Doel: Na deze opdracht weet je wat een voedselkringloop is en hoe het leven van planten en dieren met elkaar samenhangt.

Vergelijkbare documenten
Werkblad Naut Thema 2: Planten en dieren

Voedselweb en voedselketen

Thema 2 Planten en dieren

Beestige bundel van: 1

Beestige Buren. Naverwerking in de klas

Verschillende voedselketens

In de ecologie bestudeert men de relatie tussen de organismen en het milieu waar ze voorkomen.

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

NME-leerroute Schuilen in het Wandelbos

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

Vos. De kop-romplengte van 58 tot 90 cm met een staart van 32 tot 48 cm.

Ecologie voedselweb van zoetwater

Winterslaap. Met filmpjes, werkblad en puzzels. groep 5/6. uitgave januari 2013

Voorbereiding post 2. Hap, ik heb je! Groep 7-8

Inleiding In het najaar worden de dagen steeds korter en de nachten steeds langer. Kun je je voorstellen dat je in de maand november naar bed gaat?

Docentenhandleiding Onderzoek Leefomgeving

Biodiversiteit in de hoogstamboomgaard

Voorbereiding post 2. Hap, ik heb je! Groep 4-5-6

LEVENSGEMEEN SCHAPPEN

1. Biotische factoren (zijn afkomstig van andere organismen) - voedsel - soortgenoten - ziekteverwekkers - vijanden

Naverwerking BosStratEgo s

BIODIVERSITEIT IN GEUREN EN KLEUREN

Dood doet leven! Ruimte voor grote aaseters. Auteurs: Elma Duijndam en Hettie Meertens, werkzaam bij ARK Natuurontwikkeling

Winterslaap. groep 5/6

ROVERS EN HUN PROOIEN

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

Voeding. klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs

De Patrijs, klant van berm en akkerrand.

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Voeding. Voor klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs

Klassengesprek - excursie

Kaartenset gewervelde dieren

3 Voedselweb van het wad

Werkkatern 7 Op speurtocht in de berm. Op speurtocht in de berm De ene berm is de andere niet!

Handleiding. Geschikte tijd uitvoering jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

Leskist THEMA-handleiding Ontelbare kringlopen Groep 7 en 8

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: *

Biodiversiteit en netwerken

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten

14 Speuren naar dieren Handleiding voor begeleiders 01

Bewoners. Noordzee. Introductie. Als de Noordzee een paspoort zou hebben dan zou het er zo uitzien:

Sporen opsnorren docentenhandleiding

( BIOLOGISCHE ) Akker- en tuinbouw. Vol met boerenwijsheid én leuke Wist je datjes... CAMPAGNE GEFINANCIERD MET STEUN VAN DE EUROPESE UNIE

Leven onder de grond. Wie woont onder de grond? Stel vragen: Ben jij al onder de grond geweest? In een kelder, een tunnel, een grot?

TULE inhouden & activiteiten Oriëntatie op jezelf en de wereld - natuur en techniek. Kerndoel 40. Toelichting en verantwoording

Thema 1 De wereld om je heen

LESPAKKET ECOLOGIE. Docenthandleiding. Dierenrijk is onderdeel van

6+ 10 WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS? Opdracht EDUKIT 3

Wie eet wie en wie eet wat?

Ik weet wat een wintervoorraad is en waarom dieren dit verzamelen. (weinig verse voeding in de winter)

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Handleiding leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Vragen 1. Welke soorten afval zijn er? Noem bij elk een voorbeeld...

Honger! Het voedselweb van de slechtvalk. voor de leerkracht. Instructie & Introductie. Tips: Opwarmopdracht. Junior. groep 7/8

Meneer en mevrouw bunzing zoeken een huis voor de winter

Planten. over bloemetjes en bijtjes Knollen en citroenen

ROVERS EN HUN PROOIEN

Wie eet wie en wie eet wat?

Naam:_ KIKKERS. pagina 1 van 6

Lesbrief Dierenzoekermoorden

Dieren in de winter 3

Voorbereiding post 2. Hap, ik heb je! Groep 1-2-3

Relaties tussen organismen vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en aminozuren) met behulp van zuurstof, waardoor energie vrijkomt om ATP te maken.

Reflectiekaart. Vooraf: Wat moeten ze kunnen: Wat moeten ze kennen: Omschrijf wat kinderen volgens jou moeten kennen en kunnen

Introductieles. Vogels in de klas. groep 7/8. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Voedselweb en voedselketen vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

LEVEN IN HET DONKER LES 1. Dagdieren en nachtdieren

' Educatieve dienst 2010 'Een bos vol leven' EEN BOS VOL LEVEN

Stokstaartje. Inhoud. 1. Wat is een stokstaartje. 2. Mijn familie onder de grond

Ruimteschip Aarde. Jouw werkbladen. In de klas. Ontdek zélf hoe de wereld werkt! Mijn naam:

NATUUR EN TECHNIEK V OOR HET BASISONDERWIJS

Voorbereiding post 5. Iedere vogel zijn eigen plekje Groep

Verschillende eters vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Bloemenranden en Functionele Agro Biodiversiteit (FAB) Dave Dirks, 24 januari 2018, Zwartewaal

Samenvatting Biologie Ecologie Thema 3

Nationaal Park Hoge Kempen

Voedselweb en -keten vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Voedselweb van strand en zee

Honger! Het voedselweb van de slechtvalk. voor de leerkracht. Instructie & Introductie. Opwarmopdracht. Nabespreking: Tips: Junior.

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 2de graad

= een stuk grond met fruitbomen. = hard materiaal dat uit de grond komt en waar je mee kunt bouwen.

1. Geheimen. 2. Zwammen

Samenvatting Biologie Thema 3 Ecologie

Verteren en fermenteren. havo/vwo 3-4

Opdrachten thema. Veluwe

Wat weet jij over biologisch en over de bodem?

De Heikikker De Heikikker

E C O L O G I E Ecologie Factoren die invloed hebben op het milieu: Niveaus van de ecologie:

Bloemenranden en Functionele Agro Biodiversiteit (FAB) Dave Dirks, 6 september 2017, Kronenberg

Werkbundel de steenuil Iedere Limburgse gemeente adopteerde

Voedselweb en -keten vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Voorbereiding post 5. Iedere vogel zijn eigen plekje Groep 1-2-3

13 Werkblad bij de PLUS

Kijk je mee? Oerwoud. 2006, Parasol N.V. België

Werkbladen In de klas. Ruimteschip Aarde. Naam. School. groep 5-8. Klas

Spreekbeurt roofvogels

Wie eet wie en wie eet wat?

Kopieer dit e-boek en stuur het door naar anderen.

Ordening. Bacteriën Schimmels Planten Dieren

Transcriptie:

Thema: Bestaat vrede? Vak: Ruimte, aarde en milieu De ecologische kringloop De voedselkringloop Moeilijkheid: *** Tijdsduur: ** Juf Nelly De kringloop in de natuur Doel: Na deze opdracht weet je wat een voedselkringloop is en hoe het leven van planten en dieren met elkaar samenhangt. Uitleg opdracht: Je gaat een filmpje kijken over de voedselkringloop in het bos, leest de informatie en maakt opdrachten. Tips en benodigde materialen; Informatie: Bekijk het filmpje over de kringloop in het bos: http://www.schooltv.nl/video/kringloo p-in-het-bos-in-het-bos-wordtalles-opnieuwgebruikt/#q=voedselkringloop Lees de informatie die hieronder staat goed door. Maak het opdrachtenblad. Een plant groeit, dieren eten die plant op, die dieren worden weer opgegeten door andere dieren, die dieren gaan weer dood, het dier wordt weer opgeruimd door andere diertjes, die poepen het weer uit, dat komt in de grond terecht en dat wordt weer afgebroken door paddenstoelen en andere schimmels. Dat is een kringloop.

De kringloop in de natuur. 1. Leven in een biotoop. Planten en dieren leven samen in een biotoop. Dat is een levensgemeenschap waar die dieren en planten samen voorkomen. Daarin zijn ze afhankelijk van elkaar. Ze leven samen met elkaar, maar ook VAN elkaar. Planten en dieren staan in verband met elkaar. Ze hebben elkaar op de één of andere manier nodig. Voorbeeld: Boven een weide of akker met veel muizen zie je vaak roofvogels. Ze jagen op die kleine diertjes. Zijn er minder of te weinig muizen, dan zullen roofvogels op een andere plaats op zoek moeten naar hun voedsel. De muizen komen af op de planten die in de weide of op de akker groeien. Dat is hun voedsel. De planten hebben op hun beurt de dieren nodig om hun zaden te verspreiden of ze brengen het stuifmeel van de ene bloem tot bij de andere. 2. Samenhang in een levensgemeenschap. Planten halen hun voedsel uit bouwstoffen zoals water en mineralen. Daarmee bouwen ze levend plantenmateriaal op. Om te kunnen groeien hebben ze water, licht en warmte nodig. Veel dieren zijn voor hun voeding op planten aangewezen. Ze eten planten, noten, vruchten, zaden, wortels, nectar,. Die planteneters leven van het voedsel dat in de planten werd opgeslagen. Sommige dieren eten zowel planten als dieren. Die dieren noemen we alleseters. Vleeseters halen dan weer het nodige voedsel uit de planteneters. Een torenvalk hangt biddend in de lucht. Wanneer hij een muis bespeurt, dan duikt hij naar beneden en slaat zijn klauwen in zijn prooi. Met zijn scherpe snavel scheurt hij stukken van zijn prooi. Insecteneters zoals zwaluwen en vleermuizen, vangen insecten, terwijl ze vliegen. Mezen zitten op een tak en pikken de insecten op. De specht

haalt met zijn kleverige tong insecten uit de schors. Lieveheersbeestjes lopen over een takje en eten bladluizen gewoon op. Een spin weeft dan weer een web om insecten te vangen. Ook onder de zoogdieren zijn er roofdieren. De bekendste is de vos. Er zijn er nog andere die op jacht gaan naar een prooidier. Ze behoren tot de familie van de marterachtigen: de wezel, de marter, de bunzing en de hermelijn. Hun gebit heeft scherpe hoektanden, een typisch kenmerk van een vleeseter. Wanneer roofdieren sterven is er een opruimploeg. De resten worden door kleine dieren en planten afgebroken: insecten, regenwormen, zwammen, schimmels, bacteriën, Zo ontstaan er opnieuw grondstoffen waarvan planten kunnen groeien. De kringloop is afgesloten en kan opnieuw beginnen. 3. Het bos als levensgemeenschap. In elke laag van het bos komen dieren voor. Hoe meer struiken en bomen er groeien, hoe meer dieren er zullen voorkomen. Heel wat planten hebben dieren nodig voor hun bestuiving en voor de verspreiding van hun zaden. De dieren eten van de planten. Ze vinden rust tussen de planten en struiken, maar ook beschutting tegen hun vijanden. De dieren in de kruinlaag genieten van het vele licht. Vanuit hun uitkijkpost hebben ze zicht op de omgeving. De sperwer bouwt er zijn nest en speurt de omgeving af naar voedsel. Hij is een gevreesde jager die op zoek gaat naar kleinere vogeltjes en andere prooidieren zoals muizen en konijnen. De spechten zoeken onder de schors naar insecten. In de struiklaag maken heel wat kleinere vogels hun nesten. Ze vinden er rupsen, kevers en andere insecten. Die vinden er op hun beurt hun voedsel. Op de bodem van het loofbos leven reeën, herten, vossen en everzwijnen. Ze eten planten en boomschors. De zwijnen wroeten de bodem om op zoek naar wortels en andere eetbare plantendelen. Het grootste aantal diertjes is terug te vinden in de moslaag. Muizen en knaagdieren hebben er hun schuilplaatsen. Kevers, spinnen, slakken, duizendpoten en wormen voelen zich er goed thuis. Het aantal diertjes dat leeft van plantaardig en dierlijk afval is enorm groot. Zelf staan die diertjes op het menu van bijvoorbeeld zangvogeltjes. 4. Een voedselketen en een voedselweb. Een buizerd vangt per dag enkele veldmuizen. Die veldmuizen eten op hun beurt graan. Let op: de buizerd eet ook nog andere dieren zoals konijnen, kikkers, Ook veldmuizen hebben nog wat anders op het menu dan graan alleen. Verschillende voedselketens door elkaar vormen daarom een voedselweb.

wordt gegeten door wordt gegeten door graan -------------------------------> veldmuis -------------------------------> buizerd 5. Nog een voorbeeld uit een andere levensgemeenschap of biotoop: de vijver. In de vijver leven watervlooien. Ze voeden zich met algen en plantenafval. Kikkervisjes, salamanders en vissen voeden zich met de watervlooien. Kikkers, kleine visjes, salamanders en larven van insecten worden dan weer gegeten door roofvissen zoals de snoek of de baars. De roofvissen worden gegeten door vogels zoals de blauwe reiger. 6. Evenwicht in de natuur. Voor een goed evenwicht in de natuur zijn er steeds voldoende eters en prooien nodig. Dat wordt voorgesteld in een voedselpiramide. Zo lust een torenvalk wel enkele muizen per dag. Die muizen eten per dag dan weer heel wat graan. Als één laag uit de voedselpiramide verzwakt of verdwijnt, wordt het samenleven van de planten en de dieren verstoord. 7. De rol van de mens. Door natuurrampen kan het evenwicht in de natuur verstoord worden. De natuur probeert zelf het evenwicht te herstellen. Soms lukt dat niet meer. Vaak is de mens de schuldige: overbevissing of jacht, watervervuiling,ontbossing,

Het Amazonewoud is langzaam maar zeker aan het verdwijnen. De mens brandt stukken woud plat om er vee te laten grazen of om er gewassen als soja te kweken. Hij kapt bomen voor het hout hout dat ook bij ons in de winkels terechtkomt. Het gaat snel. Alleen al in Brazilië is er in 2005 een oppervlakte Amazonewoud zo groot als België verdwenen. Wanneer er goed wordt nagedacht over welke bomen er moeten worden gekapt en hoeveel dieren er door een jager gedood mogen worden, dan kan dat wel bijdragen tot het evenwicht van het bos. De kringlopen in de natuur. Kringlopen in de natuur en elders. 1. Leven in de biotoop. Opdracht 1: Noteer bij de foto de passende naam van elke biotoop. Kies uit: het bos, de weide, de stad, de heide, de zee, de vijver.

Ik onthoud: Een biotoop is een levensgemeenschap waarin dieren en planten samenleven. Ze zijn afhankelijk van elkaar. 2. Wat staat er op het menu? Opdracht 2: Wat eten deze dieren? Zoek het op. Dit is een veldmuis een buizerd een snoek Hij eet Soms eet hij ook Het is een planteneter- vleeseter - alleseter planteneter- vleeseter - alleseter planteneter- vleeseter - alleseter Ik onthoud: Elk dier heeft zijn favoriete voedsel, maar eet niet steeds hetzelfde. Het eet verschillende dingen. Een plant of dier kan voor meerdere dieren als voedsel dienen. Opdracht 3: Vul aan. Je vindt de informatie in de tekst. Een planteneter eet voornamelijk Ik ken enkele voorbeelden Een vleeseter eet voornamelijk Ik ken enkele voorbeelden

Een alleseter eet Ik ken enkele voorbeelden en Waar horen wij bij? Wat stond er gisteren op jouw menu? Over eten en gegeten worden. 1. Voedselketen en voedselpiramide. Opdracht 1: in de tekst vind je twee voedselketens. Vul deze voedselpiramides aan. graan Evenwicht in de natuur. Opdracht 3: De mens speelt een grote rol in de natuur. Zoek op in de tekst: op welke manier heeft de mens een slechte invloed op de natuur? Maak telkens een zin met deze woorden. Overbevissing: Watervervuiling: Ontbossing:

Ken je zelf nog een andere manier waardoor de mens de natuur beïnvloedt?