Gegevens onderwijseenheden en integrale toetsen post-propedeutische fase voor Palet Aan Natuurwetenschappelijk Onderwijs minoren.

Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk 5: Gegevens HAN-gecertificeerde minoren en daartoe behorende onderwijseenheden INHOUD

Opleidingsstatuut. voor de bacheloropleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. studiejaar

Opleidingsstatuut. voor de bacheloropleiding Biologie en Medisch Laboratorium. Onderzoek. van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

Communicatie voor juristen. mevrouw drs. D. van der Wagen. Communicatie voor juristen. Beschrijving en doel van dit beroepsproduct

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Chemie Studiejaar

Inleiding Recht Privaatrecht. Rechtsvinding Burgerlijk Recht. Het toepassen van basiskennis op het recht (schriftelijk tentamen)

Inleiding Recht Publiekrecht. Rechtsvinding Publiekrecht. Het toepassen van basiskennis op het recht (schriftelijk tentamen)

mevrouw drs. D. van der Wagen Rechtsvinding van straf- en procesrecht Beschrijving en doel van dit beroepsproduct

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

IORE-1AR (Inleiding Ondernemingsrecht) IORE-1AE (Economie voor Juristen) IORE-1AR: de heer mr. S. Boelens IORE-1AE: de heer R.

Beschrijving en doel van dit beroepsproduct

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)

JUVE JUVE1AR (Juridische Vaardigheden) JUVE1AP (Praktijkvaardigheden) JUVE1AM (Mediatheektraining)

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

IVRE de heer mr. P.A.J. Koster (KSRP)

Opleidingsstatuut. voor de bacheloropleiding Biologie en Medische Laboratoriumonderzoek van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. studiejaar

Beoordeling Stage 2 Code: ST2

Inleiding Staats- en Bestuursrecht. ISBE de heer mr. G. van Keeken. Rechtsvinding Staats- en Bestuursrecht

Beoordeling Stage 2 Code: ST2

Taakomschrijvingen en procedures omtrent inleveren, beoordelen en archiveren afstudeeronderzoek

BEOORDELINGSFORMULIER BEROEPSPRODUCTEN MASTER SEN. Claudia Maria Willemsen

Faculteit Economie en Management Opleiding HBO-Rechten AFSTUDEEROPDRACHT (AOD) BEOORDELINGSFORMULIER VERDEDIGINGSWAARDIGHEID. studiejaar

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

: Afstudeerproject BSc KI : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : semester 2, periode 5 en 6

MODEL B: Beoordelingsmodel PWS Binasvakken ( vernieuwde Tweede Fase ) De voorbereidingsfase: Zijn de leerlingen op zelfstandige wijze gekomen tot:

Studiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media

Beoordeling Stage 2 Code: ST2

Aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht (onderdeel van de minor Consument en Recht) COR-AVRE. mevrouw mr. I.C.E. Draisma ( DRSMI)

6 7 NORM= het niveau waarop het vak volgens de doelstelling van het onderwijsprogramma wordt afgesloten 8 9 Excellent

BEOORDELINGSFORMULIER

Beoordeling Stage 2 Code: ST2

Samen beoordelen van deeltijdstudenten Bijlage 9

Inleiding Ondernemingsrecht. IORE-1AR: de heer mr. S. Boelens IORE-1AE: de heer R. van Onzen

Faculteit Geesteswetenschappen BASISGEGEVENS STAGE. onvoldoende voldoende. goed. goed. Eindoordeel (cijfer): Toelichting: ONDERTEKENING STAGEDOCENT

Legenda KG Kennisgestuurde leerlijn PG Praktijkgestuurde leerlijn SG Studentgestuurde leerlijn

Bestuursrecht en bestuursprocesrecht. mevrouw mr. dr. A. Bouhlali-Azimi (AZMA) Bestuursrecht en bestuursprocesrecht

De Haagse Hogeschool Faculteit voor gezondheid, voeding en sport. HBO-Verpleegkunde Voltijd/Deeltijd/Duaal Studiejaar: Jaar: 4

Beoordelingsformulier Certificaat B Duurzaamheid Kerntaak 1

Interfacetechnieken Studiehandleiding

de heer mr. D.W. de Jong (JNGDD) Rechtsvinding straf- en strafprocesrecht

Eindbeoordeling Stage 1 Code: ST1

De casuïstiek is relatief eenvoudig. Het betreft grotendeels enkelvoudige strafzaken. Met één verdachte en één strafbaar feit

Beoordelingsformulieren BPV

Reglement Bachelorscriptie Geschiedenis Vastgesteld op , verbeterd en goedgekeurd door de examencommissie op

Opleidingsgebied ICT. 2 e beoordeling: Eindbeoordeling:

Rechtsvinding staats- en bestuursrecht. Beschrijving en doel van dit beroepsproduct

Voorblad Bachelor Thesis Eerste beoordelaar: 6 Tweede beoordelaar: 8

Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten

Voorbereiding hbo kunstonderwijs

Opleidingsgebied ICT. 2 e beoordeling: Eindbeoordeling:

Beoordelingsmodel bij een PWS binnen het natuurprofiel

Monitoring en toetsing van eindkwalificaties Instituut Applied Sciences HAN

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Praktijkopdracht. Instructie student. Kwalificerend. Ondernemer horeca/bakkerij Meewerkend horeca ondernemer. Uitstroom : Meewerkend horeca ondernemer

Onderwijsregeling VI Keuzeonderwijs Bacheloropleiding Geneeskunde Curius+

Toetsbekwaamheid SKE november 2016

Het maken van een casus is een onderdeel van beroepsprestatie 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties

onvoldoende voldoende goed uitstekend Er is een onderzoeksplan, maar de deelvragen kunnen niet leiden tot een goed antwoord op de hoofdvraag.

Beoordeling Stage 2 Code: ST2

Handleiding Mbo-hbo doorstroomassessment jij en het hbo ..een succesvolle combinatie?

Beoordeling Stage 2 Code: ST2

Opleidingsgebied ICT. 2 e beoordeling: Eindbeoordeling:

Studiehandleiding afstudeeronderzoek Hbo-master Islamitische Geestelijke Verzorging Islamitische Universiteit van Europa Versie 1 oktober 2017

Handleiding Assessment Startbekwaamheid

Opleidingsstatuut. voor de bacheloropleiding Chemie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. studiejaar

Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12

Projecten objectief beoordelen

Eindbeoordeling Stage 1. Code: ST1

Profielwerkstuk. Kandinsky College. locatie Jorismavo

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Vademecum bachelorwerkstuk Nederlandse taal en cultuur

Informatie werkplekleren

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Het profielwerkstuk. 2. Eisen en voorwaarden Het profielwerkstuk moet aan een aantal eisen en voorwaarden voldoen:

Reglement Onderzoekscollege en Bachelorscriptie Europese Studies

Eindbeoordelingsformulier (Applicatieontwikkelaar 4)

UITVOERINGSREGELING BACHELOROPLEIDING TECHNISCHE AARDWETENSCHAPPEN TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 4.6 Deze PvB wordt afgenomen in combinatie met de PvB 4.1 t/m 4.5

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

Eindbeoordeling Stage 1 Code: ST1

Stappen deelcijfer weging 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 totaalcijfer 10,0 Spelregels:

STAGE OPDRACHT KLAS 3

Beoordelingsformulier KET 13 (stage 3.2) versie januari 2017

Media Outlook 2 HOGESCHOOL ROTTERDAM / CMI CDMMOU02-2. Aantal studiepunten:2 Modulebeheerder: Ayman van Bregt. Goedgekeurd door:

Het Sectorwerkstuk. Naam leerling

Het gaat om de volgende formulieren: Beroepshouding Tussenbeoordeling. Beroepshouding Eindbeoordeling. Eindresultaat BPV. Werkprocesformulieren

Leertaak onderwijskunde Praktijkonderzoek deel B onderzoeksverslag Wat vind ik een goede docent?

Kerntaak 1: Controleert kwaliteit van product en proces

Het profielwerkstuk

Beoordelingsmodel Profielwerkstuk Lyceum Elst Deel 1: onderzoeksvoorstel (havo/vwo)

Beoordelingsformulieren: Uitleg Beoordeling. A: Is in ontwikkeling, maar nog niet op het reproductieve niveau

1

Transcriptie:

Gegevens onderwijseenheden en integrale toetsen post-propedeutische fase voor Palet Aan Natuurwetenschappelijk Onderwijs minoren. Conform artikel 6.1 lid 2 van de OER Alle studenten kunnen kiezen uit de researchminor M_ASC-M-PR30 de mini researchminor M_ASC-M-PR15 in combinatie met een keuze uit onderstaande OWE en Studenten van de opleiding Biologie en Medisch laboratorium onderzoek kunnen, indien zij voldoen aan de ingangseisen zoals omschreven in de desbetreffende OWE omschrijving, een of meerdere OWE-en kiezen van: de opleiding chemie: C7, C8, C5, C6 de afstudeerrichting medische microbiologie: M9 en M10 de afstudeerrichting cytohistopathologie: M11 en M12 de afstudeerrichting moleculaire plantenbiologie: M_ASC-M-PL de afstudeerrichting biochemie: B10 Studenten van de opleiding Bio-informatica kunnen kiezen uit: de opleiding Biologie en Medisch Laboratorium onderzoek/life Sciences: B5A/B5B/B5C of B6A/B6B/B6C. Afhankelijk van het semester waarin de minor wordt gevolgd wordt gekozen voor A1 (semester 1) of A2 (semester 2) de variant voor Bio-informatica studenten van M_ASC-M-PL = minor Molecular Plant Biology M_ASC-M-Pl de OWE Big Data Studenten van de opleiding Chemie kunnen kiezen uit: de opleiding Biologie en Medisch Laboratorium onderzoek/life Sciences: B5A/B5B/B5C of B6A/B6B/B6C. Afhankelijk van het semester waarin de minor wordt gevolgd wordt gekozen voor A1 (semester 1) of A2 (semester 2) de afstudeerrichting organische chemie: C9, C10 de afstudeerrichting analytische chemie: C11, C12 1. Volgorde Biologie en Medisch JAAR 2 Volgorde in semester 1 Sept-Jan BM5A1 Bm5B BM5c BM6A1 BM6B Bm6C Volgorde in semester 2 Feb-Jun BM5A2 BM5B BM5c BM6A2 BM6B BM6C JAAR 3 Specialisaties Chemie JAAR 2 1

Course5 en 6, Course 7 en 8 JAAR 3 Course 9-10 Course 12 Inhoud Minor Palet aan natuurwetenschappelijk onderzoek... 4 OWE PR30: Researchminor... 6 Toetsprogramma OWE RM30: Researchminor (M_ASC-M-PR30)... 8 OWE PR15: Researchminor... 28 Toetsprogramma OWE RM15: Researchminor (M_ASC-M-PR15)... 30 OWE BM5A1: beroepscompetenties-1 (niveau 2)... 55 Toetsprogramma OWE BM5A1: beroepscompetenties-1 (niveau 2)... 57 OWE BM5A2: beroepscompetenties-2 (niveau 2)... 63 Toetsprogramma OWE BM5A2: beroepscompetenties-2 (niveau 2)... 65 OWE BM5B: Moleculair en Biochemisch onderzoek (praktijk)... 72 Toetsprogramma BM5B: Moleculair en Biochemisch onderzoek (praktijk)... 74 OWE BM5C: Moleculair en Biochemisch onderzoek (theorie)... 80 Toetsprogramma BM5C: Moleculair en Biochemisch onderzoek (theorie) BM5C... 84 OWE BM6A1: beroepscompetenties-1 (niveau 2)... 90 Toetsprogramma OWE BM6A1: beroepscompetenties-1 (niveau 2)... 92 OWE BM6A2: beroepscompetenties-2 (niveau 2)... 98 Toetsprogramma OWE BM6A2: beroepscompetenties-2 (niveau 2)... 100 OWE BM6B: Interacties tussen mens, plant, en micro-organisme (praktijk)... 107 Toetsprogramma BM5B: Interacties tussen mens, plant en micro-organisme (praktijk) BM6B... 110 OWE BM6C: Interacties tussen mens, plant en micro-organisme (theorie)... 116 Toetsprogramma OWE BM6C: Interacties tussen mens, plant en micro-organismen (theorie) BM6C... 119 OWE 9: Moleculaire plantenbiologie... 125 Toetsprogramma Moleculaire plantenbiologie (OWE 9)... 129 OWE 10: Moleculaire Pathogenese: bio-informatica, transcriptomics, proteomics & metabolomics... 147 Toetsprogramma OWE 10: Moleculaire Pathogeneses: bio-informatics, transcriptomics, proteomics & metabolomics (B10)... 151 OWE 5: Analytische chemie: kwaliteitsborging, evenwichten en spectroscopie... 171 Toetsprogramma OWE 5: Analytische chemie: kwaliteitsborging, evenwichten en spectroscopie (C5)... 175 OWE 6: Synthese van natuurproducten: feromonen... 190 Toetsprogramma OWE 6: Synthese van natuurproducten: feromonen (C6)... 194 OWE 7: Organische en analytische chemie: aromatische chemie en chromatografie... 208 Toetsprogramma OWE 7: Organische en analytische chemie: aromatische chemie en chromatografie (C7)... 212 OWE 8: Biobased polymeren... 225 2

Toetsprogramma OWE 8: Biobased polymeren(c8)... 229 OWE 9: Polymeer- en Organische Chemie; Voorbereiding onderzoek... 256 Toetsprogramma OWE 9: Polymeer- en Organische Chemie; Voorbereiding onderzoek (C9)... 260 OWE 10: Polymeer- en Organische chemie: Toegepast onderzoek... 277 Toetsprogramma OWE 10: Polymeer- en Organische chemie: Toegepast onderzoek (C10)... 280 OWE 11: Analytisch chemisch onderzoek: kwaliteitsborging en optimalisatie... 296 Toetsprogramma OWE 11: Analytisch chemisch onderzoek : kwaliteitsborging en optimalisatie(c11)... 299 OWE 12: Analytische chemie: methodeontwikkeling en literatuuronderzoek... 319 Toetsprogramma OWE 12: Analytische chemie: methodeontwikkeling en literatuuronderzoek (C12)... 322 3

Titel OWE Minor Palet aan natuurwetenschappelijk onderzoek Code M_ASC-M-P 1. Opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie, Bio-informatica 2. Hoofdfase voltijd en deeltijdstudenten Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Doelgroep Chemie, Bio-informatica 3. Beroepstaak/ Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek beroepstaken 4. Centrale N.v.t. beroepstaak 5. (Beroeps) Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden Producten 6. Studiepunten, studielast 30 stp 420 SBU 7. Samenhang met andere OWE en De minor bestaat uit keuze onderwijseenheden die verdiepend of verbredend zijn ten opzichte van de gekozen major 8. Ingangseisen m.b.t. (deel) tentamens Propedeutische fase afgerond Nadere ingangseisen afhankelijk van de ingangseisen van de gekozen onderwijseenheden 9. Algemene omschrijving Keuzemogelijkheden: Alle studenten kunnen kiezen uit de researchminor M_ASC-M-PR30 de mini researchminor M_ASC-M-PR15 in combinatie met een keuze uit onderstaande OWE en Studenten van de opleiding Biologie en Medisch laboratorium onderzoek kunnen, indien zij voldoen aan de ingangseisen zoals omschreven in de desbetreffende OWE omschrijving, een of meerdere OWE-en kiezen van: de opleiding chemie: C7, C8, C5, C6 de afstudeerrichting medische microbiologie: M9 en M10 de afstudeerrichting cytohistopathologie: M11 en M12 de afstudeerrichting moleculaire plantenbiologie: M_ASC-M-PL de afstudeerrichting biochemie: B10 Studenten van de opleiding Bio-informatica kunnen kiezen uit: de opleiding Biologie en Medisch Laboratorium onderzoek/life Sciences: B5A/B5B/B5C of B6A/B6B/B6C. Afhankelijk van het semester waarin de minor wordt gevolgd wordt gekozen voor A1 (semester 1) of A2 (semester 2) de variant voor Bio-informatica studenten van M_ASC-M-PL = minor Molecular Plant Biology M_ASC-M-Pl de OWE Big Data Studenten van de opleiding Chemie kunnen kiezen uit: de opleiding Biologie en Medisch Laboratorium onderzoek/life Sciences: B5A/B5B/B5C of B6A/B6B/B6C. Afhankelijk van het semester waarin de minor wordt gevolgd wordt gekozen voor A1 (semester 1) of A2 (semester 2) de afstudeerrichting organische chemie: C9, C10 de afstudeerrichting analytische chemie: C11, C12 10. Competenties Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden 4

11. Beoordelingscriteria Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden 12. Tentaminering Deeltentamens Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden Weging Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden Compensatiemogelijkheden Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden Instapvoorwaarden Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden tentamen Frequentie (deel)- tentamens Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden 13. Verplichte Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden literatuur 14. Aanbevolen Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden literatuur 15. Software Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden 16. Overig Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden materiaal 17. Activiteiten Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden 18. Werkvormen Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden 19. Les- / Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden Contacturen 20. Onderwijsperiode Afhankelijk van gekozen onderwijseenheden 21. Maximum aantal deelnemers N.v.t. 5

Titel OWE OWE PR30: Researchminor Code M_ASC-M-PR30 1. Opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie 2. Voltijd en deeltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Doelgroep Chemie 3. Beroepstaak/ Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek beroepstaken 4. Centrale Nvt beroepstaak 5. (Beroeps) Producten Literatuurverslag (L) Onderzoeksverslag (V) Reflectieverslag (Rv) 6. Studiepunten, studielast 30 stp 840 SBU 7. Samenhang met andere OWE en Keuze onderdeel minor Palet aan natuurwetenschappelijk onderzoek 8. Ingangseisen m.b.t. (deel) tentamens Propedeuse moet zijn behaald. Minimaal 45 stp in het 2 e studiejaar behaald en de praktijkbeoordelingen in 2 e studiejaar zijn met een voldoende beoordeeld. Indien de researchminor volgt op de stage of het afstudeerproject geldt als instapeis dat het onderzoeksverslag ingeleverd is bij de begeleider op de werkplek en het portfolio (m.u.v. het onderzoeksverslag) voldoende is afgerond. 9. Algemene omschrijving Indien student niet voldoet aan instapvoorwaarden kan hij een verzoek om toch aan de researchminor deel te nemen neerleggen bij de examencommissie. Een minor moet verdiepend of verbredend zijn en mag geen grote overlap hebben met de major. Een researchminor is dus geen stage, want de stage is een onderdeel van de major. Doel van de researchminor is dus om iets nieuws te leren wat nog niet (voldoende) aan bod is geweest tijdens de major. De researchminor bestaat daarom uit een theoretische component (min. 4 studiepunten = 4x28 SBU) in de vorm van een literatuuronderzoek en een praktische component waar je het geleerde toepast met een totale duur van 20 weken (30 studiepunten). Het is mogelijk om de researchminor uit te voeren op hetzelfde laboratorium als waar de stage/afstudeerstage plaatsvindt. Maar de minor blijft een op zichzelf staand geheel. Het moet aan de hier genoemde eisen voldoen en wordt apart van de stage beoordeeld. 10. Competenties Ontwerpen van experimentele opzet Experimenteren Resultaten analyseren Kwaliteitsbeheer Beheer en administratie Rapporteren en presenteren Planmatig en projectmatig werken Samenwerken Sturen professionele ontwikkeling 11. Beoordelingscriteria Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. 6

12. Tentaminering Deeltentamens M_ASC-M-PR30-L Literatuurverslag (L) M_ASC-M-PR30-V Onderzoeksverslag (V) M_ASC-M-PR30-Rv Reflectieverslag (Rv) M_ASC-M-PR30-P Praktische werkzaamheden (P) Weging (L+V+P)/3 Compensatiemogelijkheden - Instap-voorwaarden Reflectieverslag moet voldaan zijn tentamen Frequentie (deel)- tentamens 2 kansen per jaar. Wordt het hele jaar aangeboden. Inleveren verslag en literatuurverslag uiterlijk 2 weken na de laatste dag van de researchminor. Indien te laat ingeleverd volgt een 0 voor de eerste kans. In overleg met de begeleidende docent wordt een nieuwe deadline vastgelegd. Herkansing maximaal 2 maanden na afloop van de researchminor. 13. Verplichte literatuur 14. Aanbevolen Boeken en handleidingen uit de propedeuse en hoofdfase. literatuur 15. Software - 16. Overig materiaal In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. 17. Activiteiten Zie werkvormen. 18. Werkvormen De Slb-er begeleidt de student bij het vinden van een researchminor plaats die past bij het persoonlijk ontwikkelingsplan van de student. De student is zelf verantwoordelijk voor het vinden van een research minor plek (solliciteren). 19. Les- / Contacturen 20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers Tijdens de researchminor wordt de student begeleidt door een begeleider op de research minor plek en een docent vanuit school. Er zijn geen lesuren ingepland, de begeleidende docent heeft 10 klokuren voor begeleiding. Afhankelijk van de programmering in de hoofdfase - 7

Toetsprogramma OWE RM30: Researchminor (M_ASC-M-PR30) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek Deeltentamen Code: M_ASC-M-PR30-Rv Naam: Reflectieverslag Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 0 Competenties met indicatoren Voor Chemie, Biologie en Medisch Laboratorium onderzoek Competentie 11 Sturen professionele ontwikkeling Geeft eigen competentieontwikkeling vorm: 11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzamelt competentiebewijzen. 11.3.2. kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten; staat open voor leermomenten. 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (gedeeltelijk). Beoordelingscriteria Waardering / Cesuur zie beoordelingsformulier Reflectieverslag zie beoordelingsformulier Reflectieverslag. Deze moet gemiddeld voldoende zijn voor een beoordeling voldaan. Examinatoren 1 examinator voor de beoordeling Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens Voldaan Code: M_ASC-M-PR30-P Naam: Praktische werkzaamheden Vorm: Praktijk Weging: 1 Beoordeling: cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 1: Ontwerpen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.2.2., (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.2.4., (1.3.3.) Integreert informatie (zelfstandig) om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen. Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding 2.2.1., (2.3.1.) Kan de basis (alle) stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.3. Maakt voorberekeningen. 2.2.2., (2.3.2.) Zorgt (zelfstandig) ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. Zie beoordelingsformulier Werkzaamheden Researchminor Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie. Zie beoordelingsformulier Werkzaamheden Researchminor Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie. 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 1 examinator voor de beoordeling 8

9 2.2.3., (2.3.3.) Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; (maar kan hiervan afwijken indien nodig). 2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit. 2.2.4. Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking) / 2.3.4. werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht. 2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) / 2.3.5. lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1.,(3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.1.2., (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2., (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project). 3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit (i.v.t.). 3.2.3., (3.3.4.) Discussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 3.3.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (Arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en administratie

10 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur). 5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. Competentie 6: Rapporteren/presenteren 6.2.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen: er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart); spreekt duidelijk en verstaanbaar; staat rechtop en laat de handen vrij; maakt oogcontact met het publiek; maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten; verbale en visuele boodschap vormen een geheel; gebruikt visuele mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning; gaat inhoudelijke discussie met publiek aan. 6.3.2. Presenteert onderzoek aan diverse groep toehoorders op heldere en overtuigende wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoord vragen: er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart); spreekt duidelijk en verstaanbaar; staat rechtop en laat de handen vrij; maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep overkomt; maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten; verbale en visuele boodschap vormen een geheel; gebruikt mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning voor het overbrengen van de boodschap;

Code: M_ASC-M-PR30-V Naam: Onderzoeksverslag Vorm: schriftelijk individueel Weging: gaat inhoudelijke discussie met publiek aan. Competentie 7: Planmatig/projectmatig werken 7.2.1. (7.3.1) Plant en organiseert zijn experimenten resulterend in een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt (Plant en organiseert zijn project resulterend in een werkplan van minimaal 4 weken). 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. 7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. 7.3.2. Speelt in op wijzigende omstandigheden; bepaalt prioriteiten in werkzaamheden. Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af. Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie: 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Toont initiatief actief conflicten op te lossen. Competentie 1: Ontwerpen 1.2.2., (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren voorbereiden 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 3: Resultaten analyseren Zie beoordelingsformulier Stageverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bio-informatica. Zie beoordelingsformulier Stageverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bio-informatica. 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 1 examinator voor de beoordeling. 11

1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Code: M_ASC-M-PR30-L Naam: Literatuurverslag Vorm: 3.2.1. (3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.1.2. (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2. (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project). 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.2.3., (3.3.4.) Discussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 3.3.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en Administratie 5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen gebruiken. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3). Competentie 1: Ontwerpen 1.2.1, (1.3.2). identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.2.2., (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. Zie beoordelingsformulier Literatuurverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bio-informatica Zie beoordelingsformulier Literatuurverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bio-informatica. 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 1 examinator voor de beoordeling. 12

Schriftelijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en overkoepelend project 3.3.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3). 13

BEOORDELINGSFORMULIER Researchminor 30 stp Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogere Laboratoriumopleidingen Student: Research minor docent: Studentnummer: Research minor 30 stp Beroepstaak: Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek Research minor locatie: Reflectieverslag: Literatuurverslag: Werkzaamheden: Onderzoeksverslag: Eindcijfer: (1 x cijfer literatuurverslag + 1 x cijfer werkzaamheden + 1 x cijfer onderzoeksverslag) / 3 Het reflectieverslag moet met voldaan zijn beoordeeld Naam en handtekening researchminordocent Datum... 14

Beoordelingsformulier Reflectieverslag researchminor Naam:.... Studentnummer: Klas:... Datum:....... REFLECTIEVERSLAG ONVOLDOENDE VOLDOENDE INHOUD 11.1.2. De student beschrijft de handelingen die bijgedragen hebben aan het realiseren van de POP (in de ik-vorm). Waar van toepassing, wordt naar bewijsdocumenten van de resultaten hiervan verwezen. 11.3.2. De student kijkt kritisch terug naar zijn/haar leerproces, benoemt wat goed is gegaan en wat minder goed, benoemt de oorzaken hiervoor, koppelt dit aan zijn/haar eigen handelen. De student geeft aan wat hij/zij geleerd heeft (in de ik-vorm) en benoemd daarbij concrete resultaten en/of producten. De student geeft aan of en hoe hij/zij de taken anders had kunnen aanpakken (alternatieven). Er worden nieuwe leerdoelen genoemd. VORM 6.3.1 Er is een heldere stijl van formulering. Het verslag ziet er verzorgd uit. Eindoordeel (voldoende indien alle onderdelen voldoende zijn) Feedback Naam en handtekening researchminordocent 15

Beoordelingsformulier Werkzaamheden Research Minor Naam student:. Student nr: Klas:.... Minor-plaats:.. Opmerking m.b.t. het invullen van onderstaande puntentabel: Voor ieder trefwoord kunnen punten vergeven worden. Onder de indicatoren is de range van het aantal mogelijk te vergeven punten aangegeven. Hierdoor wordt een weging aan de verschillende indicatoren gerealiseerd. Als alle criteria net voldoende worden beoordeeld komt de student op 55 punten; als alle activiteiten net bovengemiddeld beoordeeld worden op 75 en als alle activiteiten excellent (maximaal aantal punten) beoordeeld worden op 100 punten. Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeeld met excellent moet er één of meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is. Deze criteria gelden als knockout en moeten als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan worden. onvoldoende voldoende Aantal gewerkte dagen is 90 of meer. Professionele ontwikkeling: Werkhouding Kwalititeitsbeheer: Veiligheid Toont professionele werkhouding: past zich snel aan, handelt integer; toont doorzettingsvermogen en is een gemotiveerde medewerker. Werkt veilig volgens de geldende Arbo-, milieuregelgeving en kwaliteitsnormen. Beheer & adminstratie: Labjournaal (adm) Regels Verwerkt informatie in een labjournaal volgens de geldende criteria op de afdeling. De rapportage in het labjournaal is zodanig dat collega's het onderzoek over kunnen nemen als de stage van de student is afgelopen. Houdt zich aan de regels die gelden op het lab m.b.t. beheer, zoals opruimen werktafel, bestellen van materialen indien deze op zijn, apparaten uitzetten etc. 16

Competentie Trefwoord Onvoldoende voldoende bovengemiddeld excellent Aantal gegeven punten inwerken - verdiept zich in het onderzoek. Bestudeert literatuur op aanwijzingen van de begeleider. en raadpleegt uit eigen beweging begeleiders/ collega s/ literatuur. ontwerpen (5 pnt) Punten 0-1 2 2.5 3 ontwerpen - komt met voorstellen voor de aanpak van het onderzoek komt met juiste voorstellen voor de aanpak van het onderzoek Punten 0 1 1.5 2 experimenteren (45 pnt) voorbereiden - maakt voorstellen voor controles - voert berekeningen uit, - maakt oplossingen, zorgt ervoor dat alles klaar staat - begrijpt wat hij/zij moet doen. - bespreekt de voorbereidingen dagelijks met de begeleider - maakt weinig fouten in de voorbereidingsfase dat de snelheid van het werk ten goede komt. en doet dit zelfstandig Punten 0-7 8-10 11-13 14-15 tempo van werken - werkt aan één experiment tegelijkertijd. Voert het experiment binnen de gestelde tijd uit. Weet wachttijden zinvol te gebruiken. - werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan makkelijk switchen tussen de experimenten, terwijl toch het overzicht wordt behouden Punten: 0-7 8-10 11-13 14-15 beheersing technieken - heeft zich de benodigde technieken eigen gemaakt en beheerst deze - werkt nauwkeurig en heeft technieken zich snel eigen gemaakt en beheerst deze goed (af te leiden uit reproduceerbaarheid van de gegevens) en kan afwijken van protocol indien nodig om betrouwbare resultaten te krijgen en zijn handelingen 17

- weet tijdens en na de uitvoering van het experiment ten alle tijden exact wat hij doet theoretisch verantwoorden Punten: 0-7 8-10 11-13 14-15 dataprocessing - voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van resultaten uit (onder begeleiding) doet dit zelfstandig resultaten analyseren (15 pnt) Punten: 0-1 2 3 4 validatie - doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid doet dit zelfstandig Punten: 0-1 2 3 4 conclusie - leidt uit de verkregen resultaten conclusies af m.b.t. de onderzoeksvraag (onder begeleiding). - voert op de juiste wijze foutendiscussie uit doet dit zelfstandig en maakt voorstellen voor vervolgexperimenten en legt verbanden met andere deelexperimenten en literatuurwaarden Punten: 0-3 4 5-6 7 beheer en administratie (5 pnt) beheer - codeert monsters/oplossingen/chemicali ën en bewaart deze op de juiste manier - ruimt op, signaleert als reagentia op zijn en draagt bij aan een efficiënt functionerend lab (geeft verbetervoorstellen) Punten: 0-2 3 4 5 18

rapporteren/ presenteren (10 pnt) presentatie - presenteert volgens de normen van presentatietechnieken zijn onderzoeksresultaten (werkbespreking) - en kan vragen beantwoorden. presenteert en discussieert op een heldere en overtuigende wijze Punten: 0-5 6 7 8-9 10 planmatig projectmatig werken (10 pnt) plannen - plant en organiseert zijn werkzaamheden dagelijks onder begeleiding doet dit zelfstandig en schat uitvoeringstijd goed in Punten: 0-1 2 3 4 uitvoeren - voert werkzaamheden volgens planning uit (ook onder tijdsdruk), - ziet erop toe dat doelen worden gehaald; stuurt zijn werkzaamheden bij op aanwijzingen van begeleider - stuurt zelfstandig zijn werkzaamheden bij indien nodig en stelt prioriteiten Punten: 0-2 3 4-5 6 functioneren in groep - kan samenwerken in een team: houdt zich aan de gemaakte afspraken; herkent de eigen rol en die van anderen in het team en gaat hier adequaat mee om - kan goed samenwerken in een team: en stemt de eigen werkzaamheden af op die van anderen en heeft een duidelijke inbreng in het team samenwerken (10 pnt) Punten: 0-3 4 5 6 communicatie - communiceert (volgens de basisregels van communicatie) met collega's, begeleiders (kan luisteren, neemt initiatief voor gesprek, staat open voor feedback, probeert conflicten op te lossen) en doet dit open en helder Punten: 0-1 2 3 4 19

Aantal Punten totaal Mate waarin student zelfstandig aan onderzoeksverslag heeft gewerkt Veel begeleiding nodig Op kritieke momenten begeleiding nodig. Voornamelijk zelfstandig aan onderzoeksverslag gewerkt (dit onderdeel behoort tot de eindbeoordeling van het verslag) Aanvullend commentaar Punten: 0-4 5-6 7-9 10 Naam en handtekening stagebegeleider Datum Naam en handtekening stagedocent Datum Cijfer werkzaamheden wordt bepaald door de stagedocent tijdens het stage assessment Cijfer Opmerkingen Indicatie cijfer 0 55 : 5,5 55-65: 5,5-6,5 65-75: 6,5-7,5 75-85: 7,5-8,5 85-100: 8,5-10 20

BEOORDELINGSFORMULIER VERSLAG RESEARCHMINOR Naam student:. Student nr: Klas:.... Minor-plaats:.. Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeeld met excellent moet er één of meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is. Competentie Trefwoord Onvoldoende voldoende bovengemiddeld excellent Aantal gegeven punten vormgeving Rapport voldoet aan vormgevingseisen genoemd in Exact Communiceren (van der Laan) Het lay-out van het rapport is zeer overzichtelijke en zorgt voor een professionele uitstraling. Vormgeving (15 pnt) Punten: 0-2 3 4 5 Taalgebruik Taalgebruik: a. Correct taalgebruik (=geen taal/spelfouten). - Taalgebruik: a. Correct taalgebruik. b. Eenduidig taalgebruik c. Taalgebruik sluit aan bij doelgroep (lezers) en is ondersteunend voor een helder en samenhangend verhaal. Punten: 0-6 7 8 9 10 Samenvatting (7 pnt) samenvatting De samenvatting beschrijft doel, methode en eindresultaten van het onderzoek De samenvatting beschrijft doel, methode en eindresultaten van het onderzoek in maximaal ½ A4 zodanig dat het als een zelfstandig geheel gelezen kan worden. Punten: 0-3 4 5 6 7 21

Inleiding (10 pnt) Inleiding -De onderzoeksvraag is in een theoretisch kader geplaatst. De samenhang met de methoden, materialen en resultaten komt niet duidelijk naar voren.. Onderzoeksvraag wordt ingeleid d.m.v. literatuur waardoor de keuze voor materialen/methoden en de resultaten duidelijk zijn te begrijpen. Punten: 0-4 5-7 8 9 10 Materialen en methoden - Beschrijft de specifiek gebruikte methode/materialen. Beschrijft materialen en methoden zodanig dat de experimenten door anderen herhaald kunnen worden. Punten: 0-6 7-10 11 14 15 Middenstuk(29 pnt) resultaten Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst die de lezer handvatten aanreikt om de data zo goed mogelijk te begrijpen. Punten: 0-5 6 7 8 9 10 Rapport bevat leesbare figuren. Rapport bevat leesbare figuren die compleet zijn en helder te begrijpen zijn. Afsluiting (25 pnt) Punten: 0-1 2 3 4 discussie - Voert aan de hand van de gevonden resultaten een discussie: is de onderzoeksvraag te beantwoorden met behulp van de verzamelde data Voert een zinvolle discussie: geeft een heldere verklaring waarom de hypothese wel of niet gesteund kan worden met behulp van de verzamelde data. Brengt de resultaten in verband met de literatuur. Punten: 0-4 5 6-7 8 Voert een zinvolle discussie: geeft een heldere verklaring waarom de hypothese wel of niet gesteund kan worden met behulp van de verzamelde data. Uit de discussie blijkt een correcte toepassing van de theoretische inzichten. Vergelijkt de onderzoeksresultaten met andere analyses, referentiewaarden of theoretische waarden uit de literatuur. 22

Er worden aanbevelingen voor vervolgexperimenten en onderzoek beschreven. Er worden duidelijke en volledig doordachte aanbevelingen voor vervolgexperimenten en onderzoek beschreven. Punten: 0-1 2 3 4 De discussie bevat uitspraken over nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de resultaten De discussie bevat volledige en correcte uitspraken over nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van alle resultaten Punten: 0-1 2 3 4 conclusie - In de conclusie wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvraag. Punten: 0-4 5-6 7 8 9 Gehanteerde bronnen (4 pnt) literatuur Rapport bevat literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen die opgenomen zijn in de literatuurlijst. Punten: 0-1 2 3 4 Mate waarin student zelfstandig aan onderzoeksverslag heeft gewerkt (10 pnt) Veel begeleiding nodig Op kritieke momenten begeleiding nodig. Voornamelijk zelfstandig aan onderzoeksverslag gewerkt Punten: 0-4 5-6 7-8 9-10 23

Aantal punten totaal Cijfer student (aantal punten / 10) Aanvullend commentaar Naam en handtekening stagedocent Datum 24

Beoordelingslijst Literatuurverslag Researchminor Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie en Bioinformatica Naam student:. Student nr: Klas:.... Minor-plaats:.. Deze criteria gelden als knock-out en moeten als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan worden. onvoldoende voldoende Letter type, grootte, uitlijning en regelafstand zijn consistent toegepast, paginanummers zijn aanwezig en de structuur is duidelijk herkenbaar. Het rapport bevat een bronnenlijst. In de tekst wordt naar deze bronnen verwezen. Opmerking m.b.t. het invullen van onderstaande puntentabel: Voor ieder trefwoord kunnen punten vergeven worden. Onder de indicatoren is de range van het aantal mogelijk te vergeven punten aangegeven. Hierdoor wordt een weging aan de verschillende indicatoren gerealiseerd. Als alle criteria net voldoende worden beoordeeld komt de student op 55 punten; als alle activiteiten net bovengemiddeld beoordeeld worden op 75 en als alle activiteiten excellent (maximaal aantal punten) beoordeeld worden op 100 punten. Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter kunnen er wel punten gegeven worden. Indien u een student beoordeelt met excellent moeten er één of meerdere voorbeelden worden gegevens waaruit blijkt dat de student excellent is. Competentie Trefwoord onvoldoende voldoende bovengemiddeld excellent Aantal gegeven punten Literatuur onderzoek(3 5 punten) Definiëren van achtergrondinformatie en aanvullende vragen (1.2.1., 1.3.2.) De student identificeert de relevante aspecten van het onderwerp dat in het review besproken wordt. De selectie van onderwerpen/aspecten die besproken worden is zeer relevant Punten: 0-5 6-7 8-9 10 25

Selecteren van literatuur (1.3.1. (1.2.2.)) De student selecteert natuurwetenschappelijk literatuur die relevant is voor het onderwerp. De student verzamelt een brede selectie aan relevante literatuur en kan deze in het verslag correct integreren. Punten: 0-7 8-10 11-13 14-15 Samenhang (1.3.5.) De onderwerpen die in het review besproken worden plaatst de student in een grotere context m.b.t onderzoek en maatschappelijke betekenis. De manier waarop de review verwijst naar de grotere context is zeer logisch en bondig. Punten: 0-5 6-7 8-9 10 Analyse resultaten(25 punten) Wetenschappelijke discussie (3.3.5.) De discussie van de literatuur is wetenschappelijk correct. en de informatie uit verschillende bronnen is logisch gecombineerd Punten: 0-7 8-10 11-13 14-15 Conclusies (3.3.3) De student concludeert over de stand van de kennis in het onderzoeksveld, mogelijke toekomstige vragen en geeft advies (indien van toepassing) en de conclusie is logisch gebaseerd op de algemene introductie van het onderwerp en op verschillende specifieke aspecten die in het verslag aan de orde gekomen zijn Punten: 0-5 6-7 8-9 10 Schrijven (6.2.1/6.3.1): spelling, zinsbouw en wetenschappelijke stijl: Het rapport bevat weinig maar structurele fouten m.b.t. spelling, zinsbouw en/of schrijfstijl. Het rapport bevat zeer weinig fouten m.b.t. spelling, zinsbouw en/of schrijfstijl. Rapporteren (30 puten) Punten: 0-4 5-6 7-9 10 Schrijven (6.2.1/6.3.1): Structuur Het review begint met een algemene inleiding op het thema en de onderwerpen die besproken worden, gevolgd door een gestructureerde discussie van de specifieke onderwerpen. Het rapport eindigt met een algemene conclusie gebaseerd op de specifieke onderwerpen Er is een goed samenhangende en logische overgang tussen de verschillende delen van het rapport. Punten: 0-4 5-6 7-9 10 Schrijven (6.2.1/6.3.1): Afbeeldingen en tabellen Afbeeldingen en/of tabellen worden gebruikt om de boodschap te visualiseren en te ondersteunen. Ze bevatten beschrijvingen die duidelijk zijn zonder de tekst te moeten lezen. Tekst en afbeeldingen dragen optimaal bij aan het vertellen van één verhaal. 26

Punten: 0-2 3 4 5 Schrijven (6.2.1/6.3.1): Samenvatting De samenvatting is een afspiegeling van de inhoud van het rapport. De samenvatting geeft bondig de inhoud van het rapport weer.. en wekt het interesse van de lezer om het hele rapport te lezen Punten: 0-2 3 4 5 Verantwoording eigen werk De student werd structureel geholpen bij het schrijven van het rapport De student heeft de meeste literatuur zelfstandig geselecteerd en heeft alleen algemene feed-back ontvangen. De student heeft literatuur geselecteerd en heeft het rapport zelfstandig geschreven Punten: 0-4 5-6 7-9 10 Total aantal punten: Opmerkingen: Naam en paraaf begeleider Minor Datum Naam en handtekening HAN docent Datum Het eindcijfer wordt door de HAN docent bepaald. Indicatie cijfer: 0 55 punten: 5,5 55 65 punten: 5,5 6,5 65 75 punten: 6,5 7,5 85 100 punten: 8,5-10 27

Titel OWE OWE PR15: Researchminor Code M_ASC-M-PR15 1. Opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie 2. Voltijd en deeltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Doelgroep Chemie 3. Beroepstaak/ Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek beroepstaken 4. Centrale Nvt beroepstaak 5. (Beroeps) Producten Onderzoeksverslag (V) Reflectieverslag (Rv) 6. Studiepunten, studielast 15 stp 420 SBU 7. Samenhang met andere OWE en Keuze onderdeel minor Palet aan natuurwetenschappelijk onderzoek. Tijdens de mini researchminor wordt in de praktijk toegepast wat is geleerd tijdens de voorafgaande keuze OWE uit het Palet aan natuurwetenschappelijk onderzoek van de opleiding Chemie of Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek. 8. Ingangseisen m.b.t. (deel) tentamens Propedeuse moet zijn behaald. Nadere ingangseisen afhankelijk van de ingangseisen van de gekozen OWE en. Minimaal 45 stp in het 2 e studiejaar behaald en de praktijkbeoordelingen in 2 e studiejaar zijn met een voldoende beoordeeld. Indien de researchminor volgt op de stage of het afstudeerproject geldt als instapeis dat het onderzoeksverslag ingeleverd is bij de begeleider op de werkplek en het portfolio (muv het onderzoeksverslag) voldoende is afgerond. 9. Algemene omschrijving Indien student niet voldoet aan instapvoorwaarden kan hij een verzoek om toch aan de researchminor deel te nemen neerleggen bij de examencommissie. Een minor moet verdiepend of verbredend zijn en mag geen grote overlap hebben met de major. Een researchminor is dus geen stage, want de stage is een onderdeel van de major. Doel van de researchminor is dus om iets nieuws te leren wat nog niet (voldoende) aan bod is geweest tijdens de major. De combinatie keuze OWE en mini researchminor bestaat daarom uit een theoretische component (een keuze onderwijseenheid van de opleiding Chemie of Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek) en een praktische component waar het geleerde in de keuze OWE wordt toegepast met een totale duur van 10 weken (15 studiepunten). Het is mogelijk om de researchminor uit te voeren op hetzelfde laboratorium als waar de stage/afstudeerstage plaatsvindt. Maar de minor blijft een op zichzelf staand geheel. Het moet aan de hier genoemde eisen voldoen en wordt apart van de stage beoordeeld. 10. Competenties Ontwerpen van experimentele opzet Experimenteren Resultaten analyseren Kwaliteitsbeheer Beheer en administratie Rapporteren en presenteren Planmatig en projectmatig werken Samenwerken Sturen professionele ontwikkeling 11. Beoordelingscriteria Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. 28

12. Tentaminering Deeltentamens M_ASC-M-PR15-V Onderzoeksverslag (V) M_ASC-M-PR15-Rv Reflectieverslag (Rv) M_ASC-M-PR15-P Praktische werkzaamheden (P) Weging (V+P)/2 Compensatiemogelijkheden - Instap-voorwaarden Reflectieverslag moet voldaan zijn tentamen Frequentie (deel)- tentamens 2 kansen per jaar. Wordt het hele jaar aangeboden. Inleveren verslag uiterlijk 2 weken na de laatste dag van de researchminor. Indien te laat ingeleverd volgt een 0 voor de eerste kans. In overleg met de begeleidende docent wordt een nieuwe deadline vastgelegd. Herkansing maximaal 2 maanden na afloop van de researchminor. 13. Verplichte - literatuur 14. Aanbevolen Boeken en handleidingen uit de propedeuse en hoofdfase. literatuur 15. Software - 16. Overig materiaal In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. 17. Activiteiten Zie werkvormen. 18. Werkvormen De Slb-er begeleidt de student bij het vinden van een researchminor plaats die past bij het persoonlijk ontwikkelingsplan van de student. De student is zelf verantwoordelijk voor het vinden van een research minor plek (solliciteren). 19. Les- / Contacturen 20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers Tijdens de researchminor wordt de student begeleid door een begeleider op de research minor plek en een docent vanuit school. Er zijn geen lesuren ingepland, de begeleidende docent heeft 5 klokuren voor begeleiding. Afhankelijk van de programmering in de hoofdfase - 29

Toetsprogramma OWE RM15: Researchminor (M_ASC-M-PR15) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek Deeltentamen Competenties met indicatoren voor Chemie, Biologie en Medisch Laboratorium onderzoek Beoordelingscriteria Waardering / Cesuur Examinatoren Code: M_ASC-M-PR15-Rv Naam: Reflectieverslag Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 0 Competentie 11 Sturen professionele ontwikkeling Geeft eigen competentieontwikkeling vorm: 11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzamelt competentiebewijzen. 11.3.2. kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten; staat open voor leermomenten. 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (gedeeltelijk). Zie beoordelingsformulier Reflectieverslag. Zie beoordelingsformulier Reflectieverslag. Deze moet gemiddeld voldoende zijn voor een beoordeling voldaan. 1 examinator voor de beoordeling. Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens Voldaan Code: M_ASC-M-PR15-P Naam: Praktische werkzaamheden Vorm: Praktijk Weging: 1 Beoordeling: cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 1: Ontwerpen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.2.2., (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.2.4., (1.3.3.) Integreert informatie (zelfstandig) om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen. Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding 2.2.1., (2.3.1.) Kan de basis (alle) stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.3. Maakt voorberekeningen. 2.2.2., (2.3.2.) Zorgt (zelfstandig) ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. Zie beoordelingsformulier Werkzaamheden Researchminor Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie. Zie beoordelingsformulier Werkzaamheden Researchminor Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie. 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 1 examinator voor de beoordeling. 30

31 2.2.3., (2.3.3.) Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; (maar kan hiervan afwijken indien nodig). 2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit. 2.2.4. Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking) / 2.3.4. werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht. 2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) / 2.3.5. lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1.,(3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.1.2., (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2., (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project). 3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit (i.v.t.). 3.2.3., (3.3.4.) Discussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 3.3.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en administratie

32 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur). 5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. Competentie 6: Rapporteren/presenteren 6.2.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen: er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart); spreekt duidelijk en verstaanbaar; staat rechtop en laat de handen vrij; maakt oogcontact met het publiek; maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten; verbale en visuele boodschap vormen een geheel; gebruikt visuele mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning; gaat inhoudelijke discussie met publiek aan. 6.3.2. Presenteert onderzoek aan diverse groep toehoorders op heldere en overtuigende wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoord vragen: er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart); spreekt duidelijk en verstaanbaar; staat rechtop en laat de handen vrij; maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep overkomt; maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten; verbale en visuele boodschap vormen een geheel; gebruikt mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning voor het overbrengen van de boodschap; gaat inhoudelijke discussie met publiek aan.

Code: M_ASC-M-PR15-V Naam: Onderzoeksverslag Vorm: schriftelijk individueel Weging: 1 Competentie 7: Planmatig/projectmatig werken 7.2.1. (7.3.1) Plant en organiseert zijn experimenten resulterend in een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt (Plant en organiseert zijn project resulterend in een werkplan van minimaal 4 weken). 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. 7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. 7.3.2. Speelt in op wijzigende omstandigheden; bepaalt prioriteiten in werkzaamheden. Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af. Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie: 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat andere uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Toont initiatief actief conflicten op te lossen. Competentie 1: Ontwerpen 1.2.2., (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren voorbereiden 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1. (3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse Zie beoordelingsformulier Stageverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bio-informatica. Zie beoordelingsformulier Stageverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bio-informatica. 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 1 examinator voor de beoordeling. 33