Communicatiegedrag van de adolescent



Vergelijkbare documenten
Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen!

> TAALWERKBLAD PARTICIPATIE

Minicursus Verbindend Communiceren. Geschreven door: Jan van Koert

Ouderavond Bornego jr.

OMGEVINGSSCAN 10 NOVEMBER 2016 NICOLE BLOK

Rijksuniversiteit Groningen

Executieve functies in de klas: interventies

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

Verslag focusgroep ouders met jongeren in secundaire scholen

Ik heb een ziekte, maar ik ben die ziekte niet!

Maak de test YOUNGWORKS MOTIVATIE BINNENSTEBUITEN. Het geheim achter gemotiveerde pubers, enthousiaste leerlingen en gedreven studenten.

ALCOHOL EN OPVOEDING UW KIND OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS DE GEZONDE SCHOOL EN GENOTMIDDELEN. Folder Alcohol en opvoeding.indd :42:29

RSC PROFIELWERKSTUK 2008 / 2009 PLAN VAN AANPAK EN LOGBOEK

RSC PROFIELWERKSTUK 2015 / 2016 PLAN VAN AANPAK EN LOGBOEK

Leer hoe je effectiever kunt communiceren

Ontwikkeling van het Puberbrein Wouter Camps

Programma Tienerclub. Tienerclub Blok 1 & 5: Adventure 4 Kids Op avontuur met jezelf

ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Betrokken bij Buiten. Het puberbrein als basis. Welkom. 4 februari 2016 Anniek Verhagen anniek.verhagen@xs4all.nl

13 Acquisitietips. AngelCoaching. Coaching en training voor de creatieve sector

Voorbeeld: Ik werk het liefst met een tweetal.

Tips voor Ouders van niet-drinkende pubers

(56 enquêtes) (62 enquêtes) (45 enquêtes) (57 enquêtes) Accent Accent Accent Accent score score. score 10.

Risicogedrag. Voortgezet onderwijs

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN

Doel van deze presentatie is

Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen

Ik besloot te verder te gaan en de zeven stappen naar het geluk eerst helemaal af te maken. We hadden al:

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

euzedossier ouderparticipatie keuzedossier vmbo osb in de onderbouw theoretische leerweg

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

Feedback. in hapklare brokken

Inhoudsopgave. Inleiding. Als je een peuter en tussen 3 en 5 jaar bent. Als je een kleuter en tussen 6 en 8 jaar bent

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Vanjezelfhouden.nl 1

3 Hoogbegaafdheid op school

Susanne Hühn. Het innerlijke kind. angst loslaten

Je motivatie vormt de basis om dingen te veranderen.

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

Pubertijd volgens Midas Dekkers (bioloog)

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten.

Van huidige situatie naar gewenste situatie

Persoonlijkheidstesten

Compassie leven. 52 wekelijkse inspiraties vanuit Geweldloze Communicatie. PuddleDancer Press Samengesteld door Monie Doodeman

Het puberbrein. 1 Inleiding

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

Reflectiegesprekken met kinderen

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

SLB eindverslag. Rozemarijn van Dinten HDT.1-d

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag

ecourse Moeiteloos leren leidinggeven

Competenties De Fontein

Informatie voor ouders

Opvoeden en puberteit

HEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN

Puberteit en ASS; een goede combinatie? Anneke E. Eenhoorn

Literatuurlijst. Aronson, E., Wilson, T.D., Akert, R.M., Pierik, L., & Bouman, G. (2014). Sociale psychologie (8e ed.).

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig

Zorg voor je carrière. Neem gerust contact op of maak een afspraak. Telefoon: (030) of

Voorbereiding assessment

Vriendschap, een digitale dimensie. De docent aan het. Social media in de les Wat willen leerlingen?

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van jaar

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

POP Martin van der Kevie

Wat is assertiviteit en hoe kan het je helpen met je persoonlijke wellness?

What s up Zuiderzeeland? aardrijkskunde, praktische opdracht

Inge Test

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de

MOTIVEREN & STIMULEREN

Mediaopvoeding: in gesprek over media. Justine Pardoen

Advies Rapport Zoek ieders Talent & Excelleer! Hoe excellentie ook in het hoger onderwijs kan worden gestimuleerd

Eindverslag SLB module 12

Geen mooiere tijd dan de puberteit!

150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft!

Inspirerend Presenteren

Afgesproken verdeling van de boeken over de groepen

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling

Tot een geloofsgesprek komen. I Ontmoeten

Introductie 1. Waarvoor hebben de studenten een mentor nodig? 2. Wie kan mentor worden? Iemand die:

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

Ideeën presenteren aan sceptische mensen. Inleiding. Enkele begrippen vooraf

C. 3 Wat wil ik Wat is je ambitie/drive; jouw motivatie en interesse

Jouw motivatie. Excellent gemotiveerd. Waarom? Excellent gemotiveerd Hoe creëer je een omgeving waarin leerlingen willen excelleren?

Wat is Together4Adventure?

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Als opvoeden even lastig is

In 7 stappen naar een opgeruimd huis Hoe je op een makkelijke manier je opruimachterstanden inloopt

Vraagstuk: Sterk vermoeden dat de communicatie van de school niet meer bij de cursisten doelgroep past en verbeterd kan worden.

Presentatie Tekst Top plan (talentontwikkelingsplan) Amy Kouwenberg OABCE1A

Breng je onbewuste belemmeringen in beeld! Orang Malu Coaching

Doelstellingen van PAD

Coaching als je puber moet kiezen

Positief Huishouden met Kinderen

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Carol Dweck. Wat is Intelligentie?

CREATIEF VERMOGEN. Andrea Jetten, Hester Stubbé

Transcriptie:

Onderzoeksvaardigheden Communicatiegedrag van de adolescent Deeltijd Pedagogiek 30-1-2014

Inhoud Inleiding onderzoek... 2 Eindtoets HIT... 4 Onderbouwing, doelstelling en hoofdvraag... 4 Zoekstrategie... 5 Resultaten, discussies en conclusies... 6 Bronvermelding en checklist... 9 1

Inleiding onderzoek Deelopdracht 1 Ik ben nu zeven jaar werkzaam binnen het onderwijs als docent. Ik geef aan twee klassen een specifiek vak en ik ben van twee klassen studieloopbaanbegeleider (SLB). Ik ben SLBer van een tweede en vierde jaars klas. De leeftijd van de cursisten ligt tussen de 16 en 20 jaar. Wat mij boeit is het communicatiegedrag van cursisten. Ik merk dat cursisten moeite hebben om te communiceren binnen verschillende situaties. Als docent ondervindt ik daar last van. Het is lastig werken met cursisten die niet communiceren. Doormiddel van een mindmap (zie bijlage 1) heb ik mijzelf inzicht gegeven over wat voor situaties/onderwerpen het betreft en heb ik deze onderbouwd. Vanuit een hypothetisch oogpunt geef ik aan waarom ik denk dat de cursist niet in staat is om bepaald communicatie gedrag te vertonen. Ik hoop via dit onderzoek bevestiging te krijgen op mijn hypothese en daarnaast wil ik door het onderzoeken van de literatuur een antwoord vinden op mijn hoofdvraag. Voor mijn eigen praktijk als lesgever, vind ik het van belang dat ik erachter kom waarom cursisten moeilijk communiceren omdat ik dan mijn pedagogisch handelen daarop kan aanpassen. Daarnaast neemt het frustratie bij mij weg als ik de cursist beter begrijp met betrekking tot zijn/haar communicatiegedrag. Hypothetische onderbouwing van de situaties/onderwerpen die voortvloeiden uit de mindmap. 1. Ouders Cursisten communiceren vaak niet met de ouders over schoolzaken. Of ze communiceren niet het juiste. Het komt voor dat cursisten zaken verdraaien (in hun voordeel) en vervolgens krijgen ouders een ander beeld van zaken. Het komt regelmatig voor dat ouders gaan bellen naar school omdat ze niet op de hoogte zijn van de voortgang van hun zoon of dochter. Dit kan komen omdat hun kind niet laat weten, dat ze via ons intranet de voortgang kunnen volgen. De brieven die ouders ontvangen (waarin verwezen wordt naar intranet) worden ook wel onderschept door hun zoon of dochter. Hierdoor weten ze dus niet dat ze via die weg (intranet) op de hoogte worden gehouden. 2. Opvoeding Er zijn nog veel ouders die hun kind willen beschermen en daardoor nog niet verantwoordelijkheid durven geven, die het kind wel wil. Het gevolg is, dat de cursist bijvoorbeeld heel lui en/of laks is. 3. E-mail en telefoon In de tijd van e-mail, whats up, sms, facebook en mobiel telefoneren is het scala aan communicatiemiddelen enorm gegroeid. Voor cursisten zijn lijnen niet altijd even duidelijk (blijkbaar) waar je wat voor gebruikt. En ook wanneer je het gebruikt. Zoals ik al eerder beschreef, gebruiken leerlingen het mobiele nummer van docenten (via een sms of bellen om tien uur s avonds) om te vragen hoe laat ze moeten beginnen. 2

4. Motivatie Het valt mij op dat de cursisten die erg gemotiveerd zijn, beter (kunnen) communiceren. Dit hangt denk ik ook af of je intrinsiek of extrinsiek gemotiveerd wordt. Ik denk dat de intrinsieke motivatie de basis is en dat extrinsieke motivatie daarbij komt. Iemand die alleen maar extrinsiek gemotiveerd wordt, heeft het moeilijker en zal daarom ook minder makkelijk kunnen communiceren omdat het je allemaal te veel energie kost. Het motiveren van jezelf kost dan veel energie. 5. Nederlands Cursisten hebben door o.a. omgang met hun omgeving moeite om op de juiste manier te communiceren. Met name het onderscheiden van formele en informele communicatie. Het praten met een overgenomen buitenlands accent terwijl ze gewoon Nederlands zijn. Ook het schrijven in spreektaal is opmerkelijk onder deze doelgroep. 6. Consequentie Het komt regelmatig voor dat door geen of slechte communicatie er een consequentie op volgt. Dit overzien de cursisten niet van te voren en kunnen daarom ook helemaal verontwaardigt zijn als er een consequentie aanhangt. 7. Initiatief en assertief Cursisten vinden het moeilijk om vragen te stellen. Ze denken dat ze de verkeerde vragen stellen en zijn dan bang voor de reactie van de klas. Deze onzekerheid belemmert ze in hun communicatie. Ook het voor jezelf opkomen vinden de meesten lastig. Ze zijn dan ook bang voor de reactie van hun klasgenoten. Vele cursisten worden ook overruled door medecursisten. Hierin zie je dat ze niet durven spreken voor zichzelf en daardoor weet je niet wat ze eigenlijk denken of vinden. 8. Afspraakgedrag Cursisten vinden het moeilijk om hun afspraken na te komen. Dit kan allerlei oorzaken hebben. Je ziet alleen dat ze hun afspraak niet nakomen maar je weet niet waar het vandaan komt omdat ze daar niet over communiceren. 9. Verlegen Deze kan ook de oorzaak zijn van het niet assertief zijn en initiatief nemen. De meeste cursisten zijn verlegen als het gaat om communicatie. Ze gaan liever de confrontatie uit de weg. Al is het maar een simpele vraag. 10. Verantwoordelijkheid Uit de praktijk blijkt dat veel cursisten op een aantal vlakken nog geen verantwoordelijkheidsgevoel hebben. Dit kan komen omdat het weggenomen wordt door de ouders of ze hebben dat nog niet geleerd. Het kan ook zijn dat ze nog niet eerder de consequentie hebben ervaren van onverantwoordelijk gedrag. Binnen het beroepsonderwijs komen ze er achter dat ze meer verantwoordelijk moeten nemen. Dit vinden ze moeilijk en eng. Ze zijn bang voor het onbekende. Omdat ze professionele communicatie moeilijk vinden 3

lopen ze vaak tegen de lamp. Dit is natuurlijk een manier om volwassen te worden maar het scheelt ze een hoop kleerscheuren, als ze meer zouden vragen en communiceren over problemen waar ze tegenaan lopen. Eindtoets HIT Deelopdracht 2 Nadat ik de media-instructie heb doorlopen, heb ik de HIT-toets gemaakt en de uitslag bijgevoegd als bijlage. (zie bijlage 2) Onderbouwing, doelstelling en hoofdvraag Deelopdracht 3 Onderbouwing Het is lastig om directe informatie te vinden over mijn gekozen onderwerp. Deze bevinding onderschrijft Martine F. Delfos, Communiceren met Pubers (2004), ook omdat er nog maar weinig onderzoek is gedaan naar dit onderwerp. Hierdoor ben ik op een andere manier gaan zoeken naar informatie. Ik heb mij verdiept in de literatuur van de ontwikkeling van de adolescent. De meeste informatie heb ik verkregen uit boeken. Door te lezen over hun ontwikkeling, kan ik conclusies trekken waarom adolescenten bepaald gedrag vertonen met betrekking tot communicatie. In deelopdracht vier geef ik mijn zoekstrategie aan en wat het mij heeft opgeleverd. Bronvermelding van de gevonden literatuur Verderop in mijn onderzoek geef ik aan welke literatuur ik specifiek heb gebruikt voor het beantwoorden van mijn doelstelling en hoofdvraag. - Crone, E. (2012). Het sociale brein. Amsterdam: uitgeverij Bert Bakker. - Delfos, M.F. (2005). Ik heb ook wat te vertellen. Communiceren met pubers en adolescenten. Amsterdam: B.V. uitgeverij SWP - Delfos, M.F. (2004). Communiceren met pubers. Verkregen op 10 december, 2013 van http://www.onderwijsmaakjesamen.nl/wp-content/uploads/2012/01/communiceren-metpubers.pdf - Finkenauer, C., Engels, R.C.M.E., Meeus, W. (2002) Mijn geheim: de kosten en baten van geheimen voor ouders van adolescenten. [Electronische versie] Pedagogiek, 3, 217-218. - Mol, J. (2010). Geweldig communiceren met jongeren. Amsterdam: SWP - Mol, J. (2010). Geweldig communiceren voor jongeren. Amsterdam: SWP - Scholle, M. (2011). Pubers kunnen wél plannen. Verkregen op 10 januari, 2014 van http://dspace.library.uu.nl/bitstream/handle/1874/206056/pgo%20artikel%20pubers%20ku nnen%20wel%20plannen%20maartje%20schollen.pdf?sequence=1 - Slot, W., & Aken, M. (2010). Psychologie van de adolescentie. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff. - Verhulst, F.C. (2008). De ontwikkeling van het kind. Assen: van Gorcum. - Wal, J., Mooij, M., & Wilde, J. (2006). Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho. 4

Uit de relevante informatie die ik heb gevonden heb ik de volgende doelstelling en hoofdvraag geformuleerd; Doelstelling Ik wil doormiddel van literatuur onderzoek, meer kennis vergaren over het gedrag/communicatiegedrag van de adolescent waardoor ik beter ga begrijpen waarom adolescenten op een bepaalde manier communiceren. Daarnaast ben nieuwsgierig of mijn veronderstellingen die ik binnen mijn inleiding heb benoemd, overeenkomen met de bestaande literatuur. Hoofdvraag Hoe komt het dat adolescenten lastig of niet in staat zijn om een hulpvraag te stellen aan docenten (volwassenen)? Zoekstrategie Deelopdrachten 4 en 5 Zoekstrategie Welke (combinaties van) zoektermen? Communicatiegedrag adolescent Communicatiegedrag pubers Communicatie met jongeren Welke bronnen? Hoeveelheid resultaten? Hoeveel echt relevant? Google scholar Alleen resultaten m.b.t. 0 Springerlink probleemgedrag. Bibliotheek In de bibliotheek kreeg meer resultaat. Google scholar Sommige resultaten wijken 0 Springerlink compleet af van mijn zoekterm Boomdoc en bij Boomdoc kreeg ik nul Bibliotheek resultaat. In de bibliotheek kreeg meer resultaat. Google scholar 4 4 Bibliotheek Jongeren, communicatie, generatie einstein Boom lemma (tijdschriften) 0 0 Jongeren, communicatie LexisNexis Alleen nieuws over andere 0 jongeren, communicatie pubers informatie wat betreft jongeren. Puberbrein Google Scholar 2 2 Communicatie met adolescenten Communication with young adults Pedagogiek. (onlinetijdschrift) Google scholar Eric 3 1 0 0 5

Resultaten, discussies en conclusies Deelopdracht 6 Zoals ik eerder omschreef zijn er geen directe antwoorden te vinden op mijn onderzoeksvraag. Ik heb wel veel informatie gevonden over communicatiegedrag van de adolescent. Vanuit deze informatie trek ik een conclusie die wellicht een antwoord kan geven op mijn hoofdvraag. Vanuit de resultaten die ik heb gevonden en de conclusies die ik daaruit trek, kan ik concluderen dat ik mijn doelstelling heb behaald. Resultaten Ik citeer een aantal gevonden resultaten of omschrijf ze in mijn eigen woorden. - Als voorwaarden voor communicatie met pubers zijn te noemen: Hersens op aan. Belangrijk, zeker bij pubers, is om hun denkproces te begeleiden. Hun hersens moeten op aan zodat ze logisch uitdenken en kunnen voelen wat er in henzelf omgaat. (Delfos, 2005) - Justine Mol (2010) omschrijft dat je moet vertrouwen, waardering uiten, open belangstelling tonen en je aannames moet checken als je wilt dat jongeren met je gaan communiceren. - Als je aan staat, weet je wat je voelt en wat je wel of niet wilt en heb je ook contact met de mensen om je heen. (Mol, 2010) - Justien Mol (2010) omschrijft naar aanleiding van het model van Marshall Rosenberg, dat jongeren beter een verzoek kunt doen dan dat je eisen aan hen stelt. Bij het stellen van eisen zal het effect averechts zijn. Als je een verzoek doet, geef je de jongere ruimte om zelf te beslissen. Dit heeft te maken met de verantwoordelijkheid die de jongere wil hebben in de ontwikkeling van zijn eigen identiteit. - Het vormen van een positieve sociale identiteit is een belangrijke ontwikkelingstaak. Hetgeen betekent dat het kind het idee heeft dat het positief door anderen ervaren wordt. Er worden persoonlijke belangstellingen ontwikkeld maar zijn tegelijkertijd onpersoonlijk, voor zover ze een rol spelen in de aanpassing van het kind aan anderen. Het kind wil in de groep geaccepteerd worden en tegelijkertijd wil het kind zich aantrekkelijk maken voor de groep door zich te profileren en zelf iets te ondernemen (Delfos, 2005). - Tijdens de puberteit daalt de jongere zeer diep in zichzelf af. Zo diep onderzoeken we onszelf eigenlijk nooit meer (Delfos, 2005). - Het hebben van geheimen bij adolescenten zegt iets over de autonomie binnen het individuatieproces. Zelfcontrole en het leren maken van keuzes draagt bij aan de ontwikkeling van het zelfbeeld en de autonomie. Als een adolescent een geheim wil bewaren moet het zelfcontrole hebben (Finkenauer, Engels & Meeus, 2002). - De adolescentie is de fase waarin het kind een grotere zelfstandigheid verwerft (Verhulst, 2008). - Erikson (1968) beschouwde de adolescentie als moratorium (uitstel van betaling). De periode waarin de adolescent kan experimenteren voordat hij of zij de verantwoordelijkheden en zorgen van het volwassen leven op zich moet nemen (Verhulst, 2008) 6

Discussies en conclusies Als inleiding van mijn onderzoek heb ik n.a.v. een mindmap een aantal hypothetische motieven beschreven die ik ondervind in de praktijk. Ik kan nu aan de hand van de resultaten van mijn onderzoek, een aantal van deze motieven beter plaatsen en onderbouwen. Sommige van mijn motieven worden indirect onderschreven door derden en bevestigen dus mijn bevindingen. Maar ook kan ik concluderen dan sommige motieven niet juist zijn. Zoals ik al eerder beschreef in deelopdracht 3, heb ik geen direct antwoord kunnen vinden op mijn hoofdvraag. Wel kan ik met de literatuur die ik heb gevonden, bepaalde conclusies trekken die verband houden met bepaald communicatiegedrag van mijn cursisten (adolescenten). Hierdoor begrijp ik bepaald gedrag beter en heb ik daarmee mijn doelstelling bereikt. De cursist is binnen de adolescentie periode veel met zichzelf bezig (Delfos, 2005). Hij of zij is bezig met het ontwikkelen van een eigen identiteit waarbij de ontwikkeling van zelfstandigheid en autonomie centraal staan (Verhulst, 2008). Als een cursist zoveel met zijn innerlijke bezig is, overziet hij niet alle verantwoordelijkheden die hij of zij heeft naar zijn of haar omgeving. Dan is het bijvoorbeeld ook niet zo vreemd dat ze zich vergeten ziek te melden (afspraakgedrag). En als, hij of zij al met de omgeving bezig is, dan is dat met zijn of haar leeftijdsgenoten. Die zijn in deze periode veel belangrijker omdat hij of zij zich daaraan kan toetsen zodat hij of zij een eigen identiteit kan ontwikkelen. Een belangrijk proces binnen deze periode is het losmaken van de ouders en andere volwassenen uit zijn of haar omgeving zodat ze zelfstandig worden en hun eigen verantwoordelijk leren dragen. Het klopt dus inderdaad dat ouders hun kind moeten loslaten. En of je nu het lakse en luie kunt hangen aan dit gedrag, dat weet ik niet. Het zal ook in de aard van het beestje zitten. De cursist wordt wellicht minder laks en lui als ze zelf hun zelfstandigheid mogen ontdekken. Als wij volwassenen de cursisten dan juist allemaal regels op gaan leggen, raakt de cursist in conflict met zichzelf en zijn of haar omgeving. Er wordt dan van twee kanten aan de cursist getrokken. Aan de ene kant de ouder/volwassene en aan de andere kant het natuurlijke proces van de adolescentie. Dit heeft alleen maar een averechts effect. Het continu opleggen van regels zorgt dus niet voor een positieve sociale identiteitsontwikkeling (Delfos, 2005) maar remt de cursist in zijn of haar ontwikkeling en blijft te veel afhankelijk van zijn of haar ouderlijke omgeving. Ik kan concluderen dat het logisch is dat cursisten sommige verantwoordelijkheden niet kunnen dragen. Maar moet dat ook als je je binnen een experimentele fase bevind waarin je die verantwoordelijkheden nog helemaal niet wil en/of moet dragen. Volgens Erikson (1968) is de adolescentie een moratorium. Het uitstellen van de betaling(verantwoordelijkheden). Binnen deze experimentele fase gaan ze zelf de consequenties ervaren die voortkomen uit het nemen van hun verantwoordelijkheden en daar leren ze van. Dit moet wel vanuit een positieve sociale identiteitsontwikkeling die hieraan vooraf is gegaan. Ik heb het ook gehad over cursisten die beter communiceren als ze meer gemotiveerd zijn. Deze conclusie is terecht dat ik die stel maar waar komt die motivatie vandaan? Dat is een veel belangrijkere vraag. Misschien zijn andere cursisten wel gemotiveerd maar is er in hun ontwikkeling nog geen ruimte voor bepaald gewenst communicatiegedrag. 7

Ik heb het binnen mijn inleiding over het feit dat cursisten niet kunnen communiceren, maar wij volwassenen hebben daar ook een groot aandeel in. Volgens Justine Mol (2010) moeten wij op een andere manier gaan communiceren met deze doelgroep. Gekoppeld aan het loslaten moeten wij het gesprek op een meer gelijkwaardig niveau gaan voeren. Wij moeten deze doelgroep als gelijkwaardig behandelen en dan zal je zien dat ze wel gaan communiceren. Het is van belang dat we vertrouwen geven, waardering uiten en belangstelling tonen. Ik merk als docent dat ik te snel een oordeel veil over bepaald gedrag en dan direct ga reageren. Ik kan beter belangstelling tonen en naar de cursist zijn mening vragen. Dan voelt diegene zich gehoord en gewaardeerd en zal de cursist sneller gaan praten. Wellicht gaat de cursist vanuit deze situatie ook sneller een hulpvraag stellen. Daarnaast moet in de communicatie met adolescenten hun hersens op aan staan. Dit geeft zowel Justine Mol (2010) en Martine F. Delfos (2005) aan. Van hieruit kunnen ze logisch uitdenken en voelen wat er in hun omgaat. Als ze op uit staan is het sowieso moeilijk om contact te maken laat staan dat ze uit zichzelf gaan communiceren. Als laatste wil ik een koppeling maken tussen verlegenheid, het hebben van geheimen en zelfcontrole. Bij de ontwikkeling van het zelfbeeld en de autonomie hoort zelfcontrole (Finkenauer, Engels & Meeus, 2002). Als je dingen voor jezelf houdt, dan heb je daar de controle over. Als je dat niet doet is de controle weg. Bij jonge kinderen zie je die zelfcontrole nog niet omdat ze alles eruit gooien wat er in hun hoofd op komt. De adolescent ontdekt dat je niet alles hoeft te vertellen aan je omgeving en dat geeft een gevoel van zelfcontrole. Dit is binnen bepaalde situaties ook beter en zelfs gezond om niet alles aan de grote klok te hangen. Die zelfcontrole is dus een goede ontwikkeling. Maar het is paradoxaal want alles voor jezelf houden is ook niet altijd goed. De adolescent moet leren om hier een evenwicht in te vinden. Wat vertel je wel en wat niet. In het artikel, Mijn geheim: de kosten en baten van geheimen voor ouders van adolescenten, wat ik heb gelezen, hebben ze het over geheimen die de adolescent heeft. Het woord geheimen vind ik in mijn geval een beetje overtrokken maar ik heb het wel over jezelf niet laten horen en/of zien op bepaalde momenten. Als je nooit iets van jezelf laat zien dan weten mensen (docenten) ook niet wat er in je omgaat. Dan heb je een zelfcontrole die doorgeschoten is. 8

Bronvermelding en checklist (Gebruikte bronnen voor de inhoud van het onderzoek) - Delfos, M.F. (2005). Ik heb ook wat te vertellen. Communiceren met pubers en adolescenten. Amsterdam: B.V. uitgeverij SWP Martine Delfos is een Biopsycholoog en is werkzaam als onderzoeker, therapeut, docent en schrijfster. Voor meer info zie; http://www.mdelfos.nl/index-n.htm - Finkenauer, C., Engels, R.C.M.E., Meeus, W. (2002) Mijn geheim: de kosten en baten van geheimen voor ouders van adolescenten. [Electronische versie] Pedagogiek, 3, 217-218. Associate Professor at VU University Amsterdam; http://nl.linkedin.com/pub/catrinfinkenauer/a/5a5/3a8 - Mol, J. (2010). Geweldig communiceren met jongeren. Amsterdam: SWP - Mol, J. (2010). Geweldig communiceren voor jongeren. Amsterdam: SWP Afgestudeerd Engels docent, coach in communicatie en schrijfster; http://www.justinemol.nl/ - Verhulst, F.C. (2008). De ontwikkeling van het kind. Assen: van Gorcum. Afgestudeerd in Klinische Psychologie aan de universiteit van Tilburg. Is als beroep, eerstelijnspsycholoog en gezondheidzorgpsycholoog; http://frankverhulst.nl/?page_id=33 9

Bijlage 1. Opvoeding Verlegen Ouders e-mail Nederlands Telefoon Communicatie adolescent Consequentie Initiatief Afspraakgedrag Verantwoordelijkheid Motivatie intrensiek en extrensiek Assertief

Bijlage 2.