de veranderende positie van lokale voorzieningen Frans Thissen Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies
Nisse, een dorp in verandering 1955
Nisse, een dorp in verandering 1979
Opzet Vragen Welke veranderingen zijn van belang voor de positie van dorpen en dorpsbewoners? Welke betekenis hebben die veranderingen voor de positie van voorzieningen in dorpen? Wat is het perspectief voor dorpen en dorpsbewoners? Centrale begrippen Binding Identiteit Ruimtelijke schaal
Jorwerd, een dorp in verandering Geert Mak: In plaats van de traditionele bindingen begon zo een nieuw bewustzijn te ontstaan, een nieuwe gehechtheid aan het dorp Geert Mak: hoe langer ik in het dorp verbleef, des te meer besefte ik dat het eigenlijk allemaal nog moest beginnen. Alleen: niemand wist wát moest beginnen, en waarheen het ging
Platteland in Vlaanderen
Dorpen in Vlaanderen
Leefbaarheid in de dorpen van de Westhoek
Nationale en regionale verschillen (1) Verschillen tussen Nederland en Vlaanderen: 1. Het Vlaamse woonmodel: manier waarop woningvraagstuk is aangepakt 2. Werkgelegenheid is relatief gespreid 3. Andere verhouding tussen publieke en private domein Sterke menging
Nationale en regionale verschillen (2) Veranderingen in een regio: economie (en technologie) en demografie Veranderen van de identiteit van een gebied Lokaal - regionaal - nationaal - internationaal De sterk gegroeide betekenis van het nationale niveau
De veranderende relatie bewoner omgeving (1) Omgeving is een belangrijke voorwaarde voor welbevinden, maar bestaat uit meer dan voorzieningen Sociale infrastructuur van dorpen: voorzieningen, verenigingen, activiteiten De relatie tussen bewoner en omgeving is tweezijdig: de bewoner is niet alleen consument / slachtoffer maar een handelende burger
De veranderende relatie bewoner omgeving (2) Binding: Economische binding (werk) Functionele binding (voorzieningen) Sociale binding (familie en vrienden) Culturele binding (identiteit) Politieke binding (zeggenschap) Schaalveranderingen: Schaalvergroting Lokaal verlies van werk en voorzieningen Toename van ruimtelijke keuzevrijheid door automobiliteit Lokale winst in dorpen (recreatie, zorg) Schaalverkleining Toenemend belang van wonen en recreatie Van Dorpsbinding naar Lokaal bewustzijn
Wonen en werken in het verleden Gennep De boerderij Gennep Dochters: verhuisden uit Gennep Vrouwen hadden geen betaald werk Zonen: meesten bleven in geboorteplaats wonen en werkten altijd in de eigen woonplaats
Verplaatsingsstromen in Noord-Brabant Bron: Atelier Tordoir, 2014 Langzame maar duidelijke veranderingen: belangrijke scheidslijn tussen de generaties Oudere generatie oriënteert zich meer op naburige gemeenten en nabije stad (streekniveau) Jonge generatie oriënteert zich in economische en verzorgingsrelaties steeds meer op (echt) grote steden verderop
Autonoom dorp Je bent er geboren of opgegroeid, je komt van het dorp (leefpaden) Je werkt er en je gebruikt de aanwezige voorzieningen: je woont op het dorp (dagpaden) Traditioneel referentiekader: machtig beeld Woondorp Je bent er gaan wonen om de passende woning en woonomgeving Voor je sociale contacten en voorzieningen ben je niet afhankelijk van het dorp Opkomend referentiekader
Leefbaarheid in het autonome dorp Relatie wordt steeds losser: 1. Schaalvergroting van veel voorzieningen is autonoom 2. Gedrag van bewoners regionaliseert Bewoners baseren hun oordeel in toenemende mate op de kwaliteit van de lokale woonfunctie Aantal inwoners neemt vooral af door kleinere huishoudens
Nisse, een dorp in verandering 1955 1979 2012
Leefbaarheid in het Krimp heeft pas effect als de woonfunctie wordt aangetast woondorp Sociale infrastructuur van het dorp is het resultaat van de leefbaarheid van het dorp Dorpen ontwikkelen een eigen profiel en zijn meer of minder succesvol 18
Beleid in de Westhoek (1) 1. Individuele niveau: de bewoner 2. Lokale niveau: typen plattelandskernen 3. Regionale niveau: de Westhoek als streek Problematiek van tekort aan kwaliteit in de woonsituatie en het ontbreken van lokaal bewustzijn Beleid van dorpsversterking: Verbeteren verkeersveiligheid Verbeteren kwaliteit publieke domein Voorwaarden scheppen voor lokaal bewustzijn en gemeenschapsinitiatieven Het dorp van mijn jeugd heb ik er niet mee teruggekregen
Beleid in de Westhoek (2) 1. Individuele niveau: de bewoner 2. Lokale niveau: typen plattelandskernen 3. Regionale niveau: de Westhoek als streek Problematiek van de vervoersafhankelijke bewoner (scholieren, ouderen, bewoners zonder beschikking over een wagen) Beleid: Dorpsdiensten (Nestor) Belbus Tele-Westhoek Verbrede werking rusthuizen Steeds meer huishoudens hebben twee wagens
Voorzieningen in dorpen (1) Beleid in verschillende fasen: Aanwezigheid van (basis)voorzieningen; bundeling in multifunctionele voorzieningen Bereikbaarheid van voorzieningen en concentratie in centrumdorpen Bereik van vervoersafhankelijke groepen: ruimtelijke keuzevrijheid Moseley: People Link Activity Kwetsbare groepen: oudste ouderen, bewoners zonder auto, jeugd: tied to and trapped in the village Van territoriale rechtvaardigheid naar individuele rechtvaardigheid
Voorzieningen in dorpen (2) Voorzieningen als deel van de sociale infrastructuur: resultaat van gemeenschapsinitiatieven (bottomup) Multifunctionele voorzieningen: Kulturhus, Dorpshuis, DORV Draagvlak is niet vanzelfsprekend: een ontmoetingsplek, open voor iedereen ( third place ) Verlies van voorzieningen is voor veel bewoners primair een aantasting van de identiteit van hun dorp
Conclusies: vaststellingen 1. De betekenis van de woonkwaliteit van dorpen voor de ervaren leefbaarheid neemt toe, van het lokaal voorzieningenniveau af 2. De ruimtelijke keuzevrijheid van de meeste dorpsbewoners is door de sterk toegenomen individuele mobiliteit gegroeid 3. Het verlies van voorzieningen betekent voor veel dorpsbewoners in de eerste plaats een aantasting van de identiteit van hun dorp 4. Kwetsbare dorpsbewoners: gebonden aan en gevangen in hun dorp
Conclusies: aanbevelingen 1. Individuele rechtvaardigheid is te verkiezen boven territoriale rechtvaardigheid (beleid gericht op lokale aanwezigheid van voorzieningen) 2. Bottom up initiatieven hebben de voorkeur boven Top down gelanceerde concepten. Deze hebben vaak een gering lokaal draagvlak. 3. Een sociaal vitaal dorp heeft een ontmoetingsplek (binnen én buiten) nodig. Dat hoeft geen voorziening te zijn. 4. Bij de transplantatie van good practices moeten nationale en regionale verschillen grote aandacht krijgen.
de veranderende positie van lokale voorzieningen Voor meer informatie: j.f.c.m.thissen@uva.nl Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies