EENMANSZAAK DEEL 1 Periode 3 en 4
HOOFDSTUK 1 Geld lenen kost geld Intrest (ook wel rente genoemd) is de vergoeding die je betaalt aan de gene die jou het geleende bedrag ter beschikking stelt. Intrest voor de verlener is een vergoeding, voor de lener zijn het kosten Intrest wordt betaald over het bedrag aan schuld dat je in de periode hebt gehad. Door een intrestbetaling neemt je schuld niet af
OPDRACHT 1 Carla heeft op 1 januari 2011 een lening afgesloten van 3000 tegen een rente van 6% per jaar. De lening heeft een looptijd van 3 jaar. Op het eind van elk jaar wordt er 1000 afgelost en tevens de rente over het afgelopen jaar betaald. 6% 1/12011 1/12012 1/12013 1/12014 Jaar Restschuld 1/1 intrest aflossing Restschuld 31/12 2011 3000 180 1000 2000 2012 2000 120 1000 1000 2013 1000 60 1000 0 Schuld: 3000 Schuld: 2000 31/12/2011 Afl: 1000 intrest: 6% over 3000 = 180 Schuld: 1000 31/12/2012 Afl: 1000 intrest: 6% over 2000 = 120 Schuld: 0 31/12/2013 Afl: 1000 intrest: 6% over 1000 = 60
ANNUÏTEITEN LENING Om de lening terug te betalen betaal je gedurende de afgesproken periode elke maand een gelijk bedrag. Deze periodieke betaling heet een annuïteit en bestaat uit een: Rente deel Aflossingsdeel Aan het begin van de looptijd bestaat de periodieke betaling uit een groter rente deel dan aflossingsdeel. Vaak gebruikt bij de onderstaande leningen: Persoonlijke lening Hypotheek Doorlopend krediet
TYPEN HYPOTHECAIRE LENINGEN Lening met onroerend goed als onderpand Zakelijk zekerheidsrecht op het onroerend goed van een ander Dient als onderpand: kan de geldnemer niet betalen, mag de geldgever dit verhalen op de opbrengsten van het onroerend goed. Hoe langer de rente vaste periode, hoe hoger de rentepercentage Hypotheek is daarmee gedekt krediet Ongedekt krediet: blanco krediet. Er is geen onderpand voor de lening. In hoofdstuk 1 hebben we het over de lasten van de gewone burger. Deze moet je niet opvatten als kosten. Bij de profit en non-profit organisaties is de aflossing geen last (kosten), het is immers alleen het terugbetalen van de schuld
Maal opgave 8 LINEAIRE HYPOTHECAIRE LENING Elk jaar wordt een vast bedrag afgelost Elk jaar wordt rente betaald over het nog niet afgeloste deel In een grafiek zie je een dalende lijn zijn. De lasten worden elk jaar kleiner. Looptijd
Maal opgave 9 SPAARHYPOTHEEK Gedurende de looptijd wordt niets afgelost Rente wordt gedurende de looptijd over de totale hypotheekbedrag betaald Maximale fiscale aftrek (hypotheekrenteaftrek bij de inkomstenbelasting) Naast rente betaal je maandelijks een verzekeringspremie Deze bestaat uit spaarpremie (kapitaal twv hoofdsom wordt bij elkaar gespaard) En een verzekeringspremie tegen overlijden De spaarhypotheek is per 1-1-2013 niet meer aftrekbaar voor mensen die een nieuwe hypotheek afsluiten en zal dus verdwijnen
Maal opgave 10 ANNUÏTEITEN HYPOTHEEK Het totale bedrag dat betaald wordt blijft gedurende de gehele looptijd gelijk Aan het begin van de looptijd bestaat de annuïteit voornamelijk uit rente, aan het einde van de looptijd voornamelijk uit aflossing
Maak opgaven 11 t/m 34 ENKELVOUDIGE EN SAMENGESTELDE INTREST ENKELVOUDIGE INTREST Intrest wordt steeds berekend over de hoofdsom Hoofdsom is een ander woord voor kapitaal (oorspronkelijk geleend bedrag/gespaard bedrag) Intrest percentage is steeds voor een jaar Formule eindwaarde: K = k + (k 1 n) SAMENGESTELDE INTREST Intrest wordt steeds berekend over de hoofdsom + intresten over de eerdere jaren Rente over rente Eindwaarde: K + =)K, (1 + -.,, )+ Eindwaarde = K + Beginwaarde = K, Contante waarde = K, Kapitaal = k Intrest = i Periode = n Perunage = percentage /100
EINDWAARDE V.S. CONTANTE WAARDE EINDWAARDE Wat is het spaarbedrag of lening in de toekomst waard Bijvoorbeeld: ik stort nu 1000 op mijn spaarrekening tegen 3% rente. Hoeveel heb ik dan over 7 jaar? K + = K, (1 + -.,, )+ CONTANTE WAARDE Rekenkundig: het omgekeerde van de berekening van de eindwaarde Wat is een vast bedrag in de toekomst op dit moment (contant in de hand) waard, rekening houdend mrt samengestelde intrest Bijvoorbeeld: over 5 jaar wil je 1000 gespaard hebben. Hoeveel moet je nu op je rekening zetten om bij 2,5% rente dat te bereiken? K, = / 0 (.1 2 344 )0
OEFENSOMMEN Samengestelde intrest
Voorbeeld 1: Bereken de eindwaarde van een kapitaal van 1.000,- dat gedurende 5 jaar tegen 3 % samengestelde interest per jaar uitstaat. 3% p.j 1.000,-? 1 2 3 4 5 Berekening: 1.000,- x 1,03 5 = 1.159,27 K + = K, (1 + P 100 )+ Eindwaarde = K + Beginwaarde = K, Contante waarde = K, Kapitaal = k Intrest = i Periode = n Perunage = percentage /100
Voorbeeld 2: Een kapitaal van 2.000,- staat gedurende 3 jaar uit tegen 4 % samengestelde interest per jaar en vervolgens 2 jaar tegen 3 % samengestelde interest per jaar. Bereken de eindwaarde van dit kapitaal na 5 jaar. 4% p.j 2.000,-? 1 2 3 4 5 Berekening: 2.000,- x 1,04 3 x 1,03 2 = 2.386,74 K + = K, (1 + P 100 )+ Eindwaarde = K + Beginwaarde = K, Contante waarde = K, Kapitaal = k Intrest = i Periode = n Perunage = percentage /100
Voorbeeld 3: Een kapitaal van 4.000,- werd op 1 januari 2003 tegen 4 % samengestelde interest per jaar uitgezet. Bereken de gekweekte interest van de periode 1 januari 2005 tot en met 31 december 2007. 4% p.j 4.000,-? 2003 2004 2005 2006 2007 Berekening: 4.000,- x 1,04 5 = 4.866,61 4.000,- x 1,04 2 = 4.326,40 Interest 540,21 K + = K, (1 + P 100 )+ Eindwaarde = K + Beginwaarde = K, Contante waarde = K, Kapitaal = k Intrest = i Periode = n Perunage = percentage /100
Voorbeeld 1: Bereken de contante waarde (beginwaarde) van een kapitaal dat gedurende 5 maanden tegen 0,5 % samengestelde interest per maand was uitgezet. De eindwaarde bedroeg 2.000,-. 0,5% p.m? 2.000,- 1 2 3 4 5 Berekening: 2.000,- / 1,005 5 = 1.950,74 K, = K + (1 + P 100 )+ Eindwaarde = K + Beginwaarde = K, Contante waarde = K, Kapitaal = k Intrest = i Periode = n Perunage = percentage /100
Voorbeeld 2: Een kapitaal heeft gedurende 2 jaar tegen 4 % samengestelde interest per jaar uitgestaan en vervolgens 4 jaar tegen 1 % samengestelde interest per kwartaal. De eindwaarde bedraagt 36.000,-. Bereken de contante waarde.? 4% p.j 1% p.j 36.000,- 1 2 3 4 5 6 Berekening: 36.000,- / 1,01 16 / 1,04 2 = 28.385,32 Eindwaarde = K + K, = K + (1 + P 100 )+ Beginwaarde = K, Contante waarde = K, Kapitaal = k Intrest = i Periode = n Perunage = percentage /100
Voorbeeld 3: Iemand heeft 500,- en wil over 5 jaar 600,- tot zijn beschikking hebben. Hij stort het geld op een rekening bij de bank. Hoe hoog moet het interestpercentage bij de bank zijn om van het beginbedrag 600,- te maken??% p.j 500 600,- 1 2 3 4 5 500 = 600 / (1+?)^5 1,2 = (1+i)^5 1,2^(1/5)=1,037 (=1+i) i=0,037 3,7% K, = K + (1 + P 100 )+ Eindwaarde = K + Beginwaarde = K, Contante waarde = K, Kapitaal = k Intrest = i Periode = n Perunage = percentage /100
TIPS: Lees goed of je enkelvoudige intrest of samengestelde intrest moet berekenen. Stel vast of je de contante waarde of de eindwaarde moet berekenen. Schrijf de juiste formule op Vat de som samen in de tijdlijn Los de som stapsgewijs op
EXTRA UITLEG YOUTUBE Verschil enkelvoudige intrest (e.i) en samengestelde intrest (s.i) https://www.youtube.com/watch?v=a8rhiosobw0&list=pl81mtaim_itoma0cpviwm3cnq9ctnqslt Eindwaarde kapitaal bij samengestelde intrest https://www.youtube.com/watch?v=gssbfebvdpi&index=2&list=pl81mtaim_itoma0cpviwm3cnq9ctnqslt Contante waarde kapitaal bij samengestelde intrest https://www.youtube.com/watch?v=xeaqqskh7v0&index=3&list=pl81mtaim_itoma0cpviwm3cnq9ctnqslt Eindwaarde van een rente bij samengestelde intrest https://www.youtube.com/watch?v=7p1t7_-fj6i&list=pl81mtaim_itoma0cpviwm3cnq9ctnqslt&index=4 Contante waarde van een rente bij samengestelde intrest https://www.youtube.com/watch?v=7p1t7_-fj6i&list=pl81mtaim_itoma0cpviwm3cnq9ctnqslt&index=4 Hoe vul je een tijdlijn in https://www.youtube.com/watch?v=gcerdmilmgq