Raadsvoorstel Agenda nr. 6 Onderwerp: Vaststellen van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Someren 2016 Soort: Besluitvormend Opsteller: M.M.W. Waals-Klein Zieverink Portefeuillehouder: A.P.M. Veltman Zaaknummer: SOM/2016/020634 Documentnummer: SOM/2016/020641 Datum: 21 september 2016 1. Samenvatting De huidige Algemene plaatselijke verordening (APV) geldt vanaf 1 januari 2014. Sinds die tijd zijn er diverse ontwikkelingen geweest die aanleiding geven om de APV te wijzigen zodat de APV weer actueel is. Een aanleiding is de toenemende overlast gerelateerd aan drugs. Ook de overlast, veroorzaakt door chauffeurs die steeds vaker overnachten in hun vrachtwagens, is aanleiding om een extra bepaling op te nemen. Verder wordt, op advies van de VNG, een bepaling opgenomen met betrekking tot gebiedsontzeggingen. Deze bepaling biedt de burgemeester de mogelijkheid om een gebiedsverbod op te leggen aan personen die overlast veroorzaken in de openbare ruimte. Niet alleen bij overlast veroorzaakt door drugshandel en drugsgebruik maar ook bijvoorbeeld bij overlast door samenscholing, hinderlijk drankgebruik en geweldpleging. Tot slot zijn er diverse technische verbeteringen, correcties en actualiseringen aangebracht, conform de jaarlijkse wijzigingsvoorstellen van de VNG. Gelet op de diversiteit aan wijzigingen wordt voorgesteld de APV in z n geheel op nieuw vast te stellen. 2. Voorstel Voorgesteld wordt om te besluiten tot wijziging van de APV door vaststelling van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Someren 2016 conform de tekst zoals in het concept raadsbesluit is opgenomen. Met vaststelling komt de huidige Algemene plaatselijke verordening gemeente Someren 2013, inclusief de vastgestelde wijzigingen hiervan, te vervallen.
3. Inleiding 3.1 Aanleiding, achtergrond De nu geldende APV uit 2013 is voor het laatst aangepast op 1 januari 2014. Sinds dat moment hebben zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan en/of zijn er aanleidingen ontstaan om weer tot aanpassing van de APV over te gaan. De aanleiding is onder andere jurisprudentie, gewijzigde inzichten wat betreft de redactie, knelpunten waar bij de uitvoering of handhaving tegen aan gelopen is, of geconstateerde onvolkomenheden of onduidelijkheden. Bij probleemstelling wordt hier nader op ingegaan. Bij mogelijke oplossingen en effecten zijn de voorstellen verwoord naar aanleiding van de probleemstelling. 3.2 Centrale vraag Uw raad wordt een voorstel voorgelegd tot aanpassing van de APV. 3.3 Relatie met eerder gestelde kaders en wetgeving Met vaststelling van de voorgestelde wijziging van de APV 2016 komt de huidige APV 2013 te vervallen. De relatie tussen de APV en hogere regelgeving (zoals landelijke en/of provinciale regelgeving) is zoals gebruikelijk terug te vinden in de tekst van de APV, voorzover van toepassing. 4. Probleemstelling (huidige situatie) Een aantal van de aanleidingen om tot een aanpassing te komen, zijn afgeleid uit een vijftal ledenbrieven van de VNG, te weten ledenbrief 14/054 (zomer 2014), 15/056 (prostitutiehoofdstuk), 15/063 (zomer 2015), 16/004 (update prostitutiehoofdstuk) en 16/060 (zomer 2016). Voor zover relevant voor de APV Someren zijn de door de VNG voorgestelde aanpassingen meegenomen in dit raadsvoorstel. De wijzigingen betreffen grotendeels technische verbeteringen, correcties en actualiseringen. In een aantal artikelen zijn ook inhoudelijk zaken veranderd. Enkel van deze artikelen staat hier een uitvoerige beschrijving op welke onderdelen een aanpassing van de APV nodig is en om welke reden. Daarbij is zoveel als mogelijk aangegeven welke artikelen van de APV het betreft. Artikel 1:3 (Indiening aanvraag) De wetgever heeft in de Algemene wet bestuursrecht een sluitend systeem neergelegd voor de afhandeling van aanvragen: die worden ingewilligd of geweigerd. In artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht is daarop één uitzondering gemaakt: een aanvraag die zo gebrekkig is dat die moet worden aangevuld voor ze kan worden afgehandeld kan buiten behandeling worden gelaten. Wel moet de aanvrager de kans krijgen om de aanvraag aan te vullen. In dat systeem past niet dat bij gemeentelijke verordening een aanvullende grond wordt geïntroduceerd waarmee een aanvraag buiten behandeling kan worden gelaten. Daarom is artikel 1:3 van de APV geschrapt. In plaats van buiten behandeling laten zal een aanvraag die dusdanig laat wordt ingediend dat een goede beoordeling niet mogelijk is worden afgewezen. Artikel 1:8 (Weigeringsgronden) Door het schrappen van artikel 1:3 is het instrument dat ingezet kan worden ten aanzien van aanvragen die dusdanig laat zijn ingediend dat een volledige, goede én tijdige beoordeling niet mogelijk is, komen te vervallen. Het is weinig zinvol om te beginnen met een inhoudelijk toetsing van een aanvraag als die zo 2/7
laat is ingediend dat er onmogelijk over besloten kan worden voordat de aanvrager hem nodig heeft. Dat zal zich vooral voordoen bij datumgebonden activiteiten als evenementen, snuffelmarkten en dergelijke. Een vergunning of ontheffing zal dan niet tijdig verleend kunnen worden en misschien ook geen zin meer hebben. Een (snelle) weigering geeft dan duidelijkheid voor de aanvrager en voorkomt overbodig werk voor de gemeente. Om alsnog te voorzien in een instrument wordt aan artikel 1:8 (Weigeringsgronden) een tweede lid toegevoegd. Het tweede lid van 1:8 biedt dan een weigeringsgrondslag voor het geval de aanvraag is ingediend minder dan drie weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager deze nodig heeft. Het woord kan laat uitkomen dat niet elke te laat ingediende aanvraag geweigerd hoeft te worden: alleen als een volledige, goede én tijdige beoordeling niet mogelijk is zou er tot weigering overgegaan moeten worden. Artikel 2:57 (Loslopende honden) Er is steeds meer behoefte aan de mogelijkheid om buiten de bebouwde kom gebieden aan te wijzen waar de hond aan de lijn moet blijven. Waar het kennelijk in het verleden niet als een probleem werd ervaren dan honden buiten de bebouwde kom losliepen, is de laatste jaren de behoefte hieraan toegenomen. Het team Handhaving heeft geadviseerd om de mogelijkheid op te nemen in de APV. Artikel 2:50a (Slapen op of aan de weg) Vanuit de politie en het team handhaving is het signaal gekomen dat er op de vrachtwagenparkeerplaats aan de Van Gijselstraat in Someren steeds vaker vrachtwagens worden geparkeerd waarin de chauffeurs vervolgens overnachten. Dit levert de nodige overlast op voor omwonenden, omdat de chauffeurs hun behoefte doen in de bosjes en rommel achterlaten. De huidige APV bevat geen bepaling om dit overnachten tegen te kunnen gaan. Om de overlast te kunnen beperken is deze bepaling opgenomen. Artikel 2:58 (Verontreiniging door honden) Omdat het voor eigenaren of houders van een hond, die zich vanwege een handicap door een geleidehond of sociale hulphond laten begeleiden, in de praktijk lastig of in sommige gevallen onmogelijk is om de uitwerpselen op te ruimen is de uitzondering in deze bepaling opgenomen. Artikel 2:74 (drugshandel op straat) In dit artikel werd het verbod beperkt tot de weg. Door het begrip weg te gebruiken wordt een gedeelte van het openbaar gebied uitgesloten. In de model-apv wordt gesproken over openbare plaats. Hieronder valt ook de weg en is dus ruimer. Daarnaast heeft het team Veiligheid verzocht om de bepalingen waarin opgetreden kan worden tegen (drugs)overlast in het openbaar gebied zo ruim mogelijk op te stellen. Artikel 2:74a (Openlijk gebruik van harddrugs) Om drugsgebruik en overlast te kunnen bestrijden is gekeken naar alle mogelijkheden die binnen de APV hiervoor ingezet kunnen worden. Het verbod op het gebruik of voorhanden hebben van softdrugs op een openbare plaats binnen de bebouwde kom is al geregeld in artikel 2:48. Artikel 2:74 biedt mogelijkheden om op te treden tegen het dealen. Er was echter nog geen bepaling om op te kunnen treden tegen het openlijk gebruiken van harddrugs. In navolging van de gemeenten Helmond en Gemert-Bakel wordt artikel 2:74a toegevoegd. 3/7
Artikel 2:77 (Cameratoezicht op openbare plaatsen) Per 1 juli 2016 is de Wijziging van de Gemeentewet in verband met de verruiming van de bevoegdheid van de burgemeester tot de inzet van cameratoezicht (Stb. 2016/130) in werking getreden. Op grond van het hierbij gewijzigde artikel 151c van de Gemeentewet kan de raad thans bij verordening zoals de APV de burgemeester de bevoegdheid verlenen om, als dat in het belang van de handhaving van de openbare orde noodzakelijk is, te besluiten om voor een bepaalde duur camera s in te zetten ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats als bedoeld in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties en andere bij verordening aan te wijzen plaatsen die voor eenieder toegankelijk zijn. Niet langer is deze mogelijkheid beperkt tot het plaatsen van vaste camera s, thans behoort ook mobiel cameratoezicht tot de mogelijkheden. Met de wijziging van artikel 2:77, eerste lid, van de APV (het woord vaste komt te vervallen) wordt van de mogelijkheid om de bevoegdheid van de burgemeester te verruimen gebruikgemaakt. Of deze (verruimde) bevoegdheid ingezet wordt blijft uiteindelijk ter beoordeling van de burgemeester, die hierbij onder andere gehouden is aan de kaders en procedures zoals deze zijn uiteengezet in artikel 151c van de Gemeentewet. Artikel 2:78 (Gebiedsontzeggingen) Er zijn meerdere grondslagen op basis waarvan een burgemeester een gebiedsontzegging kan opleggen. De bekendste is een bepaling in de APV. Daarnaast kan, enkel ter zake van verstoringen van de openbare orde waarop de APV-bepaling geen oog heeft, een gebiedsontzegging worden opgelegd op basis van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet (de 'lichte bevelsbevoegdheid'). Kan zowel de APV als artikel 172, derde lid, toepassing vinden voor een gebiedsontzegging, dan gaat de APV voor. Met de gebiedsontzeggingsbepaling in de APV kan een burgemeester optreden tegen personen die overlast veroorzaken in de openbare ruimte. De gebiedsontzegging was in eerste instantie bedoeld voor gebruik bij overlast veroorzaakt door drugshandel en drugsgebruik. Maar het instrument kan ook worden toegepast bij andere vormen van overlast. Bijvoorbeeld wanneer de overlast veroorzaakt wordt door samenscholing, hinderlijk drankgebruik, geweldpleging etc. Dit artikel kan worden gebruikt om onveiligheidsgevoelens en overlast te verminderen. De gebiedsontzegging wordt opgelegd aan personen die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verrichten en veelal al eenmaal een bestuurlijke waarschuwing hebben ontvangen. Voor het toepassen van een openbare-ordemaatregel, zoals een gebiedsontzegging, moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan. Er moet zijn voldaan aan het situatievereiste, dat wil zeggen dat er sprake moet zijn van omstandigheden die tot ingrijpen ter handhaving van de openbare orde kunnen noodzaken. Daarnaast moet ook voldaan zijn aan het doelcriterium: de maatregel moet zijn gericht op het beëindigen of voorkomen van (verdere) ordeverstoringen of overlast of het beperken van de gevolgen daarvan. Het toepassen van de bevoegdheid kan alleen ten tijde van een (dreigende) ordeverstoring. De duur van deze concrete maatregel moet direct gekoppeld zijn aan de situatie dat er gevaar dreigt voor de openbare orde. Hierdoor kan de duur van de maatregel niet onevenredig lang zijn. Doorgaans is daarom ook sprake van een trapsgewijze opbouw. 4/7
Bij de toepassing van de maatregel mag niet worden afgeweken van wettelijke voorschriften. Ten slotte moet de maatregel voldoen aan de eisen van subsidiariteit (er is geen minder zwaar middel voorhanden) en proportionaliteit (het bevel moet in verhouding staan tot de te bestrijden problematiek c.q. het te bereiken doel). Artikel 4:11 (Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden) Er stond geen grond in de APV voor het uitvoeren van een noodkap (het vellen van een houtopstand in verband met spoedeisend belang voor de openbare orde of direct gevaar voor personen of goederen). Door de wijziging wordt expliciet de mogelijkheid van noodkap geregeld. Hiervoor is echter in alle gevallen toestemming van de burgemeester nodig. Artikel 5:2 (Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d.) Om te voorkomen dat de ontheffing van rechtswege wordt verleend, gezien het openbare orde- en veiligheidsbelang, is alsnog de bepaling opgenomen over de lex silencio positivo. Artikel 5:8 (Parkeren van grote voertuigen) De maatvoering van voertuigen is aangepast aan de gangbare afmetingen van bedrijfsbussen. Artikel 5:9 (Parkeren van uitzicht belemmerende voertuigen) De maatvoering van voertuigen is aangepast aan de gangbare afmetingen van bedrijfsbussen. Artikel 5:15 (Ventverbod) Het verbod in de oude tekst was te ruim beschreven om praktisch handhaafbaar te zijn. Het was niet mogelijk om het venten te kunnen verbieden ook als de openbare orde niet in het geding is. Er is gekozen voor de mogelijkheid om het college gebieden te laten aanwijzen waar het verbod van de APV van kracht is. Artikel 5:34 (Verbod afvalstoffen te verbranden buiten de inrichtingen of anderszins vuur te stoken) Hier was per abuis geen bepaling opgenomen over de lex silencio positivo. Dat is nu alsnog gedaan. Een vergunning van rechtswege lijkt hier gezien het milieu- en veiligheidsbelang niet bijzonder wenselijk. Artikel 6:1 (Strafbepaling) Overtredingen van bepalingen die voortvloeien uit de Wabo (zoals handelingen zonder of in strijd met een omgevingsvergunning) zijn in de Wet op de economische delicten (hierna: Wed) aangeduid als economische delicten. Dat heeft gevolgen voor de strafmaat, die onder de Wed anders is dan onder de APV. Om dat onderscheid duidelijk te maken is een nieuw derde lid opgenomen. 5. Doelstelling (gewenste situatie) Doelstelling is om na vaststelling weer een actuele APV te hebben. 6. Mogelijke oplossingen en effecten 5/7
Voor alle in de bij de probleemsteling verwoorde onderdelen, is afgewogen op welke wijze de APV Someren hiervoor aangepast moet worden. Daarnaast zijn er nog diverse technische wijzigingen. Concrete vertaling van de voorstellen is als wijziging van de APV opgenomen in het concept raadsbesluit. De roodgeschreven onderdelen betreffen de wijzigingen ten opzichte van de huidige APV. 6/7
7. Consequenties van de oplossingen 7.1 Financiële aspecten De voorgestelde aanpassingen hebben geen financiële consequenties. 7.2 Juridische aspecten Met vaststelling van de voorgestelde wijzigingen is de APV actueel binnen de geldende juridische kaders en in overeenstemming met recente jurisprudentie. 7.3 Fiscale aspecten Er zijn geen fiscale aspecten van toepassing. 7.4 Risico s en kansen De voorgestelde aanpassingen brengen geen risico s met zich mee. 8. Communicatie en participatie De voorgestelde wijzigingen zijn vooraf intern (met de betrokken collega s) afgestemd. Na vaststelling van de APV zal hiervan zoals gebruikelijk een publicatie gedaan worden. Pas na publicatie treedt de gewijzigde APV in werking. 9. Planning Voor dit voorstel geldt de volgende planning: - 6 oktober 2016: commissie Burger & Bestuur - 20 oktober 2016: raad - 27 oktober 2016: bekendmaking - 28 oktober 2016: inwerkingtreding Burgemeester en wethouders van Someren, de secretaris, de burgemeester, Drs. A.P.M. de Kok A.P.M. Veltman Bijlagen: O NO Concept raadsbesluit (met integrale tekst APV 2016) X 7/7