rom bij stemmings-, angst- en somatoforme stoornissen; bemoedigende resultaten

Vergelijkbare documenten
Stagering, profilering en routine outcome monitoring

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Meten van naleving van richtlijnen en behandelkwaliteit met data van routine outcome monitoring

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Het Mini Internationaal Neuropsychiatrisch Interview (mini)

Studie: beloop van stemmings-, angsten somatoforme stoornissen in de poliklinische praktijk

Voorspellers van behandelresultaat bij patiënten met SAS-stoornissen. Rivierduinen SAS symposium. Inhoud. Introductie.

D v/h Noorden; 17 sept 2005

Zwakbegaafdheid in de GGZ. Een explorerend onderzoek 1. Jannelien Wieland a,b & Frans Zitman c

Diagnostische instabiliteit van terugval bij angststoornissen en depressie

Codeboek 48 Symptomen Vragenlijst (48 Symptom Questionnaire, SQ-48)

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid. S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid

Samen beslissen (SDM) moet altijd

Centrum Onderzoek Routine Outcome Monitoring. Introductie. Ik wens jullie alvast veel leesplezier.

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

ROM in de ouderenpsychiatrie

Effectiviteit van antidepressiva; implicaties van twee meta-analysen voor de klinische praktijk

Verschillen in Persoonlijkheidstrekken en Persoonlijkheidsorganisatie tussen Groepen Eetstoornispatiënten.

Het Effect van Assertive Community Treatment (ACT) op het. Sociaal Functioneren van Langdurig Psychiatrische Patiënten met. een Psychotische Stoornis.

Toegankelijkheid en effectiviteit van de geestelijke gezondheidszorg voor ouderen. Samenvatting

DOORBRAAKPROJECT ROM. Het begin van het einde. Williams,

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis.

Psychiatrie & Psychologie bij 22q11DS

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

PROMIS Een integraal systeem voor het meten van patientgeraporteerde

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten

PROMIS. De nieuwe gouden standaard voor PROMs. Kenniscentrum Meetinstrumenten Afdeling Epidemiologie en Biostatistiek VU Medisch Centrum

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Cognitive self-therapy A contribution to long-term treatment of depression and anxiety

Computer Adaptief Testen in de GGZ

Comorbiditeitspatronen bij OCD. Resultaten van de NOCDA studie

Terugvalpreventie bij anorexia nervosa

Diagnostiek van Persoonlijkheidsstoornissen. De Relatie tussen. Persoonlijkheidskenmerken en de. Kernfactoren van (Mal)Adaptief Functioneren

25 jaar whiplash in Nederland

Disclosure belangen Dyllis van Dijk

Kennissessie Meetinstrumenten Kennissessie meetinstrumenten. Overstappen van meetinstrument, naar welk en hoe?

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners

Auteur Bech, Rasmussen, Olsen, Noerholm, & Abildgaard. Meten van de ernst van depressie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Belang van wetenschappelijk onderzoek in de psychiatrie in GGz Breburg

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie

Nederlandse samenvatting

De rol van de behandelaar: de vergeten factor in rom

Psychofysiologische begeleiding zinvol bij SOLK. (Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijk Klachten)

Prevalentie en comorbiditeit van de stoornis in de lichaamsbeleving bij poliklinische psychiatrische patiënten

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel

Patricia van Oppen De impact van depressie op de behandeling van de Obsessieve compulieve Stoornis op lange termijn

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

ROM als hulpmiddel bij continue kwaliteitsverbetering. Liv Pijck en Marc Blom

100% ONLINE CGT GOOI HET KIND NIET MET HET BADWATER WEG! DR. JEROEN RUWAARD

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

Usability evaluation of a guideline implementation systym for cardiac rehabilitation: Think aloud study

PROs in de praktijk 1: Wat doen we ermee?

De invloed van de duur van behandeling op het interpreteren van rom-metingen bij act

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.

Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering

PROMs en PROMIS. Colloqium NIVEL 27 jan 2014

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Zorgprogramma s in de dagelijkse praktijk: de mate van toepassing in de eerste behandelfase

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Verbeteren van effectiviteit en efficiëntie van cognitieve gedragstherapie middels cliëntfeedback VGCt najaarsconferentie 2015

Intercultural Mediation through the Internet Hans Verrept Intercultural mediation and policy support unit

Afdeling Psychiatrie PATIENTENINFORMATIE. De muziekpoli LUMC 1

Nieuwsbrief. In deze nieuwsbrief: Introductie. nummer 5, mei 2012

samenvatting Opzet van het onderzoek

Voorbereiding pilot studie Power for Teens voor tieners met overgewicht en angstige en depressieve klachten.

Stress en Psychose 59 Noord. Stress and Psychosis 59 North. A.N.M. Busch

PROMIS Een integraal systeem voor het meten van patientgeraporteerde

Kiezen voor Pillen of Praten?: Voorkeuren en Besluitvorming omtrent de Behandeling van Stemmings- en Angststoornissen

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

Running head: BREAKFAST, CONSCIENTIOUSNESS AND MENTAL HEALTH 1. The Role of Breakfast Diversity and Conscientiousness in Depression and Anxiety

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

WHITEPAPER ONDERZOEK GGZ RIVIERDUINEN. rivierduinen.nl

Hechting en Psychose: Attachment and Psychosis:

Hij heeft 7(angst, depressie, sociale fobie, agorafobie, somatische klachten, vijandigheid, cognitieve klachten)+2 (vitaliteit en werk) subschalen

NISPA en Radboud(umc) Let s get together. Let s get together: medicine/psychiatry & addiction - Universitair Medisch Centrum

Korte bijdrage Life events bij patiënten in de acute dienst van achttien RIAGG s

Vergelijking MMPI-2 met MMPI-2-Restructured Form (RF) Voor As-I. Pathologie Binnen de Testdiagnostiek

Invloed van Bewegen op Depressieve Klachten in de. Fysiotherapie Praktijk. Influence of Movement on Depression in the. Physiotherapy Practice

De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht

Transcriptie:

korte bijdrage rom bij stemmings-, angst- en somatoforme stoornissen; bemoedigende resultaten f.g. zitman 1 achtergrond Sinds 2002 passen het lumc en Rivierduinen routine outcome monitoring toe bij patiënten met stemmings-, angststoornissen en somatoforme stoornissen (rom-sas). doel De opzet van rom-sas beschrijven, een indruk geven van de implementatie en van het wetenschappelijk onderzoek met de data. methode Beschrijven van proces en resultaten van rom-sas in beide Leidse instellingen. resultaten Eerste metingen vinden nu bij circa 80% van de patiënten plaats, vervolgmetingen bij ongeveer 50%. rom-sas is een vast onderdeel van de patiëntenzorg geworden. Het volledig benutten van de uitkomsten ten behoeve van de behandeling en zeker van benchmarking blijkt moeilijk. De nu beschikbare gegevens van 8357 patiënten leidden tot verschillende publicaties over psychometrie, epidemiologie en behandeleffecten. conclusie rom-sas is nu algemeen geaccepteerd en ingevoerd. De volgende stap is het beter benutten van de uitkomsten in de klinische praktijk en bij benchmarking. rom-sas levert veel informatie en publicaties op over een naturalistisch tweedelijnscohort. [tijdschrift voor psychiatrie 54(2012)2, 173-177] trefwoorden angststoornissen, implementatie, routine outcome monitoring, somatoforme stoornissen, stemmingsstoornissen In 2002 begonnen de afdeling Psychiatrie van het lumc en ggz Leiden met routine outcome monitoring (rom) bij poliklinische patiënten met stemmings-, angststoornissen en somatoforme stoornissen (rom-sas). Het doel was niet alleen de behandelaar en de patiënt verfijnder informatie over diagnose en behandelresultaten te verschaffen, maar ook het verzamelen van gegevens voor benchmarking en wetenschappelijk onderzoek. Dat laatste kreeg van meet af aan een belangrijke plaats, omdat de afdeling Psychiatrie van het lumc onderzoek van sas-stoornissen tot haar speerpunt had gemaakt en Rivierduinen aan wetenschappelijk onderzoek met rom-sas veel waarde hecht. Het doel van dit artikel is de opzet van rom-sas te beschrijven, een indruk te geven hoe deze in de praktijk loopt en enkele resultaten van wetenschappelijk onderzoek te presenteren. opzet rom-sas In dit artikel bespreken wij alleen de hoofdlijnen. Een volledige beschrijving verscheen eerder (de Beurs & Zitman 2007; de Beurs e.a. 2011). Bij de intake worden demografische gegevens verzameld en worden het mini Internationaal Neuropsychiatrisch Interview Plus (mini-plus) voor de as i-dsm-iv-diagnoses en een vragenlijst voor persoonlijkheidstrekken afgenomen. Andere vragenlijsten gericht op veranderingen in de ernst 173

f.g. zitman van de symptomen, het welbevinden en het algemeen functioneren worden later nogmaals afgenomen. Er zijn generieke lijsten opgenomen die het klachtenpatroon in algemene zin meten en stoornisspecifieke, die zich op specifieke stoornissen richten. (Een volledig overzicht van de vragenlijsten staat op www.lumc.nl/psychiatry/rominstruments.) Om de kosten te drukken, worden zo min mogelijk beoordelaars- en zoveel mogelijk zelfbeoordelingsvragenlijsten gebruikt en wordt aan rechtenvrije, dus gratis lijsten de voorkeur gegeven. Het invullen van de zelfbeoordelingslijsten gebeurt met een touchscreen. Alle gegevens worden op gestandaardiseerde manier geanalyseerd voor klinisch gebruik en weggeschreven in een databestand voor verdere analyses. De afname staat onder leiding van speciaal opgeleide testverpleegkundigen die hun kennis en vaardigheid up-to-date houden met terugkomdagen. Zij nemen de beoordelaarsvragenlijsten af, zien toe op de invulling van de zelfbeoordelingsinstrumenten en geven de gestandaardiseerde rapportages aan de behandelaars. Zij bespreken deze met hun patiënten. Testverpleegkundige is een nieuw beroep dat we gecreëerd hebben om de implementatie van rom te vergemakkelijken. De rom-software was oorspronkelijk standalone, later web-based. De verdere ontwikkeling van rom vindt tegenwoordig plaats binnen Synquest, een samenwerkingsverband van 7 ggzinstellingen (zie www.synquest.nl/). Om het wetenschappelijk onderzoek met rom te bevorderen is in het lumc, gefinancierd door Rivierduinen, het Centrum voor Onderzoek naar rom (corom) opgericht. Ook is er het door het lumc gefinancierde Leiden Institute for the Advancement and Integration of rom (liairom), dat zich richt op vergelijkend onderzoek bij verschillende categorieën patiënten, bijvoorbeeld jongeren en volwassenen, en het compatibel maken van verschillende dataverzamelingen. corom en liairom werken nauw samen (zie voor een uitvoeriger bespreking: www.lumc.nl/con/3010/83216/ 87555/). Omdat rom onderdeel is van de reguliere patiëntenzorg, is het niet nodig informed consent te vragen zoals bij wetenschappelijk onderzoek gebruikelijk is. De afspraken over het gebruik van rom-data voor wetenschappelijk onderzoek zijn vastgelegd in het Psychiatrisch Academisch REgistratienetwerk Leiden en omstreken (parel; zie www.lumc.nl/psychiatry_parel) dat door de medisch ethische toetsingscommissie van het lumc is goedgekeurd. implementatie Vanaf 2002 werd rom-sas geleidelijk ingevoerd in alle zes centra voor basiszorg van Rivierduinen (vanaf 2006: daarvoor waren het de centra van Rijngeestgroep en Robert Fleury Stichting). Er zijn nu 20 testverpleegkundigen. Van de patiënten die worden aangemeld op sas-poliklinieken is het percentage dat wordt geromd gestaag gegroeid. Over de beginperiode hebben we alleen steekproefsgewijs verzamelde gegevens over ggz Leiden. Daaruit bleek dat in 2004 29% van de patiënten met sas een eerste rom kreeg, in 2005 52% en in 2006 69% (van Fenema e.a. 2010b). Uit inmiddels over heel Rivierduinen routinematig verzamelde gegevens blijkt het percentage te zijn opgelopen tot circa 80. Ongeveer de helft van deze patiënten kreeg een of meer vervolgmetingen. In het begin ontmoette rom veel weerstand, maar nu niet meer. De testresultaten worden gebruikt in de klinische praktijk, maar nog in beperkte mate. We onderzoeken met behulp van focusgroepen waar dit beperkte gebruik door komt en hoe we het kunnen verbeteren. Onze indruk is dat het interpreteren van de testresultaten op een voor de klinische praktijk relevante manier moeilijker is dan we dachten. Bij benchmarking wordt nog nauwelijks van rom-data gebruikgemaakt. De onmogelijkheid rom-data met die uit het elektronisch patiëntendossier samen te voegen tot één databestand, speelt hierbij een rol. Ook deze toepassing proberen we op basis van onderzoek te verbeteren. 174

rom bij stemmings-, angst- en somatoforme stoornissen basisbestand Het basisbestand bevat de opgeschoonde rom-data van 8357 patiënten die tussen begin 2004 en eind 2009 op een van de sas-poliklinieken een intake hadden. Eerst werden de data van de intake geschoond, later ook die van de vervolgmetingen. De 8357 patiënten hadden een gemiddelde leeftijd van 38,7 jaar en 63% was vrouw. Ondanks aanmelding op een polikliniek gespecialiseerd in sas had volgens de mini-plus 25,7% geen sasstoornis. Van de 6209 patiënten met een sas-stoornis had 26,4% alleen (één of meer) angststoornissen, 28,8% alleen (één of meer) stemmingsstoornissen, 8,7% alleen (één of meer) somatoforme stoornissen. Bij 23,4% was sprake van een combinatie van angst- en stemmingsstoornissen, bij 3,6% van een combinatie van angststoornissen en somatoforme stoornissen, bij 4,7% een combinatie van stemmingsstoornissen en somatoforme stoornissen en bij 4% van stoornissen uit alle drie de categorieën. Bij onderzoek is tot nu toe vooral gebruikgemaakt van de data van de 3798 patiënten die tot eind 2006 een intake hadden. onderzoek Begin 2012 doen 11 promovendi onderzoek met rom-data omdat ze unieke informatie opleveren over een naturalistisch tweedelijnscohort. Inmiddels hebben evenveel artsen in opleiding tot psychiater rom-data voor hun eindreferaat gebruikt. In dit artikel kunnen we slechts enkele resultaten bespreken. Psychometrisch onderzoek Hiervoor lenen rom-data zich uitstekend, zoals blijkt uit verschillende publicaties. Ze betreffen de Nederlandse vertalingen van een lijst voor persoonlijkheidstrekken de Dimensional Assessment of Personality Pathology Short Form (dapp-sf) (de Beurs e.a. 2009) en van twee lijsten die op verschillende manieren dimensies van psychiatrische stoornissen meten: de Brief Symptom Inventory (bsi; de Beurs & Zitman 2007), en de Mood and Anxiety Symptoms Questionnaire (masq; de Beurs e.a. 2007). Van deze laatste lijst hebben we bovendien zowel een verkorte versie onderzocht, de masqd30 (Wardenaar e.a. 2010), die psychometrisch vergelijkbaar is met de oorspronkelijke masq, als een uitgebreidere versie, die meer dimensies meet (den Hollander-Gijsman e.a. 2010). We onderzochten ook de betrouwbaarheid van de Global Assessment of Functioning (gaf), een schaal die psychisch, beroepsmatig en sociaal functioneren meet en vonden dat die een brede inzet bij de evaluatie van patiënten met sas niet rechtvaardigt (Grootenboer e.a. 2011). Patiënten met lage scores op de vitalitysubschaal van de Medical Outcomes Study Short-Form General Health Survey (sf-36) bleken meer kans te hebben om niet volgens de richtlijnen behandeld te worden (van Fenema e.a. 2010a). Normquest is een project dat ten doel heeft normscores voor de in rom gebruikte vragenlijsten in een huisartspopulatie vast te stellen. Die zijn vaak niet bekend, maar ze zijn wel van belang voor een juiste interpretatie van de scores bij patiënten met sas in de tweede en de derde lijn. In Normquest stelden we deze normscores vast bij een steekproef van 1200 patiënten uit huisartspraktijken voor alle vragenlijsten die in rom-sas gebruikt worden (en enkele andere). Daarnaast vroegen we de deelnemers ten behoeve van de mash-bank speeksel af te staan (zie verderop). De dataverzameling werd in januari 2011 afgerond. Epidemiologisch onderzoek Ook hiervoor lenen rom-data zich goed, zoals blijkt uit verschillende resultaten die ook voor de praktijk van belang zijn. Zo vonden we dat de suïcidaliteit van mensen met een eerste depressie vóór het 18de levensjaar groter is dan bij mensen bij wie depressies later in het leven debuteerden (van Noorden e.a. 2010b). Daarnaast is van belang voor de interpretatie van rom-uitslagen bij depressies dat vrouwen op zelfbeoordelingsschalen ernstiger depressieve klachten en algemene psychiatrische 175

f.g. zitman stoornissen rapporteren dan mannen, terwijl op beoordelaarsvragenlijsten geen geslachtsverschillen werden gezien (van Noorden e.a. 2010a). Effectonderzoek Zijn de uitkomsten van gerandomiseerde gecontroleerde trials (rct s) generaliseerbaar naar de klinische praktijk? Wij zochten dat uit voor antidepressiva en vonden dat, afhankelijk van de rct waarmee we vergeleken, slechts 17-25% van de patiënten met een depressieve stoornis in de klinische praktijk zou kunnen deelnemen aan zo n trial. Tot onze verrassing bleek de niet-selecteerbare groep patiënten even goed op antidepressiva te reageren als de wél selecteerbare (van der Lem e.a. 2010). Weefselbank Zowel bij 1000 patiënten met sas-rom-gegevens als bij de 1200 huisartspatiënten die deelnemen aan Normquest verzamelden we na informed consent speeksel om cortisoldagcurves te bepalen en genetisch onderzoek te doen in de Leidse weefselbank, de zogenaamde mashbank. In mei 2011 hadden we cortisolbepalingen van 944 en dna-monsters van 1915 personen. Kort en Krachtig Dit vergelijkend onderzoek naar de (kosten)effectiviteit van een eerste behandeling van patiënten met sas gescreend met een verkorte rom en behandeld volgens een vereenvoudigde beslisboom startte eind 2009. Voorjaar 2011 begonnen promotieonderzoeken naar het ontwikkelen van Turkse en Marokkaanse vragenlijsten, naar shared decision making en naar het beter benutten van rom-data door behandelaren en managers. conclusie Na aanvankelijke weerstand is rom-sas nu algemeen geaccepteerd en ingevoerd. De uitkomsten worden gebruikt in de klinische praktijk, maar nog weinig voor benchmarking. Er loopt onderzoek naar de oorzaken daarvan en de mogelijkheden het gebruik te verbeteren. Analyse van rom-data levert veel gegevens op over psychometrische eigenschappen van vragenlijsten, over ziektekenmerken en het behandelingseffect in een naturalistische tweedelijnspopulatie. Het zijn positieve ontwikkelingen. noot 1 Namens de Leiden Routine Outcome Monitoring Study Group, waarin behalve de auteur zitting hebben: I. Carlier, E.M. van Fenema, E.J. Giltay, M.E. den Hollander-Gijsman, R. van der Lem, D. Meuldijk, M. Noom, M.S. van Noorden, Y.R. van Rood, Y.W.M. Schulte-van Maaren, M.F. Streevelaar, I.M. van Vliet, N.J.A. van der Wee literatuur Beurs E de, Zitman FG. Routine Outcome Monitoring. Het meten van therapie-effect in de klinische praktijk met webbased software. Maandblad Geestelijke volksgezondheid 2007; 62: 13-28. Beurs E de, den Hollander-Gijsman ME, Helmich S, Zitman FG. The tripartite model for assessing symptoms of anxiety and depression: psychometrics of the Dutch version of the mood and anxiety symptoms questionnaire. Behav Res Ther 2007; 45: 1609-17. Beurs E de, den Hollander-Gijsman ME, van Rood YR, van der Wee NJ, Giltay EJ, van Noorden MS, e.a. Routine outcome monitoring in the Netherlands: practical experiences with a web-based strategy for the assessment of treatment outcome in clinical practice. Clin Psychol Psychother 2011; 18: 1-12. Beurs E de, Rinne T, van Kampen D, Verheul R, Andrea H. Reliability and validity of the Dutch Dimensional Assessment of Personality Pathology-Short Form (DAPP-SF), a shortened version of the DAPP-Basic Questionnaire. J Pers Disord 2009; 23: 308-26. Fenema EM van, van der Wee NJ, Giltay EJ, den Hollander-Gijsman ME, Zitman FG. Vitality predicts level of guideline-concordant care in routine treatment of mood, anxiety and somatoform disorders. J Eval Clin Pract 2010a; doi: 10.1111/j.1365-2753.2010.01593.x. Fenema EM van, van der Wee NJ, Onstein E, Zitman FG. Zorgprogramma s in de dagelijkse praktijk: de mate van toepassing in de eerste behandelfase. Tijdschr Psychiatr 2010b; 52: 299-310. Grootenboer EM, Giltay EJ, van der Lem R, van Veen T, van der Wee NJ, Zitman FG. Reliability and validity of the Global Assessment of Functioning Scale in clinical outpatients with depressive disorders. J Eval Clin Pract 2011; doi: 10.1111/j.1365-2753.2010.01614.x. 176

rom bij stemmings-, angst- en somatoforme stoornissen Hollander den-gijsman ME, de Beurs E, van der Wee NJ, van Rood YR, Zitman FG. Distinguishing between depression and anxiety: a proposal for an extension of the tripartite model. Eur Psychiatry 2010; 25: 197-205. Lem R van der, van der Wee NJ, van Veen T, Zitman FG. The generalizability of antidepressant efficacy trials to routine psychiatric out-patient practice. Psychol Med 2010; 41: 1353-63. Noorden MS van, Giltay EJ, den Hollander-Gijsman ME, van der Wee NJ, van Veen T, Zitman FG. Gender differences in clinical characteristics in a naturalistic sample of depressive outpatients: the Leiden Routine Outcome Monitoring Study. J Affect Disord 2010a; 125: 116-23. Noorden MS van, Minkenberg SE, Giltay EJ, den Hollander-Gijsman ME, van Rood Yr, van der Wee NJ, e.a. Pre-adult versus adult onset major depressive disorder in a naturalistic patient sample: the Leiden Routine Outcome Monitoring Study. Psychol Med 2010b; 41: 1407-17. Wardenaar KJ, van Veen T, Giltay EJ, de Beurs E, Penninx BW, Zitman FG. Development and validation of a 30-item short adaptation of the Mood and Anxiety Symptoms Questionnaire (masq). Psychiatry Res 2010; 179: 101-6. auteur frans zitman is emeritus hoogleraar psychiatrie, LUMC, Leiden. Correspondentieadres: prof. dr. Frans Zitman, Afdeling Psychiatrie, lumc, Postbus 9600, 2300 RC, Leiden. E-mail: f.g.zitman@lumc.nl Geen strijdige belangen meegedeeld. Het artikel werd voor publicatie geaccepteerd op 26-10-2011. summary rom in mood, anxiety and somatoform disorders: a promising technique with pleasing results F.G. Zitman background Since 2002 the Leiden University Medical Center and the psychiatric hospital Rivierduinen have been using routine outcome monitoring in patients suffering from mood, anxiety and somatoform disorders (rom-mas). aim To describe the rom-mas set-up, explain how the system was implemented and report on the data-based scientific research that ensued. method The study is mainly descriptive. results Circa 80% of the patients were assessed at intake, 50% via follow-up measurements. rom-mas has become a regular component of patient care. However, it has proved difficult to make full use of the outcomes in clinical practice and particularly in benchmarking. The data for 8357 patients have generated various publications relating to psychometrics, epidemiology and effects of treatment. conclusion rom-mas is now generally accepted and has been introduced in most psychiatric clinics. The next step is to make better use of the results for clinical practice and for benchmarking. rom-mas provides valuable data and generates publications relating to a naturalistic secondary-care cohort. [tijdschrift voor psychiatrie 54(2012)2, 173-177] key words anxiety disorders, implementation, mood disorders, routine outcome monitoring, somatoform disorders 177