Structuur van het kwalificatiedossier

Vergelijkbare documenten
Landelijke Kwalificaties MBO

LEESWIJZER KWALIFICATIEDOSSIERS Laboratoriumtechniek

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Middelbaar beroepsonderwijs (zie verder uitleg na dit schema) Beroeps Opleidende Leerweg (zie verder uitleg na dit schema)

TOETSINGSKADER KWALIFICATIESTRUCTUUR MBO

Toetsingskader kwalificatiestructuur mbo

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Vertaaldocument huidig format naar verbeterd format kwalificatiedossier Toezicht en veiligheid ECABO

[naam kwalificatiedossier ]

1. Algemene informatie over kwalificatie

Vertaaldocument huidig format naar verbeterd format kwalificatiedossier Medewerker Beheer ICT ECABO

Kwalificaties voor competentiegericht beroepsonderwijs

Toetsingskader kwalificatiestructuur mbo

Kwalificatieprofiel Schaatsbegeleider niveau 1

Aanpassingen begrippenlijst in de maand maart 2015

Vertaaldocument huidig format naar verbeterd format kwalificatiedossier ICT-beheer ECABO

Vragen over de competentiegerichte kwalificatiestructuur

1. Algemene informatie over kwalificatie

Vertaaldocument huidig format naar verbeterd format kwalificatiedossier Applicatieontwikkelaar ECABO

* Naamswijziging heeft plaatsgevonden m.i.v Vertaaldocument PDR, juni 2007 Pagina 1 van 9

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

[naam cross-over kwalificatie] Crebonr. [...]

Kwalificerend examineren in competentiegericht beroepsonderwijs

Vertaaldocument huidig format naar verbeterd format kwalificatiedossier Vrede en veiligheid ECABO

[naam kwalificatiedossier] Crebonr. [..]

[naam kwalificatiedossier ] Crebonr. [..]

Ministerie van OCW Mevrouw J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart Postbus BJ DEN HAAG W Zoetermeer, 31 mel 2010

Onderbouwing model kwalificatiedossier. Versie: 12 december 2014

Beroepsvereisten in kwalificatiedossiers, een stappenplan

Wielertrainer 2 Kwalificatieprofiel

Vanuit het Albeda College een korte toelichting op de producten CCB en de deelnemers aan de opleiding Jeugdopbouwwerker

kkelingg mbo,, en Voor kwalificatiedosk 1 november 2013 Totaal aantal pagina' 's: 32

Kwalificatie profiel Wielertrainer 2. Annelies Martijn Wieleracademie

De Vlaamse kwalificatiestructuur

Academie voor Sportkader. Kwalificatieprofiel Wedstrijdadministratie (Official 2)

Algemene informatie over kwalificatie

Examenprofiel mbo Zakelijke dienstverlening Orde & Veiligheid ICT

Eisen mbo-certificaat. Ondersteuning thuis

1. Algemene informatie over kwalificatie

Keuzedeel mbo. 3D-tekenen. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0280

Beroepspraktijkvorming op de werkvloer

Medewerker mode/maatkleding

1. Algemene informatie over kwalificatie

Landelijke Kwalificaties MBO. DTP-er

Kwalificatiedossier. Assessor

KWALIFICATIESTRUCTUUR SPORT IJSHOCKEYTRAINER/COACH 1 (Teambegeleider) KWALIFICATIEPROFIEL

Visie op examinering. Visie op examinering, 21 april

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Informatie opleidingsstandaard voor de EVC procedure. Logistiek teamleider

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

KWALIFICATIESTRUCTUUR SPORT 2012

De Vlaamse kwalificatiestructuur

Instructies bij de ontwikkeling van kwalificatiedossiers mbo, keuzedelen en verantwoordingsinformatie

Model kwalificatiedossier. Versie: 1.0, 11 december 2014

Verdieping sociale zekerheid

Landelijke Kwalificaties MBO. DTP-er

Beroepspraktijkvorming op de werkvloer

Bereiden en aseptisch handelen

nummer Chauffeur goederenvervoer Chauffeur goederenvervoer Akkoord Voorzitter Examencommissie Vastgesteld namens het College van Bestuur

p/a Structuurbaan 2, 3439 MB Nieuwegein Let op: ook invullen in voettekst vanaf blz. 2. Let op: ook invullen in voettekst vanaf blz. 2.

Begrippenlijst. Basisdeel. Basisregister Onderwijs (BRON) Aanpassingen begrippenlijst 1 augustus certificaatmodel. monitor keuzedelen

Assistent medewerker voedsel en leefomgeving

Kwalificatieprofiel Squash Trainer 2

Beroepspraktijkvorming op de werkvloer

Beroepspraktijkvorming op de werkvloer

UITWERKING webcase ik en ondernemend leren

Competentieprofiel Afstudeerscriptiebegeleider Praktijkopleiding RA

8 JUNI Het wijzigingsbesluit is opgebouwd uit artikelen (I t/m VI), een algemene toelichting en een artikelsgewijze

Veranderdocument Kwalificatiedossier Mbo-Verpleegkundige ten opzichte van VP

Examenplan entreeopleiding: Assistent plant of (groene) leefomgeving. Crebocode: 25258

Medewerker mode/maatkleding

Leeswijzer bij de matrix van het Nederlands nationaal kwalificatiekader voor levenlang leren, het NLQF

Instructie student. Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl

Instructies bij de ontwikkeling van kwalificatiedossiers mbo, inclusief keuzedelen en verantwoordingsinformatie

CMV volleybaltrainer 2

Medewerker operationele techniek

Informatie opleidingsstandaard voor de EVC procedure. Praktijkopleider

Achtergrond: rating ten behoeve van route 2

Handreiking: Uitleg begrippen vmbo-mbo

Landelijke Kwalificaties MBO. DTP-er

Assemblagetechnicus Beroepscompetentieprofiel

Beroepspraktijkvorming op de werkvloer

Verantwoordingsinformatie, behorend bij het kwalificatiedossier mbo: Apothekersassistent. Profielen. Apothekersassistent

Medewerker mode/maatkleding

Landelijke Kwalificaties MBO. DTP-er

Medewerker mode/maatkleding

Kwalificatiestructuur Sport Kwalificatieprofiel Leider Sportieve Recreatie 2

Zelfstandig werkend kok 95420

Werken op de internationale arbeidsmarkt

Model Checklist voor beoordelen kwaliteit kwalificatiedossiers brandweerfuncties. Versie: 11 december 2014

Landelijke Kwalificaties MBO. Dakdekker

Wielertrainer 3. Kwalificatieprofiel

Examenprofiel mbo PMLF

Manager/ondernemer horeca 90303

Verkoopleider Bedrijfsauto s Beroepscompetentieprofiel

Veranderdocument Kwalificatiedossier Verzorgende-IG ten opzichte van dossier Verzorgende-IG

Assisteren bij zorg en welzijn

Beroepspraktijkvorming op de werkvloer

Landelijke Kwalificaties MBO. Schoonmaak en Glazenwassen

1. Centraal Examenreglement Beroepsopleidingen ROC Mondriaan

Transcriptie:

Structuur van het kwalificatiedossier deel A van het kwalificatiedossier deel B van het kwalificatiedossier deel C van het kwalificatiedossier deel D van het kwalificatiedossier Deel A bevat een voor alle geïnteresseerden goed leesbare en korte beschrijving van de beroepengroep en de taken die de beroepsbeoefenaar/beroepsbeoefenaren uitvoert/uitvoeren en de competenties die daarbij nodig zijn. In deel B, de kwalificaties, worden op hoofdlijnen de diplomaeisen beschreven. Deze eisen geven weer wat de gediplomeerde moet kunnen als hij/zij op de arbeidsmarkt start. Deel B wordt inhoudelijk door de minister van OCW/LNV vastgesteld, die daarbij ook constateert dat er een deel A, C en D aanwezig is. De vier delen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Na vaststelling door de ministers van OCW/LNV vormt deel B de wettelijke basis voor: - onderwijsinstellingen om onderwijs en examens vorm te geven - de inspectie en KCE voor het toezicht hierop In dit deel wordt de beroepsbeschrijving van deel B nader uitgewerkt ten behoeve van bijvoorbeeld ontwikkelaars van opleidingen. Deel C is inhoudelijk én methodologisch de uitwerking van deel B. Kiest een instelling ervoor deel C (gedeeltelijk) aan te passen, dan berust daar ook de verantwoording voor inspectie en KCE dat het aangepaste deel C beantwoordt aan dezelfde eisen van consistentie, volledigheid en juist gebruik van begrippen en definities als het oorspronkelijke deel C. Het is niet mogelijk kerntaken weg te laten, werkprocessen over te slaan of kruispunten te verwijderen of toe te voegen. In dit deel wordt toegelicht hoe het dossier tot stand is gekomen, worden de bronnen vermeld en worden de in het dossier gemaakte keuzen verantwoord. De toelichting en verantwoording hebben mede als doel te reflecteren op het ontwikkelproces. Daarnaast wordt in dit deel aandacht besteed aan het ontwikkelperspectief van het dossier in de vorm van een onderhoudsagenda. Kernbegrippen van de kwalificatiestructuur beroepengroep Beroepengroep is de gemeenschappelijke benaming voor alle beroepsuitoefeningen die in één kwalificatiedossier zijn opgenomen en uitgewerkt. Zie ook kwalificatiedossier.

beroeps(competentie)profiel branchevereisten brondocument certificeerbare eenheid clusteren competentie De (geformaliseerde en gestandaardiseerde) beschrijving van de beroepspraktijk van een volwassen beroepsbeoefenaar. Een beroeps(competentie)profiel komt tot stand op basis van onderzoek uit te voeren in de beroepspraktijk. Binnen een branche vastgestelde eisen waaraan een beginnend beroepsbeoefenaar moet voldoen om het beroep te kunnen uitoefenen. Door de minister wordt vastgesteld dat deze er zijn en dat ze gelden. In het dossier is aangegeven waar informatie over de branchevereisten te vinden is, bijvoorbeeld een website, een publicatie, etc. De branchevereisten hoeven niet in het dossier opgenomen te worden. Zie ook kwalificatiedossier De inhoud van een kwalificatiedossier is gebaseerd op de inhoud van vaste 'bronnen', dat wil zeggen beroeps(competentie)profielen en het document 'Leren, Loopbaan en Burgerschap'. Beide documenten zijn brondocumenten. Binnen een kwalificatiedossier kan een deel van de werkzaamheden in een bepaald beroep als Certificeerbare Eenheid worden onderscheiden, wanneer dat deel arbeidsmarktrelevantie heeft. Arbeidsmarktrelevantie wil zeggen dat iemand er betaald werk mee kan krijgen. Vaak zullen voor dit deel van het beroep ook aparte functiebenamingen bestaan. Aan een Certificeerbare Eenheid is een certificaat verbonden. Het certificaat is een op de arbeidsmarkt herkend en erkend bewijsstuk dat de betreffende persoon in staat is een afgebakend en samenhangend deel van werkprocessen afkomstig uit een (of meerdere) kerntaken uit te voeren en beschikt over de daarvoor noodzakelijke competenties. Op basis van verwantschap tussen beroepen wordt de inhoud van meerdere beroeps(competentie)profielen in één kwalificatiedossier samengevoegd. Deze verwantschap komt mede tot uiting in de overlap in de kerntaken van de beroeps(competentie)profielen. Competenties zijn ontwikkelbare vermogens van mensen waarmee ze in voorkomende situaties adequaat, gemotiveerd, proces- en resultaatgericht kunnen handelen. Competenties zijn samengesteld van karakter en relateren aan onderliggende vaardigheden, kennis en houding. Competenties krijgen pas betekenis in een context. Of iemand over de gevraagde competenties beschikt, wordt zichtbaar in gedrag dat, als één van de voorwaarden, leidt tot succes bij uitoefenen van het beroep. Zie ook het KBB-competentiemodel (powered by SHL).

complexiteit component diploma gewenst resultaat in- en doorstroomrechten Dit is een van de twee criteria die het niveau van de kwalificatie bepalen. Het geeft de mate aan waarin (beroepsmatige) handelingen gebaseerd zijn op de toepassing en het bedenken dan wel het combineren van (routinematige en standaard- )procedures. De complexiteit van de beroepssituatie wordt hier getypeerd naar de mate waarin routinematige of nietroutinematige procedures en van nieuwe oplossingsprocedures sprake is. Het andere criterium is verantwoordelijkheid. Dezelfde competentie kan - bij toepassing ervan in verschillende (beroeps)contexten - verschillende accenten hebben. Daarom (powered by heeft elke competentie in het KBB-competentiemodel SHL) een aantal componenten. Per situatie kan worden aangegeven op welke component(en) bij het aanwenden van de competentie het accent ligt. Componenten zijn verbijzonderingen en associaties van competenties. Zo kent de competentie 'Overtuigen en beïnvloeden' als componenten onder andere 'Indruk maken op anderen', 'Onderhandelen' en 'Overeenstemming nastreven'. De componenten maken het mogelijk preciezer aan te geven welk gedrag bij het toepassen van een bepaalde competentie in een bepaalde context (powered by SHL) gevraagd wordt. Zie ook het KBB-competentiemodel Het bewijsstuk dat een persoon heeft voldaan aan de eisen die in het door de minister van OCW/LNV vastgestelde kwalificatiedossier bij de uitstroom worden vermeld. In het dossier wordt over het diploma vermeld: - de naam van het diploma (gelijk aan de uitstroom) - het niveau eventuele schoolvermeldingen Een werkproces heeft een gewenst resultaat in termen van opbrengst of uitkomst waaraan de beroepsbeoefenaar bijdraagt, door het succesvol aanwenden van competenties bij de benodigde beroepshandelingen. Zie ook kwalificatiedossier en werkproces Voor Instroom- en doorstroomrechten worden de wettelijke bepalingen aangehouden zoals vermeld in: - de Doorstroomregeling VMBO-Beroepsonderwijs (ministerie van OCW, 2003) - WEB: Wet educatie en beroepsonderwijs (Staatsblad 501, 31 oktober 1995) - WHW: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, stb. 1992, 593)

KBB-competentiemodel (powered by SHL) kerntaak kruispunt Het KBB-competentiemodel (powered by SHL) is een consistent, samenhangend en geordend geheel van termen, die worden gebruikt bij het beschrijven van competenties in de kwalificatiedossiers. Het model kent 25 competenties. De inhoud van elke competentie is verbijzonderd aan de hand van componenten en gedragsankers. Het KBB-competentiemodel (powered by SHL) is voor de kenniscentra gemaakt door SHL, een internationaal werkende HRMorganisatie. Op basis van research en analyse van duizenden beroepen wereldwijd heeft SHL een Universal Competency Framework (UCF) ontwikkeld. Het KBB-competentiemodel (powered by SHL) is een voor de landelijke context van het beroepsonderwijs op maat gemaakte versie van dit UCF. Zie ook competenties en componenten. Een kerntaak is een substantieel deel van de beroepsuitoefening naar belang, omvang (tijdbeslag of frequentie) of beide. Een kerntaak bestaat uit een geheel van inhoudelijk met elkaar samenhangende werkprocessen, kenmerkend voor de beroepsuitoefening. Een kwalificatiedossier heeft een beperkt aantal kerntaken. Alle kerntaken samen beschrijven de essentie van de beroepsuitoefening van de betreffende beroepengroep. Kerntaken, werkprocessen en competenties vormen samen het hart van de beroepsbeschrijving in een kwalificatiedossier. Elke kerntaak heeft een proces-competentie-matrix waarin is aangegeven welke competenties moeten worden aangewend bij het uitvoeren van een werkproces van de betreffende kerntaak. Een kruispunt is de visuele weergave van de (beroeps)context waarin een competentie wordt toegepast. In de procescompetentie-matrix is het kruispunt het snijpunt van één werkproces met één competentie. Op één as van deze matrix staat de beroepscontext in de vorm van werkprocessen, op de andere as staan de competenties. Voor succesvolle uitvoering van een werkproces zijn meestal meerdere competenties nodig. De inhoud van elk kruispunt is gedetailleerd beschreven in deel C. De inhoud van het kruispunt bestaat uit de volgende elementen: - componenten (van de competenties) - één (en soms meer) prestatie-indicator(en) - vakkennis en vaardigheden Zie ook proces-competentie-matrix.

kwalificatie kwalificatiedossier kwalificatieniveau kwalificatieprofiel kwalificatiestructuur loopbaanperspectief De inhoud van het diploma, zoals beschreven in deel B als uitstroom en verder uitgewerkt in deel C per uitstroom. De op een gestandaardiseerde wijze beschreven collectie van kwalificaties. Een dossier met daarin opgenomen: - beeld van het beroep (deel A) - de kwalificaties (deel B) - uitwerking van de kwalificaties (deel C) - verantwoording (deel D) - beroepscompetentieprofielen - brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap N.B.: de laatste twee punten hoeven fysiek geen onderdeel van het dossier te vormen. Een kwalificatieniveau is een aanduiding van het niveau van beroepsuitoefening, gebaseerd op de mate van verantwoordelijkheid en complexiteit. Het middelbaar beroepsonderwijs kent 4 niveaus. De kwalificatieniveaus zijn geordend in een hiërarchische indeling parallel aan de Europese indeling van kwalificatieniveaus. Het geeft aan op welke niveaus gediplomeerde uitstroom mogelijk is. Zie ook niveau. Kwalificatieprofiel is de oude benaming voor kwalificatiedossiers. Alle experimentele dossiers ontwikkeld in het format juni 2004 hebben de naam kwalificatieprofiel. De dossiers ontwikkeld in het format van april 2006 en in gebruik vanaf schooljaar 2007/2008 zijn kwalificatiedossiers. Landelijk samenstel van alle vastgestelde kwalificatiedossiers. In het kwalificatiedossier geeft het onderdeel 'loopbaanperspectief' informatie over de beroepsmogelijkheden waarnaar iemand, die een bepaald diploma heeft behaald, kan doorgroeien. Er zijn ook beroepen, die geen aansluitende doorgroeimogelijkheden kennen. In die gevallen wordt vermeld naar welke andere beroepen deze beroepsbeoefenaren in de loop van de tijd (vaak) overstappen.

niveau Niveau 1 Rol en verantwoordelijkheid De beroepsbeoefenaar (assistent) vervult een assisterende/ondersteunende rol. De beroepsbeoefenaar is verantwoordelijk voor het opgedragen werk. Hij vraagt raad/advies bij wisselende of onverwachte omstandigheden. Zijn werk kent niet of nauwelijks afbreukrisico s. De beroepsbeoefenaar werkt onder toezicht. Hij ontvangt steeds instructies van zijn meerdere. Complexiteit De beroepsbeoefenaar verricht werk waarvoor standaardwerkwijzen gelden. Zijn werkzaamheden zijn van routinematig aard. Om zijn werk te doen beschikt de beroepsbeoefenaar over taakgerichte kennis en vaardigheden, die voor de uitoefening van het beroep nodig zijn. Niveau 2 Rol en verantwoordelijkheid De beroepsbeoefenaar (vakman) vervult een uitvoerende/ondersteunende rol. De beroepsbeoefenaar is verantwoordelijk voor zijn eigen werk. Hij vraagt raad/advies bij wisselende of onverwachte omstandigheden. In zijn werk is een geringe mate van afbreukrisico s mogelijk. De beroepsbeoefenaar werkt zelfstandig onder begeleiding of bij een (gesloten)/kortdurende opdracht werkt hij volledig zelfstandig. Hij ontvangt instructies van zijn meerdere. Complexiteit De beroepsbeoefenaar verricht werk waarvoor standaardwerkwijzen gelden. Zijn werkzaamheden zijn van routinematig aard. Om zijn werk te doen beschikt de beroepsbeoefenaar over algemene basiskennis en - vaardigheden, die voor de uitoefening van het beroep nodig zijn. Niveau 3 Rol en verantwoordelijkheid De beroepsbeoefenaar (vakman) vervult verschillende rollen, hij heeft naast een uitvoerende rol ook een vaktechnisch corrigerende/ -begeleidende/-instruerende/-aansturende en - adviserende rol. Hij kan in opdracht een organiserende/controlerende rol krijgen. De beroepsbeoefenaar is verantwoordelijk op vakinhoudelijk gebied voor zijn eigen werk en voor de uitvoering van het werk door een

team/medewerker in het project. Hij speelt in op wisselende en onverwachte omstandigheden. In zijn werk heeft hij te maken met afbreukrisico s. De beroepsbeoefenaar werkt zelfstandig binnen (open)/langdurige opdrachten Complexiteit De beroepsbeoefenaar verricht werk waarvoor standaardwerkwijzen gelden, maar verricht ook werk dat naar eigen inzicht wordt uitgevoerd, waarbij verschillende standaardwerkzaamheden gecombineerd moeten worden. Zijn werkzaamheden zijn van divers van aard. Om zijn werk te doen beschikt de beroepsbeoefenaar over specialistische kennis en - vaardigheden, die voor de uitoefening van het beroep nodig zijn, tevens beschikt hij over algemene kennis en -vaardigheden voor de bedrijfsvoering. Niveau 4: Rol en verantwoordelijkheid De beroepsbeoefenaar (vakman of middenkaderfunctionaris) vervult veel verschillende rollen, van uitvoerend tot leidinggevend, van coördinerend tot beleidsbepalend en van begeleidend tot innoverend. De beroepsbeoefenaar is verantwoordelijk voor zijn eigen werk en voor de resultaten van (meerdere) teams/projecten/afdelingen in de organisatie. Hij speelt in op wisselende en onverwachte omstandigheden. In zijn werk heeft hij (in hoge mate) te maken met afbreukrisico s. De beroepsbeoefenaar werkt zelfstandig (zonder tussentijds) verantwoording af te leggen aan een leidinggevende en kan meerdere opdrachten naast elkaar uitvoeren. Complexiteit De beroepsbeoefenaar verricht werk waarvoor standaardwerkwijzen gelden, maar verricht ook werk dat naar eigen inzicht wordt uitgevoerd en waarbij verschillende standaardwerkzaamheden gecombineerd moeten worden. Zijn werkzaamheden zijn divers van aard. Om zijn werkzaamheden uit te voeren beschikt de beroepsbeoefenaar over specialistische kennis en -vaardigheden, die voor de uitoefening van het beroep nodig zijn. Daarnaast beschikt hij over theoretische kennis van het werkveld en specialistische kennis (vakman) en - vaardigheden voor de bedrijfsvoering (middenkaderfunctionaris).

ontwikkel- en onderhoudsagenda prestatie-indicator proces-competentie-matrix referentiedocument In de ontwikkel- en onderhoudsagenda in Deel D van het kwalificatiedossier geven de betrokken partijen aan welke thema's voor de verdere ontwikkeling van het dossier van belang zijn. Deze thema's moeten bij herziening van het dossier in een onderhoudsbeurt meegenomen worden. Zie ook kwalificatiedossier. De prestatie-indicator beschrijft hoe men kan 'zien' dat een beginnend beroepsbeoefenaar de competentie (en de componenten), waar nodig gebruik makend van vakkennis en vaardigheden, succesvol inzet om bij te dragen aan het gewenste resultaat van een werkproces. De prestatie-indicator is beschreven in termen van gedrag. De prestatie-indicator is beschreven in deel C, en maakt deel uit van de informatie behorend bij een werkproces met het te bereiken resultaat in een kerntaak, die de toepassing van de competenties ten behoeve van het resultaat specificeert. Zie ook kwalificatiedossier. Grafische weergave van de relatie tussen de uitvoering van werkprocessen binnen een kerntaak en de daarbij noodzakelijke competenties. De competentiematrix wordt per kerntaak opgesteld. Op één as van deze matrix staat de beroepscontext in de vorm van werkprocessen, op de andere as de competenties. De proces-competentie-matrix is een hulpmiddel waarmee in één oogopslag de essentie van het beroep, namelijk de relatie tussen beroepsinhoud en competenties duidelijk wordt. Zie ook kerntaak. Kwalificatiedossiers kennen één referentiedocument. Dat is het document 'Talen in de kwalificatieprofielen, Moderne Vreemde Talen en Nederlands'. Onderdeel van het referentiedocument is de matrix waarin Begrijpen, Spreken en Schrijven naar diverse beheersingsniveaus zijn uitgewerkt. De matrix is leidend bij het uitwerken van beheersingsniveaus voor Nederlands in alle kwalificatiedossiers en voor Vreemde Talen voor zover deze nodig zijn bij de beroepsuitoefening.

referentiemodellen relatie deel B en C uitstroom Sommige beroepsuitoefening komt in allerlei branches voor. Dat is in elk geval zo voor ondernemen, managen, leidinggeven en verkopen. Om tot gelijke en/of gelijkwaardige uitwerking te komen bij het maken van kwalificatiedossiers door verschillende kenniscentra zijn voor deze beroepsuitoefening referentiemodellen gemaakt. Dat wil zeggen dat kerntaken zijn geformuleerd en dat er een onderverdeling is gemaakt in werkprocessen. Van de werkprocessen zijn alleen de titels beschreven. Op deze manier borgen de referentiemodellen transparantie op de structuur in de beschrijving van deze beroepsuitoefening, terwijl branchespecifieke kleuring mogelijk blijft in de keuze van werkprocessen en de uitwerking van kerntaken en werkprocessen. De combinatie van taken/werkprocessen en competenties biedt een goed beeld van de beroepsuitoefening en de eisen die gesteld kunnen worden aan een beginnend beroepsbeoefenaar. De competenties worden in abstracte gedragslabels beschreven. In deel B worden de competenties als gedragslabels vastgelegd (Transparantie), evenals de concrete situaties in termen van werkproces/ beroepshandelingen (Herkenbaarheid). Alleen deel B wordt vastgesteld door de minister met de garantie van Duurzaamheid. De Flexibiliteit voor het onderwijs wordt gewaarborgd door inrichting en status van deel C. Deel C laat één concrete uitwerking zien (Uitvoerbaarheid). Deze uitwerking is inhoudelijk en methodologisch gebonden aan deel B. Er zijn meerdere delen C denkbaar, mits inhoud én methodologische koppeling naar B behouden blijven. Indien een onderwijsinstelling andere accenten wil leggen in de onderwijsuitvoering, dan dient de onderwijsinstelling één en ander samen met de bedrijven/werkveld in de regio vooraf te bespreken. De uitwerkingen zijn gebaseerd op de kerntaken en proces-competentie-matrices in deel B en leiden altijd op tot de in deel B gespecificeerde diploma s. De uitstroom is de noemer waaronder de inhoud van een kwalificatie is ondergebracht. Zie ook kwalificatiedossier. N.B.: de naam van het diploma wordt bepaald door de naam van de uitstroom.

uitstroomdifferentiatie verantwoordelijkheid verwantschap werkproces Uitstroomdifferentiatie is de oude naam voor uitstroom. In de experimentele dossiers ontwikkeld in het format van juni 2004 is er sprake van een uitstroomdifferentiatie. In de dossiers ontwikkeld in het format van april 2006, die vanaf schooljaar 2007/2008 in gebruik genomen zijn, is er sprake van een uitstroom. Dit is een van de twee criteria die het niveau van de kwalificatie bepalen. Het geeft de mate aan waarin beroepsbeoefenaren aanspreekbaar zijn op hun (beroepsmatig) handelen en op de gevolgen daarvan voor het (beroepsmatig) handelen door anderen. Van de beroepsbeoefenaar wordt geëist dat hij/zij de beroepsmatige handelingen met zorg en toewijding uitvoert en daarover verantwoording kan afleggen. De verantwoordelijkheid kan beperkt zijn tot het functioneren binnen het eigen takenpakket, maar kan zich ook uitstrekken tot (het werk van) anderen. Het andere criterium is complexiteit. Bij verwantschap is altijd op de één of andere manier sprake van overeenkomsten in de beroepsuitoefening. Die overeenkomst kan de vorm hebben van gelijke beroepsuitoefening (overlap) of vergelijkbare beroepsuitoefening. Het waarom van de overeenkomst kan verschillend zijn. Verwantschap kan voortkomen uit beroepsbeoefening binnen één branche, maar ook over branches heen. In het laatste geval gaat het om beroepsuitoefening die branchedoorsnijdend is, voorbeelden zijn logistiek en ondernemen. Branchedoorsnijdende verwantschap komt ook voor bij vergelijkbaarheid in type beroepen, bijvoorbeeld middenkaderfuncties. Verwantschap kan binnen een kwalificatiedossier voorkomen en tussen kwalificatiedossiers. Een werkproces is een afgebakend geheel van beroepshandelingen binnen een kerntaak. Het werkproces kent een begin en een eind, heeft een resultaat en wordt als kenmerkend herkend in de beroepspraktijk. Een werkproces bestaat dus nooit uit één handeling of gedraging. Meerdere werkprocessen kunnen gelijktijdig lopen. Dat ze een begin en eind hebben, wil niet per se zeggen dat ze na elkaar komen (het kan wel), maar dat ze duidelijk te onderscheiden zijn van andere werkprocessen. Zie ook kwalificatiedossier.

wettelijke beroepsvereisten In wet- en/of regelgeving vastgelegde eisen waaraan de beginnend beroepsbeoefenaar uitvoering moet kunnen geven om het beroep te mogen uitvoeren. De wettelijke beroepsvereisten komen van de vakdepartementen, in toenemende mate aangestuurd door de EU. Kenniscentra dienen te verklaren dat de uit de kwalificatiedossiers voortvloeiende opleidingen uitvoerbaar zijn met inachtneming van de wettelijke beroepsvereisten.