Figoureux Nederlands

Handleiding. Pagina 1 van 9

OBSERVATIELIJST van de MUZISCHE ONTWIKKELING Van kleuters IN 5 CATEGORIEËN

Algemene lessen. Les 4: Maak een portret van jezelf!

akelige doosjes Dag 3 Monsters in Lesdoelen Materialen Voorbereiding Coöperatieve werkvormen in deze les

Doelen: - De leerlingen weten dat talent, hard werken en een goede voorbereiding belangrijk zijn als je beroemd wilt worden;

Het geluidenvierkant. De menselijke xylofoon

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER MUVO 1: TAAK 4

LESMATERIAAL ONDERBOUW. Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect. Vo or Groep 1-

Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

Lesvoorbereidingsformulier

Lesvoorbereidingsformulier

Groep 3/4 - Bang zijn

WORKSHOP CREATIEF SCHRIJVEN: POËZIE

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Wie ben ik? Benodigheden. Lesdoelen. Begrippen. Ik, jij, groot, klein, uiterlijk, verschillen, overeenkomsten, haar, ogen, gezicht, lichaam

Hoe kunnen we WAT ACTIE zodat IETS VERANDERT

Lesbrief De Kleine Zeemeermin

Handleiding Werkvormen Overtuigend presenteren

Wie ben ik? Benodigheden. Lesdoelen. Begrippen. Ik, jij, groot, klein, uiterlijk, verschillen, overeenkomsten, haar, ogen, gezicht, lichaam

Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de kerstperiode

Cultuureducatie met Kwaliteit

Thema: Ochtendrituelen. Lesduur: ong. 50 min

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Het gedicht Kampioen

Zelf papier maken!? Hoe doe je dat?

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

Lesbrief. beeldende opdracht. Voor groep 5/6

Een stap in de actualiteit

Meetkunst. Les 2 Van kunst naar ruimte. Weergeven op schaal en in perspectief

Leerplandoelen: VVKBaO. WO TE 6.6 Kinderen zien in dat producten gemaakt worden volgens bepaalde technische principes

In de rij. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

China. Landschapsschildering. Vakgebied: Beeldende Vorming. Lesduur: 60 minuten

Eigen werk maken. Kunstwerk namaken. Lesformat onderzoekscyclus kunstles (OOL) Lisanne Vinke Verwonderen Introduceer het kunstwerk.

Gespreksspel. gespreksspel. Ontdek meer over elkaars pleegzorg-ervaringen. Ontdek meer over elkaars pleegzorgervaringen

Lesbrief: Zo verkoop je een boek Thema: Wat is er?

Een les cardboards maken in aansluiting op het dag project Een beestenboel op school.

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke

Een muziekles in aansluiting op het dagproject Een beestenboel op school.

Lesbeschrijving Nederlands

doekaart: Het MuseuM (afspraken)

Lesbrief SPRIETSELS Improvisatietheater

Schaken op de basisschool Werkboek 1, les 1: de beginstelling, de Toren en de Loper

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Licht en donker Licht

Hier ben ik (lessenserie Omgaan met pesten)

Doe- pad Watertorenweg. Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 5-6

Workshop Schilderen. Succes! Beste docent,

Doe- pad Watertorenweg

Paulo op bezoek in de klas

Spiegelen en symmetrie

Meetkunst Les 4 Spelen met perspectief

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Red met jouw klas de wereld! Handleiding van het digitale educatiepakket bij de voorstelling: Wij redden de wereld

Lesvoorbereiding. Datum: 19 februari 2013 aantal leerlingen: 33 tijd: Groep: 4

Rol van de leerkracht

Lesmateriaal. Waar slaat dat op! Basisonderwijs groep 5 groep 8

Lesonderwerp: Hocus pocus circus: Een nieuw dier samenstellen a.d.h.v. verschillende materialen.

Ik kom voor mezelf op (lessenserie Omgaan met pesten)

Afval, daar zit muziek in!

Zing Een beestenboel op school - beweeg als een beest (lesformat) Een les in aansluiting op het dag project Een beestenboel op school.

TOPS & FLOPS. Feedback geven en ontvangen. Inhoud

Ik geef mijn grenzen aan (lessenserie Omgaan met pesten)

Lesbrief. In Holland staat een Huis (AL) De Stilte/Huis voor Beeldcultuur

CONCEPT TOOL ONTWERPEN IN BEELD VOOR EIGEN GEBRUIK

Tekst lezen en vragen stellen

VLIEG OP! Laura van Hal & STIP Producties

Mijn Mokum is een project voor NT2 cursisten. Het is gemaakt door het Amsterdam Museum.

China. Stadsgeluiden in China. 3 lessen rond geluiden in een Chinese stad. Vakgebied: Muziek. Lesduur: 60 minuten per les

Optische illusie en gezichtsbedrog

Auto. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; focus op de leerkracht.

Techniekles Licht groepen 3 en 4

1. Samen maken we muziek vandaag

Lessuggesties. Basisonderwijs gr

Stappenplan voor het maken van een presentatie

Belangrijk dichtwerkboekje van

Drama: verdeling vakinhoud leerlijn groep 1-8

Transcriptie:

TAAK 2 : THEMATISCH WERKEN Thema : Omgekeerd Stefanie Van Calenberg 2 BALOA

Introductie van het thema Omgekeerd Voordat het thema wordt vrijgegeven houden we een klasgesprek over de schilederijen van Miro in de klas. Mogelijke vragen zijn? - Wat is een schilderij? - Wat hebben alle schilderijen gemeen? - Wat zou er gebeuren als een schilderij kon bewegen? Na de laatste vraag wordt volgend filmpje getoond. filmpje https://www.pinterest.com/pin/299630181434816135/ Er gebeurt iets met het schilderij! Het is niet meer statisch, maar het beweegt. Misschien is Miro zo wel beginnen schilderen? Hij droomde iets en wou dit vastleggen op doek. Wie is Miro? woordenwolk Analyseren van enkele schilderijen van Miro wat valt jullie op? Hoe zou je werken als schilder als je omgekeerd moet werken? lln bespreken hun ideeën dit in groep: - Ondersteboven schilderen - Geblinddoekt / in het donker ipv in licht - Starten met een doek waarop al iets geschilderd staat - Iemand anders schildert in je plaats - Iemand zegt iets en jij schildert het omgekeerde - Alleen in zwart-wit schilderen ipv in kleur - Een verhaal luisteren en dan proberen een beeld hieruit te schilderen ipv een verhaal te verzinnen bij een beeld - Een stukje van een kunstwerk krijgen en zelf verder schilderen - Verder werken op een ander kunstwerk - 1

BEELD Doelgroep: 3de graad Timing: 50 minuten Aantal lln.: 16 Werken aan lijn en compositie Werken met verf Werken rond kunstwerken van Miro Lesdoelen De leerlingen kunnen beschrijven wat ze op een tekening/ schilderij zien. De leerlingen kunnen verschillende kleuren herkennen. De leerlingen herkennen geometrische figuren. De leerlingen kunnen primaire kleuren combineren. De leerlingen kunnen het beeldaspect lijn ervaren en toepassen. Leerplandoelen 11.2: Beseffen dat lijnen door herhaling vaak een patroon vormen. 12.1: Vormen onderscheiden en ordenen op grootte en vormsoorten. 12.4: Vormen kunnen voorstellen door een omtreklijn. 13.1: Kleuren onderscheiden en ordenen 14.4: Lijn, vorm- en kleurcontrast toepassen. Materiaal verf, papier, schaar, penselen, schoteltjes, schilderijen, kleurenpaletten Fase 1: Inleiding De werken van Miro De leerlingen kunnen beschrijven wat ze op een tekening/ schilderij zien. De leerlingen kunnen verschillende kleuren herkennen in een schilderij. Opdracht 1: De leerlingen kijken naar de tekeningen die ze op hun bank vinden. De leerkracht laat hen beschrijven wat ze op de tekening zien. De leerkracht laat hen er toe komen, door extra vragen te stellen en/ of wijst hen op het kleurenpatroon en de vormen. 2

Opdracht 2: Op de banken liggen verschillende kleurenpaletten. De leerkracht laat hen naar deze kleuren kijken. Ze vraagt aan de leerlingen welk of welke kleurenpaletten het best passen bij het schilderij dat ze op hun bank hebben. Enkele voorbeelden van kleurenpaletten Fase 2 kern: Op zoek naar kleuren en vormen De leerlingen herkennen geometrische figuren. De leerlingen kunnen het beeldaspect lijn ervaren en toepassen. Opdracht 1: Kleuren- en lijnenspel De tafels worden voor deze opdracht bij elkaar geschoven. De leerlingen werken in groepjes van 4 leerlingen. Elk leerlingen neemt op een schoteltje 2 primaire kleuren ( rood, geel of blauw). Als derde kleur mengen ze hun 2 primaire kleuren (vb geel, blauw en groen). Elke leerling heeft een A4 blad voor zich liggen. Hierop worden korte opdrachten na elkaar uitgevoerd, waarbij er steeds eerst goed gekeken wordt. Na iedere opdracht geef iedereen het blad door aan zijn linkerbuur. Mogelijk opdrachten zijn. - Vul je blad helemaal met één van je kleuren - Zet er jouw initialen op, zo groot mogelijk. - Trek een lijn van de ene zijde naar de andere zijde, je mag een willekeurige omweg nemen. - Vul twee vormen, die ontstaan zijn door de kruising van de lijnen, met één van je 3 kleuren. Opdracht 2: Achtergrond De leerlingen krijgen elk 1 primaire kleur en wit. Deze mengen ze door elkaar waardoor ze een lichtere variant hierop krijgen. Ze schilderen individueel een groot vel papier volledig in met deze kleur. Deze zal dienen als achtergrond van hun eigen kunstwerk. Opdracht 3: Geometrische vormen en curven. Terwijl hun achtergrond droogt, knippen de leerlingen uit hun verkregen resultaat enkele geometrische figuren. Deze figuren mogen verschillen in grote, vorm, 3

Fase 3: Maak je eigen compositie De leerlingen kunnen primaire kleuren combineren. Opdracht De leerlingen nemen hun blad erbij dat ze daarnet hebben geschilderd (fase 2, opdracht 2). De leerlingen zoeken naar een evenwichtige compositie door de figuren op de helft van het blad te schikken. Vervolgens wordt de tekening doorgeschoven. De leerlingen mogen nadien nog afwerken met zwart. Vormen met elkaar verbinden, lijnen of randen accentueren, Hun schilderij ontstaat. Thema omgekeerd: - Starten met een doek waarop al iets geschilderd staat - Een stukje van een kunstwerk krijgen en zelf verder schilderen - Verder werken op een ander kunstwerk 4

MUZIEK Doelgroep: 3de graad Timing: 80 minuten Aantal lln.: 16 Werken aan variatie in klanken en samenspel tussen klanken (klankkleur) Werken met stem Werken rond schilderijen Doelen: De leerlingen kunnen een klankstuk ontwerpen vanuit een buitenmuzikaal gegeven. De leerlingen kunnen een variatie aan klanken maken ( luid/stil- snel/traag, ). De leerlingen ontdekken de stem als instrument. De leerlingen kunnen de verschillende klanken op elkaar afstemmen tijdens de compositie. Materiaal: Schilderijen van Joan Miro Leerplandoelen 9.1: Een klankstuk ontwerpen vanuit een buitenmuzikaal gegeven. FASE 1: Inleiding (10 min) De leerlingen ontdekken de stem als instrument. Opdracht 1 (5 ): Klankspelletjes De leerlingen en leerkracht staan in een kring. De begeleider geeft een geluid door aan zijn buur. Die neemt het geluid over, en geeft het op zijn beurt door in de kring. Variatie: Richting veranderen door klank terug te geven aan buur. Variatie: Een leerling verzint een geluidje en geeft dit door in de kring. Opdracht 2 (5 ): Twee klanken Twee leerlingen starten elk met een klank. Die klanken geven ze door in de kring, zoals in het vorige spel, maar nu probeert de ene klank de andere klank in te halen. FAESE 2: kern (30 min) De leerlingen kunnen een variatie aan klanken maken ( luid/stil- snel/traag, ). Opdracht 1 (10 ): klanken vervormen De leerlingen staan in een kring. Iemand begint met een klank, blijft die herhalen en steekt de kring over tot aan de andere kant. Hij geeft de klank door aan iemand anders in de kring, die op zijn beurt de klank mag vervormen door deze bijvoorbeeld sneller te doen, trager, luider, Nadien steekt deze leerling de kring over Variatie: Kriskrasopstelling (iedereen staat door elkaar). Enkele leerlingen starten met het maken van 5

een klank en lopen vervolgens door. Wanneer ze een leerling tegen komen die stilstaat geven ze de klank door aan deze leerling. Die leerling mag op zijn beurt de klank een beetje aanpassen en doet vervolgens dezelfde opdracht. Opdracht 2 (8 ): klanken raden Een leerling houdt zijn ogen dicht, en probeert te raden hoeveel leerlingen een klank maken. De leerling moet zich dus goed concentreren om de verschillende klanken te onderscheiden. Opdracht 3 (12 ) : klankdecor maken De leerkracht toont een kunstwerk van Miro. Ze vraagt aan de leerlingen wat ze allemaal zien op dit schilderij. VB: The farm Brainstorming: Een kip, een boom, een gieter, een schuur, een paard, een hond, Vervolgens vraagt de leerkracht aan de leerlingen aan welke geluiden/klanken ze denken bij deze woorden. De verschillende klanken worden verdeeld onder de leerlingen. Samen bouwen we een voorbeeld klankdecor op. FASE 3: eindopdracht (40 min) De leerlingen kunnen een klankstuk ontwerpen vanuit een buitenmuzikaal gegeven. De leerlingen kunnen de verschillende klanken op elkaar afstemmen tijdens de compositie. Opdracht (15 ) : Maak je eigen klankdecor De leerlingen worden verdeeld in groepjes van 4 leerlingen. Ze mogen elk uit enkele werken van Miro een schilderij kiezen. Vervolgens gaan ze in groepjes een klankdecor maken bij hun gekozen schilderij. De leerlingen mogen voor de onbekende figuren zelf klanken verzinnen. De leerkracht maakt enkele afspraken met de leerlingen: je hebt per leerling minstens 2 klank, gebruikt stille en luide klanken, snelle en trage, je hebt een duidelijk begin en een duidelijk einde. Eventuele schilderijen voor klankdecor Afsluiting (15 ): Presentatie De leerlingen presenteren hun klankdecor. De andere leerlingen luisteren aandachtig en proberen de verschillende klanken te herkennen. Nabespreking na elk klankdecor (10 ). Mogelijke vragen zijn: Welke klanken heb je allemaal gehoord? Welke klanken vond je verassend? Waren er voldoende verschillende klanken? 6

BEWEGING Doelgroep: 2 de graad Timing: 75 minuten Aantal lln.: 16 Werken aan concentratie Werken met spiegels Werken rond omgekeerde bewegingen Doelen: De leerlingen experimenteren met spiegels. De leerlingen kunnen bewegingen zo exact mogelijk nadoen. De leerlingen kunnen een eenvoudig verhaal vertellen met bewegingen. Materiaal: Spiegels Gedicht Fase 1: Inleiding ( 8 min) Opstart De leerkracht lees een gedicht voor en houdt een kort klasgesprek Opdracht: Gewoon dat is zo saai. De leerkracht stelt volgende vraag Stel je voor dat onze klas ook zo n omgekeerde wereld zou zijn, wat zou er dan allemaal anders zijn dan hoe het nu is?. Klasgesprek wordt uitgebreid. FAESE 2: kern (32 min) De leerlingen experimenteren met spiegels. De leerlingen kunnen bewegingen zo exact mogelijk nadoen. 2.1 Experimenteren met spiegels Opdracht 1 : Spiegeltje, spiegeltje aan de wand. De leerkracht heeft een aantal spiegels rondgehangen in de ruimte. Ze zegt tegen de leerlingen : - Trek maar eens een gekke snuit in de spiegel - Of eens een boos gezicht - Of een blij gezicht - Wie weet er iets leuk om te doen? Opdracht 2: Spiegelen De leerkracht verdeelt de klas in duo s. Lkr: Leerling A neemt plaats op de rode lijn aan deze kant van de zaal, leerling B neemt plaats op de rode lijn aan de andere kant van de zaal. Op de zwarte lijn tussen jullie staat een denkbeeldige spiegel. Wat gaan jullie nu doen? Wel, jullie gaan elkaar spiegelen. Leerling A begint, leerling B spiegelt. Daarna worden de rollen omgedraaid. 7

Stimulansen: Denk eens na over alledaagse bewegingen, denk maar aan tanden poetsen, kleding aandoen, Lkr: Vonden jullie dit leuk? Wat was er moeilijk? Wie wil er graag eens een beweging laten zien? De andere leerlingen mogen deze dan nadoen. Opdracht 3: De wereld op z n kop Lkr: In de spiegel zien we ons spiegelbeeld, maar ook in onze taal, kunnen we met woorden kan je spiegelen. Wie weet er nog hoe het in het gedichtje gebeurde? Lkr: Wat zou het spiegelbeeld of het omgekeerde kunnen zijn van rechtstaan? Lkr: Goed, kijk goed naar wat ik doe want jullie gaan nu net het tegenovergestelde doen als mij. Ga ik staan, dan gaan jullie zitten. ( ) De leerkracht doet enkele dingen voor. Lkr: Wie wil er nu eens de leerkracht zijn? Het is de bedoeling dat de leerlingen het tegenovergestelde doen van wat de leider doet. Gaat de leider staan, dan blijven de leerlingen zitten. Gaat de leider lachen, dan gaan de leerlingen huilen etc. Opdracht 4: Rarara, wat doen wij? De leerkracht geeft elk duo een situatie. Lkr: Jullie hebben elk van mij een situatie, bedoeling is dat jullie de beweging, die je in deze situatie zou doen, uitbeelden en dat de andere leerling deze exact hetzelfde doet. Vb : tanden poetsen, touw trekken, kleren aandoen,.. Stimulansen: Je hoeft niet in deze positie te blijven staan, je mag je bukken, strekken, Lkr: Verzin nu zelf eens een situatie die je uitbeelden. Lkr: Wie wil zijn situatie eens tonen? De andere leerlingen moeten dan raden wat onze leerlingen aan het doen zijn?. 2.2: Nadoen en bewegen Opdracht 1: Standbeeldenspel De leerkracht legt de opdracht uit. Lkr: Één leerling neemt een houding aan. De tweede leerling gaat achter de leerling staan en neemt de houding van nummer 1 exact over. Daarna worden de rollen omgedraaid. Leerling 2 neemt een houding aan, leerling 1 neemt dezelfde houding aan. Wisselen 3 keer. Opdracht 2 : Voortbewegen Lkr: Nu gaan we wat bewegen. Leerling 1 maakt langzame bewegingen, leerling 2 doet deze beweging zo goed mogelijk na. Nadien mag leerling 2 bewegingen doen en doet leerling 1 ze na. 8

Opdracht 3: In de schaduw = meebewegen Lkr: Eén leerling neemt een bepaalde houding aan van een voorwerp, dier, De andere leerling gaat achter de leerling zitten of staan en neemt dezelfde houding aan. Van zodra de eerste leerling beweegt, beweegt leerling 2 mee. Het ding of dier kan ronddraaien, traag bewegen, stilstaan, Na enkele bewegingen wordt er gewisseld. Nadien met 3, 4, 5, Opdracht 4: Levende memory Lkr: Kennen jullie het spel memory? Wel, dit gaan we nu spelen. Straks gaan er 2 leerlingen naar buiten. De rest van de klas maakt duo s (Niet beste vriend/in, dat is te makkelijk om te raden). Elk tweetal verzint een korte beweging. De groep gaat in rijen staan, met de tweetallen verspreid door elkaar. De twee leerlingen die buiten stonden komen terug binnen. Elk om de beurt wijzen ze twee leerlingen aan. Deze doen hun beweging die ze vooraf hebben afgesproken. Doen de twee dezelfde beweging, dan heeft de speler een memory en mag nog een keer. Het tweetal gaat aan de zijkant staan. Zijn de bewegingen anders, dan is de andere speler aan de beurt. FASE 3: eindopdracht (40 min) De leerlingen experimenteren met spiegels. De leerlingen kunnen bewegingen zo exact mogelijk nadoen. De leerlingen kunnen een eenvoudig verhaal vertellen met bewegingen. Eindopdracht De leerkracht zegt: Nu is het aan jullie. Jullie gaan per 2 een verhaaltje maken waarin jullie niets zeggen. Jullie beelden dit verhaaltje samen uit. Jullie mogen gebruik maken van de voorbeelden daarnet; jullie kunnen elkaar spiegelen, maar ook achter elkaar lopen, Jullie mogen zelf kiezen. Nadien doen jullie dit voor aan de andere leerlingen. Presentatie en feedback De leerkracht zegt: Wie wil er graag eerst zijn presentatie komen doen? Na elke presentatie wordt er feedback gegeven door de leerlingen. De leerkracht stelt onderstaande vragen. Wat vonden jullie ervan? Welk verhaal hebben ze ons verteld? Wat vond je van de bewegingen / spiegelingen? 9

VERSLAG Tijdens MUVO 1 had ik het altijd moeilijk om ideeën te krijgen voor de MUVO lessen. Het duurde altijd zo ontzettend lang voordat ik een les op papier kreeg. Nu dat ik de lessen van MUVO 2 heb gevolgd, lukt dit al veel beter. Ik werk ook veel anders dan in het begin. Voordat ik aan de les begin, houd ik meestal een brainstorming. Ik schrijf mijn onderwerp op, en alles wat in me opkomt, schrijf ik neer. Nadien selecteer ik enkele ideeën en werk ik deze dieper uit. Tot slot kies ik het idee waar ik mij het beste bij voel om verder uit te werken. Ik vond deze opdracht zeer nuttig aangezien ik voor een Muvoles nog nooit van een schilder of echt thema was vertrokken, dit toch niet bewust. Zoals ik al zei bepaalde ik meestal eerst de doelen en ga dan op zoek naar leuke opdrachten. Door te werken met een kunstwerk of thema heb je al een bepaald gegeven waardoor je een betere richting hebt om te zoeken naar de juiste opdrachten. Ik begin steeds meer en meer mijn eigen muzische creativiteit te ontdekken en wil deze dan ook doorgeven aan de leerlingen. Het is zo ontzettend belangrijk dat leerlingen deze muzische creativiteit en de durf om deel te nemen aan de opdrachten ontwikkelen. Toch is het nog altijd moeilijk om het volledige verloop van een muzische les op te bouwen. Wat hoort bij waarnemen, wat bij experimenteren? Hoe lang moet ik hen laten waarnemen en hoe vaak moet ik hen laten experimenteren? Ik probeer tijdens mijn brainstorming dan ook altijd na te gaan hoe ik de leerlingen goede ideeën kan laten krijgen zodat ze in de latere fases genoeg ideeën hebben om zelf aan de slag te gaan. Ik heb gekozen voor de domeinen beeld, muziek en beweging. Bij het domein beweging verliep het eerst wat moeilijk. De ideeën waren er wel maar ik kreeg het moeilijk op papier. Met zoveel ideeën in je hoofd is het niet altijd gemakkelijk om deze neer te pennen. De meeste moeilijkheden ervaarde ik met het uitschrijven mijn laatste fase. De activiteit waarbij de leerlingen zelf aan de slag moesten gaan. Welke opdrachten moesten er vooraf gebeuren opdat de leerlingen aan het einde van de les genoeg ideeën hadden om zelf aan de slag te gaan. Ontleden van de opdracht was dus de bedoeling. Wat hadden de kinderen nodig, hoe vaak en hoe moesten de leerlingen experimenteren om zelf genoeg ideeën te krijgen om de bewegingen een goede vorm te geven. Bij de beeldopdracht had ik vooral moeilijkheden met het bedenken van een nieuwe, grotere eindopdracht, aangezien zij doorheen de activiteit steeds verder bouwen aan hun creaties. Ik had de leerlingen bijvoorbeeld een titel kunnen laten verzinnen voor hun werkje. Toch besliste ik om een volledig nieuwe eindopdracht te voorzien, mits enkele voorbereidingen uit de vorige opdracht mee te nemen. Muziek is het domein waar ik vaak moeilijkheden mee heb. Omdat ik hierin wil groeien, heb ik gekozen om dit domein ook te verwerken in deze opdracht. Uiteindelijk ervaarde ik niet zoveel moeilijkheden met het maken van deze les. De ideeën kwamen en het neerschrijven ging vlot. Ik ben enthousiast om deze les ook effectief te proberen en hoop dit snel te kunnen doen. De samenwerking met Sarah verliep eigenlijk vrij vlot. We kennen elkaar goed en werkte al vaak samen waardoor het allemaal vrij vlot verliep. Vooraf hadden we besproken om ieder al wat ideetjes op papier te zetten, een korte brainstorm te houden. Nadien hebben we dit samengelegd en na gegaan welke aspecten overeen kwamen. Het thema omgekeerd kwam hieruit. Vervolgens zijn we per domein nagegaan wat we rond dit thema zouden kunnen doen en hoe we het thema zouden kunnen verwerken in de verschillende domeinen. Op die manier hadden we al snel per domein twee of drie activiteiten bedacht. De activiteiten werden verdeeld en we gingen individueel aan de slag. 10

De lessen werkte we individueel uit. Nadat we de een aantal activiteiten gedeeltelijk uitgewerkt hadden, spraken we opnieuw af en bespraken we de verschillende activiteiten met elkaar. We gaven elkaar feedback en tips om de verschillende activiteiten verder uit te werken en te verbeteren. De tips die Sarah me gaf waren zinvol en ik heb deze dan ook gebruikt om mijn werk te voltooien. Sarah gaf altijd opbouwende kritiek en gaf ook zeer bruikbare tips. Ik heb deze samenwerking dan ook als positief en zeer leerzaam ervaren. 11