Stichting Pensioenfonds Vopak



Vergelijkbare documenten
Stichting Pensioenfonds Vopak

Stichting Pensioenfonds Vopak

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag.

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Terugblik 2011 in cijfers

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Pensioenen... Herstelplan 2017

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 5 februari Stand van zaken SVG. 1 van 20

VERKORT JAARVERSLAG 2017

Financieel crisisplan

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

In werking : 1 juli 2015 Vastgesteld door het bestuur : 26 juni 2015

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam. Financieel crisisplan 2015

Verkort jaarverslag

In het crisisplan worden verschillende parameters gebruikt die voor het pensioenfonds belangrijk zijn:

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

J A A R V E R S L A G 2016 ( F I N A N C I E E L ) S T I C H T I N G P E N S I O E N F O N D S M E R C E R. 16 juni 2017

VERKORT JAARVERSLAG 2016

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

Bijlagen. Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland. Versie 1 januari 2013 PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Leiden, 3 september 2012

Verkort jaarverslag 2013

Het jaarverslag 2012 in vogelvlucht

Stichting Pensioenfonds Xerox

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland

Pensioenen... Crisisplan 2015

Ontwikkelingen in 2012

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill

PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12E NOTA VAN WIJZIGING

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 26 juni 2014

Volgens de beleidsregel van De Nederlandsche Bank (DNB) is een financieel crisisplan als volgt te definiëren:

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

WAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN?

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 25 juni 2015

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum Betreft Financiële positie pensioenfondsen

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Verder in deze nieuwsbrief een samenvatting van het rapport van de visitatiecommissie.

Extra informatie pensioenverlaging

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

NOTULEN DEELNEMERSVERGADERING VAN DE STICHTING JAN HUYSMAN WZ. FONDS 25 september 2012 Datum : 25 september 2012 Steller : D.W. Slok-Uittenbogaard

Financieel crisisplan. van de

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland

Stichting Pensioenfonds Vopak

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016

2010: Pensioen wereld volop in de schijnwerpers

Nieuws. Gezond maar alert. Pensioenfonds IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag. De financiële situatie van het pensioenfonds verbeterde in 2017.

Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Nieuwsbrief

FINANCIEEL CRISISPLAN STICHTING PENSIOENFONDS HUNTSMAN ROZENBURG. Bijlage bij de actuariële en bedrijfstechnische nota

Wat is nu precies de rol van de werkgever, de vakbonden en het bestuur van het pensioenfonds?

Reservetekort weggewerkt, pensioenen verhoogd

Pensioenen... Herstelplan 2016

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer N.W. Dijkhuizen 630

Stichting Will Niemeijer Pensioenfonds. Financieel crisisplan

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland. Extra nieuwsbrief 2014 nummer 6

Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit. Oktober 2013

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Financieel crisisplan. Voorwoord. Inleiding. 1. Beschrijving financiële crisissituatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Derde kwartaal juli 2013 t/m 30 september 2013

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 11 februari Stand van zaken SVG. 1 van 19

In deze nieuwsbrief geven wij u informatie over de financiële situatie en andere belangrijke ontwikkelingen binnen het fonds.

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

Herstelplan ultimo 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019

Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij, statutair gevestigd te Enschede, hierna te noemen: "het Fonds"

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

1e kwartaal 2016 Den Haag, 20 april 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

2014 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2017

stichting pensioenfonds wonen

Deelnemersvergadering. Haarlem 26 juni 2017 Boxmeer 29 juni 2017 Oss 29 juni 2017

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

Verkort jaarverslag 2012

Haarlem 18 juni 2019 Boxmeer 20 juni 2019 Oss 20 juni 2019

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

Transcriptie:

Stichting Pensioenfonds Vopak Stichting Pensioenfonds Vopak Westerlaan 10, 3016 CK Rotterdam Postbus 863, 3000 AW Rotterdam Telefoon: +31 10 4002650 Telefax: +31 10 4002363 E-mail: pensioenbureau@vopak.com Internet: http://pensioenfonds.vopak.com Ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel Rotterdam onder nummer 24343255 Jaarverslag 2012

2

Inhoud Pagina Doelstelling 5 Meerjarenoverzicht 7 Bestuursverslag 1. Inleiding 9 2. Resultaat 2012 9 3. Herstelplan 10 4. Dekkingsgraad 11 5. Financiële positie 13 6. Technische voorzieningen 18 7. Pensioenuitvoerings- en administratiekosten 22 8. Verkort actuarieel verslag 23 9. Overige ontwikkelingen 23 10. Principes voor goed pensioenfondsbestuur 26 11. Risicobeheer 27 12. Communicatie 28 13. Verzekerdenbestand 29 Terugblik financiële markten in 2012 Macro-economische en financiële marktontwikkelingen in 2012 31 Ontwikkeling financiële markten in de loop van 2012 32 Risicobeheer Vereist eigen vermogen (worteltoets) 37 Risicoanalyse 41 Verslag verantwoordingsorgaan en reactie bestuur Verslag van het Verantwoordingsorgaan van Vopak Pensioenfonds over het kalenderjaar 2012 43 Reactie van het bestuur op het verslag van het verantwoordingsorgaan 45 Jaarverslag 2012 3

Pagina Verslag visitatiecommissie en reactie bestuur Reactie van het bestuur op het verslag van de visitatiecommissie 49 Jaarrekening Balans per 31 december 52 Staat van baten en lasten 54 Kasstroomoverzicht 56 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 58 Toelichting op de balans per 31 december 62 Toelichting op de staat van baten en lasten 71 Overige gegevens Gebeurtenissen na balansdatum 77 Financiering 77 Resultaatbestemming 77 Actuariële verklaring 78 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 80 Bijlagen Bestuur en organisatie 81 Organisatie 84 Pensioenreglement 85 Uitvoeringsovereenkomst 87 Wegingen en benchmarks 88 Aangesloten ondernemingen 89 Verklarende woordenlijst 90 4

Doelstelling Stichting Pensioenfonds Vopak heeft als doelstelling het verlenen of doen verlenen van pensioen- en/of andere uitkeringen aan deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden, op basis van de overeengekomen pensioenreglementen. De hierbij gehanteerde toekomstvisie is gebaseerd op de volgende beschouwingen: Het pensioenfonds voert de pensioenregeling uit van Vopak. Hierbij worden de belangen van alle betrokken partijen evenwichtig behartigd in lijn met wet- en regelgeving, statuten en reglementen. Uitgangspunt hierbij is een kwalitatief hoogwaardige en efficiënte uitvoering, waarbij vertegenwoordigers van werkgever, werknemers en pensioengerechtigden in gezamenlijkheid het pensioenfonds besturen. Het pensioenfonds streeft er naar de historisch goede relatie met Vopak te continueren en hecht er grote waarde aan haar positieve en betrouwbare imago richting alle belanghebbenden te waarborgen. Het pensioenfonds speelt in op de actualiteit en streeft naar een duurzaam financieel gezonde positie met een optimaal lange termijn perspectief in goede en slechte tijden. Ingevolge artikel 18 van de statuten wordt hierbij verslag uitgebracht over het boekjaar 2012. Voor het bestuur is het jaarverslag een belangrijk middel om te communiceren met alle bij het pensioenfonds betrokken partijen en verantwoording af te leggen over het gevoerde beleid. In verband met de hoge kosten die verbonden zijn aan een gedrukt jaarverslag, heeft het bestuur besloten vanaf het boekjaar 2012 geen gedrukte versie meer uit te brengen, maar middels de website van het pensioenfonds (http://pensioenfonds.vopak.com) het jaarverslag digitaal ter beschikking te stellen. Op verzoek stuurt het pensioenfonds u graag een uitdraai van het jaarverslag. Wij nodigen u van harte uit om op het jaarverslag te reageren, per e-mail, brief of op een andere manier. Per e-mail kunt u dat doen door een mail te sturen aan pensioenbureau@vopak.com. Jaarverslag 2012 5

6

Meerjarenoverzicht 2012 2011 2010 2009 2008 Aantallen Deelnemers 1.317 1.357 1.365 1.357 1.361 Gewezen deelnemers 1.692 1.693 1.815 1.861 1.939 Pensioengerechtigden 3.016 2.946 2.824 2.781 2.731 6.025 5.996 6.004 5.999 6.031 Financiële gegevens (bedragen in duizenden euro) Bijdragen: Pensioenregelingen 23.353 22.478 21.746 21.117 10.092 Aanvullende storting 0 50.000 0 10.000 0 Beschikbare premieregelingen 9.235 9.589 9.263 8.898 8.458 Inkoopsommen 128 773 1.928 1.473 1.938 32.716 82.840 32.937 41.488 20.488 Pensioenuitkeringen (inclusief afkopen) 36.092 34.738 33.891 33.007 32.092 Toeslag ingegane pensioenen (per 1 januari) 1,50% 0,00% 0,00% 0,00% 1,48% Technische voorziening pensioenverplichtingen 736.513 683.685 607.573 554.659 549.467 Herverzekeringsdeel technische voorzieningen 7.959 7.548 7.166 15.331 16.048 Voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers 92.367 76.866 77.904 63.904 46.843 (Gemiddeld) gehanteerde rekenrente 2,3% 2,7% 3,4% 3,8% 3,6% Dekkingsgraad 112,2% 1) 105,7% 1) 106,3% 1) 105,7% 1) 96,8% 1) Vanaf boekjaar 2009 is de dekkingsgraad gebaseerd op de technische voorziening pensioenverplichtingen vermeerderd met herverzekeringsdeel technische voorzieningen. Jaarverslag 2012 7

2012 2011 2010 2009 2008 Premiedekkingsgraad 112,2% 119,7% 113,6% 115,4% 117,8% Algemene reserve 90.804 135.978 83.902 87.248 97.883 Toeslagreserve 0-96.551-44.961-54.938-115.488 Beleggingen voor risico pensioenfonds 815.484 712.748 629.660 577.831 510.714 Totaal rendement 15,8% 5,0% 10,0% 10,7% -14,0% Beleggingen voor risico deelnemers 92.367 76.866 77.904 63.904 46.843 8

Bestuursverslag 1. Inleiding In 2012 is het bestuur vijfmaal in vergadering bijeen geweest. In deze vergaderingen is in het kader van de financiële positie van het pensioenfonds onder andere aandacht besteed aan het herstelplan, de technische voorzieningen, de beleggingen en de toeslagen op de pensioenen. In dit bestuursverslag wordt aandacht besteed aan deze onderwerpen. De opleving van risicovolle beleggingscategorieën en het ruime monetaire beleid zorgden in 2012 zowel op vastrentende als zakelijke waarden voor goede rendementen. In totaal werd een rendement gerealiseerd van 15,8%. De afname van de marktrente die ten grondslag lag aan het rendement op vastrentende waarden werkte echter ook door in de technische voorziening voor risico pensioenfonds. De toename van de dekkingsgraad kwam mede daardoor op 6,5% uit. De afname van de technische voorziening voor risico pensioenfonds als gevolg van de aanpassing van de rentecurve door De Nederlandsche Bank in september 2012 werd grotendeels teniet gedaan door een toename van de technische voorziening voor risico pensioenfonds als gevolg van de overgang naar nieuwe prognosetafels en de bijstelling van de ervaringssterfte. De rendementen op de beleggingsportefeuille en rentebewegingen op de technische voorziening voor risico pensioenfonds bepalen voor een belangrijk deel de ontwikkeling van de toeslagreserve. Dit is de financieringsbron voor de toeslagverlening. Eind 2012 was de toeslagreserve 44,6 miljoen negatief na resultaatverdeling. Een aanbod van Vopak om in afwijking van de uitvoeringsovereenkomst de toeslagreserve ten laste van de algemene reserve op nihil te brengen werd dan ook in dank aanvaard. De kans op toekomstige toeslagverlening verbetert hiermee substantieel. Een toelichting op de marktontwikkelingen van de beleggingen in 2012 wordt in een apart deel van het jaarverslag behandeld evenals de (beheersing van) risico s binnen het pensioenfonds. 2. Resultaat 2012 In 2012 namen de beleggingen voor risico pensioenfonds toe met 119,6 miljoen van 712,7 miljoen tot 832,3 miljoen. Het rendement op deze beleggingen vertoonde afgezien van een korte terugval medio 2012 over het gehele jaar een stijgende lijn. De cumulatieve rendementen bleven voor alle beleggingscategorieën boven de nullijn. De dekkingsgraad nam gedurende het jaar toe met 6,5%-punt van 105,7% tot 112,2%. Uit de staat van baten en lasten blijkt een positief resultaat van 51,4 miljoen (in 2011 0,5 miljoen). Jaarverslag 2012 9

Een uitsplitsing naar de belangrijkste onderdelen van dit resultaat is hieronder opgenomen: 2012 2011 Beleggingsopbrengsten 110,8 31,0 Ontvangen bijdragen voor risico pensioenfonds 23,5 23,3 Ontvangen bijdragen voor risico deelnemers 9,2 9,6 Additionele storting 0,0 50,0 Mutatie technische voorziening voor risico pensioenfonds -52,8-76,1 Uitkeringen -36,1-34,7 Overigen -3,2-2,6 Resultaat 51,4 0,5 3. Herstelplan Het korte termijn herstelplan kon medio 2012 worden afgemeld bij De Nederlandsche Bank. De algemene reserve vermeerderd met de toeslagreserve lag op dat moment drie kwartaaleinden boven het minimaal vereist eigen vermogen. De Nederlandsche Bank heeft de afmelding van het korte termijn herstelplan bevestigd. Het lange termijn herstelplan, dat gericht is op het herstel van het vereist eigen vermogen, blijft van toepassing. De maatregelen die uit hoofde van het lange termijn herstelplan zijn ingezet voor herstel van het vereist eigen vermogen zijn gebaseerd op de afspraken tussen het pensioenfonds en Vopak zoals opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst die vanaf 1 januari 2006 van toepassing is. De in de afgelopen jaren genomen maatregelen uit hoofde van deze uitvoeringsovereenkomst betreffen: het niet verlenen van toeslagen aan (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden; het verrichten van een additionele storting van 10 miljoen ten gunste van de toeslagreserve per 1 januari 2009; de vaststelling van de door Vopak verschuldigde premie op 30% van de salarissom; het bijstellen van het strategisch beleggingsbeleid. In aanvulling op deze maatregelen heeft Vopak in 2011 geheel onverplicht een additionele storting verricht van 50 miljoen. Van deze additionele storting was 40 miljoen bestemd voor de verhoging van de algemene reserve en 10 miljoen voor het verlenen van een toeslag op de opgebouwde pensioenen van (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden per 1 januari 2012 van 1,5%. Mede op basis van vorenstaande maatregelen heeft het pensioenfonds tot op heden geen verlaging van de opgebouwde pensioenen hoeven door te voeren. Dit betekent niet dat het bestuur zeker weet dat er in de toekomst als de marktomstandigheden zouden verslechteren nooit een verlaging hoeft te worden doorgevoerd. 10

4. Dekkingsgraad In 2012 ontwikkelde de dekkingsgraad zich als volgt: Ontwikkeling dekkingsgraad 125,0% 120,0% 115,0% 110,0% 105,0% 100,0% 31-12-11 31-03-12 30-06-12 30-09-12 31-12-12 Dekkingsgraad Minimaal vereiste dekkingsgraad Vereiste dekkingsgraad Uit vorenstaande grafiek blijkt dat afgezien van een lichte terugval medio 2012 de ontwikkeling van de dekkingsgraad over vrijwel het gehele jaar een stijgende lijn heeft vertoond. Naast de marktontwikkelingen is de dekkingsgraad in 2012 beïnvloed door een aantal specifieke gebeurtenissen zoals de maatregelen in het Septemberpakket van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), de overgang naar nieuwe overlevingstafels en de implementatie van fondsspecifieke ervaringssterfte. Hierover wordt u verder in dit verslag geïnformeerd. De dekkingsgraad per 31 december 2012 bedraagt 112,2%. Dit is hoger dan de (minimaal) vereiste dekkingsgraad. Per 31 december 2012 is er dus geen sprake van een dekkings- of reservetekort. De globale gevoeligheid van de dekkingsgraad voor de ontwikkeling van de marktrente en het rendement op de zakelijke waarden geeft het volgende beeld: Rendement zakelijk -25% -20% -15% -10% -5% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 1,0% 111% 113% 115% 117% 118% 120% 122% 124% 126% 128% 130% Wijziging rente 0,5% 0,0% -0,5% 107% 104% 102% 109% 106% 103% 111% 107% 105% 113% 109% 106% 114% 111% 108% 116% 112% 109% 118% 114% 110% 119% 115% 112% 121% 117% 113% 123% 119% 115% 125% 120% 116% -1,0% 99% 101% 102% 103% 105% 106% 108% 109% 110% 112% 113% In het oranje gebied ligt de dekkingsgraad onder het minimaal vereiste niveau van 104,3% (dekkingstekort) en in het gele vlak onder het vereiste niveau van 112,0% (reservetekort). In het groene vlak zijn de buffers op basis van de huidige wet- en regelgeving op orde. Jaarverslag 2012 11

Op basis van een sterk vereenvoudigd ALM model wordt in onderstaande grafiek een prognose van de verwachte dekkingsgraad getoond. Uitgangspunten in dit model vormen onder andere het strategisch beleggingsbeleid 2013, de rendementsverwachtingen voor de komende vijf jaar, een rentetermijnstructuur die zich ontwikkelt op basis van de verwachte ontwikkeling van de swaprente en ongewijzigde premiebijdragen. Verwachte ontwikkeling dekkingsgraad 180% 160% 140% 120% 100% 80% 2012 2013 2014 2015 2016 2017 95e percentiel mediaan 5e percentiel Met nadruk wordt erop gewezen dat onder de lijn met het 5e percentiel zich nog 5% van de uitkomsten bevindt die leiden tot een lagere prognose van de verwachte dekkingsgraad. 12

5. Financiële positie De financiële positie van het pensioenfonds wordt enerzijds bepaald door de pensioenovereenkomst tussen Vopak en zijn werknemers, vastgelegd in het pensioenreglement, en anderzijds door het gevoerde beleid ten aanzien van de financiering, de beleggingen voor risico pensioenfonds en het verlenen van toeslagen. Pensioenovereenkomst Financiële positie Financieringsbeleid Beleggingsbeleid Toeslagbeleid Financieringsbeleid Uitvoeringsovereenkomst Het financieringsbeleid is vastgelegd in de tussen het pensioenfonds en Vopak gesloten uitvoeringsovereenkomst. De hoofdlijnen van de uitvoeringsovereenkomst zijn op pagina 87 en 88 opgenomen. De uitvoeringsovereenkomst is vanaf 1 januari 2006 van toepassing en wordt vanaf 2009 jaarlijks automatisch verlengd tenzij door het pensioenfonds of Vopak de overeenkomst met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden wordt beëindigd. In 2010 is onderzocht of de uitvoeringsovereenkomst kon worden bijgesteld ten aanzien van het in een eerder stadium kunnen verlagen van de verschuldigde premie en verlenen van toeslagen. De verhoging van het risicoprofiel die samen zou gaan met een dergelijke bijstelling werd in 2011 echter mede gegeven de toen geldende marktomstandigheden door zowel het pensioenfonds als Vopak als ongewenst beschouwd. Een bijstelling van de uitvoeringsovereenkomst is op basis van het vorenstaande aangehouden. In afwijking van de uitvoeringsovereenkomst heeft Vopak per 31 december 2012 aan het bestuur de mogelijkheid geboden om de toeslagreserve ten laste van de algemene reserve op nihil te brengen. Het bestuur heeft dit aanbod in de vergadering van 14 februari 2013 aanvaard en opdracht gegeven tot verwerking in dit jaarverslag. Aanvullende en Wijziging uitvoeringsovereenkomst In 2011 zijn de afspraken ten aanzien van 40 miljoen van de additionele storting vastgelegd in een Aanvullende uitvoeringsovereenkomst. De afspraken komen overeen met de afspraken bij de additionele storting van Vopak in 2006 (waaronder het terugvloeien van de additionele storting middels premiereductie bij een dekkingsgraad boven de 140%). Tegelijkertijd werden in een Wijziging uitvoeringsovereenkomst een aantal aanpassingen van de bestaande uitvoeringsovereenkomst geadresseerd, voortvloeiende uit wet- en regelgeving. Jaarverslag 2012 13

Beleggingen voor risico pensioenfonds Beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid is gericht op het op lange termijn zo zeker mogelijk stellen van de nominale pensioenen alsmede het streven om op de opgebouwde pensioenen van (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden jaarlijks een toeslag te verlenen. Om dit te bereiken is het van belang dat de beleggingsresultaten van het pensioenfonds op lange termijn, met aanvaardbare risico s, zo hoog mogelijk zijn. De lange termijn vermogensverdeling die hieraan ten grondslag ligt, wordt uitgewerkt in een ALM studie. Rekening houdend met marktomstandigheden en ontwikkelingen binnen het pensioenfonds wordt deze lange termijn vermogensverdeling jaarlijks vertaald naar een beleggingsbeleidsplan. In november 2011 is door het bestuur, na advies van de beleggingscommissie en fiduciair vermogensbeheerder, het strategisch beleggingsbeleid voor 2012 vastgesteld. De volgende wijzigingen werden in de beleggingen voor risico pensioenfonds aangebracht ten opzichte van het strategisch beleggingsbeleid 2011: aandelen ontwikkelde landen verlagen van 22% naar 20%; langlopende staatsobligaties verlagen van 25% naar 24%; obligaties opkomende landen verhogen van 5% naar 6,5%; hoogrentende obligaties verhogen van 0% naar 2%. Het totale risicoprofiel wijzigde licht als gevolg van de implementatie van het nieuwe strategisch beleggingsbeleid. In het eerste kwartaal van 2012 werd de belegging in hoogrentende obligaties gerealiseerd. Tevens werd de vermogensbeheerder voor de belegging in obligaties opkomende landen (lokale valuta) gewijzigd. In het tweede kwartaal van 2012 werden de richtlijnen ten aanzien van de kwaliteit van tegenpartijen voor derivaten bijgesteld. De bijstelling richtte zich op het niveau van de credit rating van deze tegenpartijen bij het aangaan van derivaten. Met één van de tegenpartijen die op basis van de oude richtlijn niet langer voldeed aan de minimale credit rating werden extra zekerheden overeengekomen. In het laatste kwartaal van 2012 werd besloten de renteafdekking ongewijzigd voort te zetten op basis van 60% van de marktrente. Reden voor de discussie op dit punt vormde de aanpassing van de rentecurve in september 2012 die bij de vaststelling van de technische voorziening voor risico pensioenfonds wordt gebruikt. Voorts werd in het vierde kwartaal afscheid genomen van de vermogensbeheerder voor de belegging in Amerikaanse aandelen. De belegging in Amerikaanse aandelen werd hierna passief ingevuld. In november 2012 is door het bestuur, na advies van de beleggingscommissie en de fiduciair vermogensbeheerder, het strategisch beleggingsbeleid 2013 vastgesteld. Ten opzichte van het strategisch beleggingsbeleid 2012 is er slechts sprake van marginale wijzigingen in de beleggingen voor risico pensioenfonds: langlopende staatsobligaties van 24% naar 25%; onderhandse leningen van 0,5% naar nihil (volledige aflossing in 2013); onroerend goed van 3,0% naar 2,5% (in lijn met actuele belegging in onroerend goed). 14

Per 31 december 2012 was de verdeling van de vastrentende waarden als volgt: Vermogen belegd in vastrentende waarden inclusief lopende intrest en rekening-courant (71,1%) 24,2% Staatsobligaties langlopend Bedrijfsobligaties 2,0% 1,6% 6,4% Renteafdekking Obligaties opkomende landen Hoogrentende obligaties Overig 3,8% 33,3% De verdeling van de zakelijke waarden per 31 december 2012 was als volgt: Vermogen belegd in zakelijke waarden (28,9%) 4,2% 2,3% 7,0% Europa Noord Amerika Azië - Pacific 0,4% Onroerend goed Opkomende landen 5,8% Overig 9,4% Jaarverslag 2012 15

Rendementen 2012 Over 2012 behaalde het pensioenfonds een totaal rendement van 15,8%. Bij de bepaling van het totaal rendement wordt rekening gehouden met de verdeling van de portefeuille over vastrentende waarden (obligaties) en zakelijke waarden (aandelen). Het rendement van de obligatieportefeuille bedroeg 12,9% terwijl het rendement op de benchmark 13,2% was. Op de aandelenportefeuille werd een rendement van 20,6% gerealiseerd tegen 17,0% voor de benchmark. In 2012 en twee voorgaande jaren werden de volgende rendementen behaald: 2012 2011 2010 rendement benchmark rendement benchmark rendement benchmark Totaal rendement 15,8% 5,0% 10,0% Aandelen 20,6% 17,0% -6,8% -7,5% 21,2% 19,8% Vastrentend 12,9% 13,2% 6,7% 6,6% 6,3% 6,0% Onroerend goed 1,6% 1,6% 3,8% Rente- en valuta afdekking 1,5% 2,5% 0,2% De benchmarks zijn door het bestuur, na overleg met de beleggingscommissie en de fiduciair vermogensbeheerder, voor de verschillende beleggingscategorieën vastgesteld op basis van een (mix van) relevante marktindices. Een overzicht van de wegingen naar de verschillende beleggingscategorieën en de bijbehorende benchmarks is op pagina 88 opgenomen. De marktontwikkelingen in 2012 met betrekking tot de beleggingen voor risico pensioenfonds treft u in dit jaarverslag aan vanaf pagina 31. Kosten voor vermogensbeheer De in de jaarrekening verantwoorde kosten voor vermogensbeheer betreffen het fiduciair beheer, het portefeuillebeheer en de custodian. De kosten van het portefeuillebeheer hebben betrekking op alle beleggingen voor risico pensioenfonds per 31 december 2012. Het pensioenfonds heeft geen performance gerelateerde afspraken ten aanzien van de kosten voor vermogensbeheer. Genormaliseerd naar jaarbedragen liggen de totale kosten voor vermogensbeheer in 2012 op 0,40% (2011: 0,38%) van het gemiddeld belegd vermogen. Voor het overgrote deel van de beleggingen worden de kosten rechtstreeks in rekening gebracht bij het pensioenfonds. Voor zover mogelijk zijn de kosten van beleggingen die via het rendement in rekening worden gebracht in de staat van baten en lasten transparant gemaakt. In het percentage zijn voorts de pensioen- en uitvoeringskosten begrepen voor zover toe te rekenen aan de kosten voor vermogensbeheer. In 2012 is voor het eerst een raming gemaakt van de transactiekosten die binnen het vermogensbeheer worden gemaakt. Deze kosten liggen voor 2012 naar raming op 0,19% van het gemiddeld belegd vermogen. Transactiekosten zijn kosten die aan de beurs of broker moeten worden betaald om een beleggingstransactie tot stand te brengen. Het verkrijgen van inzicht in deze kosten is niet eenvoudig omdat de transactiekosten wereldwijd worden verwerkt in de transactieprijzen. Omdat de transactiekosten deel uitmaken van de transactieprijzen worden deze verwerkt in het netto rendement op de beleggingen. 16

Om een indicatie te geven van de transactiekosten die in de transactieprijzen zijn begrepen, zijn voor de discretionaire beleggingen de werkelijk betaalde broker- en commissiekosten beschouwd (aandelen) of is een schatting gemaakt op basis van de gemiddelde spread (langlopende staatsobligaties, bedrijfsobligaties en rentederivaten). Deze benadering is ook gevolgd voor de fondsbeleggingen bij de fiduciair vermogensbeheerder. Voor de overige fondsbeleggingen kon op basis van de beschikbare informatie slechts deels een schatting van de transactiekosten worden gemaakt. De nadere toelichting ten aanzien van de kosten voor vermogensbeheer vloeit voort uit de aanbeveling van de Pensioenfederatie die in november 2011 is uitgebracht en in maart 2012 nader is ingevuld. Een (historische) vergelijking van kostenpercentages (ook bij andere pensioenfondsen) is daardoor niet goed mogelijk. Hierbij moet overigens ook in ogenschouw worden genomen dat de kosten sterk afhankelijk zijn van de invulling van de beleggingsportefeuille en de gekozen uitvoeringstructuur. Het buiten beschouwing laten van deze relatie en het ontbreken van een koppeling met de behaalde rendementen maakt een onderlinge vergelijking van kostenpercentages minder zinvol. Verantwoord beleggen Het pensioenfonds volgt ten aanzien van verantwoord beleggen de principes van de fiduciair vermogensbeheerder, welke zijn gebaseerd op de Principles for Responsible Investment van de Verenigde Naties en een aantal (inter)nationaal geaccepteerde verdragen en codes. De principes worden ingevuld op basis van de volgende uitgangspunten: 1. begrijpen van het beleid van ondernemingen op het punt van sociale, milieutechnische en ethische vraagstukken; 2. aanmoedigen van ondernemingen om te komen tot een verantwoorde bedrijfsvoering en deze op gepaste wijze uit te dragen; 3. beoordelen op welke wijze het beleid van ondernemingen op het punt van sociale, milieutechnische en ethische vraagstukken naast andere factoren de waardering van de lange termijn verwachtingen voor deze ondernemingen kunnen beïnvloeden; 4. aanbrengen van beperkingen in de portefeuille op het gebied van verantwoord beleggen in overleg met het pensioenfonds; 5. beschermen van de economische belangen van het pensioenfonds. In 2013 zal de totale portefeuille worden geëvalueerd op het punt van verantwoord beleggen. Hierin zal mede aandacht worden geschonken aan het Besluit marktmisbruik van de Wet op het financieel toezicht dat op 1 januari 2013 van kracht is geworden en waarin wordt aangedrongen op het treffen van doeltreffende maatregelen om te voorkomen dat wordt belegd in clustermunitie. Beleggingen in Vopak Het pensioenfonds belegt niet direct in onderliggende titels van Vopak. Het is echter mogelijk dat via beleggingsfondsen wel sprake is van een belegging in Vopak. Het pensioenfonds heeft geen invloed op de aandelenselectie binnen deze fondsbeleggingen. Toeslagen op pensioenen Toeslagbeleid De jaarlijkse (aanvullende) toeslagen dragen een voorwaardelijk karakter: er is geen recht op (aanvullende) toeslagen en het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst een (aanvullende) toeslag wordt verleend. De hoofdlijnen van het toeslagbeleid zijn op pagina 87 opgenomen. Ten behoeve van de toeslagen is een toeslagreserve gevormd. Deze toeslagreserve is eind 2012 ten laste van de algemene reserve op nihil gebracht. Voor de hoogte van de toeslagen wordt door het bestuur de ontwikkeling van het, door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde, afgeleide consumenten-prijsindexcijfer over de periode oktober-oktober beschouwd. Indien daartoe gerede aanleiding bestaat kan hiervan worden afgeweken. Voor de aanvullende toeslagen voor deelnemers wordt uitgegaan van het verschil tussen de algemene salarisontwikkeling bij Vopak en de ontwikkeling van het hiervoor vermelde prijsindexcijfer. De verschuldigde premie wordt vastgesteld inclusief de kosten voor de verwachte aanvullende toeslagen. Jaarverslag 2012 17

Toeslagverlening De toeslag op de opgebouwde pensioenen van (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden per 1 januari 2012 is vastgesteld op 2,33%. Hiervan kon uit de additionele storting van Vopak 1,50% daadwerkelijk worden verleend. De resterende toeslag (0,82%) is aangemerkt als inhaaltoeslag. De toeslag per 1 januari 2013 is vastgesteld op 1,98%. Gelet op de financiële positie van het pensioenfonds is deze toeslag niet verleend. Wel is de toeslag van 1,98% aangemerkt als inhaaltoeslag. Zodra de financiële situatie dit toelaat kunnen de inhaaltoeslagen, onder voorwaarden, alsnog worden verleend. De aanvullende toeslag is per 1 januari 2012 vastgesteld op 0,66%. Omdat de kosten voor het verlenen van de verwachte aanvullende toeslag zijn inbegrepen in de verschuldigde premie is de aanvullende toeslag per 1 januari 2012 verleend. Dit geldt ook voor de aanvullende toeslag per 1 januari 2013 van 0,73%. In onderstaand overzicht zijn de (niet) verleende (aanvullende) toeslagen over de afgelopen jaren opgenomen. Toeslag (uit toeslagreserve) voor deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden Aanvullende toeslag (uit premie) voor deelnemers niet niet verleend verleend verleend verleend 1 januari 2009 2,53% 1,36% 1 januari 2010 0,40% 2,29% 1 januari 2011 1,38% 0,65% 1 januari 2012 1,50% 0,82% 0,66% 1 januari 2013 1,98% 0,73% Alle niet verleende (aanvullende) toeslagen zijn aangemerkt als inhaaltoeslagen. De cumulatieve (aanvullende) inhaaltoeslagen per 1 januari 2013 bedragen voor deelnemers 8,72% en voor gewezen deelnemers en pensioengerechtigden 7,30%. Het verlenen van inhaaltoeslagen geschiedt in principe op basis van senioriteit van niet verleende (aanvullende) toeslagen en kent geen terugwerkende kracht. De niet verleende (aanvullende) toeslagen worden bij de vaststelling van inhaaltoeslagen gedurende maximaal tien boekjaren in ogenschouw genomen. 6. Technische voorzieningen Technische voorziening voor risico pensioenfonds De technische voorzieningen bestaan uit de technische voorziening voor risico pensioenfonds en de voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers. De technische voorziening voor risico pensioenfonds bestaat uit de technische voorziening pensioenverplichtingen en het herverzekeringsdeel technische voorzieningen. Sterftegrondslagen In 2012 is de technische voorziening voor risico pensioenfonds omgerekend op basis van de door het Actuarieel Genootschap (AG) gepubliceerde prognosetafel 2012-2062 met startjaar 2013. Hierbij is voorts rekening gehouden met het verschil in overlevingskansen tussen de werkende en totale bevolking door toepassing van fondsspecifieke ervaringssterfte. Deze fondsspecifieke ervaringssterfte 18

werd in 2012 vastgesteld op basis van het door de adviserend actuaris ontwikkelde standaard model waarover afstemming met De Nederlandsche Bank heeft plaatsgevonden. Als gevolg van de omrekening naar de meest recente prognosetafel werd 1,0% aan de technische voorziening voor risico pensioenfonds toegevoegd. Voorts leidde de implementatie van fondsspecifieke ervaringssterfte tot een verhoging van de technische voorziening voor risico pensioenfonds van 0,5%. Deze toenames betekenden een vergelijkbare afname van de dekkingsgraad. Rentecurve In september 2012 werd door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een pakket aan maatregelen gepresenteerd in het kader van de overgang naar een nieuw financieel toetsingskader. Onderdeel van dit pakket vormde de aanpassing van de rentecurve die bij de vaststelling van de technische voorziening voor risico pensioenfonds wordt gebruikt. Deze rentecurve volgt tot een looptijd van 20 jaar de marktrente en wordt voor langere looptijden geëxtrapoleerd naar een rentevoet van uiteindelijk 4,2% (ultimate forward rate). Als gevolg van de invoering van de rentecurve op basis van de ultimate forward rate steeg de dekkingsgraad met 1,8%. Voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers De voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers is de som van de individueel geregistreerde beleggingsrekeningen van het pensioenfonds waarop, als onderdeel van de pensioenregeling, door het pensioenfonds en/of de deelnemer via de salarisadministratie premies zijn gestort. Met deze premies wordt een saldo opgebouwd waarmee op de pensioendatum een (aanvullend) pensioen kan worden aangekocht. Standaard beleggingsstaffel De wijze waarop de individuele beleggingsrekening wordt belegd is naar keuze van de individuele deelnemer. Ter ondersteuning van de deelnemers is door het pensioenfonds op basis van een extern onderzoek een leeftijdsafhankelijke beleggingsstaffel ontwikkeld. De optimale leeftijdsafhankelijke mix van obligaties en aandelen in de beleggingsstaffel leidt gegeven de gehanteerde veronderstellingen tot een zo hoog mogelijk verwacht pensioen bij een zo laag mogelijk risico. De standaard beleggingsstaffel is als volgt: t/m 45 jaar van 46 tot 55 jaar van 55 tot 60 jaar vanaf 60 jaar Langlopende obligaties 0% 0% lineair oplopend tot 60% 60% Europese staatsobligaties 0% lineair oplopend tot 48% lineair aflopend tot 20% 20% Wereldwijde aandelen 50% lineair aflopend tot 10% 10% Europese midcap aandelen 50% lineair aflopend tot 10% 10% In de communicatie aan de (gewezen) deelnemers, waaronder mede begrepen een uitgebreide brochure individueel pensioenbeleggen, wordt gewezen op het feit dat de beleggingsstaffel geen garanties biedt en dat de risico s en rendementen op de beleggingsrekeningen voor rekening (blijven) komen van de individuele (gewezen) deelnemer. De (gewezen) deelnemers die de beleggingsstaffel van het pensioenfonds niet willen volgen, hebben de mogelijkheid om in andere beleggingsfondsen te beleggen. Het pensioenfonds biedt hiervoor beleggingsfondsen bij verschillende vermogensbeheerders in verschillende categorieën en regio s waarmee het individuele beleggingsprofiel kan worden ingevuld. De procedures ten aanzien Jaarverslag 2012 19