Raadsvergadering : 21 juni 2010 Agendanr. 15

Vergelijkbare documenten
Wijzigingsverordening model-algemene Plaatselijke Verordening

Sector Concernbeleid, Ondersteuning en Advies. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 september 2010, kenmerk ;

Betreft : RAADSVOORSTEL - wijzigingsverordening APV (WA- BO)

Gemeenteblad van Zaltbommel 2010 Nr. 3.4

Voorstel Wij stellen u voor de wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Kapelle 2009 vast te stellen overeenkomstig het bijgaande besluit.

Gemeenteblad van Zaltbommel 2010 Nr. 3.4

gemeente Eindhoven Voorstel De Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven 2010 in overeenstemming met het ontwerpbesluit wijzigen.

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 21 september 2010 Nummer voorstel: 2010/

WAT IS ER AAN DE HAND?

Voorstel voor de gemeenteraad Voorstelnummer RAAD/ Behandelend ambtenaar L. Wignand Postreg.nr. Tel.nr Datum:

Bijlage 2 behorend bij het besluit van de raad van de gemeente Nieuwkoop van 23 september 2010 en als zodanig gewaarmerkt, nr.

RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 28 juni 2010 Voorstel: 473 Zaaknummer:

Aan de commissie: Datum vergadering: Agendapunt : Aanpassing Algemene Plaatselijke Verordening aan de Wabo

gelezen het voorstel van het collegee van burgemeester en wethouders van 22 juni 2010, nr BESLUIT:

gelezen het voorstel van het collegee van burgemeester en wethouders van 21 september 2010; BESLUIT:

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 april 2010;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 april 2010;

Raadsvergadering : 21 juni 2010 Agendanr. 16. Beslispunt De "Legesverordening Stadskanaal 2010" en de daarbij behorende tarieventabel wijzigen.

: Aanpassing verordeningen in verband met de Europese Dienstenrichtlijn en de LSP

Vaststelling diverse wijzigingsverordeningen i.v.m. de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Raadsvoorstel. jaar stuknr. Raad

S. van Dongen raad00691

Onderwerp Nieuwe Bouwverordening gemeente Noordenveld, 13e serie van wijzigingen

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 november 2012, nr. 96;

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 8 december 2009 Nummer voorstel: 2009/140

BIJLAGE 1 INVOERING LEX SILENCIO POSITIVO: AANPASSINGEN VAN DIVERSE VNG MODELVERORDENING IN VERBAND MET DE EUROPESE DIENSTENRICHTLIJN EN DIENSTENWET

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Verordening Werkzaamheden kabels en leidingen gemeente Bunnik

Datum bekendmaking: Projectomschrijving: Registratienummer:

RAADSVOORSTEL Agendanummer 8.2

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 11 Datum :

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

: Herziening gemeentelijke verordeningen

Voor de voorgeschiedenis wordt verwezen naar de ter inzage liggende Ledenbrieven van de VNG.

De centrale gedachte bij de ontwikkeling van de Wabo is de één loket gedachte. Eén aanvraag, één bevoegd gezag, één procedure.

OPLEGNOTITIE; TOELICHTING OP DE WIJZIGING VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING WESTVOORNE 2012

Vergadering van : 25 mei 2010 Agendanummer : 9 Onderwerp : Herziening tarieventabel legesverordening 2010 Programma : Ruimte om te leven

Derde wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Veenendaal

* *

Erfgoedverordening Boxtel 2010

Onderwerp: Bouwverordening Nuth 2010, Wijzigingsverordening - Algemene Plaatselijke Verordening Nuth 2009 en Bomenverordening Nuth 2010.

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

gelet op het bepaalde in de artikelen 147 lid 1 en 149 van de Gemeentewet en artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening;

Erfgoedverordening gemeente Houten

* *

34 e Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009

Beslispunt Vaststelling van de lijst categorieën verklaring van geen bedenkingen Stadskanaal 2016.

CVDR. Nr. CVDR442273_1. Coördinatieverordening Rotterdam 2017

Hoofdstuk 1. Algemeen

Roger Vermeulen, projectleider Wabo. Wabo procedures

De volgende artikelen van de Algemene Plaatselijke Verordening Oosterhout 2010 worden aangepast:

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen

gelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 september 2014, met kenmerk APO20, raadsstuk 13GR2612R;

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Nr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

HOOFDSTUK 2 VOOROVERLEG OF GLOBAAL HAALBAARHEIDSONDERZOEK

Beleidsplan gemeente Staphorst

RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 25 januari 2010 Voorstel: Zaaknummer:

Raadsvoorstel. Onderwerp: coördinatieverordening DE GEMEENTERAAD WORDT VOORGESTELD TE BESLUITEN OM: een coördinatieverordening vast te stellen

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

ONTWERP 34 e Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 september 2014, met kenmerk AP020, raadsstuk 14bb4458;

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Overzicht wijzigingen en afwijkingen modelverordening

Aan de raad van de gemeente lingewaard

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004

BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING uitgebreide procedure

Vastgesteld door Burgemeester en wethouders In werking getreden op 1 november Toetsingskader Inritten

* *

Bijlage A: Wijzigingsvoorstellen APV Nuth 2016

OVERZICHT VAN WIJZIGINGEN APV HELMOND 2008

MONUMENTENVERORDENING 2006

Gewijzigde Algemene plaatselijke verordening Harlingen Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Overzicht wijzigingen ten opzichte van de Bomenverordening Vlaardingen 2005

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal

Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: Het in gebruik nemen en verbouwen van een vakantie-appartementsgebouw.

(ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ontwerp Omgevingsverguuning (fase 1)

JURIDISCH KADER WONINGWET EN WET BIBOB

Gezien het advies van de Provinciale adviescommissie leefomgevingskwaliteit d.d. 8 juni 2009;

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

29 onderwerp Verordening tot wijziging van diverse verordeningen in verband met de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel

Omgevingsvergunning. De overwegingen om te komen tot dit besluit staan in de bijlage welke een onderdeel is van dit besluit.

TenneT TSO B.V. Utrechtseweg AR ARNHEM. Behandeld door: B. Peters Telefoonnummer: Ons kenmerk: Behorend bij: 14ink15152

Omgevingsvergunning uitgebreide procedure WBD

WABO EN OVERGANGSRECHT; EEN NADERE BESCHOUWING

Leges dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp)

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 mei 2010; eerste wijziging van de tarieventabel behorende bij de legesverordening 2010.

Raadsvergadering : 28 februari 2011 Agendanr. 16

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 januari 2015;

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de derde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. HOOFDSTUK 1 Inleiding /1

Hierbij delen wij u mede dat op uw d.d. 26 juni 2013 bij het college ingekomen verzoek om een omgevingsvergunning voor de activiteit(-en):

Transcriptie:

Raadsvergadering : 21 juni 2010 Agendanr. 15 Voorstelnr. : R 6774 Onderwerp : Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008 Stadskanaal, 4 juni 2010 Beslispunt De Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008 vaststellen. Aan de raad 1. Inleiding Door de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is het (wederom) noodzakelijk de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008 (hierna APV-2008) aan te passen. Naast de wijzigingen die in de APV-2008 dienen te worden doorgevoerd vanwege de inwerkingtreding van deze wet, is tevens de gelegenheid te baat genomen om de bepaling over het organiseren van een snuffelmarkt te preciseren. Aanpassingen in verband met de Wabo Naar verwachting zal op 1 juli 2010 de Wabo in werking treden. Het doel van deze wet is om één omgevingsvergunning in te stellen op het gebied van de fysieke leefomgeving. In deze omgevingsvergunning worden bestaande vergunningen, ontheffingen en andere toestemmingsstelsels vervangen. De Wabo moet het mogelijk maken om alle vergunningen met betrekking tot de fysieke leefomgeving bij één digitaal loket aan te vragen. Door de invoering van de Wabo wil de wetgever het aanvragen van een vergunning die betrekking heeft op de fysieke leefomgeving, minder tijdrovend en overzichtelijker maken. Op 23 maart 2010 is de Invoeringswet Wabo door de Eerste Kamer aangenomen. Hiermee is er een einde gekomen aan het parlementaire traject. Het aannemen van de Invoeringswet Wabo, brengt met zich mee dat de teksten van de Wabo, de Invoeringswet en de uitvoeringsbesluiten vanaf dat moment definitief zijn. Op 1 april 2010 zijn deze stukken gepubliceerd in het Staatsblad en de Staatscourant. De datum voor de inwerkingtreding van de Wabo staat vooralsnog gepland op 1 juli 2010. Deze datum wordt pas definitief indien het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) akkoord zijn gegaan met het Omgevingsloket online. Het omgevingsloket online is het instrument waarmee aanvragen digitaal ingediend en behandeld kunnen worden. De invoering van de Wabo brengt met zich mee dat lokale regelgeving aangepast dient te worden indien bepalingen in deze lokale regelgeving betrekking hebben op de fysieke leefomgeving. Artikel 2.2 van de Wabo regelt de integratie van toestemmingsstelsels (vergunningen) voor plaatsgebonden activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving in gemeentelijke verordeningen. Bij de toestemmingsstelsels, genoemd in het eerste lid van artikel 2.2 van de Wabo, is integratie in de omgevingsvergunning verplicht. 1

Betrokken verordeningen De Wabo is van invloed op de volgende verordeningen: de APV-2008; de Bouwverordening van de gemeente Stadskanaal; de Legesverordening Stadskanaal 2010; de Monumentenverordening. Aanpassingen in verband met het preciseren van de snuffelmarktbepaling Op 25 januari 2010 heeft uw raad de gewijzigde APV-2008 vastgesteld. De wijzigingen waren noodzakelijk wegens de Dienstenrichtlijn/Dienstenwet. Onder meer is de "lex silencio positivo" ingevoerd voor een aantal vergunningsstelsels. Daarnaast is artikel 5.2.4 van de APV- 2008 gewijzigd en is het vergunningenstelsel verlaten. Op grond van de Dienstenrichtlijn/Dienstenwet dienen vergunningen noodzakelijk en proportioneel te zijn. Het organiseren van een snuffelmarkt in onze gemeente is over het algemeen van laag maatschappelijk risico. De toenmalig gekozen redactie van het artikel (aansluiting bij de gemeente Vlagtwedde) heeft echter onverwachte gevolgen voor de beheersbaarheid van de openbare orde en veiligheid en het milieu en dient dientengevolge te worden aangepast. De Verordening tot wijziging van de APV-2008 betreft enkel aanpassingen in de APV-2008. Voor de overige verordeningen zullen (indien noodzakelijk) separate voorstellen worden gedaan. 1.1. Beoogd effect Het voldoen aan de eisen, gesteld in de Wabo en het actualiseren van de APV-2008. 2. Argumenten 2.1. Reden van aanpassing van de APV-2008 in verband met de invoering van de Wabo Door de Wabo dient de terminologie aangepast te worden en ontstaan er andere termijnen voor die vergunningenstelsels die "aanhaken" bij de Wabo. De bepalingen in de APV-2008 die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving, dienen aangepast te worden, zodat deze in overeenstemming zijn met de termijnen en terminologie in Wabo. Invoeringswet Wabo (IWabo) De IWabo bevat wijzigingen van de Wabo, het overgangsrecht met betrekking tot de Wabo en de aanpassing van onder meer de Wet milieubeheer (Wm), de Woningwet (Ww), de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en Monumentenwet 1988 (Mw). Voor gemeenten is het van belang dat ten aanzien van de bepalingen van gemeentelijke verordeningen geen specifiek overgangsrecht is opgenomen. Dit betekent dat gemeentelijke verordeningen tijdig aangepast dienen te worden, opdat de wijzigingen gelijktijdig met de Wabo in werking kunnen treden. Doel omgevingsvergunning De wetgever heeft met het vaststellen van de Wabo besloten verschillende vergunningen onder te brengen in één vergunning, de omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning kan bij één loket worden aangevraagd. Dit brengt met zich mee dat er één procedure gaat gelden. Het uiteindelijke besluit wordt door één bevoegd gezag beoordeeld. Daarnaast kent de beslissing op de aanvraag maar één procedure van rechtsbescherming. Vergunningen in de APV-2008 waarop de omgevingsvergunning betrekking heeft De omgevingsvergunning heeft op circa 25 wettelijke kaders betrekking. In de APV-2008 dienen de bepalingen over de termijnen (artikel 1.2 van de APV-2008), het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg (artikel 2.1.5.2 van de APV-2008), het maken en veranderen van een uitweg (artikel 2.1.5.3 van de APV-2008) en de bepalingen met betrekking tot het verkrijgen van een vergunning voor het kappen van een houtopstand aangepast te worden (artikelen 4.3.2, 4.3.3, 4.3.6 en 3.4.7 van de APV-2008). 2

De bepaling over de vergunning ex lege voor het vellen van een houtopstand (artikelen 1.9 en 4.3.4 van de APV-2008) vervallen. Bevoegd gezag Het bevoegd gezag is in de meeste gevallen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar het project zal worden verricht. Het bevoegd gezag is integraal verantwoordelijk voor het te nemen besluit en is tevens belast met de bestuursrechtelijke handhaving. In artikel 1.1 van de APV-2008 dient dit begrip verklaard te worden. In het Besluit omgevingsrecht (Bor) wordt een aantal uitzonderingen op deze hoofdregel gemaakt. Dit is het geval indien er sprake is van een nationaal of provinciaal belang. Een minister dan wel het college van Gedeputeerde Staten wordt in deze gevallen als het bevoegde gezag aangewezen. 2.2. Reden aanpassing artikelen 2.2.1 en 5.2.4 (snuffelmarkten) van de APV-2008 Op 25 januari 2010 heeft uw raad de gewijzigde APV-2008 vastgesteld. De wijzigingen waren noodzakelijk wegens de Dienstenrichtlijn/Dienstenwet. Onder meer is de "lex silencio positivo" ingevoerd voor een aantal vergunningenstelsels. Daarnaast is artikel 5.2.4 van de APV-2008 gewijzigd en is het vergunningenstelsel verlaten. Op grond van de Dienstenrichtlijn/Dienstenwet dienen vergunningen noodzakelijk en proportioneel te zijn. Het organiseren van een snuffelmarkt in onze gemeente is over het algemeen van laag maatschappelijk risico. De toenmalig gekozen redactie van het artikel (aansluiting bij de gemeente Vlagtwedde) heeft echter onverwachte gevolgen voor de beheersbaarheid van de openbare orde en veiligheid en het milieu en dient dientengevolge te worden aangepast. Hoewel artikel 1.6 van de APV-2008 de algemene weigeringsgronden stelt, is dit artikel niet van toepassing op meldingsplichtige activiteiten. Door de weigeringsgronden op te nemen in artikel 5.2.4 van de APV-2008, kan het organiseren van een snuffelmarkt worden geweigerd indien de openbare orde en veiligheid of het milieu in het geding is. Daarnaast kan het organiseren van een rommelmarkt in de openbare ruimte niet anders worden gereguleerd dan door gebruikmaking van het "eigendomsrecht" van de openbare ruimte. Dit is ongewenst. De nu voorgestelde redactie van het artikel sluit aan bij de modelverordening van de VNG en beperkt het mogen organiseren van een snuffelmarkt in (en om) een gebouw. Nu de redactie van artikel 5.2.4 van de APV-2008 dusdanig wordt dat een snuffelmarkt alleen in (en rond) een gebouw kan worden gehouden, dient om de mogelijkheid van het houden van een snuffelmarkt of rommelmarkt in de openbare ruimte mogelijk te laten blijven de begripsomschrijving van een evenement (artikel 2.2.1, lid 2, onder a) te worden uitgebreid met het begrip "incidentele thematische markt". In voorkomende gevallen kan een dergelijke activiteit (denk daarbij aan een kerstmarkt, rommelmarkt ter gelegenheid van een festiviteit, vrijmarkt, enz.) worden gehouden in de openbare ruimte. Wij stellen u voor de Verordening tot wijziging van de APV-2008 vast te stellen volgens bijgevoegd (concept)raadsbesluit. 3. Aanpak/uitvoering/voortgang Nu de Wabo nog niet van kracht is, kunnen de artikelen in de APV-2008 nog niet worden aangepast. Door vaststelling van een wijzigingsverordening kunnen de wijzigingen automatisch plaatsvinden op het moment van inwerkingtreding van artikel 2.2 van de Wabo. 3

De aanpassing van de artikelen 2.2.1 en 5.2.4 van de APV-2008 kunnen wel worden doorgevoerd. Om dit mogelijk te maken, worden voor deze aanpassingen een uitzondering gemaakt. De wijzigingen kunnen worden doorgevoerd één dag na bekendmaking van de Verordening tot wijziging van de APV-2008. 3.1. Communicatie De Verordening tot wijziging van de APV-2008 dient te worden bekendgemaakt in de Kanaalstreek. Van de daadwerkelijke wijzigingen in de APV-2008 zal daarnaast mededeling worden gedaan in de Kanaalstreek als extra service voor de inwoners van de gemeente. 4. Juridische consequenties Artikel 149 van de Gemeentewet geeft uw raad de bevoegdheid tot het vaststellen van de wijzigingsverordening. Inwerkingtreding en wijziging van de artikelen in de APV-2008 Op grond van artikel 142 van de Gemeentewet treedt een verordening in werking op de achtste dag na bekendmaking, tenzij in het besluit daarover een ander tijdstip is aangewezen. Artikel 2.2.1, lid 2, onder a, alsmede artikel 5.2.4 van de APV-2008 kunnen worden gewijzigd één dag na bekendmaking van de Verordening tot wijziging van de APV-2008. De daadwerkelijke overige wijzigingen van de artikelen in de APV-2008 kunnen pas worden doorgevoerd indien artikel 2.2 van de Wabo in werking is getreden. In de Verordening tot wijziging van de APV-2008 is daartoe een bepaling opgenomen. Algemeen verbindend voorschrift De Verordening tot wijziging van de APV-2008 is een algemeen verbindend voorschrift. Op grond van artikel 8:2 sub a juncto artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) staat er geen bezwaar en beroep open tegen een algemeen verbindend voorschrift. Dienstenrichtlijn/Dienstenwet Het organiseren van een snuffelmarkt valt onder de werking van de Dienstenrichtlijn/Dienstenwet en het vergunningenstelsel dient dan ook in overeenstemming met deze regelgeving te zijn. De wijzigingen in verband met de Wabo - hoewel de bepalingen in de APV-2008 op onderdelen betrekking hebben op de Dienstenrichtlijn/Dienstenwet en dus de Dienstenrichtlijn/Dienstenwet van toepassing is - beogen echter geen verandering ten gronde aan te brengen in de bepalingen. De wijzigingen dienen slechts om de APV-2008 in overeenstemming te brengen met de Wabo. 5. Kosten, baten en dekking Met deze wijziging zijn geen kosten gemoeid. Burgemeester en wethouders de heer J.J.J. van Huffelen secretaris mevrouw B.A.H. Galama burgemeester EHu/ 4

Nr. 15 De raad van de gemeente Stadskanaal; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 juni 2010, nr. R 6774; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; b e s l u i t : vast te stellen de navolgende "Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008". Artikel I Wijzigt artikel 1.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008. In artikel 1.1 wordt in het onderdeel l het woord "winkelgebied" vervangen door de woorden "bevoegd gezag", gevolgd door een puntkomma en onder de vervanging van de zinsnede: "gebied gelegen binnen de bebouwde kom waarin een concentratie van winkels, horeca-aangelegenheden en andere openbare gebouwen is gevestigd", door de zinsnede: "bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht". Artikel II Wijzigt artikel 1.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008. Artikel 1.2 wordt als volgt gewijzigd: a. In het eerste lid wordt de zinsnede "na de dag waarop de aanvraag ontvangen is" vervangen door: "na de datum van ontvangst van de aanvraag". b. De in het eerste lid genoemde termijn van "zes weken" wordt vervangen door: "acht weken". Artikel III Wijzigt artikel 1.8 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008. In de aanhef wordt de zinsnede "door het daartoe bevoegde gezag" vervangen door: "door het bevoegd gezag of het bevoegde bestuursorgaan". Artikel IV Wijzigt artikel 1.9 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008. Artikel 1.9 wordt als volgt gewijzigd: a. In artikel 1.9 wordt lid 2 verwijderd. b. De leden 3 tot en met 6 worden hernummerd naar 2 tot en met 5. Artikel V Wijzigt artikel 1.10 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008. Wijzigt de tekst van artikel 1.10, lid 2 zodat deze komt te luiden: "artikel 2.1.5.1 Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg". Artikel VI Wijzigt artikel 2.1.1.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008. Het derde lid komt te luiden: "Het is verboden zich te begeven of te bevinden op openbare plaatsen die door of vanwege het bevoegde bestuursorgaan in het belang van de openbare veiligheid of ter voorkoming van ongeregeldheden zijn afgezet". 1

Artikel VII Wijzigt artikel 2.1.5.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008. Onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot vijfde en zesde lid, wordt een vierde lid ingevoegd dat luidt: "4. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het in het eerste lid bedoelde gebruik, voor zover dit een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j. of onder k. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht". Artikel VIII Wijzigt artikel 2.1.5.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008. 1. Het opschrift "Aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg" wordt vervangen door: (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg. 2. Het huidige tweede lid wordt vernummerd naar lid 5 en komt te luiden: "Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder weg verstaan hetgeen artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994 daaronder verstaat, alsmede alle niet-openbare ontsluitingswegen van gebouwen". 3. Het eerste en tweede lid komen te luiden: 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning een weg aan te leggen, de verharding daarvan op te breken, in een weg te graven of te spitten, aard of breedte van de wegverharding te veranderen of anderszins verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg. 2. De vergunning wordt verleend: a. als omgevingsvergunning door het bevoegd gezag, indien de activiteiten zijn verboden bij een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit; b. door het college in de overige gevallen. Artikel IX Wijzigt artikel 2.1.5.3 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008. Artikel 2.1.5.3 wordt als volgt gewijzigd: a. In het eerste lid wordt de zinsnede "Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders" vervangen door: "Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag". b. Lid 7 wordt aangevuld en luidt nu als volgt: "Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor zover de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Waterschapskeur of het Provinciaal wegenreglement van toepassing is". Artikel X Wijzigt artikel 4.3.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008. Artikel 4.3.2 wordt als volgt gewijzigd: a. Het opschrift "Kapvergunning" wordt vervangen door: "Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden". b. In het eerste lid wordt de zinsnede "zonder vergunning van burgemeester en wethouders" vervangen door: "zonder vergunning van het bevoegd gezag". Artikel XI Wijzigt artikel 4.3.4 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008. De tekst van dit artikel vervalt en komt te luiden: "(Vervallen]". Artikel XII Wijzigt artikel 4.3.6 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008. Artikel 4.3.6 wordt als volgt gewijzigd: a. In het eerste lid wordt de zinsnede "zonder vergunning van burgemeester en wethouders" vervangen door: "zonder vergunning van het bevoegd gezag". b. In het eerste lid wordt de zinsnede "kunnen burgemeester en wethouders" vervangen door: "kan het bevoegd gezag". c. In het derde lid wordt de zinsnede "kunnen burgemeester en wethouders" vervangen door: "kan het bevoegd gezag". 2

Artikel XIII Wijzigt artikel 4.3.7 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008. De zinsnede "kennen burgemeester en wethouder" wordt vervangen door de zinsnede "kent het bevoegd gezag". Artikel XIV Wijzigt artikel 2.2.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008. In artikel 2.2.1, tweede lid, onder a volgt achter het woord braderie een komma, gevolgd door de woorden voor de punt komma "incidentele thematische markt". Artikel XV Wijzigt artikel 5.2.4 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008. Artikel 5.2.4 wordt gewijzigd, zodat de tekst nu komt te luiden: 1. In dit artikel wordt verstaan onder snuffelmarkt: Een markt in een voor het publiek toegankelijk gebouw waar tweedehands en incourante goederen worden verhandeld of diensten worden aangeboden vanaf een standplaats. 2. Onder een snuffelmarkt wordt niet verstaan: a. een markt of jaarmarkt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h van de Gemeentewet; b. een evenement als bedoeld in artikel 2.2.1. 3. Het is verboden een snuffelmarkt te organiseren: a. vanwege strijd met het bestemmingsplan; b. indien de burgemeester het organiseren van de snuffelmarkt verboden heeft in belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu; c. indien degene die voornemens is een snuffelmarkt te organiseren, daarvan niet tevoren schriftelijk melding heeft gedaan. 4. De schriftelijke melding zoals bedoeld in lid 3, onder c dient minimaal vier weken voor aanvang van de markt te geschieden aan de burgemeester. 5. De snuffelmarkt kan worden gehouden indien de burgemeester niet binnen twee weken na ontvangst van de melding heeft beslist dat het organiseren van de snuffelmarkt wordt verboden in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu. De burgemeester geeft daarvan binnen twee weken na ontvangst van de melding aan de organisator met opgaaf van redenen bericht. 6. Het verbod geldt niet voor ruimten die uitsluitend geheel en voortdurend dan wel nagenoeg geheel en voortdurend in gebruik zijn als winkel in de zin van de Winkeltijdenwet. Artikel XVI Overgangsbepaling Aanvragen om een vergunning als bedoeld in de artikelen 2.1.5.2, 2.1.5.3 en 4.3.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008 die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening worden afgehandeld volgens het recht, zoals dat gold vóór het tijdstip waarop artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking is getreden. Artikel XVII Citeertitel en inwerkingtreding 1. Deze verordening kan worden aangehaald als Wijzigingsverordening Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008. 2. De artikelen I tot en met XIII treden in werking op het tijdstip waarop artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking treedt. 3. De overige artikelen treden in werking één dag na bekendmaking. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 juni 2010. De raad de raadsgriffier, de voorzitter, EHu/ 3

TOELICHTING Algemeen Met de inwerkingtreding van de Wabo dienen diverse verordeningen aangepast te worden op de gebruikte terminologie in de Wabo. Deze wijzigingsverordening is daarvoor bedoeld. Nu de inwerkingtredingsdatum van de Wabo niet bekend is (vermoedelijk 1 juli 2010), is voor het tot stand brengen van de wijzigingen gekozen voor een wijzigingsverordening. Daarnaast is de gelegenheid te baat genomen om ook artikel 2.2.1 en artikel 5.2.4 te wijzigen en aan te passen aan de praktijk. De artikelen I tot en met XV hebben betrekking op de uitvoeringswijze van deze verordening. Gekozen is voor een gefaseerde inwerkingtreding. Op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2.2 van de Wabo treden de artikelen I tot en met XIII in werking. De artikelen XIV en XV treden één dag na bekendmaking in werking. De artikelen XVI en XVII regelen de procedurele gang van zaken van deze verordening. Artikel I Artikel 1.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008 Vervanging van de tekst in de toelichting in het onderdeel l (winkelgebied) door de tekst: "Bevoegd gezag In dit artikel is met de term "bevoegd gezag" aangehaakt bij de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Die is van toepassing op de vergunning voor aanleg of veranderen van een weg (artikel 2.1.5.3) en het vellen van houtopstanden (artikel 4.3.2). De vergunning voor het aanleggen of veranderen van een weg is aangewezen in artikel 2.2, eerste lid, onder d en de vergunning voor het vellen van houtopstanden in artikel 2.2, eerste lid, onder g van de Wabo. De omgevingsvergunning wordt door één bevoegd gezag beoordeeld en doorloopt één procedure. De beslissing op de aanvraag kent ook één procedure van rechtsbescherming. Het bevoegd gezag is in de meeste gevallen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar het project zal worden verricht. In een beperkt aantal gevallen berust de bevoegdheid tot toestemmingsverlening niet bij het college van burgemeester en wethouders, maar bij het college van Gedeputeerde Staten en in enkele gevallen bij een minister. Het bevoegd gezag is integraal verantwoordelijk voor het te nemen besluit en is tevens belast met de bestuursrechtelijke handhaving". Zie verder ook de toelichting bij de artikelen die de wijziging van de artikelen 2.1.5.3 en 4.3.2 van de APV-2008 regelen in deze verordening. Daarnaast komt in APV-2008 op verschillende plaatsen de term "bevoegd bestuursorgaan" voor. Daarmee wordt gedoeld op ofwel het college van burgemeester en wethouders, ofwel de burgemeester. De Wabo brengt hierin geen verandering. Artikel II Artikel 1.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008 toevoegen aan de toelichting na de laatste alinea van de toelichting op artikel 1.2 "Wabo De tekst van het eerste lid is in overeenstemming met termijnen zoals opgenomen in artikel 3.9, eerste lid van de Wabo. Bij de duur voor het nemen van een primair besluit inzake de bepalingen van de APV-2008 is aangesloten bij de redelijke termijn, zoals bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht (acht weken). Het tweede lid van artikel 1.2 van de APV-2008 is in overeenstemming met de Wabo en bepaalt dat de beslistermijn met zes weken kan worden verlengd. De artikelen 2.1.5.2 (aanleggen, beschadigen en wijzigen van een weg), 2.1.5.3 (maken en veranderen van een weg) en 4.3.2 (kapvergunning) vallen onder de Wabo. 1

De vergunning voor het aanleggen of veranderen van een weg is aangewezen in artikel 2.2, eerste lid, onder d van de Wabo en de vergunning voor het vellen van houtopstanden in artikel 2.2, eerste lid, onder g. De indieningsvereisten voor een aanvraag om een vergunning of ontheffing die onder de Wabo valt, staan in de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor). De algemene indieningsvereisten staan in artikel 1.3 van de Mor, dat luidt als volgt: Artikel 1.3 Indieningvereisten bij iedere aanvraag 1. In de aanvraag vermeldt de aanvrager: a. de naam, het adres en de woonplaats van de aanvrager, alsmede het elektronisch adres van de aanvrager, indien de aanvraag met een elektronisch formulier wordt ingediend; b. het adres, de kadastrale aanduiding dan wel de ligging van het project; c. een omschrijving van de aard en de omvang van het project; d. een omschrijving van de aard en de omvang van de gevolgen van het project voor de fysieke leefomgeving, voor zover die gevolgen relevant zijn voor de beoordeling van de aanvraag; e. indien de aanvraag wordt ingediend door een gemachtigde: zijn naam, adres en woonplaats, alsmede het elektronisch adres van de gemachtigde, indien de aanvraag met een elektronisch formulier wordt ingediend; f. indien het project wordt uitgevoerd door een ander dan de aanvrager: zijn naam, adres en woonplaats. 2. De aanvrager voorziet de aanvraag van een aanduiding van de locatie van de aangevraagde activiteit of activiteiten. Deze aanduiding geschiedt met behulp van een situatietekening, kaart, foto s of andere geschikte middelen. 3. De aanvrager doet bij de aanvraag een gespecificeerde opgave van de kosten van de te verrichten werkzaamheden. In hoofdstuk 7 van de Mor staan nog bijzondere indieningsvereisten. Daarvan zijn in het kader van de APV alleen die voor het vellen van houtopstanden van belang. Artikel III Artikel 1.8 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008 (Weigeringsgronden) In artikel 2.1.1.1 van de APV (bestrijding van ongeregeldheden) stond "het bevoegd gezag" waar dat het "bevoegde bestuursorgaan" moet zijn. Na de aanpassing aan de Wabo, heeft de term "bevoegd gezag" de betekenis: bestuursorgaan als bedoeld in de Wabo gekregen (zie artikel 1.1). In artikel 2.1.1.1 gaat het echter om ofwel burgemeester en wethouders of de burgemeester, bestuurorganen dus. In artikel 1.8 is deze omissie hersteld. Artikel IV Artikel 1.9 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008 (Positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) De toelichting betreffende de "lex silencio positivo" voor de kapvergunning wordt geschrapt. Artikel 1.9, lid 2 van de APV-2008 stelde dat er voor een kapvergunning een positieve beschikking bij niet tijdig beslissen geldt, de zogenoemde "lex silencio positivo". De kapvergunning, door invoering van de Wabo "vergunning voor het vellen van houtopstanden", valt onder de Wabo. Artikel 3.9, lid 3 van de Wabo bepaalt dat de vergunning van rechtswege is verleend overeenkomstig de aanvraag, als de beslis- en de eventuele verdagingstermijn zijn verstreken zonder besluitvorming. Hierdoor is de "lex silencio positivo" overbodig geworden. Artikel V Artikel 1.10 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008 (geen toepassing positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) De toelichting betreffende het niet toepassen van de "lex silencio positivo" voor de artikelen 2.1.5.2 en 2.1.5.3 komt te vervallen. Het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg, evenals het maken en veranderen van een uitweg, vallen onder de Wabo. Artikel 3.9, lid 3 van de Wabo bepaalt dat de vergunning van rechtswege is verleend overeenkomstig de aanvraag, als de beslis- en de eventuele verdagingstermijn zijn verstreken zonder besluitvorming. 2

De tekst van de toelichting bij artikel 1.10, lid 2 komt als volgt te luiden: "Artikel 2.1.5.1 "lex silencio positivo" Dit artikel is opgesteld in verband met het veilig gebruik van een weg. Voor dit artikel geldt dat een fictieve vergunning niet gewenst is in het kader van vooral de veiligheid van het verkeer en verder de bruikbaarheid van een weg. Het toepassen van de "lex silencio positivo" is dan ook onwenselijk. Paragraaf 4.1.3.3. van de Awb wordt niet van toepassing verklaard". Artikel VI Artikel 2.1.1.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008 (Samenscholing en ongeregeldheden) Zie de toelichting bij artikel III. Artikel VII Artikel 2.1.5.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008 (Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg) Aan de toelichting wordt onder vervanging van de tekst in de 2e en 3e alinea de volgende tekst toegevoegd: "Wabo Het gebruik van de weg anders dan overeenkomstig de publieke functie, als bedoeld in dit artikel, kan onder de Wabo vallen, namelijk wanneer dit gebruik bestaat uit de opslag van roerende zaken. Dat zal bijvoorbeeld het geval zijn als op of aan de weg een container wordt geplaatst voor de tijdelijke opslag van puin of bouwmaterialen tijdens een verbouwing. In andere gevallen zal het niet altijd op het eerste gezicht duidelijk zijn of het gaat om opslag van roerende zaken als bedoeld in de Wabo. Het onderscheidend criterium is dat het plaatsen van zaken op de weg bij opslag een tijdelijk karakter heeft: het is de bedoeling dat de opgeslagen zaken ooit ergens anders een al dan niet definitieve bestemming krijgen en aldaar een functie gaan vervullen. Als dat aan de orde is valt die activiteit onder artikel 2.2, eerste lid, onder j of onder k van de Wabo. Een ontheffing wordt op grond van artikel 2.2, eerste lid, laatste zinsdeel van de Wabo aangemerkt als een omgevingsgvergunning. Daarom is een nieuw vierde lid ingevoegd, waarin staat dat het bevoegd gezag (ingevolge de definitie in artikel 1 is dat dus het bestuursorgaan als bedoeld in de Wabo) in een dergelijk geval een omgevingsvergunning verleent. Daarnaast blijft het derde lid gehandhaafd, waarin staat dat het bevoegde bestuursorgaan (i.c. het college of de burgemeester) ontheffing kan verlenen voor het gebruik van de weg dat niet valt onder de Wabo, namelijk wanneer het gaat om objecten die bedoeld zijn om ter plaatse blijvend te functioneren. Dat zijn bijvoorbeeld bloembakken, straatmeubilair, terrassen en dergelijke. Het is niet ondenkbaar dat bij een en hetzelfde project - bijvoorbeeld een grootscheepse restauratie van monumentale panden - zowel de ontheffing van het bevoegd bestuursorgaan (derde lid) als de omgevingsvergunning (vierde lid) nodig is, waarbij dan de situatie kan ontstaan dat er twee bevoegde gezagen zijn. Met het oog op die gevallen kan overwogen worden om met toepassing van artikel 2.2, tweede lid van de Wabo alle activiteiten waarbij voorwerpen op of aan de weg worden geplaatst, onder de Wabo te brengen. Dat heeft als nadeel dat de zwaardere procedure van de Wabo in alle gevallen gevolgd moet worden. Wij verwachten dat deze situatie maar heel zelden zal voorkomen en hebben 2.2, tweede lid van de Wabo in de APV dan ook niet toegepast". Artikel VIII Artikel 2.1.5.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008 (Aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg) De toelichting bij deze bepaling wordt in zijn geheel vervangen door: "Algemeen In het kader van deregulering en vermindering van administratieve lasten is bekeken of de vergunningplicht in deze bepaling zou kunnen worden opgeheven. Er is voor gekozen de vergunningplicht te laten bestaan, omdat het in verband met de verkeersveiligheid en de bruikbaarheid van wegen niet gewenst is dat niet-overheden zomaar wegen aanleggen, beschadigen of veranderen. Het stellen van algemene regels in plaats van een vergunningvereiste hebben wij wel overwogen, maar dat is niet goed mogelijk, omdat het hierbij veelal om specifiek maatwerk gaat. 3

Op het aanleggen of veranderen van een weg is artikel 2.2, eerste lid, onder d. van de Wabo van toepassing als de activiteit verboden is in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit. Dat betekent dat de termijnen genoemd in artikel 3.9 van de Wabo van toepassing zijn op deze vergunning. De beslistermijn is acht weken, de verdagingstermijn zes weken. Let wel: indien er meerdere activiteiten worden aangevraagd en er één onder artikel 3.10 van de Wabo valt, dan is de uitgebreide procedure van toepassing (beslistermijn van zes maanden met een mogelijkheid tot verdagen van zes weken). De indieningsvereisten voor een aanvraag om een vergunning die onder de Wabo valt, staan in de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor). Het gaat dan om de algemene indieningsvereisten uit artikel 1.3 van de Mor. Zie daarvoor de toelichting bij artikel 1.2 van de model-apv. Voor het aanleggen of veranderen van een weg zijn in de Mor geen aanvullende indieningsvereisten opgenomen. In artikel 2.18 van de Wabo is bepaald dat de vergunning alleen kan worden verleend of geweigerd op de gronden, vermeld in deze verordening. De weigeringsgronden staan in artikel 1.8 van deze verordening. Indien de activiteit niet is verboden in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is de Wabo niet van toepassing en is het college bevoegd. Wanneer het gaat om normaal onderhoud van de weg, is er ingevolge het derde lid geen vergunning nodig: het college hoeft zichzelf geen vergunning te verlenen. Zie verder de toelichting aldaar. Eerste lid De vergunning voor het aanleggen of veranderen van een weg is aangewezen in artikel 2.2, eerste lid, onder d. van de Wabo. Dat betekent dat de termijnen genoemd in artikel 3.9 van de Wabo van toepassing zijn op deze vergunning. De beslistermijn is acht weken, de verdagingstermijn zes weken. De indieningsvereisten voor een aanvraag om een vergunning die onder de Wabo valt, staan in de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor). Het gaat dan om de algemene indieningsvereisten uit artikel 1.3 van de Mor. Zie daarvoor de toelichting bij artikel 1.2 van de model-apv. Voor het aanleggen of veranderen van een weg zijn in de Mor geen aanvullende indieningsvereisten opgenomen. In artikel 2.18 van de Wabo is bepaald dat de vergunning alleen kan worden verleend of geweigerd op de gronden, vermeld in deze verordening. De weigeringsgronden staan in artikel 1.8 van deze verordening. Aan artikel 2.15.1 ligt een ander motief ten grondslag, namelijk de behoefte om de aanleg, beschadiging en verandering van wegen te binden aan voorschriften met het oog op de bruikbaarheid van die weg. Naast het opleggen van min of meer technische voorschriften, kan het ook gewenst zijn het tempo van wegenaanleg in de hand te houden. Het is natuurlijk hoogst onwenselijk dat wegen voortijdig aangelegd worden waardoor - door de latere aanleg van zogenaamde complementaire openbare voorzieningen, zoals riolering, water en gasvoorziening en verlichting - de bruikbaarheid van die weg gedurende lange tijd sterk verminderd zal zijn, nog daargelaten dat het veel extra kosten meebrengt. Als de gemeente tevens eigenaresse van de weg is, moet uiteraard ook privaatrechtelijke toestemming worden gegeven. Een afgegeven vergunning mag niet worden gefrustreerd door privaatrechtelijke weigering van de gemeente. Als een derde eigenaar van de grond is, ligt dat anders. Het college kan in dat geval de aanvrager om vergunning erop wijzen dat hij ook privaatrechtelijke toestemming behoeft. Tweede lid Omdat voor de toepassing van dit artikel o.a. het begrip "weg" uit de Wegenverkeerswet 1994 gebruikt wordt, is een vergunning vereist voor de aanleg, verandering enz. van wegen die feitelijk voor het openbaar verkeer openstaan. Dit betekent dat in beginsel de vergunningsplicht ook geldt voor de zogenaamde "eigen wegen" die feitelijk voor het openbaar verkeer openstaan. Ook voor deze wegen is het namelijk wenselijk dat ten behoeve van de bruikbaarheid daarvan voor brandweer, ambulance e.d. voorschriften gesteld kunnen worden over de wijze van verharding, breedte en dergelijke. 4

Die wenselijkheid is ook aanwezig voor wegen die bijvoorbeeld aangelegd worden op grote bedrijfsterreinen. Daarvoor is in het tweede lid dan ook de toevoeging "alsmede alle niet openbare ontsluitingswegen van gebouwen" opgenomen. De plicht om gebouwen door middel van een verbindingsweg op het openbaar wegennet aan te sluiten, staat in artikel 37 van de model Bouwverordening. Derde lid Van de vergunningplicht zijn uitgezonderd de overheden die in de uitvoering van hun publiekrechtelijke taak wegen aanleggen of veranderen. Er mag van uitgegaan worden dat zij hun werkzaamheden afstemmen op de bruikbaarheid van de weg. Desgewenst kunnen in het derde lid ook nog andere publiekrechtelijke lichamen, bijvoorbeeld de op de Wet gemeenschappelijke regelingen gebaseerde samenwerkingsverbanden, genoemd worden. Ook is het mogelijk om voor de landinrichtingscommissie, als bedoeld in artikel 27, jo 124, tweede lid van de Landinrichtingswet, een uitzondering te maken. De plicht om gebouwen door middel van een verbindingsweg op het openbaar wegennet aan te sluiten, staat in de Bouwverordening. Vierde lid Voor wat betreft de afbakening met hogere regelgeving geldt op grond van artikel 122 van de Gemeentewet dat de bepalingen van de APV van rechtswege vervallen als in het onderwerp door een wet, AMvB of een provinciale verordening wordt voorzien. De term "onderwerp" in artikel 122 betekent dat het om dezelfde materie moet gaan en dat hetzelfde motief ten grondslag moet liggen aan zowel de lagere als de hogere regeling. De formulering van de afbakeningsbepaling in het vierde lid sluit daarom aan bij de Gemeentewet. Zie uitgebreid daarover onder het kopje Afbakeningsbepalingen in de Algemene Toelichting. Het nutsbedrijf zal op grond van artikel 2.1.5.2 een vergunning nodig hebben voor het leggen van leidingen en dergelijke in een weg. Dat is niet zo voor telecommunicatiebedrijven en kabeltelevisiebedrijven en de door hen beheerde telecommunicatiekabels met een openbare status (telecommunicatie- en omroepnetwerken). Voor deze werken wordt een regeling getroffen in de Telecommunicatiewet en de daarop gebaseerde (gemeentelijke) Telecommunicatieverordening. Jurisprudentie De voorschriften mogen slechts slaan op datgene wat op de weg zelf betrekking heeft - zoals de grenzen, de afmetingen, het profiel, de hoogte, de wijze van verharding - of wat met die weg ten nauwste verband houdt zoals beplanting en verlichting langs en van de weg, alsmede de (situering van de) langs of in de weg liggende riolering, Vz.ARRS 10 01 1986, BR 1986, 426, Arob editie 1986, 86, 7 (Wegaanleg Gennep). Relatie van artikel 2.1.5.2 met artikel 350 van het Wetboek van Strafrecht. APV-bepaling als vorenbedoeld verbiedt het feitelijk beschadigen, zonder op die beschadiging gerichte opzet, onverschillig wie de eigenaar is. Artikel 350 Sr. stelt daarentegen straf op opzettelijke en wederrechtelijke beschadiging van enig goed, geheel of ten dele aan een ander toebehorende, en derhalve op onrechtmatige beschadiging van een anders eigendom, gepleegd met het doel en de wil om te beschadigen. HR 07 01 1907, W. 8485 (APV Tiel). Anti-rampalen (voor juwelierswinkels) in het voetgangersgebied van een druk winkelcentrum leveren gevaar op voor de bruikbaarheid van de weg en voor het doelmatig gebruik daarvan in de zin van artikel 2.1.5.2, derde lid, van de APV Zutphen. Legalisering van de palen is niet aan de orde. Objecten die in dezelfde winkelstraat staan, zoals fietsen, terrasstoelen en bloempotten, zijn anders dan de twee betonnen palen. Deze kunnen s nachts van de openbare weg worden verwijderd. Er is bovendien een aanvaardbaar alternatief. De palen kunnen achter de gevellijn worden gerealiseerd. ABRS 04-02-2004, 200302804/1, LJN AO2900". Artikel IX Artikel 2.1.5.3 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008 (Maken en veranderen van een uitweg) Aan de tekst van de toelichting gaat de volgende tekst vooraf: "De vergunning voor het maken of veranderen van een uitweg is aangewezen in artikel 2.2, eerste lid, onder e. van de Wabo. Dat betekent dat de termijnen genoemd in artikel 3.9 van de Wabo van toepassing zijn op deze vergunning. De beslistermijn is acht weken, de verdagingstermijn zes weken. 5

De indieningsvereisten voor een aanvraag om een vergunning die onder de Wabo valt, staan in de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor). Het gaat dan om de algemene indieningsvereisten uit artikel 1.3 van de Mor. Zie daarvoor de toelichting bij artikel 1.2 van de model-apv. Voor het aanleggen of veranderen van een weg zijn in de Mor geen aanvullende indieningsvereisten opgenomen". Artikel X Artikel 4.3.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008 (Kapvergunning) De tekst voor de verklaring van het artikel wordt vervangen door de tekst: "Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden" Aan de alinea onder het kopje "Algemeen" wordt de volgende tekst toegevoegd: "De vergunning voor het vellen van houtopstanden is aangewezen in artikel 2.2, eerste lid, onder g. van de Wabo. Vaak zal naast de vergunning nog een vergunning, ontheffing of vrijstelling op grond van de Natuurbeschermingswet of de Flora- en Faunawet nodig zijn in verband met de bescherming van vogels en hun nesten in de bomen. De Natuurbeschermingswet en Flora- en Faunawet haken aan bij de Wabo. Er wordt dan dus één omgevingsvergunning verleend of geweigerd. De Boswet haakt echter niet aan bij de Wabo. Indien die van toepassing is, blijft dus een aparte vergunning vereist. In de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor) zijn indieningsvereisten voor de aanvraag van een omgevingsvergunning opgenomen. Naast een aantal algemene indieningsvereisten (zie daarvoor de toelichting bij artikel 1.2) is er in artikel 7.3 van de Mor nog een aantal speciale indieningsvereisten voor het vellen van houtopstanden opgenomen. Artikel 7.3 van de Mor luidt als volgt: 1. In of bij de aanvraag om een vergunning met betrekking tot het vellen van houtopstand, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef onder g van de wet, identificeert de aanvrager op de aanduiding als bedoeld in artikel 2.3, lid 1 van deze regeling, iedere houtopstand waarop de aanvraag betrekking heeft met een nummer. 2. In of bij de aanvraag als bedoeld in het eerste lid, vermeldt de aanvrager per genummerde houtopstand: a. de soort houtopstand; b. de locatie van de houtopstand op het voor-, zij- dan wel achtererf; c. de diameter in centimeters, gemeten 1,30 meter vanaf het maaiveld; d. de mogelijkheid tot herbeplanten, alsmede het eventuele voornemen om op een daarbij te vermelden locatie tot herbeplanten van een daarbij te vermelden aantal soorten over te gaan". Artikel XI Artikel 4.3.4 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008 (Vergunning ex lege) De tekst van de toelichting wordt vervangen door: "Dit artikel bevatte de zogenaamde lex silencio positivo". De bepaling is sinds de inwerkingtreding van de Wabo overbodig geworden. Zoals onder 4.3.2 is vermeld, valt deze vergunning onder de Wabo. In artikel 3.9, derde lid van de Wabo is bepaald dat de vergunning van rechtswege is verleend overeenkomstig de aanvraag, als de beslisen de eventuele verjaringstermijn zijn verstreken zonder besluitvorming". Artikel XII Artikel 4.3.6 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008 (Herplant-/ instandhoudingsplicht) De wijzigingen, doorgevoerd in dit artikel, betreffen technische aanpassingen. Er zijn geen inhoudelijke wijzigingen beoogd met de aanpassingen. In de tweede alinea van de toelichting worden de woorden: "Burgemeester en wethouders kunnen" vervangen door: "Het bevoegd gezag kan". Artikel XIII Artikel 4.3.7 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008 (Schadevergoeding) De wijzigingen, doorgevoerd in dit artikel, betreffen technische aanpassingen. Er zijn geen inhoudelijke wijzigingen beoogd met de aanpassingen. De toelichting behoeft geen wijziging. 6

Artikel XIV Artikel 2.2.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008 (Begripsomschrijving) Aan de toelichting op het tweede lid wordt de volgende tekst toegevoegd: "De tekst van artikel 5.2.4 is gewijzigd. Dientengevolge is het houden van een rommelmarkt alleen nog maar mogelijk in (en om) een gebouw. Het houden van een (rommel)markt in de openbare ruimte valt niet onder de bepaling van artikel 5.2.4. Om het toch mogelijk te maken dat dergelijke activiteiten kunnen worden gehouden in de openbare ruimte, is het begrip thematische markt geïntroduceerd. Hierbij kan gedacht worden aan vlomarkten, rommelmarkten, vrijmarkten of een kerstmarkt. Er moet dan wel sprake zijn van een incidenteel georganiseerde markt". Artikelen XVI tot en met XVIII Deze artikelen spreken voor zich en behoeven geen toelichting. Artikel XV Artikel 5.2.4 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008 (Snuffelmarkten) De tekst bij de toelichting komt als volgt te luiden: "Algemeen De Europese Dienstenrichtlijn/Dienstenwet is van toepassing op zowel het vergunningstelsel als het meldingsstelsel voor een snuffelmarkt. Het artikel richt zich immers tot de organisator en deze is een dienstverlener in de zin van de richtlijn. Voorts komt het voor dat er diensten worden aangeboden op de standplaatsen, bijvoorbeeld schoenpoetsers, nagelverzorging, kappers en dergelijke. Van de snuffelmarkt te onderscheiden zijn: de weekmarkt in de zin van artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h van de Gemeentewet; het begrip "markt" is niet nader omschreven in de Gemeentewet. In de regel worden op een weekmarkt "geregelde" waren verkocht, dat wil zeggen: geen tweedehands goederen. Indien de te verwachten concentratie van een aantal standplaatsen zo hoog is, dat het uiterlijk de karakteristieken van een markt krijgt, mag niet meer worden volstaan met het verlenen van standplaatsvergunningen, maar dient het college een besluit te nemen over het instellen van een markt. De weekmarkt wordt gereguleerd door een marktverordening. Ook het begrip "jaarmarkt" wordt niet nader gedefinieerd in de Gemeentewet. Bij een jaarmarkt moet gedacht worden aan een jaarlijks terugkerende traditie. Het college dient voor dit type markt een instellingsbesluit te nemen. Verder zal de raad voor een dergelijke markt ook een aparte regeling moeten vaststellen, die eventueel geïntegreerd kan worden in de APV of in de marktverordening; evenement: de zogenaamde snuffelmarkten worden gehouden in een gebouw of plaats. Indien het betreft braderieën, vrijmarkten op Koninginnedag of vlooienmarkten in de openbare ruimte, is deze paragraaf niet van toepassing, maar is er sprake van een evenement, dat al dan niet vergunningsplichtig is op grond van artikel 2:2.2. De aard van de goederen en de omstandigheden rondom een snuffelmarkt kunnen een uitstralende werking hebben buiten het gebouw. Het houden van een snuffelmarkt is dan ook verboden als de openbare orde dreigt te worden aangetast en overlast (milieu in de zin van de Dienstenrichtlijn) te verwachten is. In onze gemeente zijn in het verleden geen klachten binnengekomen over het houden van een snuffelmarkt. Daarom is het hanteren van een vergunningstelsel voor onze gemeente disproportioneel en kan worden volstaan met een meldingsplicht. Derde lid Lid 3 verwijst naar de algemene weigeringsgronden, zoals opgenomen in artikel 1.8, strijd met het bestemmingsplan en ter bescherming van het gemeentelijk marktwezen. Vierde lid en vijfde lid De tekst van het vierde lid en vijfde lid zijn aan het artikel toegevoegd om het mogelijk te maken om het houden van een rommelmarkt te voorkomen indien één van de weigeringsgronden genoemd in artikel 3 zich voordoen. 7

Bestemmingsplan Als het organiseren van een snuffelmarkt niet in overeenstemming is met het geldende bestemmingsplan, wordt deze weigeringsgrond ingeroepen voor die gevallen waarin de snuffelmarkt frequent plaatsvindt. Wordt de snuffelmarkt incidenteel georganiseerd, dan wordt het organiseren ervan niet verboden op deze grond. Strijd met het bestemmingsplan kan bijvoorbeeld voorkomen als een gebouw een agrarische of industriebestemming heeft. Winkeltijdenwet De Winkeltijdenwet is op het houden van een vrije markt van toepassing als de markt een bedrijfsmatig karakter heeft. Dit is afhankelijk van de aard van de op de markt ontplooide activiteiten, of er geregelde of ongeregelde goederen worden verkocht en de frequentie waarmee de markt gehouden wordt". Tevens wordt de volgende tekst in de toelichting gewijzigd: Artikel 4.4.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal (verbod hinderlijke en gevaarlijke reclame) Voorafgaand aan de tekst in de toelichtingen wordt de volgende tekst ingevoegd: "Op een vergunnings- en ontheffingsstelsel voor handelsreclame aan gebouwen is de Wabo van toepassing. Omdat een zodanig stelsel in de APV geschrapt is, is daarvoor geen regeling opgenomen". Artikel 6.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal (Strafbepaling) Aan het eind van de toelichting wordt de volgende tekst toegevoegd: "Wabo De vergunning voor het aanleggen of veranderen van een weg (artikel 2.1.5.2) het aanleggen of veranderen van een uitweg (artikel 2.1.5.3) en voor het vellen van houtopstanden (artikel 4.3.2) vallen bij inwerkingtreding van de Wabo onder de Wabo. Zie respectievelijk artikel 2.2, eerste lid, onder d en onder g van de Wabo. Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg (artikel 2.1.5.1) kan neerkomen op het opslaan van roerende zaken als bedoeld in artikel 2.2, onder j en k van de Wabo, bijvoorbeeld als het gaat om de tijdelijke opslag van puin of bouwmaterialen in containers. Een ontheffing daarvoor valt dan onder de Wabo en wordt aangemerkt als een omgevingsvergunning. Artikel 2.3 van de Wabo verbiedt het handelen in strijd met een voorschrift van een omgevingsvergunning op grond van de artikelen 2.1.5.2, 2.1.5.3 of 4.3.2 van de APV. Via artikel 5.4 van de Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is de Wet economische delicten van toepassing op handelen zonder of in strijd met deze drie vergunningen. De strafbepalingen van de APV zijn er dus niet op van toepassing." 8