Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Intrekking omgevingsvergunning CSP / Fibrant Sulfa s te Sittard-Geleen Zaaknummer: 2016-603249 Kenmerk: 2017/14869 d.d. 2 maart 2017 Verzonden:
INHOUDSOPGAVE 1 Besluit 3 2 Procedure 5 2.1 De aanvraag 5 2.2 Huidige vergunningsituatie 5 2.3 Bevoegd gezag 6 2.4 Volledigheid van de aanvraag en opschorting procedure 6 2.5 Procedure 6 2.6 Adviezen 6 3 Samenhang overige wetgeving 8 3.1 Coördinatie Waterwet 8 4 Overwegingen 9 4.1 Wettelijke grondslag 9 4.2 Belang van het bescherming van het milieu 9 5 Zienswijzen 11 6 Voorschriften 12 Zaaknummer: 2016-603249 2
1 Besluit Onderwerp Gedeputeerde Staten van Limburg hebben op 16 december 2016 een aanvraag, voor het intrekken van een vigerende omgevingsvergunning, ontvangen van Chemelot Site Permit B.V. en Fibrant B.V. De aanvraag betreft het intrekken van de revisievergunning van de deelinrichting Sulfa s gelegen aan de Koestraat 1 te Geleen. De aanvraag is geregistreerd onder nummer 2016-603249. Ontwerpbesluit Gedeputeerde Staten van Limburg besluiten, gelet op de overwegingen die zijn opgenomen in deze vergunning en gelet op artikel 2.33, tweede lid, onder b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo): 1. De aan Chemelot Site Permit B.V. en Fibrant B.V. verleende deelrevisievergunning 2005/05, deelinrichting 38, bestaande uit de aanvraag en voorschriften of beperkingen (verder te noemen: vergunning) in te trekken. Deze vergunning is in het verleden verleend voor de deelinrichting Sulfa s gelegen aan de Koestraat 1 te Geleen 2. Volledigheidshalve worden ook de na de deelrevisievergunning volgende vergunningen voor de deelinrichting Sulfa s ingetrokken: a. 06_4504, 28-9-2006, aanvraag en voorschriften of beperkingen van een veranderingsvergunning voor de emissie van blauwzuur in de oxidatie spui loog; b. 10_16793, 12-8-2010; aanvraag en besluit van een melding 8.19 Wm voor de wijziging van de opslag en verlading van technisch zuiver ammoniumsulfaat (TZZA); c. CAS201100007844, 11-8-2011, aanvraag, voorschriften en beperkingen van een wijziging van de situatie van de koelwaterconditionering van technisch zuiver ammoniumsulfaat (TZZA). De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig paragraaf 3.3 van de Wabo (de uitgebreide voorbereidingsprocedure) juncto het bepaalde in artikel 3.15 van de Wabo. Gedeputeerde Staten van Limburg, namens dezen, C.J. Hermans, Afdelingshoofd Vergunningen a.i. RUD Zuid-Limburg Zaaknummer: 2016-603249 3
Afschriften Dit besluit is verzonden aan het gemachtigde bedrijf, zijnde Sitech Manufacturing Services B.V., ter attentie van de heer L. Keybeck, p.a. secretariaat CSP, Postbus 27, 6160 MB Geleen. Een afschrift van dit besluit is verzonden aan: het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Sittard-Geleen, postbus 18, 6130 AA Sittard; de minister van Infrastructuur en Milieu (directoraat-generaal Milieu), Postbus 20951, 2500 EZ Den Haag; de Inspectie SZW, directie MHC, team MHC-Zuid, Postbus 820, 3500 AV Utrecht; de Inspectie Leefomgeving en Transport, Postbus 16191, 2500 BD Den Haag de burgemeester van Sittard-Geleen, postbus 18, 6130 AA Sittard; het bestuur van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg, Postbus 35, 6269 ZG Margraten; Waterschap Limburg, Postbus 185, 6130 AD Sittard; Rechtsbescherming Gereserveerd. Zaaknummer: 2016-603249 4
2 Procedure 2.1 De aanvraag Op 16 december 2016 hebben wij een aanvraag, voor het intrekken van een vigerende omgevingsvergunning, ontvangen van Chemelot Site Permit B.V. en Fibrant B.V. van de deelinrichting Sulfa s gelegen aan de Koestraat 1 te Geleen. Het verzoek is ingediend door Sitech Manufacturing Services B.V. namens de beide vergunninghouders voor de deelinrichting. De gemachtigde beschikt over een permanente machtiging, die eerder bij ons geregistreerd is. De aanvraag betreft het volledig intrekken van de vigerende deelrevisievergunning van de deelinrichting Sulfa s. Afgestemd is met de beide aanvragers, dat ook de na de deelrevisievergunning volgende veranderingsvergunningen en de in het besluit genoemde melding volgens 8.19 Wm worden ingetrokken. 2.2 Huidige vergunningsituatie Op 14 juni 2005, kenmerk 2005/05 hebben wij aan CSP BV en DSM Fibre Intermediates BV een deelrevisievergunning ingevolge de Wet milieubeheer verleend voor een deelinrichting voor de productie van ammoniumsulfaat, gelegen aan de Koestraat 1 te Geleen. De deelinrichting is gelegen op de percelen kadastraal bekend Geleen, H.3 zoals beschreven in de laatste versie van de aanvraag voor de site Chemelot van 14 oktober 2014. Verder hebben wij voor de inrichting de volgende veranderingsvergunningen verleend: 06_4504, 28-9-2006, veranderingsvergunning voor de emissie van blauwzuur in de oxidatie spui loog; CAS 201100007844, 11-8-2011, wijziging van de situatie van de koelwaterconditionering van technisch zuiver ammoniumsulfaat (TZZA). Tevens hebben wij van de aanvrager de volgende meldingen ontvangen: 10_16793, 12-8-2010; aanvraag en besluit van een melding 8.19 Wm voor de wijziging van de opslag en verlading van technisch zuiver ammoniumsulfaat (TZZA). Op 14 juni 2005 hebben wij voor de gehele site Chemelot een revisievergunning (kenmerk 2005 / 05) verleend. Deze revisievergunning is sinds het onherroepelijk worden als volgt gewijzigd: op 28 juli 2011 is hoofdstuk 1 van de vergunning geactualiseerd (kenmerk 2011 / 0486); op 7 juni 2012 is de terreingrens van de site Chemelot aan de Prins Mauritsstraat in de gemeente Beek aangepast (kenmerk 2012 / 0327); op 23 augustus 2012 is het meldingsregime van ongewone voorvallen aangepast (kenmerk 2012 / 0360); Op 16 oktober 2014 is een besluit genomen over de aanpassing van de algemene voorschriften van hoofdstuk 1 van deze vergunning (kenmerk 2013 / 0310). De oude deelinrichting Sulfa s, deelinrichting nr. 38, komt na het nemen van dit besluit volledig te vervallen. De emissiepunten naar de lucht dienen verwijderd te worden uit het format Lucht Zaaknummer: 2016-603249 5
emissiebestand van de site Chemelot. De geluidbronnen dienen verwijderd te worden uit het actuele model voor de site Chemelot. Tenslotte dienen ook de risicobronnen (relevante insluitsystemen met gevaarlijke stoffen) van deze installatie uit de Externe Veiligheid modellering van de site Chemelot verwijderd te worden. 2.3 Bevoegd gezag De activiteiten van de inrichting site Chemelot zijn met name genoemd in de volgende categorieën van bijlage 1, onderdeel C van het Bor: categorie 1.3, categorie 2.6, categorie 4.3, categorie 5.3, categorie 7.1.b, categorie 11.3, categorie 14, categorie 20.5, categorie 21, categorie 22, categorie 25, categorie 26, categorie 27.3 en categorie 28. De site Chemelot wordt behandeld als één inrichting. Deze inrichting bevat meerdere IPPC-installaties en het Besluit risico s zware ongevallen is van toepassing. Daarom zijn wij het bevoegd gezag voor de omgevingsvergunning. 2.4 Volledigheid van de aanvraag en opschorting procedure Na ontvangst van de aanvraag voor de intrekking hebben wij deze getoetst op volledigheid. Op 10 februari 2017 hebben de initiatiefnemers op eigen initiatief de laatste stand van zaken opgestuurd over het planmatig uit bedrijf nemen van deze Sulfa installaties en het verder ook planmatig slopen van deze oude installaties, waarbij zoveel mogelijk hergebruik van materialen ook een belangrijk uitgangspunt is van dit dynamische sloopplan. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag aangevuld met het informatieve Plan van Aanpak slopen oude Sulfa s voor deze intrekking voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. 2.5 Procedure Dit besluit is voorbereid met de uitgebreide voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.3 van de Wabo. Gelet op artikel 3.15 derde lid van de Wabo dient voor een intrekking op verzoek van vergunninghouder de uitgebreide voorbereidingsprocedure te worden gevolgd indien het een intrekking van een omgevingsvergunning betreft welke betrekking heeft op activiteiten als genoemd in artikel 3.10, eerste lid van de Wabo (oprichten/veranderen/inwerking hebben van een inrichting zoals genoemd in artikel 2.1, eerste lid onder e van de Wabo). 2.6 Adviezen Advies In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 van de Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.4 van het Bor, hebben wij de aanvraag ter advies verzonden aan: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Sittard-Geleen; Zaaknummer: 2016-603249 6
het Waterschap Limburg. de Inspectie Leefomgeving en Transport. Voorts staat in artikel 6.15 van het Bor een toezendplicht ten aanzien van Brzo-inrichtingen opgenomen. Om te voldoen aan deze toezendplicht hebben wij de aanvraag aan de volgende instanties/bestuursorganen gezonden: het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Directoraat Generaal Milieu; de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid; de Burgemeester van de gemeente Sittard-Geleen; het bestuur van de Veiligheidsregio, zijnde de Brandweer Zuid-Limburg; Advies over de aanvraag Naar aanleiding van de aanvraag hebben wij de volgende adviezen ontvangen: Op 26-1-2017 van de Inspectie Leefomgeving en Transport: Onze dienst ziet geen aanleiding tot het maken van opmerkingen over de aanvraag tot intrekken van deze vergunning. Op 30-1-2017 van de gemeente Sittard-Geleen: de gemeente maakt geen gebruik van haar adviesrecht bij deze aanvraag voor intrekking van de vergunning. Advies over het ontwerp besluit Naar aanleiding van het ontwerp besluit hebben wij de volgende adviezen ontvangen: Gereserveerd. Zaaknummer: 2016-603249 7
3 Samenhang overige wetgeving 3.1 Coördinatie Waterwet Binnen de site Chemelot treedt als gevolg van deze aanvraag voor intrekking van de omgevingsvergunningen van de deelinrichting Sulfa s geen verandering op in het afvalwater, dat direct op het oppervlaktewater wordt geloosd. Er is daarom geen sprake van een verandering waarvoor een verandering in de Waterwetvergunning moet worden aangevraagd. Het Waterschap Limburg heeft per brief, ontvangen op 25 januari 2017, kenmerk 2017/8329 geadviseerd, dat de watervergunning van Sitech Services B.V. voor de IAZI met nummer 2015.0122, welke momenteel nog niet onherroepelijk is, niet gewijzigd hoeft te worden. Zaaknummer: 2016-603249 8
4 Overwegingen 4.1 Wettelijke grondslag Overeenkomstig artikel 2.33 Wabo kan het bevoegd gezag een omgevingsvergunning (gedeeltelijk) intrekken. De omstandigheden waaronder dit moet of kan gebeuren zijn eveneens vermeld in dit artikel. In dit geval is er sprake van een omstandigheid als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onderdeel b. In onderhavig geval is door vergunninghouders verzocht tot volledige intrekking van: De deelrevisievergunning 2005/05, deelinrichting 38 van 14 juni 2005 De na de deelrevisievergunning volgende vergunningen voor de deelinrichting Sulfa s: 06_4504, 28-9-2006, aanvraag en voorschriften of beperkingen van een veranderingsvergunning voor de emissie van blauwzuur in de oxidatie spui loog; 10_16793, 12-8-2010; aanvraag en besluit van een melding 8.19 Wm voor de wijziging van de opslag en verlading van technisch zuiver ammoniumsulfaat (TZZA); CAS201100007844, 11-8-2011, aanvraag, voorschriften en beperkingen van een wijziging van de situatie van de koelwaterconditionering van technisch zuiver ammoniumsulfaat (TZZA). Voor zover een verzoek van een vergunninghouder tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, trekt het bevoegd gezag, overeenkomstig artikel 2.33 derde lid van de Wabo, de omgevingsvergunning slechts geheel of gedeeltelijk in, indien het belang van de bescherming van het milieu zich daartegen niet verzet. 4.2 Belang van het bescherming van het milieu Het belang van de bescherming van het milieu verzet zich niet tegen onderhavige intrekking. De activiteiten van de oude sulfa worden beëindigd. Stopzetting van de activiteiten en daarmede intrekking van de omgevingsvergunning heeft, gezien de activiteiten welke op de locatie in het verleden zijn uitgevoerd geen, danwel een positieve invloed op de milieu-compartimenten lucht, geluid, water, veiligheid en hinder en energie- en waterverbruik. Blijvende effecten c.q. gevolgen op deze milieucompartimenten zijn door het stopzetten van de activiteiten niet te verwachten. Nader onderzoek en beoordeling dienaangaande zijn derhalve niet noodzakelijk. Fibrant B.V. heeft intussen de beschikking over de al eerder vergunde faciliteiten van haar productie installaties voor de nieuwe Sulfa (Next Generation Sulfa), zodat haar oudere installaties niet meer nodig zijn. De nieuwe Sulfa is een productie installatie, die gebouwd is volgens de BBT en vormt deelinrichting 59 van de site Chemelot. Deze nieuwe productiecapaciteit kan de vraag naar de te produceren ammoniumsulfaat van Fibrant B.V. vervullen. Opgemerkt wordt - volledigheids halve -, dat 4 bestaande opslagtanks van de oude Sulfa voor ammoniumsulfaat oplossingen, intussen, tijdelijk, in de vergunning van de nieuwe Sulfa zijn aangevraagd en opgenomen. De voorgenomen overdracht van deze bestaande opslagtanks wordt echter pas geëffectueerd na inwerkingtreding van dit intrekkingsbesluit. Dit tijdelijk toevoegen van opslagtanks betreft de procedure 2016-602480 en het besluit van 12 december 2016. Zaaknummer: 2016-603249 9
De diverse boekhoudingen van de site Chemelot voor luchtemissies, geluidbronnen en geluidbelasting en van de externe veiligheidsaspecten dienen te worden geactualiseerd, na inwerkingtreding van dit besluit. 4.2.1 Plan van aanpak beëindiging activiteiten binnen deelinrichting Op grond van voorschrift 6 uit hoofdstuk 1 van de algehele omgevingsvergunning van Chemelot Site Permit B.V. en mededrijvers, zoals vastgesteld in de wijzigingsvergunning d.d. 16 oktober 2014 met kenmerk 2013-0310, dient een deelinrichting vóór beëindiging van de activiteiten van de deelinrichting een plan van aanpak aanwezig te hebben. Het plan van aanpak bevat ten minste een tijdspad van alle werkzaamheden, een beschrijving van het veilig stellen van de installatie(onderdelen) en verwijdering van (gevaarlijke) afvalstoffen, het slopen of conserveren van bouwwerken en (ondergrondse) installatieonderdelen (w.o. leidingen en rioleringen), de registratie van de vrijkomende stoffen en de consequenties van de werkzaamheden voor de compartimenten lucht, bodem en water. Het plan van aanpak (de stand van zaken van 10 februari 2017) beëindiging activiteiten voor de deelinrichting Sulfa s maakt onderdeel uit van onderhavig intrekkingsverzoek. Het plan van aanpak is beoordeeld en wij concluderen, dat de maatregelen beschreven in het plan van aanpak voldoende zekerstellen, dat er als gevolg van de beëdiging van de activiteiten geen blijvende effecten c.q. gevolgen op het milieu te verwachten zijn. Ook wordt het maximaal hergebruik van restmaterialen zeker gesteld. 4.2.2 Bodemeindonderzoek In het kader van de Wet milieubeheervergunning dient de kwaliteit van de bodem van de inrichting te worden vastgelegd. Het doel van het bepalen van deze zogenaamde nul situatie is het referentieniveau van de feitelijke bodemkwaliteit (grond en grondwater) vast te leggen. Daarmee wordt een toetsingsgrondslag verkregen met het oog op toekomstige bodemverontreiniging. Ook bij een verwaarloosbaar bodemrisico kan het verkrijgen van zo n toetsingsgrondslag noodzakelijk zijn om, middels een eindsituatiebodemonderzoek, te kunnen bepalen of er een bodemverontreiniging is opgetreden, ondanks de getroffen bodembeschermende voorzieningen en maatregelen. Hoofdstuk 1 van de algehele omgevingsvergunning van Chemelot Site Permit B.V. en mededrijvers, zoals vastgesteld in de wijzigingsvergunning d.d. 16 oktober 2014 met kenmerk 2013-0310, bevat geen voorschriften meer ten aanzien van het uitvoeren van een bodemeindonderzoek. Deze voorschriften zijn komen te vervallen, omdat het uitvoeren van bodemonderzoek bij bedrijfsbeëindiging onder artikel 2.11 van het rechtstreeks werkende Activiteitenbesluit is komen te vallen. Op grond van artikel 2.11 van het Activiteitenbesluit dient uiterlijk binnen zes maanden na beëindiging van de (deel)inrichting een bodemeindonderzoek te zijn uitgevoerd en aan het bevoegd gezag te zijn gerapporteerd. Indien uit het bodemeindonderzoek volgt, dat als gevolg van de activiteiten van de (deel)inrichting verontreinigingen zijn ontstaan, dient binnen zes maanden na rapportage aan het bevoegd gezag de bodem te worden hersteld, conform de eisen die in artikel 2.11 vijfde lid van het Activiteitenbesluit worden gesteld. Het intrekken van de vergunning wordt op basis van deze rechtstreeks van toepassing zijnde bepalingen uit het activiteitenbesluit niet belet door eventuele gevonden verontreiniging van de grond/bodem. Zaaknummer: 2016-603249 10
5 Zienswijzen Gereserveerd. Zaaknummer: 2016-603249 11
6 Voorschriften Er zijn geen specifieke voorschriften aan de intrekking van de Sulfa vergunning verbonden. Volledigheidshalve wordt verwezen naar de relevante voorschriften bij beëindiging van activiteiten uit het hoofdstuk 1 algemene voorschriften voor de gehele site Chemelot en de relevante onderdelen van het Activiteitenbesluit bij beëindiging van bedrijfsactiviteiten. Zaaknummer: 2016-603249 12