Toets_Hfdst4_NederlandEnHetWater

Vergelijkbare documenten
De plek waar de zee als een brede rivier het land instroomt. Al het werk dat gedaan is om het Deltaplan uit te voeren.

De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden.

1 Het gevaar van water

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 4. 1ste druk

Nederland Waterland Basisonderwijs

Nederland, waterland

Laag Nederland ligt lager dan 1 meter boven NAP. De zee heeft een belangrijke rol gespeeld bij de opbouw van het land.

THIS IS HOLLAND IN DE KLAS / LES 4 - WERKBLAD 1

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4: Rivieren en Kust

Paragraaf 2 hoe de rivier werkt

WHAT S UP ZUIDERZEELAND? AARDRIJKSKUNDE, THEORETISCHE OPDRACHT

2 rivieren: natuurlijke systeem

- Op de terugweg hiervan kwamen ze op één punt bijeen, Utrecht. ( auto s)

Daarnaast wordt er ook nog onderscheid gemaakt in de soort rivieren. Ook hier zijn er drie van:

Lesbrief DIJKEN BOUWEN OPDRACHT 1 - EEN DIJK VAN EEN GESCHIEDENIS. Van ijs tot water

De Geo. 3 havo/vwov Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk ste druk

THIS IS HOLLAND IN DE KLAS / LES 3 - WERKBLAD 1

Deel 1 Toen en nu 13

De Oosterscheldekering. Stormvloedkering in de Oosterschelde

Competentie: Leergebied: Zuid Nederland. Reflectie

Lesbrief DIJKEN BOUWEN OPDRACHT 1 - EEN DIJK VAN EEN GESCHIEDENIS. Van ijs tot water

De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden.

Lesbrief. Dijken. Kijken naar dijken. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

De Waterstanden. Kunstwerk in het kader van het project Nederland leeft met water. Zeezeilen i.s.m. horst4dsign 2016

o Heuvelachtig o Platteland o Boven zeeniveau o Plat o Stad o Onder zeeniveau

Overstromingen en wateroverlast

TULE inhouden & activiteiten Oriëntatie op jezelf en de wereld - ruimte. Kerndoel 48. Toelichting en verantwoording

Watersnoodramp 1953 hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

AANSLUITING CURRICULUMVOORSTEL WATEREDUCATIE GROEP 7-8

Samen werken met water

Doel van de informatiebijeenkomst

Zeespiegelstijging in deltagebieden. Nascholing NLT module

Een wal van zand, klei of steen die mensen beschermt tegen hoog water. De plek waar het rivierwater in de zee uitkomt.

Kustverdediging vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Onze waterkeringen. Werken aan veiligheid bij stormen

Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk

Naar veilige Markermeerdijken

WHAT S UP ZUIDERZEELAND? AARDRIJKSKUNDE, THEORETISCHE OPDRACHT

Toepassing van onderwaterdrains in stad en land: mogelijkheden en kansen

Noord-Hollandse toplandschappen route km

IJsselDelta. Wat zou er gebeuren wanneer het IJsselmeer en Markermeer. opnieuw in open verbinding komen te staan met de zee?

Module Het Rivierengebied

Een veilig, aantrekkelijk en. economisch sterk. Wadden- en IJsselmeergebied. Luc Kohsiek Dijkgraaf Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Daarom luidt onze hoofdvraag: "Wat zijn de Zuiderzeewerken, Waarom zijn ze er en Wat hebben ze opgeleverd?"

Jeroen Zomer, beleidsadviseur landschap en cultuurhistorie DE LANDSCHAPSGESCHIEDENIS VAN NOORD-HOLLAND OVER LANDSCHAPSDYNAMIEK EN ENERGIELANDSCHAPPEN

Post I. A: Oude duinen B: Zeekleilandschap. Bodemgebruik: A: Bos. B: Grasland

Zoekopdrachten bij Het water komt. **

Watermanagement en het stuwensemble Nederrijn en Lek. Voldoende zoetwater, bevaarbare rivieren

Ik heb gekozen voor vier gemeenschappelijke deelvragen, deze behandel ik per landschap.

Voorwoord Hoofdstuk 1 Algemene gegevens Hoofdstuk 2 De oorzaken Hoofdstuk 3 De gevolgen Hoofdstuk 4 Hulp...

Curriculumvoorstel watereducatie

Aardrijkskunde Toets. Leontine Helmer. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Dynamische Delta. Bewoonbaar, leefbaar en veilig door natuurlijke processen.

Lesbrief DIJKEN BOUWEN OPDRACHT 1 - EEN DIJK VAN EEN GESCHIEDENIS. Van ijs tot water

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie

Samenvatting Aardrijkskunde H1 en 2 Nederland verandert

2.2.1 Noordelijke kust

Werkstuk Geschiedenis Watersnoodramp 1953

Praktische opdracht Aardrijkskunde het Nederlands Landschap

Praktische opdracht Aardrijkskunde Deltawerken

Model 1, Kust. 1 Intro

Vraag 1b. Wat was de oorzaak van deze ramp? Vraag 1a. In welke provincie was de Watersnoodramp van 1953? ...

AK samenvatting H4. Het stroomstelsel is de hoofdrivier met alle zijtakken, het bestaat uit drie delen:

Deltaprogramma Bijlage A. Samenhang in het watersysteem

Kaart 13: Afwateringsgebieden. Afwateringsgebieden. Legenda. IJsselmeer IJsselmeer bij bijzondere omstandigheden

Lastige woorden 5.1. Wonen en werken. de tentoonstelling Een verzameling van bijzondere dingen. Mensen kunnen dit komen bekijken.

Verkiezingsprogramma van de VVD voor de verkiezing van het Algemeen Bestuur van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Samenvatting Nederland ABC

Werken aan een waterveilig Nederland. Project Afsluitdijk

Ruimte voor de rivier de IJssel

Bo02 Hammarby Sjöstad, Stockholm, Sweden atelier GROENBLAUW, Madeleine d Ersu

Opdrachten bij de tentoonstelling over het NAP

Kustlijn van de Noordzee

Samenvatting Aardrijkskunde Nederland als leefomgeving 01 - "Actuele vraagstukken van overstromingen en wateroverlast in NL"

De Ouderenpartij NH maakt zich ernstig zorgen over de hoogwaterveiligheid Den Oever/Afsluitdijk/Kornwerderzand

Toets_Hfdst2_WeerEnKlimaat

WHAT S UP ZUIDERZEELAND? AARDRIJKSKUNDE, THEORETISCHE OPDRACHT

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4

Het Nederlandse landschap. Rianne van den Braak. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

ri j\, jtaat direct ie zu iderzeewer ken lelystad

Het probleem is: 160 miljard. September2009 (niet ingewerkt in het Technisch rapport 2003) September2009

3 havo 4 water, 2 t/m 4

Lesbrief De Meerpolder 400 jaar:

Toets_Hfdst10_BronnenVanEnergie

Nederland, land van betekenis. Nederland waterland

De Geo H3 Nederland duurzaam: energie en water 3.1 Energie en klimaatverandering Energie de kracht die dingen laat werken aardgas Slochteren

Geohydrologie van Flevoland - Houden we voldoende zoet water?

Beheer- en Ontwikkelplan voor de Rijkswateren Publiekssamenvatting. Werken aan een robuust watersysteem

Werken aan een waterveilig Nederland. Project Afsluitdijk

KNAG-excursie Aardkundige monumenten in Noord-Holland

Systeem Rijn-Maasmond Afsluitbaar Open

DELTAWERKEN. 32 ANWB Special Wandelen 2015 ANWB Special Wandelen _WND15_NED_Deltawerken.indd :16

Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014

De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden.

Kwelder. Woordenboekspel. Spel. VO onderbouw

Opdrachten bij de tentoonstelling over het NAP

Samen werken met water

De waardering voor en de perceptie van problemen, oplossingen en verantwoordelijkheden rondom veenweide onder het Nederlandse publiek in kaart

Zandhonger. Kerend Tij Innovatie Competitie Hydrodynamische innovatie van de stormvloedkering Oosterschelde. 19 september 2002

WATER TECHNOLOGY NATURE PEOPLE. Language: Dutch

Transcriptie:

Toets_Hfdst4_NederlandEnHetWater Vragen Samengesteld door: visign@hetnet.nl Datum: 31-1-2017 Tijd: 11:05 Samenstelling: Geowijzer Vraag: 17, 17, 18, 18, 18, 19, 19, 20, 20, 20, 21, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 26, 26, 26, 27, 27, 27, 28, 28, 28, 28, 29, 29, 30, 31, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 41, 42, 43 Noordhoff Uitgevers www.toetsopmaat.nl Pagina 1

Noordhoff Uitgevers www.toetsopmaat.nl Pagina 2

Vraag: 1 Wat betekent NAP? a. Nederlands Amsterdams Peil b. Nieuw Nederlands Peil c. Nieuw Amsterdams Peil d. Normaal Amsterdams Peil Vraag: 2 Welke processen leiden in Nederland tot bodemdaling? a. zeespiegelstijging b. het enorme gewicht van het ijs c. opheffing van Scandinavië na het Weichselien d. inklinking e. aardgaswinning f. oxidatie van veen Vraag: 3 Ten behoeve waarvan werden de IJsselmeerpolders in de eerste plaats drooggemalen? a. voor de veiligheid b. als landbouwgrond c. als recreatiegebied d. als woongebied e. als geldbelegging Vraag: 4 Ten behoeve waarvan werden de IJsselmeerpolders in de eerste plaats drooggemalen? Noordhoff Uitgevers www.toetsopmaat.nl Pagina 3

a. voor de veiligheid b. als landbouwgrond c. als geldbelegging d. als woongebied e. als recreatiegebied Vraag: 5 Hieronder staat de volgorde waarin de Zuiderzeewerken gereed zijn gekomen. Wieringermeerpolder Afsluitdijk Noordoostpolder Oostelijk Flevoland Zuidelijk Flevoland. Klopt deze volgorde? a. Ja b. Nee Vraag: 6 Wat is een kwelder? Bron: Rijkswaterstaat a. een bedijking b. een polder c. een aanwas d. een soort strandwal voor de kust e. een stuk aangeslibd land dat vrijwel nooit meer onder water loopt Noordhoff Uitgevers www.toetsopmaat.nl Pagina 4

Vraag: 7 Welke van de volgende bouwwerken behoort/behoren tot de Deltawerken? a. Hartelkering b. Algerakering in de Hollandse IJssel c. Maeslantkering d. Oosterscheldekering e. Brouwerdam f. Hondsboschezeewering g. Houtribdijk (dijk tussen Lelystad en Enkhuizen) h. Biesboschkering Vraag: 8 Welke van de onderstaande beweringen is/zijn juist? a. De Maeslantkering maakt onderdeel uit van de Europoortkering. b. De Hartelkering maakt onderdeel uit van de Europoortkering. c. De Oosterscheldekering is een normale dam. d. De Grevelingendam is een secundaire dam. e. De Brouwerdam is een secundaire dam. f. De Brouwersdam is een normale dam. Vraag: 9 Beoordeel de volgende stelling. Stelling: Bij de uitvoering van het Deltaplan werden eerst primaire dammen aangelegd om de stroming rondom de eilanden te stoppen. Daarna konden de secundaire dammen worden aangelegd. a. Deze stelling is juist. b. Deze stelling is onjuist. Noordhoff Uitgevers www.toetsopmaat.nl Pagina 5

Vraag: 10 Beoordeel de volgende stelling. Stelling: Het plan dat direct na de overstromingen van 1993 en 1995 werd ontwikkeld, is het Deltaplan Grote Rivieren. a. Deze stelling is juist. b. Deze stelling is onjuist. Vraag: 11 Welke van onderstaande beweringen is/zijn juist? a. Het tijdelijk opslaan van water in bergingspolders gebeurt om te voorkomen dat er een tekort aan drinkwater ontstaat. b. De aanleg van stalen damwanden in een dijk zijn een voorbeeld van dijkverbreding. c. Ontpolderen is het verwijderen van obstakels (zoals een oude steenfabriek) uit de uiterwaarden. d. Waterberging gebeurt door het vergraven van het gebied tussen de zomer- en de winterdijk. e. Zomerbedverlaging gebeurt onder andere door het uitbaggeren van de rivier. Vraag: 12 Welke omschrijvingen is/zijn juist? a. Het noorden van Nederland kent een waddenkust. b. Het zuiden van Nederland kent een estuariumkust. c. In Noord- en Zuid-Holland vinden we voornamelijk een gesloten duinenkust. Vraag: 13 Beoordeel de volgende stelling. Stelling: Tot 1990 werd het duinzand vastgehouden door het aanbrengen van stuifschermen en het inplanten van helmgras. Het huidige dynamisch kustbeheer maakt gebruik van zandsuppletie om de kustlijn van 1990 te kunnen handhaven. a. Deze stelling is juist. Noordhoff Uitgevers www.toetsopmaat.nl Pagina 6

b. Deze stelling is onjuist. Vraag: 14 Waar horen de volgende begrippen bij? bebouwde floodplains ontbossing klimaatverandering. a. vervuild water b. te weinig water c. te veel water Vraag: 15 Waar horen de volgende begrippen bij? bilharzia geen riool koelwater van een centrale a. vervuild water b. te veel water c. te weinig water Vraag: 16 Beoordeel de volgende stelling. Stelling: 'Ruimte voor de rivier' was het vervolgplan op de Deltawerken. a. Deze stelling is juist. b. Deze stelling is onjuist. Vraag: 17 Noordhoff Uitgevers www.toetsopmaat.nl Pagina 7

Welke processen leiden in Nederland tot bodemdaling? a. aardgaswinning b. het enorme gewicht van het ijs c. zeespiegelstijging d. inklinking e. oxidatie van veen f. opheffing van Scandinavië na het Weichselien Vraag: 18 Welke stelling(en) is (zijn) juist? Stelling 1: De droogmakerijen in de provincie Flevoland zijn polders. Stelling 2: De droogmakerijen in Noord-Holland, zoals de Beemster, Schermer en Purmer, zijn polders. a. Alleen stelling 1 is juist. b. Alleen stelling 2 is juist. c. Beide stellingen zijn juist. d. Beide stellingen zijn onjuist. Vraag: 19 Beoordeel de volgende stelling. Bron: www.normaalamsterdamspeil.nl Stelling: Normaal Amsterdams Peil is de gemiddelde waterstand van de voormalige IJ bij Amsterdam. We praten over het gemiddelde van eb en vloed toen de IJ nog een open verbinding had met zee. a. Deze stelling is juist. b. Deze stelling is onjuist. Vraag: 20 Waarvoor waren bij de Deltawerken de secundaire dammen nodig? a. Ze dienen als extra bescherming. b. Om achter de primaire dammen als extra bescherming te dienen. c. De dijken zouden ineenstorten (dijkval). d. Er zou anders springtij plaatsvinden achter de eilanden. Noordhoff Uitgevers www.toetsopmaat.nl Pagina 8

Vraag: 21 Beoordeel de volgende stellingen. Stelling 1: De droogmakerijen in de provincie Flevoland zijn polders. Stelling 2: Een polder is een omdijkt gebied waarbinnen de mens de hoogte van de waterstand regelt. a. Alleen stelling 1 is juist. b. Alleen stelling 2 is juist. c. Beide stellingen zijn juist. d. Beide stellingen zijn onjuist. Vraag: 22 Welke van de volgende stellingen is/zijn juist? a. De Flevopolders zijn voorbeelden van droogmakerijen. Op het jonge zeeklei zien we zowel akkerbouw als veeteelt. b. Rivierkleipolders liggen allemaal boven NAP. c. Op de bedijkingen in het noorden van Groningen zien we veel akkerland. d. Hoewel een veenpolder onder zeeniveau ligt, is er vrijwel altijd akkerland. Dit kan omdat de waterstand goed ter regelen is. De waterstand is hier ongeveer 75 cm beneden het maaiveld. Vraag: 23 Wat was de aanleiding voor de aanleg van de Zuiderzeewerken? a. uitbreiding van landbouwgrond b. de overstroming van 1916 c. meer ruimte voor woningbouw d. plannen van Cornelis Lely e. de overstroming van 1953 f. de aanleg van de Afsluitdijk g. springvloed Noordhoff Uitgevers www.toetsopmaat.nl Pagina 9

Vraag: 24 Waarom heeft men tussen Oostelijk Flevoland en het vaste land een meer gelaten? a. omdat anders het grondwater op het vaste land te veel zou zakken b. omdat men anders verzilting van de polder vreesde c. omdat anders het aangrenzende veen zou inklinken d. omdat dit handig was voor de toekomstige recreatieve functie Vraag: 25 Vergelijk de verschillende droogmakerijen in het IJsselmeer. Wat is juist? a. Het grondgebruik wordt in de loop van de tijd steeds diverser. b. Het aantal nederzettingen per polder neemt in de loop van de tijd toe. c. De recreatieve functie wordt in de loop van de tijd steeds belangrijker. d. De woonfunctie wordt in de loop der tijd steeds belangrijker. e. De droogmakerijen worden in de loop der tijd steeds groter. Vraag: 26 Wat was de aanleiding voor de aanleg van de Deltawerken? Bron: Rijkswaterstaat a. uitbreiding van landbouwgrond b. plannen van Leeghwater c. springvloed d. meer ruimte voor woningbouw e. de overstroming van 1953 f. de overstroming van 1916 Vraag: 27 Noordhoff Uitgevers www.toetsopmaat.nl Pagina 10

Waardoor werd de watersnoodramp van 1953 veroorzaakt? a. slechte toestand van de dijk b. zware noordwesterstorm c. springvloed d. doodtij e. zware zuidwesterstorm f. verkorting van de kustlijn Vraag: 28 Waar tref je in het gebied van de Deltawerken geen zout water aan? a. het Grevelingenmeer b. het Haringvliet c. de Oosterschelde d. de Westerschelde Vraag: 29 Waarvoor waren bij de Deltawerken de secundaire dammen nodig? a. Er zou anders springtij plaatsvinden achter de eilanden. b. Om achter de primaire dammen als extra bescherming te dienen. c. De dijken zouden ineenstorten (dijkval). d. Ze dienen als extra bescherming. Vraag: 30 Hoe heet het plan dat direct na de overstromingen van 1993 en 1995 werd ontwikkeld? a. Ruimte voor de Rivier b. Nederland leeft met water c. Deltaplan Grote Rivieren d. Rivierenplan Vraag: 31 Noordhoff Uitgevers www.toetsopmaat.nl Pagina 11

Wat is de meest juiste omschrijving van het begrip floodplain? a. een overstroomd gebied b. een gebied waar de vloed het land overstroomt c. het gedeelte van het strand dat overstroomt als het vloed wordt d. de overstromingsvlakte van een rivier Vraag: 32 Waarom is het 'Ruimte voor de Rivier'-beleid ingevoerd? a. zeespiegelstijging b. het verzakken van de dijken c. landdaling d. klimaatverandering e. de slechte kwaliteit van de dijken Vraag: 33 Wat gebeurt er met de dijken in het 'Ruimte voor de rivier'-beleid? a. dijkversteviging b. uiterwaardverlaging c. dijkverlegging d. dijkverhoging e. dijkverbreding Vraag: 34 Wat is de reden dat we steeds hogere en bredere zeedijken moesten bouwen? a. zeespiegelstijging b. landdaling c. het verzakken van de dijken d. de slechte kwaliteit van de dijken Noordhoff Uitgevers www.toetsopmaat.nl Pagina 12

Vraag: 35 Welke items behoren tot de zachte kust? Bron: Rijkswaterstaat a. Hondsbossche Zeewering b. stranden c. wadden d. dijken e. duinen Vraag: 36 Welke stelling(en) is (zijn) juist? Stelling 1: De regering handhaaft de kustlijn zoals die in 1990 was. Stelling 2: Bij het kustbeleid houdt men daarom het duinzand vast door het aanbrengen van stuifschermen en het inplanten van helmgras. a. Alleen stelling 1 is juist. b. Alleen stelling 2 is juist. c. Beide stellingen zijn juist. d. Beide stellingen zijn onjuist. Vraag: 37 Wat is verzilting? a. de toename van het zoutgehalte in het grond- en oppervlaktewater b. een verkeerde irrigatietechniek in de landbouw c. de toename van irrigatie in de tuinbouw d. een toename van arseen en kwik in het grond- en oppervlaktewater Vraag: 38 Wat wordt besproken tijdens een Wereld Water Forum? Noordhoff Uitgevers www.toetsopmaat.nl Pagina 13

a. de drinkwatercrisis b. te veel water c. de irrigatiewatercrisis d. het dreigende mondiale gebrek aan zout water e. het dreigende mondiale gebrek aan zoet water Vraag: 39 Wat zijn de belangrijkste oorzaken van grootschalige watersnoodrampen? a. klimaatverandering b. extreme regen c. irrigatielandbouw d. grootschalige ontbossing e. bedijking van floodplains f. verzilting Vraag: 40 Wat hoort bij het Deltaprogramma? a. rioleringen vergroten voor snelle afvoer van water b. zorgen voor voldoende zoet water c. overstromingen tegengaan d. verlagen van de grondwaterstand e. verdroging tegengaan Vraag: 41 Waar tref je in het gebied van de Deltawerken geen zout water aan? a. de Westerschelde b. het Haringvliet c. het Grevelingenmeer d. de Oosterschelde Vraag: 42 Noordhoff Uitgevers www.toetsopmaat.nl Pagina 14

Welke items behoren tot de zachte kust? Bron: Rijkswaterstaat a. dijken b. Hondsbossche Zeewering c. stranden d. wadden e. duinen Vraag: 43 Wat wordt besproken tijdens een Wereld Water Forum? a. het dreigende mondiale gebrek aan zoet water b. te veel water c. de drinkwatercrisis d. de irrigatiewatercrisis e. het dreigende mondiale gebrek aan zout water Noordhoff Uitgevers www.toetsopmaat.nl Pagina 15