FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2014, blok 3, Gerard Koel.

Vergelijkbare documenten
FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2015, blok 3, Gerard Koel.

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN.

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met LAGE RUGPIJN.

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument.

OVER FT DIAGNOSTIEK bij patiënten met SCHOUDERPIJN , Klimmen, deel 2, Gerard Koel.

Andere kijk op validiteit

Saxion cursus SCHOUDER PLUS / COMBI. Dag 3, blok 12, Gerard Koel.

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Bovenste extremiteit

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

3S Vragenlijst onderzoek

Het SNN Containermodel voor klinisch redeneren. Inhoud. Klinisch redeneren. Basis klinisch redeneren

Verdiepingsmodule. Medische besliskunde 1: De patiënt met een dikke enkel. Medische besliskunde 1: De patiënt met een dikke enkel. 1.

De waarde van echografisch diagnostisch onderzoek. Marc Weyts, huisarts-echografist April 2018

Overzicht. Help! Statistiek! Stelling van Bayes. Hoe goed is leverscan ( test T ) voor het diagnostiseren van leverpathologie ( ziekte Z )?

Bijeenkomst SN onderdeel KR -SNN model & 3S vragenlijst project

Helpt het hulpmiddel?

Substantial Clinical Important Benefit van de CMS en SST!! Toepassing van schoudervragenlijsten bij patiënten van het Schoudernetwerk Twente

VVK Wintervergadering Sectie Neonatologie 18 januari 2013

DIAGNOSTIEK. Hans Reitsma, arts-epidemioloog Afd. Klinische Epidemiologie, Biostatistiek & Bioinformatica Academisch Medisch Centrum

De 7 stappen van een CAT

DIAGNOSTIEK. Shandra Bipat, klinisch epidemioloog Afd. Radiologie Academisch Medisch Centrum

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met LAGE RUGPIJN. Mei 2014, blok 7, Gerard Koel.

FORMULIER I. voor het beoordelen van een artikel over de waarde van een DIAGNOSTISCHE TEST. Evidence-Based RichtlijnOntwikkeling

Hoofdstuk 1: introductie van het proefschrift

Marvaanse reminiscentie 3 medische besliskunde

SAMENVATTING. Samenvatting

Verdiepingsmodule. Medische besliskunde 3: De patiënt met een vergrote prostaat. Medische besliskunde 3: De patiënt met een vergrote prostaat

SYSTEMATISCHE REVIEW VAN DIAGNOSTISCH ONDERZOEK

hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

Eerste bijeenkomst 2012 van het Schouder Netwerk Twente. 5 Juni 2012, Saxion Hogeschool Enschede.

Responsiviteit van meetinstrumenten. Prof. dr. ir. Riekie de Vet. EMGO Instituut, Amsterdam

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Algemeen, overig, ongespecificeerd

A paradigm is a mode of viewing the world which underlies the theories and methodology of science in a particular period of time

Schouder Netwerk Nederland. 6e SNN deelnemersraad bijeenkomst KNGF, Amersfoort

Paramedisch OnderzoekCentrum

Basisbegrippen Diagnostiek

Gebruik van PROMs individueel versus groepsniveau. Riekie de Vet

Schouder Netwerk Nederland. 5e SNN deelnemersraad bijeenkomst KNGF, Amersfoort

Classificeren en meten. Overzicht van de officiële definities van de meter sinds Raymond Ostelo, PhD. Klinimetrie

Tweede bijeenkomst 2010 van het Schouder Netwerk Twente. 7 december 2010, Saxion Hogeschool Enschede.

Caroline Bastiaenen, PhD

Wat te meten bij lage rugpijn

Development of the diabetes problem solving measure for adolescents. Diabetes Educ 27: , 2001

Impingement Protocol

Opties voor klasseren LRP patiënten.

Schouder Netwerk Nederland. Congres SNN & 3S vragenlijst project & blok 12 SCHcombi cursus

Pieter Bolderman Albert Schweitzer ziekenhuis MGPT Intern begeleider Maarten Gijssel

Kleef hier onmiddellijk een identificatiesticker. geel. Toelatingsexamen tandarts. 3 juli Generieke competenties (GC) VAARDIG 2

Mental Alternation Test (MAT)

WAARDE VAN DE PSA-BEPALING EN HET RECTAAL TOUCHER

De waarde van diagnostische bevindingen 1

signaleringsinstrumenten voor psychosociale problemen bij 0 4 jarigen in de JGZ

Kinesiofobie bij lage-rugpijn: een eenvoudige manier

Verdiepingsmodule. Medische besliskunde 5: De patiënt met perifeer arterieel vaatlijden

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Serologische testen en interpretatie van testresultaten

Leesvaardigheid en leesattitude:

Les cinq mots (5W) Meetinstrument Les cinq mots Afkorting. Beoordeling van de cognitieve functies

CRITICALLY APPRAISED TOPIC

Incidentie en prognostische factoren van postoperatieve frozen shoulder na schouderoperaties. Rinco Koorevaar

SchouderNetwerk Nederland

Onderzoek naar de betrouwbaarheid en de validiteit van de LAZeps Door Jan Hackbarth, fysiotherapeut, student MMS

Validiteit van de delirium observatie screening schaal bij patiënten met niet-aangeboren hersenletsel in acute fase

SAMENVATTING. Schouder pijn na een beroerte.

CHAPTER 8. Samenvatting

Cursus TEO: Theorie en Empirisch Onderzoek. Practicum 2: Herhaling BIS 11 februari 2015

Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30)

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting. Samenvatting - 133

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT)

Fysiotherapeutische diagnostiek bij patiënten met schouderpijn

8. Analyseren van samenhang tussen categorische variabelen

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Nijmeegse Pragmatiek Test (NPT) 1 Algemene gegevens

Tweede bijeenkomst 2008 van het Schouder Netwerk Twente. 9 december 2008, Saxion Hogeschool Enschede.

(2016.1) Schouder: Secundair Impingement-syndroom

Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen

SNN Praktijkrichtlijn Frozen Shoulder fysiotherapeuten 2017

BURNOUT ASSESSMENT TOOL

Paramedisch OnderzoekCentrum

Symposium Onderzoeksresultaten

Klinisch redeneren moeilijker dan het lijkt! Em. prof. dr. Rob Oostendorp Drs. Geert Rutten Dr. Janneke Harting Prof. dr. Ria Nijhuis van der Sanden

De knie van diagnostiek naar behandeling

Inleiding tot Medische Beslissingsondersteuning

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997)

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd / hals Overige, ongespecificeerd

Spitzer quality of life index

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Bruce Test. 1 Algemene gegevens

9. Lineaire Regressie en Correlatie

D-PAC feedback op organisatieniveau

Onderscheid door Kwaliteit

Data analyse Inleiding statistiek

Cijfers NIPT. Sensitiviteit: Ontdekt de test alle foetussen met een afwijking?

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Algemeen, overig, ongespecificeerd

Meten: algemene beginselen. Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 1 28 februari 2011

Prevention of cognitive decline

3S Vragenlijst onderzoek

Volkert Siersma. Statistiek in de Deense gezondheidszorg

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Michigan Hand Outcomes Questionnaire- Dutch Language Version (MHOQ-DLV) 1 Algemene gegevens

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Algemeen, overig, ongespecificeerd

Transcriptie:

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2014, blok 3, Gerard Koel.

INHOUD : 1. Enige statistische begrippen omtrent studies naar diagnostische middelen. 2. Diagnostische studies en klinisch redeneren. 3. Klinische tests, zin, onzin of timing.

1. DIAGNOSTISCHE STUDIES : Relevante vragen omtrent meetinstrument: Uitgetest op een representatieve onderzoekspopulatie? Is de betrouwbaarheid correct beoordeeld? Vergeleken met een goed extern criterium? Geven de resultaten aan dat sprake is van een betrouwbaar en valide instrument? Wat is de praktische hanteerbaarheid?

Betrouwbaarheid ordinale variabele: Meting: hoogte bekkenhelft manueel 25 proefpersonen, 2 FT en, 2x testen. AtB; overeenkomsten EJ; overeenkomsten Links hoger: 2 Rechts hoger: 13 Gelijk: 1 Links hoger: 6 Rechts hoger: 5 Gelijk: 7 16 : 25 = 0.64 = 64% 18 : 25 = 0.72 = 72% Juiste schatting?? Toevalsovereenkomst??

Viervelden tabel of 2 x 2 tabel : Beoordelaar 2, (AtB, 2e meting) Links hoger Rechts hoger Beoordelaar 1, (AtB, 1e meting) Links hoger Rechts hoger 7 3 2 8 10 10 9 11 20 Percentage overeenkomst = terecht positieven (a)+ terecht negatieven (d) / alle deelnemers; hier: (7+8) : 20 = 15 : 20 = 75%.

Relatie waarneming toeval : Kappa (bij nominale & ordinale variabelen) Waargenomen overeenkomst: 75% Toevals overeenkomst: 50% (uit te rekenen door het vermenigvuldigen van de randgetallen) Cohen s Kappa: Waargenomen overeenkomst - Toevals overeenkomst Maximale overeenkomst - Toevals overeenkomst 0.75-0.50 1.00-0.50 Kappa: 0.50

Berekenen toevalsovereenkomst : Links hoger Rechts hoger (hertest) (hertest) Links hoger (test 1) 7 A 3 B 10 a+b Rechts hoger (test 1) 2 C 8 D 10 c+d 9 a+c 11 b+d 20 totaal Toevalsovereenkomst = (toeval positief) + (toeval negatief) = (10 / 20 x 9) + (10 / 20 x 11) = 4,5 + 5,5 = 10 (deelnemers); uitgedrukt in percentage: 10 / 20 x 100 = 50 %.

Berekenen toevalsovereenkomst : Links hoger Rechts hoger (hertest) (hertest) Links hoger (test 1) 7 A 3 B 10(0,5) a+b Rechts hoger (test 1) 2 C 8 D 10(0,5) c+d 9 (0,45) a+c 11(0,55) b+d 20 totaal Toevalsovereenkomst in percentage (randgetallen in 0,..) = (toeval positief) + (toeval negatief) = (0,5 x 0,45) + (0,5 x 0,55) = 0,225 + 0,275 = 0,5

WAARDERING Kappa: < 0.20 0.21-0.40 0.41-0.60 0.61-0.80 0.81-1.00 De betrouwbaarheid is: : slecht, : matig, : redelijk, : goed, : zeer goed.

VALIDITEIT : Meet het instrument inderdaad wat het beoogt te meten? Is er een gouden standaard? Een goede referentietest. Waarden: sensitiviteit, specificiteit, positief voorspellende waarde (VW+), negatief voorspellende waarde (VW-), en: - positieve likelihood ratio (LR+), - negatieve likelihood ratio (LR-).

VALIDITEIT : Richter et al. Diagnosis of ACL rupture. Unfallchirurg, 1996. Artroscopie + Artroscopie - Voorste schuifladentest + 39 A 2 B 41 a+b Voorste schuifladentest - 19 C 14 D 33 c+d 58 a+c 16 b+d 74 totaal Prevalentie (priorkans) = (a + c) / totaal = 58/74 = 0,78 (78%).

VALIDITEIT : Fictieve getallen bij lagere prevalentie ACL rupturen. Artroscopie + Artroscopie - Voorste schuif- 39 100 139 ladentest + A B a+b Voorste schuifladentest - 19 C 700 D 719 c+d 58 800 858 a+c b+d totaal Prevalentie (prior kans) = (a+c) / totaal = 58 / 858 = 0,07 (7%).

VALIDITEIT : Waarde sensitiviteit? Waarde specificiteit? Waarde VW (voorspellende waarde) +? Waarde VW (voorspellende waarde) -? Je wilt met je meting de kans op het (on)juist zijn van je waarschijnlijke diagnose correct inschatten; dus: LR+ (sensitiviteit : (1 specificiteit), en LR- (1-sensitiviteit) : specificiteit.

Stap 1. Een probleem; FT & PT weten het niet goed genoeg; de voorafkans is te laag. Stap 2. Is een goede verifiërende test beschikbaar (LR)? Of een vragenlijst met een afkappunt? Stap 3. De test (bv. biceps II) leidt tot een duidelijke score; de achterafkans is hoog genoeg.

Aannemelijkheids ratio of Likelihood ratio (LR): LR+: de ratio tussen het aantal patiënten waarbij de tets + is en die de aandoening hebben / het aantal patiënten waarbij de test + is en die de aandoening niet hebben; (oftewel: de juist positieven vs fout positieven). LR-: de ratio tussen het aantal patiënten waarbij de test is die de aandoening (toch) hebben / het aantal patiënten waarbij de test is en die de aandoening (inderdaad) niet hebben; (oftewel: de fout negatieven vs juist negatieven)

VALIDITEIT & LR : LR+ LR- Interpretatie: > 10 5-10 2-5 1-2 < 0,1 0,1-0,2 0,2-0,5 0,5-1 - Heeft grote invloed op de te genereren diagnose (= pathognomonische test). - Belangrijke test, duidelijke invloed op diagnose. - Geringe maar klinisch soms belangrijke invloed. - Weinig relevante test.

VALIDITEIT : Er worden 127 patiënten met schouderpijn onderzocht, 89 mannen en 38 vrouwen met een gem. leeftijd van 30,6 jaren (15-52). Bij alle patiënten wordt een klinische test afgenomen naar een SLAP letsel; tevens ondergaan alle patiënten een artroscopie. De klinische test was + bij 38 en bij 89 pt., van de 38 + pt. bleek bij artroscopie in 35 gevallen inderdaad sprake van een SLAP; van de 89 pt. bleken er bij artroscopie toch 4 een SLAP letsel te hebben. Maak een 2x2 tabel en bereken de waarden!

Voorkomen SLAP letsels: VALIDITEIT : Artroscopie + Artroscopie - Klinische test + 35 38 Klinische test - 4 89 127 Verder invullen + berekenen van de 6 waarden!

Voorkomen SLAP letsels: VALIDITEIT : Artroscopie + Artroscopie - Klinische test + 35 3 38 Klinische test - 4 85 89 39 88 127 De volledige vier-velden tabel (Zie Kim et al, blok 2, nr 6).

VALIDITEIT : Sensitiviteit: 35/39= 0,897. Specificiteit: 85/88= 0,966. VW+: 35/38= 0,921. VW-: 85/89= 0,955. LR+: 0,897/0,034= 26,4. LR-: 0,103/0,966= 0,11. RELEVANTE KLINISCHE TEST? JA!

Uitrekenen achterafkans m.b.v. Likelihood ratio (LR): Voorafkans = de (geschatte) prevalentie van de aandoening. Vooraf OR (Odd s Ratio)= voorafkans / (1 voorafkans). Achteraf OR = Vooraf OR x LR+. Achterafkans = Achteraf OR / (1+achteraf OR) Bij een verifiërende klinische test dient, bij een + test, de achterafkans (fors) groter te zijn dan de voorafkans.

VALIDITEIT & LR+ : Nomogram om de achterafkans simpel vast te stellen door de (geschatte) voorafkans te verbinden met de LR+ en vervolgens op de re lijn de achterafkans te zien.

2: Diagnostische studies, statistiek en KR: een patiënt met SIS (Subacr. Impingement) 0% 25% 50% 75% 100% voorafkans

Welke verifiërende klinische test is zinvol? Na de anamnese en de oservatie is de voorafkans op SIS 25%. De therapeut kiest een verifiërende test met een grote LR+. 0% 25% 50% 75% 100% voorafkans

Zo hoort het!! Na de anamnese en de observatie is de voorafkans op SIS 25%. De therapeut kiest een verifiërende test met een grote LR+. Na een + test is de achterafkans toegenomen tot 75%. 0% 25% 50% 60% 75% 100% voorafkans besluit achterafkans

Boek met diagnostische tests: met nadruk op klinische relevantie.

Boek met diagnostische tests: met nadruk op methodologische relevantie.

3. Indeling klinische tests. Screenende tests. Validerende tests. Excluderende tests. Reductie tests. Mechanisme tests. Helpt dat de keuze voor een klinische test te verbeteren? Wordt KR beter?

Stappenplan bij onderzoek SCH patiënt. 1. Onderzoek gericht op medische classificatie: specifiek ( rode vlag ) versus niet-specifiek (indeling HA!). 2. Vaststellen of sprake is van een biomechanisch patroon (eventueel in combinatie met een inflammatoir patroon) 3. Substraat 1: Vaststellen van een ICD aandoening (medisch); zoals frozen shoulder, peesruptuur, labrum, artritis. 4. Substraat 2: Vaststellen FT beeld. Zoals: secundair impingement, actieve GH instabiliteit, myofasciaal, CTO-thor. 5. Onderzoek naar kinesio-pathologische beelden: reductietests, SSMP s, MWM. 6. Onderzoek alg. mechanismen die SCH pijn in stand houden zoals segm. sensitisatie, slecht bewegen, core instability. 7. Onderzoek gele, oranje, blauwe en zwarte vlaggen. 8. Vaststellen of fysieke / geestelijke conditie voldoende is.