Certificatieschema Veiligheidsladder



Vergelijkbare documenten
Veiligheidsladder. Harmen Willemse

Veiligheidsladder ProRail

Praktijkcase: De Veiligheidsladder bij VolkerWessels

Informatieblad. Veiligheidsladder. De Veiligheidsladder

Welkom. Veiligheidsladder ProRail. Gestructureerde Creatieve Brainstorm Movares 3 okt Dieter van Delft 4 oktober 2011

Welkom. Veiligheidsladder. Bijeenkomst Nederlandse Vereniging voor Sleufloze Technieken en Toepassingen (NSTT)

Certificatieschema Veiligheidsladder

Certificatieschema Veiligheidsladder

Interpretatiedocument Veiligheidsladder trede 5

Veiligheidsladder, elke trede een sport op weg naar trede 5. Harmen Willemse

1. FORMAT PLAN VAN AANPAK

Communicatieplan Datum: Versie: 1.0. Opgesteld door: Rob Kriellaars

4.2 Inzichten in de behoeften en verwachtingen van de belanghebbenden. 4.3 Het toepassingsgebied van het milieumanagementsystee m vaststellen

Energiemanagement Actieplan

ISO & Veiligheidsladder

Hoofdstuk 2 Beleid en doelstellingen / directieverantwoordelijkheid

FUGRO NL LAND B.V. CO2 Prestatieladder - Energiemanagement Aktieplan. Bijlage D - Participatie. Datum: 3 mei Versie 1.0. Versie 1.

Aantoonbaar leiderschap door opdrachtgevers

Jade Beheer. Communicatieplan CO 2 Prestatieladder 3.C.1. 3.C.2 Invalshoek C: Transparantie Handboek CO2 Prestatieladder, versie 2.2 / 3.

Veiligheidscultuur bij risico-bedrijven Sjoerd Post, DCMR Milieudienst Rijnmond

Bureau Waardenburg B.V. Communicatieplan Bijlage C Bij Energiemanagement actieplan

Checklist voor controle (audit) NEN 4000

Energie Management Actieplan

Communicatieplan. Conform 3.C juni Voorbij Prefab. Voorbij Prefab Siciliëweg AX Amsterdam Nederland

Communicatieplan. Conform 2.C.1, 2.C.2, 2.C.3 en 3.C.2. Gedocumenteerd intern en extern communicatieplan van. Henzen Wegenbouw B.V.

Communicatieplan. N.C. Zwart Verhuur BV

Communicatieplan CO2-prestatieladder

Energie management Actieplan

COMMUNICATIEPLAN CO2-REDUCTIESYSTEEM VAN DEN HEUVEL HOLDING B.V.

MVO- MVO-communicatieplan internet Pagina 1 van 6 MVO COMMUNICATIEPLAN

CO 2 COMMUNICATIEPLAN

Communicatieplan Energie- & CO 2 beleid Heras

Communicatieplan m.b.t. CO2

Energiemanagementplan Carbon Footprint

Energie Management Actieplan Mei 2015 Versie 4

Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder

Leidraad PLAN VAN AANPAK OP WEG NAAR EEN CERTIFICEERBAAR KWALITEITSMANAGEMENTSYSTEEM

CO2-Prestatieladder. Communicatieplan Klaver Giant Groep. Communicatieplan ( ) Pagina 1 van 7

Rol van de preventieadviseur bij onderhoud. 07 oktober 2010 Provinciaal Comité Vlaams Brabant ir Werner Vancayseele, QSE manager

1. Doel. 2. Toepassingsgebied/Definities. 2.1 Toepassingsgebied. Procedure Incidenten

Welzijnscultuur Behaviour Based Safety (BBS)

Communicatieplan CO₂-Prestatieladder

Stappenplan certificering van de MVO Prestatieladder en de CO 2 -Prestatieladder. Datum: Versie: 02

Communicatieplan 2017

FUGRO GEOSERVICES B.V.

Communicatieplan CO 2 Prestatieladder 2019

Communicatieplan CO 2 -reductie

3.C.2 Communicatieplan

Documentenanalyse Veiligheidsvisitatiebezoek

Assetmanagement. Resultaten maturityscan. 14 januari 2015

CO 2 -Prestatieladder

VMS veiligheidseisen voor het ZKN-Keurmerk Een vertaling van de NTA8009:2011 naar de situatie van de zelfstandige klinieken

CO 2 PRESTATIELADDER. Communicatieplan

Certificatiecriteria VCA*/**/petrochemie versie 2008/5.1

CO 2 Communicatieplan

VBK Groep. Naam document Auteur Datum Communicatieplan V01 I. Hessels

DIT STUK IS NIET GETOETST DOOR INSPECTIE SZW EN DIENT ALS NASLAGWERK VOOR HET VERDER UITWERKEN VAN HET ARBOBELEID GERICHT OP GEDRAG.

Communicatieplan Bedrijf: Elenbaas-Snoep Holding B.V. Periode: 2019

Communicatieplan. Gebr. Janssen Beheer BV Hagelkruisstraat BD Beugen. Conform 3.C Mei 2015

Communicatieplan Milieu CO2-footprint en reductie. Safety Service Steenstraat BK Oldenzaal. Oldenzaal, 15 augustus Auteur: H.

Toetsingsbeleid Digitaal Veiligheidspaspoort (DVP) Naleving Life Saving Rules.

Energie Management Plan 2015

Communicatieplan CO2-prestatieladder

Inhoudsopgave: 1. Inleiding Reductiedoelstellingen Algemeen 2.2 Per scope

IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM

Communicatieplan. Energie- & CO 2 beleid. Van Gelder Groep

CO2 prestatieladder Communicatieplan

CO 2 Communicatieplan. 18 maart 2015

KWALITEIT MANAGEMENT PLAN CO2 EMISSIE INVENTARIS SOGETI

Communicatieplan CO 2 -reductie. Van Schoonhoven Infra B.V.

CO₂ Prestatieladder - Communicatieplan

Communicatieplan. CO2-Prestatieladder. Nebest Adviesgroep B.V. Rapportnummer 2016/P /rap05 v1.0. Rapportdatum 23 juni 2016

Communicatieplan CO 2 -prestatieladder ISO MVO Update December Aboma Holding bv

Handboek CO 2 reductiesysteem. Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 2.1

Fulco Stoekenbroek Hoger Veiligheidskundige. Waternet Taken o.a.

Communicatieplan Milieu Inclusief CO 2 -footprint en reductie. Koninklijke Bammens

COMMUNICATIEPLAN CO2-REDUCTIESYSTEEM 3.C.2_1 VERSIE: 01 06/05/2013

ISO9001:2015, in vogelvlucht. Door Tjarko Vrugt

ISO 9000:2000 en ISO 9001:2000. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V.

Review CO2 reductiesysteem. Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 2.1

Kwaliteitshandboek v1.0 CO 2 -Prestatieladder Roelofs

Communicatieplan. Conform 3.C.2. Juli BW Groep b.v. Waaronder de werkmaatschappijen;

Sector- en keteninitiatieven CO 2 -prestatie

Zelfevaluatie Kwaliteitslabel Sociaal Werk

Energiemanagement actieplan Klaver Giant Groep B.V. Op basis van de internationale norm ISO , 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, en 4.6.

Communicatieplan CO2-reductie

Communicatieplan CO 2 -reductie

Communicatieplan CO2 Periode Hoeflake Electrotechniek. Hoeflake Infratechniek. Hoeflake Installatietechniek VIOSS

Recept 4: Hoe meten we praktisch onze resultaten? Weten dat u met de juiste dingen bezig bent

Dashboard module Klachtenmanagement 2012

Energie Management Actieplan Mei 2016 Versie 5

Kwaliteit van Goed Werkgeverschap

Communicatieplan. Project: Onderhoudswerk Gemeente Woerden. Ouwejan & F. de Bruijn Infra B.V. Ouwejan & F. de Bruijn Materieel B.V. Heifra B.V.

Terug naar de bedoeling met ISO 9001:2015

Communicatieplan. CO2-prestatieladder.

Handboek CO2 reductiesysteem. Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 2.2

CO 2 -Prestatieladder

Doel van de rol Iedere Compliance Officer heeft als doel het beheersen van de risico s die BKR loopt in haar strategische en operationele processen.

Transcriptie:

Certificatieschema Veiligheidsladder Samen zorgen voor bewust veilig werken Van Auteur ProRail/AKI Dieter van Delft EDMS-#3143249 Versie 2.0 Datum 1 juli 2012 Kenmerk Status Definitief

Ten geleide Het Certificatieschema Veiligheidsladder is het kader voor certificering conform de veiligheidsladder. Alle benodigde formele informatie over het eisen, criteria, en en waarderingen (scores) is daarin opgenomen. Het Certificeringschema wordt gepubliceerd op de ProRail website en is gratis te downloaden: www.prorail.nl > Zakenpartners > Aanbesteden en inkoop > veiligheidsladder. Alle benodigde formele informatie over de veiligheidsladder is opgenomen in een apart handboek, eveneens te downloaden via bovenstaande website.

Voorwoord Samen met de branche werken we aan de vitale infrastructuur van nu en de toekomst: sporen worden verdubbeld, stations worden vernieuwd en we plegen dagelijks groot en klein onderhoud aan het spoor. Veiligheid op de werkvloer is letterlijk een zaak van levensbelang. Met de introductie van de veiligheidsladder hopen we samen met de branche het veilig werken op het spoor een stap verder te brengen. De veiligheidsladder is een certificeerbare norm om het veiligheidsbewustzijn en bewust veilig handelen in bedrijven te meten en continue te verbeteren. Verbetering van het veiligheidsbewustzijn van spoorbedrijven wordt door ProRail beloond door een hogere score op de ladder positief mee te wegen bij aanbestedingen. Kortom: hoe veiliger er gewerkt wordt, hoe groter de kans op het verwerven van een opdracht. De veiligheidsladder is in zijn opzet vergelijkbaar met de door ProRail ontwikkelde CO 2 -prestatieladder. Een instrument dat inmiddels breed geaccepteerd is in de bouwsector. ProRail hecht veel waarde aan een veilige werkplek voor alle mensen die aan het spoor werken. Veiligheid doen we samen en daarom hopen wij van harte dat we met z n allen (de gehele spoorbranche) de veiligheidsladder tot een groot succes maken! Drs. M.W. Gout-van Sinderen President-directeur Ir. P.E.M. Buck Directeur Projecten

Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 2 De veiligheidsladder 7 2.1 Beschrijving laddertreden 7 2.2 Beschrijving bedrijfsaspecten 8 3 Het Certificatieschema 10 Bedrijfsaspect 1: Leiderschap en betrokkenheid 10 1.1 Managementinteresse 10 1.2 Medewerkers betrokkenheid 20 1.3 Prestatiebeloning 26 Bedrijfsaspect 2: Beleid en strategie 34 2.1 Veroorzakers ongevallen 34 2.2 Winstgevendheid en continuïteit 40 Bedrijfsaspect 3: Organisatie en opdrachtnemers 45 3.1 Opdrachtnemers 45 3.2 Competentie en training 53 3.3 Afdeling V&G 62 Bedrijfsaspect 4: Werkplek en procedures 68 4.1 Werkplanning 68 4.2 Werkplekveiligheid 76 4.3 Procedures 84 Afwijkingen en communicatie 91 5.1 Melding van incidenten 91 5.2 Onderzoek van incidenten 96 5.3 Opvolging van incidenten 102 5.4 Dagelijkse controle 109 5.5 Bijeenkomsten 118 Bedrijfsaspect 6: Audits en statistieken 124 6.1 Audits en reviews 124 6.2 Trends en statistieken 128 Certificatieschema Veiligheidsladder 4/131

1 Inleiding Bouwen in de 21e eeuw stelt bijzondere eisen. Er wordt gewerkt in hoog tempo, in vaak complexe omstandigheden. Ook verandert de arbeidsmarkt. Het traditionele patroon met langdurige vaste dienstverbanden bij één werkgever verdwijnt. Bouwbedrijven zijn voor het vakmanschap ook steeds meer aangewezen op buitenlandse werknemers. Dit alles beïnvloedt de wijze waarop met werk wordt omgegaan. De vergroting van de werkdruk echter mag aan de veiligheid bij het werk geen afbreuk doen. Als een van de grootste publieke opdrachtgevers is ProRail volop bezig met het onderwerp veiligheid. De ambitie van ProRail is een spoor zonder ongevallen, waarbij iedereen aan het eind van zijn of haar werkdag of reis weer veilig en gezond thuis kan komen. Als goed werkgever hecht ProRail aan een veilig en gezond werkklimaat voor haar werknemers en de medewerkers van haar opdrachtnemers. ProRail heeft daarbij een verdergaande ambitie dan volgens wet- en regelgeving mag worden verwacht. Veiligheid omvat voor ProRail zowel safety als security. ProRail is een publieke dienstverlener in spoormobiliteit die non-stop, 24/7, zorgt voor beschikbaar, betrouwbaar en veilig spoor voor haar klanten, duurzaam ingepast in haar omgeving. Om deze functie naar behoren te kunnen vervullen, maakt zij, naast eigen personeel, veelvuldig gebruik van andere bedrijven die op of aan het spoor werken. Afgezien van het feit dat alle werkzaamheden naar behoren uitgevoerd dienen te worden, moeten deze ook vooral veilig uitgevoerd worden. Samen met spooraannemers, ingenieursbureaus, adviesbureaus en de wetenschap heeft ProRail een veiligheidsladder ontwikkeld om het veiligheidsbewustzijn en bewust veilig handelen te stimuleren. Inspanningen hierin worden objectief gemeten en positief beloond. Terugdringing van het aantal onveilige situaties met minder incidenten (verzuim, schades) tot gevolg is het uiteindelijke doel. Het hanteren van de veiligheidsladder heeft een branche brede functie. Het biedt kaders voor veilig werken aan alle partijen die in de spoorbranche werkzaam zijn. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen opdrachtgevers, opdrachtnemers of leveranciers. Veiligheid doe je met z n allen, in de hele keten. Het ontwikkeltraject is gestart medio 2011. Daarbij is aansluiting gezocht bij gebruikte methoden als: CO 2 -prestatieladder van Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen (SKAO). Hearts and Minds van Energy Institute. Safety Awareness Survey (SAS) van Det Norske Veritas (DNV). Zowel Hearts and Minds als de Safety Awareness Survey meten de veiligheidscultuur van een bedrijf. De meting is vooral een zelfmeting op basis van interviews en vragenlijsten. Voor de veiligheidsladder is gezocht naar objectieve criteria om het Certificatieschema Veiligheidsladder 5/131

veiligheidsgedrag in een bedrijf meetbaar te maken en te laten toetsen door certificerende instellingen. Hiervoor is aansluiting gezocht bij de CO 2 -prestatieladder. Op 13 februari 2012 heeft de directie van ProRail de veiligheidsladder goedgekeurd en besloten de veiligheidsladder ingaande 1 januari 2013 in te voeren als instrument bij erkenningen en aanbestedingen van ProRail. De veiligheidsladder is in eerste instantie ontwikkeld voor door ProRail erkende spoorbedrijven met de bedoeling het instrument in toenemende mate ook in te zetten voor andere bedrijven werkzaam in de spoorbranche. De ladder is echter zo ontwikkeld dat het kernconcept generiek toepasbaar is ook binnen andere sectoren dan de spoorbranche en de uitwerking/toepassing per sector op maat gemaakt kan worden, bijvoorbeeld door branchegerichte toelichtingen per sector. ProRail streeft naar een landelijk geaccepteerd en toepasbaar certificaat. De ontwikkeling van de veiligheidsladder sluit aan bij vergelijkbare initiatieven door ProRail op het gebied van duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen (de CO 2 -prestatieladder, en Social Return - ladder). Certificatieschema Veiligheidsladder 6/131

2 De veiligheidsladder 2.1 Beschrijving laddertreden De veiligheidsladder onderkent vijf treden. De laddertreden geven de ontwikkelingsfase aan waarin in een bedrijf zich op het gebied van veiligheidsbewustzijn begeeft. Trede 1 Binnen het bedrijf heerst de houding: bij ons gaat niets fout, wij leveren goede kwaliteit, dus waarom je tijd verdoen met preventieve veiligheidsactiviteiten en wat niet weet, wat niet deert. In het bedrijf wordt weinig tot niets geïnvesteerd in verbeteringen van het veiligheidsgedrag. Dit is niet het gewenst gedrag en wordt derhalve ook niet beloond. Trede 2. Het bedrijf heeft de gewoonte om te veranderen nadat er dingen mis zijn gegaan. De veranderingen zijn echter ad hoc en van korte duur. Dit gedrag is het minimale geëiste gedrag en wordt matig gewaardeerd. Trede 3. Het gedrag van een bedrijf op deze trede van de ladder kenmerkt zich door de aanwezigheid van een veiligheidsmanagementsysteem en veel papieren verslaglegging. Het bedrijf probeert veiligheidsincidenten te voorkomen. Er worden veel voorschriften en regels gemaakt. De betrokkenheid bij veiligheid en het naleven van regels en wetten ligt voornamelijk bij het (hogere) management. Er wordt werk gemaakt van veiligheid en dat wordt gewaardeerd. Trede 4. Op deze trede van de ladder is sprake van een hoge prioriteit voor veiligheid. Er wordt continu geïnvesteerd in het vergroten van het veiligheidsbewustzijn en elkaar aanspreken op bewust veilig gedrag. Verbeteringen worden stelselmatig geïmplementeerd en geëvalueerd. Er wordt vooruit gedacht. Daarnaast wordt informatie over knelpunten en best practices uitgewisseld en besproken door management en medewerkers. Bewust veilig werken wordt ervaren als een eigen verantwoordelijkheid. Deze vorm van gedrag wordt hoog gewaardeerd. Trede 5. In het laatste stadium van de ontwikkeling van een veiligheidsgedrag is sprake van een volledige integratie in de keten. Veiligheid is volledig geïntegreerd in het handelen tijdens elk deel van het proces. Veiligheid is daarnaast een vast onderdeel van de reflectie en evaluatie in de organisatie, maar ook daarbuiten. Veiligheid zit impliciet in het denken en doen van mensen. Dit wordt zeer hoog gewaardeerd. Certificatieschema Veiligheidsladder 7/131

2.2 Beschrijving bedrijfsaspecten De eisen en criteria waaraan een bedrijf moet voldoen komen voort uit 6 invalshoeken of bedrijfsaspecten. Elk managementaspect is weer onderverdeeld in een aantal bedrijfskarakteristieken. Onderstaand een korte toelichting per managementaspect en een opsomming van relevante bedrijfskarakteristieken. 1. Leiderschap en betrokkenheid Hoe belangrijk is veiligheid? Wie of wat wordt verantwoordelijk geacht voor (on)veilig werken? Zijn er duidelijke regels en worden deze nageleefd? Stimuleert en beloont management goed gedrag? Hoe is de communicatie over incidenten? Spreken managers en medewerkers elkaar op een positieve manier aan op onwenselijk gedrag? (Bedrijfskarakteristieken: managementinteresse, medewerkersbetrokkenheid, prestatiebeloningen). 2. Beleid en strategie Staat veiligheid hoog op de strategische kalender? Is veiligheid volledig geïntegreerd in de managementcyclus. Vinden er regelmatig bewustzijnsacties plaats? In hoeverre worden investeringen in veiligheidsgedrag gezien als een nuttige bijdrage aan de winst? (Bedrijfskarakteristieken: veroorzakers ongevallen, winstgevendheid en continuïteit). 3. Organisatie en opdrachtnemers Worden opdrachtnemers geselecteerd op hun veiligheidsgedrag en prestaties? Is er aandacht voor veiligheid bij het contracteren? Hoe worden nieuwe medewerkers geselecteerd en ingewerkt? Is bewust veilig werken opgenomen in de competentieprofielen. Zijn medewerkers gemotiveerd om zich bij te scholen/trainen? Komen er ook veiligheidsissues aan de orde? Zijn veiligheidsmedewerkers deskundig en competent? Kan een veiligheidsfunctionaris direct de hoogste baas aanspreken? (Bedrijfskarakteristieken: opdrachtnemers, competentie en training, afdeling V&G). 4. Werkplek en procedures Hoe bewust is men zich van risico s en wat wordt er aan gedaan om het veiligheidsbewustzijn op de werkplek zo optimaal mogelijk te laten zijn? Wordt er volgens regels en protocollen gewerkt? Zijn deze afgestemd op de gebruikers? Worden verbeterafspraken in het verlengde van een onderzoek altijd opgevolgd? (Bedrijfskarakteristieken: werkplanning, werkplekveiligheid, procedures). Certificatieschema Veiligheidsladder 8/131

5. Afwijkingen en communicatie Hoe is de meldcultuur en wat wordt er met de meldingen gedaan? Wordt regelmatig de werkplek geïnspecteerd? Wordt er van incidenten geleerd? Worden veranderingen naar aanleiding van incidenten daadwerkelijk geïmplementeerd en geëvalueerd? Wordt er voldoende gecommuniceerd en geëvalueerd? Bijvoorbeeld in (toolbox)bijeenkomsten of andere vormen van werkoverleg? (Bedrijfskarakteristieken: melding, onderzoek en opvolging van incidenten, dagelijkse controle, bijeenkomsten). 6. Audits en statistieken Worden er specifieke audits gehouden op veiligheidsgedrag? Gebruikt het bedrijf statistieken voor verbetering? (Bedrijfskarakteristieken: audits en reviews, trends en statistieken). Certificatieschema Veiligheidsladder 9/131

3 Het Certificatieschema Het certificatieschema bevat eisen (waar moet een bedrijf aan voldoen), criteria (tegen welke norm wordt getoetst), auditorrichtlijnen (waar wordt op gelet) en scores (hoe wordt het voldoen aan de criteria gewaardeerd). Eisen, criteria, auditorrichtlijnen en scores zijn er vanaf trede 2 van de veiligheidsladder. Een bedrijf wordt minimaal gemeten op trede 2. Indien een bedrijf niet voldoet aan de eisen en criteria van trede 2 zit een bedrijf minimaal in trede 1 (voldoen aan wet- en regelgeving, nulmeting veiligheidsladder en uitgesproken ambitie veiligheidsladder). Onderstaand de eisen, criteria, auditorrichtlijnen en scores [tussen haken] per bedrijfskarakteristiek. Bedrijfsaspect 1: Leiderschap en betrokkenheid 1.1 Managementinteresse Trede 2 Trede 3 Trede 4 Trede 5 1.1.1- N2 De directie overlegt over V&G met een vertegenwoordiging van uitvoerenden. 1.1.1- N3 De directie bespreekt V&Gdoelstellingen en speerpunten met managers en 1.1.1- N4 Uitvoerenden dragen zelf knelpunten en verbeteringen aan. 1.1.1- N5 De directie bespreekt V&G periodiek in bijeenkomsten met vertegenwoordigers De directie overlegt meer dan eens per jaar met een vertegenwoordiging van uitvoerenden uitvoerenden. De directie bespreekt met managers en uitvoerenden jaarlijks de V&G- Uitvoerenden zijn actief betrokken bij V&G. V&G-knelpunten en gewenste van de branche. De directie heeft minimaal jaarlijks een bijeenkomst met vertegenwoordigers van de branche. Certificatieschema Veiligheidsladder 10/131

over ernstige ongevallen. Volledig [150]; Grotendeels [120]; Deels [60]; Het gaat erom dat er periodiek wordt doelstellingen, de resultaten, V&Ggedragsonderwerpe n en V&Gverbeterinitiatieven Volledig [150]; Grotendeels [120]; Deels [60]; Doelstellingen, speerpunten en het verbeteringen worden door uitvoerenden zelf doorgegeven. Volledig [90]; Grotendeels [72]; Deels [36]; De uitvoerenden krijgen terugkoppeling over geplande V&Gacties en hun voortgang. Volledig [30]; Grotendeels [24]; Deels [12]; Acties en voortgang worden geregistreerd en bewaakt. Volledig [30]; Grotendeels [24]; Deels [12]; Het aantal door uitvoerenden J/N [60] De directie bespreekt in ieder geval ernstige ongevallen en V&Ggedragsonderwerpe n met de branche. J/N [90] Aan de bijeenkomsten Certificatieschema Veiligheidsladder 11/131

gesproken met een representatieve vertegenwoordiging van uitvoerenden. Dit hoeft geen vaste vertegenwoordiging te zijn, zoals de OR, mits het de communicatie bottum-up/top-down bevordert. plan om deze te bereiken zijn gedocumenteerd. De doelstellingen omvatten in ieder geval V&Ggedragsonderwerpe n. De eerder behaalde resultaten gerelateerd aan de doelstellingen aangedragen verbeteringen/ knelpunten moet aansluiten bij het aantal uitvoerenden. Het jaarlijkse aantal is per jaar minimaal 25% van het totaal aantal uitvoerenden. De wijze waarop knelpunten en verbeterideeën gemeld worden is niet van belang, het gaat om medewerkersbetrokk enheid en bottom-up communicatie. zorgt voor registratie, acties en opvolging. volgt actiepunten van overleg planmatig op. Dat wil zeggen: registratie, nemen zowel managers als uitvoerenden deel. Certificatieschema Veiligheidsladder 12/131

1.1.2- N2 bespreekt ernstige ongevallen en genomen maatregelen met uitvoerenden. Managers bespreken alle ernstige ongevallen en genomen maatregelen binnen een redelijke termijn met uitvoerenden. Volledig [150]; Grotendeels [120]; Deels [60]; 1.1.2- N3 communiceert over V&G volgens een vaste structuur. organiseert V&Goverleg. Op alle niveaus bespreken managers V&Gkwesties. Volledig [60]; Grotendeels [48]; Deels [24]; Dit overleg vindt plaats volgens een afgesproken en vastgelegde periodiciteit. streefdata, voortgangsbewaking, implementatie maatregelen en evaluatie van effectiviteit. 1.1.2- N4 De directie overlegt met alle uitvoerenden. De directie overlegt minimaal twee keer per jaar met alle uitvoerenden over V&G. Volledig [60]; Grotendeels [48]; Deels [24]; Het overleg met alle uitvoerenden omvat in ieder geval V&Gincidenten en V&Ggedragsonderwerpe n. Volledig [90]; 1.1.2- N5 Opdrachtnemers dragen zelf V&Gknelpunten en verbeteringen aan. volgt de door opdrachtnemers aangedragen knelpunten en verbeteringen planmatig op. Volledig [150; Grotendeels [120]; Deels [60]; Certificatieschema Veiligheidsladder 13/131

Management van alle niveaus kunnen ongevallen bespreken met uitvoerenden door bijvoorbeeld: presentatie aan alle uitvoerenden; actief deelnemen aan werkoverleg; Volledig [30]; Grotendeels [24]; Deels [12]; In dit overleg komen standaard aan de orde: V&Ggedragsdoelstellinge n en behaalde resultaten, ernstige ongevallen, ongevallen en knelpunten. Volledig [60]; Grotendeels [48]; Deels [24]; De vaste communicatie structuur borgt dat elke manager V&Gkwesties met zijn medewerkers deelt en bespreekt. Overleg dient minimaal één keer per jaar plaats te vinden. Grotendeels [72]; Deels [36]; Alle uitvoerenden omvat minimaal de helft van de groep uitvoerenden uit alle doorsneden (horizontaal en verticaal) van het bedrijf. In dit overleg komen actuele V&Ggedragsonderw erpen aan de orde. Knelpunten en noodzakelijke verbeteringen kunnen idealiter op hetzelfde management niveau worden aangepakt. Indien nodig dient te worden opgeschaald naar een hoger niveau. Belangrijk is Certificatieschema Veiligheidsladder 14/131

presentaties in toolboxbijeenko msten; persoonlijk stuk in bijvoorbeeld nieuwsbrief of op intranetsite. De auditor dient van elk ernstig ongeval in het afgelopen jaar te beoordelen of dit besproken is met alle uitvoerenden binnen een kwartaal na datum ernstig ongeval. 1.1.3- N3 De directie werkt samen met een aparte bedrijfsbrede V&G-commissie aan verbetering van V&G. De directie overlegt minimaal eens per kwartaal met een V&G-commissie. J/N[ 60] Deze V&G- 1.1.3- N4 Managers nemen actief deel aan V&Goverleg met uitvoerenden. Elke manager neemt minimaal twee keer per jaar actief deel aan een werkoverleg of toolboxbijeenkomst dat er voorgangsbewaking is. 1.1.3- N5 De directie integreert haar V&Gcampagnes met die van de branche. De directie integreert haar V&Gcampagnes met die van opdrachtgevers, opdrachtnemers en nevenaannemers. Certificatieschema Veiligheidsladder 15/131

commissie richt zich vooral op concrete V&G-verbeteracties. Volledig [90]; Grotendeels [72]; Deels [36]; De directie heeft een aparte V&Gcommissie samengesteld. Deze staat dus los van een eventuele OR. In deze V&Gcommissie nemen vertegenwoordigers van alle relevante bedrijfsfuncties (werkvoorbereiding, inkoop, materieelbeheer, planning en uitvoering) deel. In deze commissie nemen ook uitvoerenden deel. Met de commissie worden actuele van uitvoerenden. Volledig [150]; Grotendeels [120]; Deels [60]; De steekproef dient in elk geval de operationele lijn te omvatten en verschillende niveaus in de organisatie. Volledig [150]; Grotendeels [120]; Deels [60]; Integratie van V&Gcampagnes wil zeggen dat de branche gezamenlijk campagnes ontwikkelt en uitvoert. Daarnaast kunnen ook niet geïntegreerde campagnes plaatsvinden. Deze dienen echter te zijn afgestemd met de branchepartijen, waarmee structureel wordt samengewerkt Certificatieschema Veiligheidsladder 16/131

V&G-kwesties besproken, inclusief acties en hun voortgang V&G-gedrag maakt een belangrijk onderdeel uit van de V&G verbeteracties. 1.1.4- N4 De directie organiseert campagnes ter bevordering van gewenst V&Ggedrag. De directie organiseert campagnes ter bevordering van gewenst V&Ggedrag. Volledig [150]; Grotendeels [120]; Deels [60]; Management organiseert minimaal één á twee campagnes per jaar, Certificatieschema Veiligheidsladder 17/131

verspreid over het jaar. Ze zijn gericht op de actualiteit op basis van trends, incidenten, etc. Een campagne omvat de inzet van minimaal drie verschillende communicatiemiddel en voor hetzelfde thema, bijvoorbeeld: managementpresent atie, videopresentatie, poster, boekje of bedrijfsblaadje of toolboxbijeenkomst. 1.1.5- N4 De V&G-commissie draagt bij aan de verbetering van gewenst V&Ggedrag. De V&G-commissie voert een actieve en leidende rol uit bij Certificatieschema Veiligheidsladder 18/131

het verbeteren van de V&G-prestaties van het bedrijf. Volledig [150]; Grotendeels [120]; Deels [60]; Uit de notulen en actielijsten van de V&G-commissie blijkt dat deze een actieve en leidende rol heeft bij het verbeteren van de V&G-prestaties van het bedrijf. Actief houdt onder andere communicatie in met de uitvoerenden. Certificatieschema Veiligheidsladder 19/131

1.2 Medewerkers betrokkenheid Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 1.2.1- N2 De directie communiceert duidelijk over het gewenste V&Ggedrag. 1.2.1- N3 Het eerstelijnsmanagem ent observeert en bespreekt houding en gedrag van 1.2.1- N4 Management stimuleert dat uitvoerenden elkaar aanspreken op V&G-gedrag. 1.2.1- N5 Uitvoerenden en managers evalueren V&G dagelijks. De directie heeft gedocumenteerde regels voor gewenst V&G-gedrag ingevoerd. Volledig [150]; Grotendeels [120]; Deels [60]; Het gaat hier niet zozeer om procedures of andere systeemdocumenten maar om duidelijk uitvoerenden. Het eerstelijnsmanagem ent voert geplande observatierondes uit. Volledig [150]; Grotendeels [120]; Deels [60]; Het eerstelijnsmanagem ent betrekt uitvoerenden actief bij observatierondes. Volledig [150]; Grotendeels [120]; Deels [60]; Uitvoerenden lopen zelf actief mee met de observatierondes. Het doel ervan is dat uitvoerenden leren Observatierondes zijn aparte rondes gericht op V&Ggedrag, V&Ghandelingen en de naleving van V&G- Eerstelijnsmanagers en uitvoerenden evalueren aan het eind van elke werkdag de V&Gaspecten van de uitgevoerde activiteiten. Volledig [150]; Grotendeels [120]; Deels [60]; Dit kan onder andere plaats vinden op basis van de ingevulde LMRA s. De minimum frequentie bedraagt Certificatieschema Veiligheidsladder 20/131

regels voor uitvoerenden. Deze regels geven aan wat er van hen in de dagelijkse praktijk verwacht wordt. De regels dienen bijvoorbeeld te zijn opgenomen in bedrijfsinformatieboe kjes voor nieuwe uitvoerenden en in de aan uitvoerende uit te reiken projectregels. Daarnaast kunnen ze worden versterkt door ze op gepaste plaatsen op te hangen. Bijvoorbeeld: life saving rules, de 10 gouden veiligheidsregels, etc. 1.2.2- N2 De directie stimuleert regels. Ze dienen te worden gepland en geregistreerd. Het is daarbij essentieel dat geobserveerde uitvoerenden tijdens de rondes terugkoppeling te krijgen over hun gedrag en handelingen. Minimaal dient elk kwartaal één observatieronde uitgevoerd te worden in elk bedrijfsonderdeel en elk afzonderlijk werk. 1.2.2- N3 Uitvoerenden denken na over om (on)veilig V&Ggedrag te herkennen en elkaar aan te spreken op gedrag. Minimaal dient in elk bedrijfsonderdeel en elk afzonderlijk werk één observatieronde per week uitgevoerd te worden, waarin uitvoerenden participeren. De externe auditor dient tijdens één observatieronde op een van de geselecteerde werken mee te lopen als waarnemer, om de effectiviteit te toetsen. 1.2.2- N4 Uitvoerenden zorgen voor goede V&G- 80% van alle werkdagen. De auditor dient de effectiviteit te beoordelen aan de hand van de geregistreerde uitkomsten (actiepunten) en op basis van interviews met betrokkenen op de geselecteerde projecten. 1.2.2- N5 zorgt voor het actief Certificatieschema Veiligheidsladder 21/131

risicobewustzijn. risico s. omstandigheden. onderling uitwisselen van ervaringen. De directie heeft LMRA (Last Minute Risk Analysis) geïntroduceerd. J/N [150] Het gebruik van LMRA dient te zijn gedefinieerd en gestructureerd (documentatie, toepassing ervan, training van uitvoerenden). Uitvoerenden passen LMRA actief toe in hun werkzaamheden. Volledig [150]; Grotendeels [120]; Deels [60]; De toepassing en de uitkomsten van LMRA worden geregistreerd. Het invullen van de LMRA is bedoeld om de verantwoordelijkheid voor toepassing LMRA duidelijk en toetsbaar te maken. Zodat hierover gesproken kan worden tijdens Uitvoerenden nemen eigen verantwoordelijkheid voor goede arbeidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddel en. Volledig [150]; Grotendeels [120]; Deels [60]; Arbeidsmiddelen omvatten alle op de bouwplaats gebruikte machines, installaties, apparaten en gereedschappen. De auditor dient tijdens het bouwplaatsbezoek te verifiëren dat uitvoerenden bewust en proactief omgaan met (de veiligheid Management en uitvoerenden wisselen ervaringen uit. Volledig [150]; Grotendeels [120]; Deels [60]; De bedoeling is het uitwisselen van leerpunten en bestpractices tussen verschillende werken en managers. dient minimaal 5 voorbeelden te kunnen overleggen van werkoverschrijdende uitwisseling van Certificatieschema Veiligheidsladder 22/131

observatierondes, etc. De auditor dient tijdens de werkbezoeken te verifiëren of uitvoerenden LMRA in de praktijk effectief toepassen en dat LMRA bijdraagt aan veiliger werkpraktijken. Dit dient zowel door beoordeling van ingevulde LMRA documenten als door interviews met uitvoerenden te worden geverifieerd. 1.2.3- N3 De directie bevordert actief gewenst V&Ggedrag. De directie voert per jaar minimaal drie acties uit, gericht op van) arbeidsmiddelen, persoonlijke beschermingsmiddel en en V&Gvoorzieningen (afscherming, beveiligingen, etc.). Onveilige arbeidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddel en dienen gelabeld en verwijderd te zijn en er dienen de nodige acties ter reparatie/vervanging te zijn gestart. 1.2.3- N4 Eerstelijnsmanagers geven terugkoppeling aan uitvoerenden over V&G-gedrag en naleving. Eerstelijnsmanagers bespreken rapportages over best-practices tussen collega s van hetzelfde niveau. De voorbeelden tonen duidelijk aan hoe leerpunten en best-practices ter verbetering zijn opgepakt. 1.2.3- N5 geeft uitvoerenden een actieve rol in V&G-communicatie. heeft op de bouwplaats V&G- Certificatieschema Veiligheidsladder 23/131

persoonlijk V&Ggedrag Volledig [150]; Grotendeels [120]; Deels [60]; Acties zijn geplande proactieve acties gericht op gewenst V&G-gedrag. Ze dienen in ieder geval gericht zijn op de (eigen) uitvoerenden. V&G-gedrag en naleving met de uitvoerenden. Volledig [150]; Grotendeels [120]; Deels [60]; Bespreken kan plaatsvinden in werkoverleg, toolboxbijeenkomste n, etc. Rapportages over V&G-gedrag en naleving omvatten de resultaten van observatierondes, meldingen van overtredingen en uitkomsten van LMRA. Frequentie van feedback rapportages dient te zijn afgestemd op de ernst van de bevindingen, met een minimum aanspreekpunten aangesteld. Volledig [150]; Grotendeels [120]; Deels [60]; Het gaat hier niet om de wettelijk verplichte V&Gcoördinatoren. De intentie is dat alle uitvoerenden een aangewezen directe collega hebben, die ze direct kunnen benaderen over praktische V&Gkwesties. Deze aanspreekpunten, komend uit de pool van uitvoerenden, spelen een actieve rol in het bevorderen van de communicatie bottom-up en topdown. Certificatieschema Veiligheidsladder 24/131

frequentie van één keer per kwartaal. De auditor dient tijdens de werkbezoeken te verifiëren of deze V&Gaanspreekpunten aangewezen zijn, of uitvoerenden weten wie ze zijn en of de communicatie effectief plaatsvindt. Daartoe dienen zowel uitvoerenden als de aanspreekpunten zelf geïnterviewd te worden. Certificatieschema Veiligheidsladder 25/131

1.3 Prestatiebeloning Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 1.3.1- N2 bestraft ongewenst V&G-gedrag. 1.3.1- N4 heeft persoonlijke V&G-doelstellingen. De directie heeft een beleid ingevoerd voor sanctioneren van ongewenst V&G-gedrag. J/N [30]. Management past sancties consequent toe conform het formele beleid. Volledig [45]; Grotendeels [36]; Deels [18]; 1.3.1- N3 Management neemt actie bij overtredingen van regels. : beschikt over een registratiesysteem voor overtredingen van regels. Volledig [40]; Grotendeels [32]; Deels [16]; gebruikt deze registraties als input voor beoordelings en/of functioneringsgespre kken. Volledig [40]; Grotendeels [32]; Deels [16]; De directie past een systeem van persoonlijke V&Gdoelstellingen toe voor managers. Volledig [100]; Grotendeels [80]; Deels [40]; 1.3.1- N5 De directie integreert V&G volledig in al haar beoordelingsen beloningssystemen. De directie heeft V&G geïntegreerd in de beoordelings- en beloningssystemen van het bedrijf. Volledig [100]; Grotendeels [80]; Deels [40]; Certificatieschema Veiligheidsladder 26/131

Het sanctiebeleid is gedocumenteerd, goedgekeurd door de ondernemingsraad en gecommuniceerd naar alle uitvoerenden. Het sanctiebeleid voor ongewenst V&G-gedrag omvat: escalatiestappen in het sanctiebeleid. communicatie aan betrokken uitvoerenden. beschikt over procedures voor het opleggen van sancties. J/N [20] Er is een formeel systeem voor het melden en registreren van overtredingen van uitvoerenden. Dit kan door middel van in te vullen formulieren. Eerstelijnsmanagers houden registraties bij houden bij van het aanspreken van uitvoerenden. De procedures van het sanctiesysteem voor ongewenst V&G-gedrag omvatten definities van onacceptabel gedrag en; ondersteuning van Het systeem omvat in ieder geval alle niveaus van leidinggevenden binnen operationele uitvoering vanaf eerste lijn tot directie, met op de functie aangepaste doelstellingen. In plaats van aparte beloningssystemen maakt V&G een evenwichtig onderdeel uit van persoonlijke doelstellingen, prestatiemetingen, salarisontwikkeling, etc. Volledig wil zeggen: geïntegreerd in alle beoordelings- en beloningssystemen op alle niveaus van het bedrijf, Ook voor niet uitvoerenden (bijvoorbeeld inkoopmedewerker) maakt V&G volledig deel uit van het beoordelings- en beloningssysteem. Certificatieschema Veiligheidsladder 27/131

verantwoordelijke managers bij uitoefening van het sanctiebeleid. Het sanctiesysteem is ook van toepassing op het niet melden van ongevallen. Het sanctiesysteem is gedocumenteerd, goedgekeurd door de ondernemingsraad en gecommuniceerd naar alle uitvoerenden. Het systeem wordt conform de eisen toegepast. De auditor dient te verifiëren dat het systeem duidelijk vastgelegd is en conform de regels wordt toegepast. Het management dient voorbeelden van Certificatieschema Veiligheidsladder 28/131

1.3.2- N2 De directie beloont management voor goede V&Gprestaties. De directie past een beloningssysteem toe voor bijzondere V&G-prestaties. J/N [100] toepassing te kunnen laten zien (voor eigen uitvoerenden of subcontractors). De auditor dient te verifiëren in hoeverre individuele uitvoerenden op de hoogte zijn van de procedure en de stappen van het sanctiesysteem. 1.3.2- N3 De directie beloont management op basis van V&Gprestaties. De directie past een beloningssysteem toe voor management op basis van hun persoonlijke V&Gprestaties. Volledig [100]; Grotendeels [80]; Deels [40]; 1.3.2- N4 beloont uitvoerenden voor V&G-prestaties. past een beloningssysteem voor uitvoerenden toe op basis van hun persoonlijke V&Gprestaties. Volledig [100]; Grotendeels [80]; Deels [40]; 1.3.2- N5 De directie beloont positieve V&Gprestaties van opdrachtnemers. De directie beloont positieve V&Gprestaties van opdrachtnemers. Volledig [100]; Grotendeels [80]; Deels [40]; Certificatieschema Veiligheidsladder 29/131

De aard van de beloning doet op zich niet ter zake, bijvoorbeeld: eervolle vermelding, prijs, presentje, bedrag. De beoordeling dient transparant plaats te vinden. Het systeem omvat alle managers. Indien in het bedrijf gewerkt wordt met een systeem van managementbonuss en of andere incentives dient V&G hiervan een gelijkwaardig onderdeel uit te maken. Het verkrijgen van de beloning dient gebaseerd te zijn op het daadwerkelijk behalen van duidelijk vooraf gestelde SMART targets binnen het verantwoordelijkheid sgebied van de manager. De beoordeling dient transparant plaats te vinden, incl. documentatie. 1.3.3- N3 De directie beloont 1.3.3- N4 beoordeelt V&Gprestaties van opdrachtnemers op systematische wijze en beloont opdrachtnemers met een goede prestatie. Bijvoorbeeld door toepassing van een gunningvoordeel bij concurrerende inschrijving. Certificatieschema Veiligheidsladder 30/131

uitzonderlijke V&Gprestaties. De directie past een competitiesysteem toe voor de beste V&G-prestatie. J/N [60] past een beloningssysteem toe voor het beste V&G-verbeteridee. J/N [40] Competities voor de beste V&G-prestatie kunnen worden toegepast op verschillende niveaus: bedrijfsonderdeel, werk, team, beloont V&Gactiviteiten. en behaalde resultaten. bepaalt beloningen voornamelijk op basis van activiteiten. Volledig [60]; Grotendeels [48]; Deels [24]; weegt bij promoties de V&G-prestaties mee. Volledig [40]; Grotendeels [32]; Deels [16]; De eis omvat alle binnen het bedrijf gehanteerde beloningsystemen. Essentieel is, dat de beloning gebaseerd is op activiteiten of acties, die onder de Certificatieschema Veiligheidsladder 31/131

uitvoerende, etc. Er dienen duidelijke selectiecriteria te zijn op basis waarvan het idee geselecteerd wordt. De procedure en de resultaten dienen duidelijk gecommuniceerd te zijn. Uit het aantal inzendingen blijkt dat het systeem werkt. Het aantal ideeën per jaar bedraagt meer dan ca. 10% van het totaal aantal uitvoerenden. De aard van de beloning doet niet ter zake, bijvoorbeeld prijs, presentje of bedrag. directe taken of verantwoordelijkhed en van de beoordeelde vallen. Of op basis van SMART doelstellingen, die door de beoordeelde direct te beïnvloeden zijn. Het merendeel van de doelstellingen is gebaseerd op activiteiten (input) van betrokkenen en niet alleen op behaalde resultaten (output) dient te kunnen aantonen dat bij promotie V&Gprestaties formeel zijn meegewogen ten opzichte van de verwachtingen van deze functie. Promotie hoeft niet Certificatieschema Veiligheidsladder 32/131

alleen beperkt te zijn tot promotie naar een andere functie. In een functie kunnen meerdere niveaus voorkomen (bijvoorbeeld junior, medior, senior), waaraan per niveau verschillende V&Geisen en verwachtingen zijn gekoppeld. Certificatieschema Veiligheidsladder 33/131

Bedrijfsaspect 2: Beleid en strategie 2.1 Veroorzakers ongevallen Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 2.1.1- N2 De directie stuurt op V&G-gedrag dat in het verleden oorzaak is geweest van ernstige ongevallen. 2.1.1- N3 De directie heeft het voor het bedrijf gewenste V&Ggedrag gedefinieerd. 2.1.1- N4 De directie integreert V&G-gedrag in een managementcyclus. De directie kent het V&G-gedrag dat de oorzaak is geweest van ernstige ongevallen heeft een plan van aanpak om dit ongewenst V&Ggedrag tegen te gaan. Volledig [100]; Grotendeels [80]; Deels [40]; De directie heeft de voor het bedrijf meest belangrijke V&Ggedragsknelpunten op systematische wijze in kaart gebracht. Volledig [60]; Grotendeels [48]; Deels [24]; De directie heeft de ambitie vastgelegd in lange termijn doelstellingen voor De directie heeft de lange termijn doelstellingen voor V&G-gedrag uitgewerkt in een strategisch (meerjaren) bedrijfsactieplan. Volledig [100]; Grotendeels [80]; Deels [40]; 2.1.1- N5 Management heeft V&Ggedragsmanagemen t op alle niveaus volledig geïntegreerd. Alle management niveaus van de organisatie managen actief V&G-gedrag. Volledig [100]; Grotendeels [80]; Deels [40] Certificatieschema Veiligheidsladder 34/131

De directie heeft in kaart gebracht welk soorten V&G-gedrag in de afgelopen jaren de belangrijkste oorzaken waren van ernstige ongevallen. Ze kent de knelpunten binnen het bedrijf op het vlak van gewenst V&G-gedrag en heeft een plan voor het komende jaar om dit aan te pakken. V&G-gedrag. Volledig [40]; Grotendeels [32]; Deels [16]; Om V&G-gedrag te managen moet men eerst een goed beeld hebben welk V&G-gedrag het meest kritische is. Het gaat hier om een systematische aanpak die verder gaat dan het reactief aanpakken van oorzaken van ernstige ongevallen. Naast input uit ongevallenonderzoe k wordt daarom ook stelselmatig informatie over (on) gewenst V&Ggedrag verzameld uit andere bronnen, zoals bouwplaatsinspectie Het belangrijkste V&G-gedrag is SMART omschreven, bijvoorbeeld in gouden regels per functie. Ook V&Ggedragsdoelstellinge n zijn waar mogelijk SMART en kwantitatief gemaakt Alle niveaus van management zijn actief betrokken bij management van V&G-gedrag. V&Ggedrag is niet langer het top-down communiceren van regels en acties maar V&Ggedragsmanagemen t is volledig geïntegreerd in de dagelijkse activiteiten en communicatie op alle niveaus. Elkaar aanspreken op V&G-gedrag en het communiceren en aanpakken van de belemmeringen voor gewenst V&G- Certificatieschema Veiligheidsladder 35/131

s, Taak Risico Analyses en bijeenkomsten met eerstelijnsmanagem ent. Het ambitieniveau is gericht op de langere termijn. 2.1.2- N3 De directie stuurt verbetering van V&G-gedrag planmatig aan. 2.1.2- N4 De directie stimuleert het management van V&G-gedrag door opdrachtnemers. Het strategisch bedrijfsplan voor V&G-gedrag omvat ook doelstellingen voor opdrachtnemers. Volledig [100]; Grotendeels [80]; Deels [40]; gedrag vindt dagelijks plaats. 2.1.2- N5 Uitvoerenden spreken elkaar aan op ongewenst V&Ggedrag. De directie heeft een jaarplan voor het managen van V&Ggedrag. Volledig [100]; Grotendeels [80]; Deels [40]; Uitvoerenden spreken regelmatig elkaar, managers of andere personen aan op risicovol gedrag en het niet toepassen van de juiste beheersmaatregelen. Volledig [100]; Grotendeels [80]; Deels [40]; Auditor- Het jaarplan omvat Auditor- De directie speelt Auditor- Dit kan zowel om Certificatieschema Veiligheidsladder 36/131

richtlijn zaken als: doelstellingen voor V&G-gedrag, opleidingen en training sleutelfunctionarisse n, duidelijke communicatie over gewenst V&Ggedrag in de managementlijn en met uitvoerenden, monitoring en metingen van daadwerkelijk V&Ggedrag, bijsturen van V&Ggedrag n.a.v. de monitoring richtlijn een voortrekkersrol bij het management van V&G-gedrag bij opdrachtnemers. Of de acties van onderaannemers opgenomen zijn in het eigen bedrijfsplan of in aparte plannen is niet relevant. Essentieel is dat de directie nauw samenwerkt met haar opdrachtnemers om het gewenste V&Ggedrag ook bij het personeel van opdrachtnemers te bewerkstelligen. richtlijn personen uit het eigen bedrijf als daar buiten gaan. Uitvoerenden voelen zich mede verantwoordelijk voor de eigen veiligheid en die van hun collega s en hebben de mogelijkheid dienovereenkomstig te handelen. Het management stimuleert dit ook. Uitvoerenden en management werken in teams samen aan het definiëren ervan, het verbeteren ervan en het wegnemen van belemmeringen. De auditor dient tijdens de geselecteerde werkbezoeken te verifiëren of Certificatieschema Veiligheidsladder 37/131

De directie laat periodiek metingen uitvoeren van het V&G-bewustzijn. Volledig [100]; Grotendeels [80]; Deels [40]; 2.1.3- N4 De directie meet periodiek V&Gbewustzijn. V&Ggedragsdoelstellinge n zijn waar mogelijk vertaald in uitvoerenden elkaar dagdagelijks aanspreken. Bijvoorbeeld aan de hand van interviews met uitvoerenden en leidinggevenden. 2.1.3- N5 De directie verbetert V&G-bewustzijn continue in samenwerking met de branche. De directie stimuleert en neemt initiatief voor branchebrede programma s om V&G-bewustzijn continue te meten en te verbeteren. Volledig [100]; Grotendeels [80]; Deels [40]; Resultaten van eigen monitoringsprogram ma worden gedeeld Certificatieschema Veiligheidsladder 38/131

gedragsmonitoring programma s. Onderzoeken vinden plaats op alle niveaus van de eigen organisatie en die van onderaannemers. Ze kunnen omvatten: meting van V&G-bewustzijn medewerkers, V&Gbelevingsonderzoek en of V&Gtevredenheidsonder zoek. en besproken met de branche om gezamenlijk plannen uit te voeren gericht op verbetering. In de afgelopen vijf jaar dienen minimaal twee onderzoeken te zijn uitgevoerd. Certificatieschema Veiligheidsladder 39/131

2.2 Winstgevendheid en continuïteit Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 2.2.1- N2 De directie heeft de meest bepalende risico s afgedekt. De directie heeft V&G-risico s die de continuïteit van het bedrijf in gevaar brengen geïdentificeerd afgedekt en gecommuniceerd naar het management. J/N [20] De directie heeft een plan om deze risico s te beheersen. J/N [30] 2.2.1- N3 De directie stelt budget ter beschikking voor V&G. heeft een jaarplan voor V&Gactiviteiten met bijbehorende budgetten. Volledig [50]; Grotendeels [40]; Deels [20]; 2.2.1- N4 De directie kent de kosten van incidenten en stelt gemandateerde budgetten ter beschikking voor V&G activiteiten. De directie ontvangt rapportage over door incidenten veroorzaakte kosten. Volledig [50]; Grotendeels [40]; Deels [20]; 2.2.1- N5 neemt V&G integraal op in de bedrijfsvoering. Auditor- De directie heeft de Auditor- De V&G-activiteiten Auditor- De door incidenten Auditor- Management heeft V&G geïntegreerd in alle primaire bedrijfsprocessen vanaf plan, via budgettering tot uitvoering. Volledig [50]; Grotendeels [40]; Deels [20]; Certificatieschema Veiligheidsladder 40/131

richtlijn bepalende V&Grisico s en de knelpunten op bedrijfsniveau gedocumenteerd. De risico-analyse dient meer te omvatten dan alleen veilig werken (arbeidsomstandigh eden), bijvoorbeeld reizigers en, omgeving, Er is minimaal een plan van aanpak voor de meest bepalende knelpunten Er wordt ad-hoc budget ter beschikking gesteld voor V&G-kosten en investeringen. richtlijn omvatten meer dan alleen knelpunten van risicobeheersing, maar zijn met name gericht op verbetering van veilig gedrag. 2.2.2- N3 De directie grijpt in als blijkt dat V&G niet gegarandeerd kan worden binnen budget. richtlijn veroorzaakte kosten worden, inclusief de kosten van de genomen correctiemaatregele n, zichtbaar gemaakt en uitgedrukt in euro s (V&Gfaalkosten). De resultaten van deze analyses worden aan de directie gerapporteerd. 2.2.2- N4 plant V&G-kosten en investeringen proactief. richtlijn 2.2.2- N5 De directie kiest stelselmatig voor het hoogste V&Gniveau. Certificatieschema Veiligheidsladder 41/131

escaleert naar de directie als blijkt dat V&G niet gegarandeerd kan worden binnen het gemandateerde budget. Volledig [20]; Grotendeels [16]; Deels [8]; De directie neemt maatregelen om V&G-problemen op te lossen. Volledig [30]; Grotendeels [24]; Deels [12]; De directie kan aantonen dat zij wordt geïnformeerd wanneer noodzakelijke V&Gmaatregelen grote (financiële) consequenties plant de V&Gactiviteiten proactief op basis van een kosten-baten analyse. Volledig [20]; Grotendeels [16]; Deels [8]; Management neemt in aanbiedingen de benodigde V&Gvoorzieningen en de daarbij behorende kosten zichtbaar op. Volledig [30]; Grotendeels [24]; Deels [12]; Management past kosten-baten analyses toe, om de meest effectieve V&G-activiteiten te selecteren. De V&Gvoorzieningen en De directie schrijft maatregelen voor met het hoogste V&G-niveau en investeert om werkmethoden steeds veiliger en gezonder te maken. Volledig [50]; Grotendeels [40]; Deels [20]; Het hoogste V&Gniveau is vastgelegd in best practices en/of branche afspraken. Management streeft continue naar het hoogste niveau. Er Certificatieschema Veiligheidsladder 42/131

hebben en dat zij daar het nodige budget voor ter beschikking heeft gesteld. bijbehorende kosten zijn herkenbaar opgenomen in offertes aan opdrachtgevers. De offertes maken duidelijk welk V&Gniveau met de kosten wordt bereikt. Alternatieven met een hoger veiligheidsniveau worden apart zichtbaar gemaakt en met een kostenbaten analyse onderbouwd. 2.2.3- N4 grijpt in als blijkt dat V&G niet gegarandeerd kan worden binnen budget. Management beschikt over voldoende mandaat en budget om V&Gproblemen is een gedocumenteerd goedkeuringsproces door de directie voor gevallen waar afgeweken wordt van het hoogste V&G-niveau. 2.2.3- N5 Uitvoerenden nemen zelf maatregelen om het hoogste V&Gniveau te garanderen. Uitvoerenden denken zelf na over de juiste maatregelen en kunnen acties Certificatieschema Veiligheidsladder 43/131

zelfstandig op te lossen. Volledig [50]; Grotendeels [40]; Deels [20]; Er zijn budgetten beschikbaar op verschillende niveaus in het bedrijf, zodat managers zelfstandig snel de juiste maatregelen kunnen nemen als veiligheid in het geding is. Het komt voor dat uitvoerende werkzaamheden bewust worden stilgelegd vanwege een te laag V&Gniveau. nemen om V&G te garanderen. Volledig [50]; Grotendeels [40]; Deels [20]; Uitvoerenden nemen verantwoordelijkheid voor V&G tijdens uitvoering. Er zijn procedures beschikbaar voor uitvoerenden, zodat zij zelfstandig snel de juiste maatregelen kunnen nemen als V&G in het geding is. heeft functie- of teamgebonden V&G-budgetten voor additionele noodzakelijke maatregelen om V&G op het hoogste niveau te kunnen borgen. Certificatieschema Veiligheidsladder 44/131

Bedrijfsaspect 3: Organisatie en opdrachtnemers 3.1 Opdrachtnemers Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 3.1.1- N2 selecteert opdrachtnemers mede op hun V&Gprestaties. 3.1.1- N3 past een formele selectieprocedure voor opdrachtnemers toe waarin V&G is 3.1.1- N4 stemt het eigen V&G managementsystee m af met de meest bepalende opdrachtnemers. 3.1.1- N5 De directie werkt samen met vaste opdrachtnemers. gebruikt actuele V&G-prestaties als uitsluitingscriteria voor opdrachtnemers. Volledig [150]; Grotendeels [120]; Deels [60]; Per type opdrachtnemer zijn minimale V&Gprestatieeisen helder geïntegreerd. past een selectieprocedure toe voor opdrachtnemers. Volledig [150]; Grotendeels [120]; Deels [60]; In een gedocumenteerde procedure is opgenomen op stemt het managementsystee m af met dat van de meest bepalende opdrachtnemers. Volledig [150]; Grotendeels [120]; Deels [60]; Er worden afspraken gemaakt daar waar systemen elkaar overlappen, niet op De directie heeft de meest bepalende opdrachtnemers geselecteerd, waarmee over langere termijn wordt samengewerkt. J/N [150] Bijvoorbeeld in de vorm van lange termijn (jaren) samenwerkingsover Certificatieschema Veiligheidsladder 45/131

gedefinieerd. V&Gprestaties omvatten in ieder geval ernstige ongevallen en IF-rate. 3.1.2- N2 toetst de V&Gprestaties van opdrachtnemers. toetst de actuele V&G-prestaties van welke wijze de V&Gprestaties afgewogen worden tegen de overige eisen. V&G-prestaties dienen volgens een vaste procedure gedocumenteerd te worden en substantieel in de selectie te worden meegewogen. V&Gprestaties worden actief getoetst. V&G-prestaties omvatten in ieder geval ongevallen, IFrate. 3.1.2- N3 stelt zeker, dat V&G volledig in de contracten met opdrachtnemers is opgenomen. neemt de relevante V&G afspraken en elkaar aansluiten of zelfs elkaar in de weg zitten. 3.1.2- N4 neemt op alle relevante niveaus actie op V&G in overleg met opdrachtnemers. heeft periodiek overleg met de eenkomsten. 3.1.2- N5 maakt gezamenlijke V&G-bedrijfsplannen met haar opdrachtnemers. neemt gezamenlijk met opdrachtnemers Certificatieschema Veiligheidsladder 46/131

opdrachtnemers periodiek en systematisch tegen heldere criteria. Volledig [150]; Grotendeels [120]; Deels [60]; Er wordt minimaal eens per jaar getoetst. De resultaten worden afgezet tegen van te voren vastgelegde normen of doelstellingen en vormen input voor selectie en inzet van (uitvoerenden van) eisen in de contracten met opdrachtnemers op. Volledig [60]; Grotendeels [48]; Deels [24]; stelt minimaal dezelfde V&G-eisen aan opdrachtnemers als binnen het eigen bedrijf. Volledig [90]; Grotendeels [72]; Deels [36]; Ten aanzien van de afspraken en eisen kan gedacht worden aan zaken als: de geldende V&Gnormen ( V&Gnormen omvatten wettelijke normen, branche normen, opdrachtgevernorme n en de meest bepalende opdrachtnemers op alle relevante niveaus binnen het bedrijf. Daarin worden, acties vastgesteld, gericht op gewenst V&G gedrag Volledig [150]; Grotendeels [120]; Deels [60]; Er is gepland periodiek (minimaal jaarlijks) overleg volgens een vaste structuur met de meest bepalende opdrachtnemers op het niveau van Eerstelijnsmanagers en Overige initiatieven ter verbetering van V&G. Volledig [150]; Grotendeels [120]; Deels [60]; Certificatieschema Veiligheidsladder 47/131

opdrachtnemers. bedrijfsinterne normen), eisen aan het V&Gmanagementsystee m. aanleveren en afstemming PRI&E. aanleveren en afstemming V&Gwerkplannen. V&G-coördinatie en overleg. toezicht. V&G-coördinatie met de opdrachtgevers. kennis, opleiding en vakbekwaamheid uitvoerenden. de aanwezigheid en geldigheid van certificaten van uitvoerenden. kritische arbeidsmiddelen. de aanwezigheid en geldigheid van certificaten van materieel en managementlagen. Een vaste structuur omvat minimaal: frequentie, deelnemers en notulen of actielijsten. Certificatieschema Veiligheidsladder 48/131

materialen. persoonlijke beschermingsmiddel en. regels, voorschriften en instructies. startwerkbespreking en. sanctiesysteem. 3.1.3- N3 zorgt ervoor dat (uitvoerenden van) opdrachtnemers voldoen aan de V&G-eisen borgt, dat uitvoerenden en bedrijven, die niet aan de regels voldoen, worden uitgesloten van werkzaamheden. Volledig [150]; Grotendeels [120]; Deels [60]; 3.1.3- N4 werkt actief samen met opdrachtnemers op het vlak opleidingen, trainingen en instructies aan uitvoerenden. Uitvoerenden van opdrachtnemers participeren in de toolboxbijeenkomste n van het bedrijf. Volledig [90]; Grotendeels [72]; Deels [36]; stelt trainingen en 3.1.3- N5 heeft haar V&Gmanagementsystee m geïntegreerd met die van de meest bepalende opdrachtnemers. heeft de activiteiten van de meest bepalende opdrachtnemers in het V&Gmanagementsystee m geïntegreerd. Volledig [150]; Grotendeels [120]; Deels [60]; Certificatieschema Veiligheidsladder 49/131

Er dienen gedocumenteerde V&G-eisen te zijn per type opdrachtnemer. V&G-prestaties dienen actief te worden getoetst en er dient een sanctiesysteem te zijn op bedrijf- en medewerkerniveau. Het bedrijf heeft gedocumenteerd welke bedrijven en welke personen niet meer worden ingezet. (bijvoorbeeld in de vorm van zwarte opleidingen open voor uitvoerenden van opdrachtnemers. Volledig [60]; Grotendeels [48]; Deels [24]; Certificatieschema Veiligheidsladder 50/131