Raadsmededeling. Nummer : 39/2010 Datum : B&W datum : Portefeuillehouder : B. Berghoef Onderwerp : handhavingbeleidsplan 2010

Vergelijkbare documenten
Bijlage II Uitleg risicomodel bestuurlijke prioritering. Opzet risicomodel

HANDLEIDING INVULLEN RISICOMATRIX

BIJLAGE C: HANDLEIDING RISICOMODEL

BIJLAGE B: HANDLEIDING RISICOMODEL

VOORKOMEN IS GOED, HANDHAVEN MOET!

Handhavingsjaarverslag 2006

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Deel 3: Prioritering

Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving 2017 gemeente Veenendaal

VOORTGANGSRAPPORTAGE HANDHAVING RUIMTELIJK BESTUURSRECHT 2009 GEMEENTE ZALTBOMMEL

RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: Raadsvergadering van 8 maart 2012 Agendanummer: 10.2

Gemeente Hillegom. Handhavingsuitvoeringsprogramma 2014

Tabel Risicomatrix gemeente Papendrecht

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september Toelichting risicoanalyse

Bijlagen. Gemeente Woensdrecht uitvoeringsprogramma handhaving

Bijlage 2 VTH-Uitvoeringsprogramma. Pagina 1

Handhavingsuitvoeringsprogramma 2014

MILIEUJAARVERSLAG

Inleiding. 1.1 Wat is de omgevingsvergunning?

Beslisdocument college van Peel en Maas

Voorstel Het Toezicht- en Handhavingsbeleid gemeente Bronckhorst vast te stellen.

Handhaving van Bouw-, milieu- en ruimtelijke regelgeving. Jaarverslag 2015 gemeente Veenendaal

Inhoud presentatie: Wat is handhaving? Wat is gedogen? Welke handhavingstaken heeft de gemeente? Waarom een project integrale handhaving?

onderzoeksopzet handhaving

Niet wegkijken maar toezien

Jaarverslag TOEZICHT EN HANDHAVING BOUWEN, RUIMTELIJKE ORDENING, APV EN BIJZONDERE WETTEN

Handhavingsbeleidsplan Workshop prioriteiten bepalen

MILIEUJAARVERSLAG 2016

Jaarverslag vergunningen, toezicht en handhaving 2016 gemeente Veenendaal

Raadsstuk. Onderwerp: Administratieve lastenverlichting voor burgers en ondernemers Registratienummer: 2010/30066

Beleidsregel kwaliteitseisen vergunningverlening, toezicht en handhaving Den Haag 2017

Indicatief Vergunningenbeleidsprogramma Nuth 2008.

ADVIESNOTA AAN B&W. Postregistratienummer. Onderwerp en inhoud Adviesnota B&W Vaststellen Uitvoeringsstrategieën omgevingsrecht VTH 15.

onderwerp Prioritering handhavingstaken op het gebied van bouwen, gebruik en milieu

Bijlage bij Uitvoeringsovereenkomst Provincie Utrecht 2017

BELEIDSREGEL KWALITEITSEISEN VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING DEN HAAG 2017

Brede blik Uitvoeringsprogramma Toezicht en Handhaving 2015

Plan van aanpak. Onderzoek handhavingsbeleid. 22 januari 2013

Uitvoeringsprogramma handhavingstaken bouw- en ruimtelijke regelgeving. gemeente Zoeterwoude

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning.

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

INTEGRAAL VERGUNNINGEN- EN HANDHAVINGSBELEIDSPLAN GEMEENTE ALPHEN AAN DEN RIJN

veiligheid door samenwerken Boa s in de openbare ruimte Een inleiding

Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap. Inleiding

Toelichting Beleidsnotie voor bedrijvigheid aan huis Pekela 2013

Uitvoeringsprogramma handhaving en toezicht omgevingsrecht 2016

GEMEENTE HOOGEVEEN. Raadsvoorstel

Gemeente Woudrichem. Uitvoeringsprogramma 2012

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Handhavingsplan Openbare Orde en Veiligheid 2013 Wormerland

Betrekken omgeving bij ruimtelijke initiatieven

Uitgangspunten procescriteria: waar dienen ze wel en waar dienen ze niet toe? Methode: hoe zijn de criteria opgebouwd en hoe zijn we daartoe gekomen?

Uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving 2016

Omgevingsbeheer/Wabo innovatie in overheidshandelen in Dordrecht en Zuid-Holland Zuid.

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

INTEGRAAL HANDHAVINGUITVOERINGSPROGRAMMA 2010 GEMEENTE ZALTBOMMEL. Bestuur, Vergunning en Handhaving

Beoogd resultaat Betere dienstverlening aan de klant door een duidelijke, efficiënte procedure en het voorkomen van regeldruk of vertragingen.

Projectevaluatie. Naleefanalyse brandveiligheid kinderdagverblijven Harold van Uden, medewerker team Stedelijke Bedrijvigheid

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 5

Uitvoeringsprogramma Integraal Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht

Samenvatting Integrale Handhaving

Handhavingsparagraaf

HANDHAVEN met BELEID PROGRAMMATISCH HANDHAVEN VAN DE BOUWREGELGEVING

Tabel 1 Formatie fte jaarlijkse, productieve uren

Deze notitie beperkt zicht sec tot het creëren van de functie BOA openbare ruimte (OR).

Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer - kwaliteitscriteria - Besluit omgevingsrecht

OMGEVINGSVERGUNNING. Van Gansewinkel Nederland B.V.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Gemeente Hillegom Evaluatie handhaving bouwtaken 2015 en programma toezicht en handhaving 2016

1. Nalevingstrategie. 1.1 Preventiestrategie. Bijlage 0: Nalevingstrategie

Omgevingswet en de raad

Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard

De gemeenteraad buitenspel na de invoering van de Omgevingswet? Gemeenteraad Bergen op Zoom 10 april 2017

Hoogte van dwangsommen lengte van b egunstigingstermijn opgenomen in tabellen

Statenvoorstel 52/15. Voorgestelde behandeling. PS-vergadering : 10 juli Initiatiefvoorstel Elektronisch monitoren van luchtwassers

Mededeling van het college aan de gemeenteraad ( )

OMGEVINGSVERGUNNING. Friesland Campina Nederland Holding ay.

Integrale Wabo-risicoanalyse ZHZ

Werkwijze voor het informeren van opdrachtgevers over bestuurlijk gevoelige zaken

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Wijziging tarieventabel leges

Vergadering van : 25 mei 2010 Agendanummer : 9 Onderwerp : Herziening tarieventabel legesverordening 2010 Programma : Ruimte om te leven

Adviesgroep Informatievoorziening. Omgevingswet. Erna Roosendaal

Raadsavond Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving

Bijlage 10: Werkafspraken Brandweer SED

"Omgevingsvergunning 2013, herbouw woning met bijgebouw Dorpstraat 3"

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.7. Onderwerp: Jaarverslag 2007 van de Regionale Milieudienst West-Brabant

UITVOERINGSPROGRAMMA Omgevingsbeleidsplan Valkenswaard

HANDHAVINGSUITVOERINGSPROGRAMMA GEMEENTE WOERDEN

Bijlage 1: Jaarplan periode tot

Introductie omgevingsvergunning Gemeenten Wormerland, Oostzaan en Landsmeer

TOEZICHT BELEID EN REGELS MET BETREKKING TOT HONDEN

Collegevoorstel. Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel. Advies:

Jaarverslag Wet ruimtelijke ordening 2018

9<T^7 / Granend o n ck

Minder en eenvoudiger regels: tòch brandveilig! Drs. Harry Boschloo Ministerie VROM Wonen, Wijken en Integratie

Let wel: deze nota betreft alleen de toetsing en het toezicht aan het Bouwbesluit.

(ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING

Ontwerp Omgevingsvergunning

Transcriptie:

Raadsmededeling Nummer : 39/2010 Datum : 20-01-2010 B&W datum : 26-01-2010 Portefeuillehouder : B. Berghoef Onderwerp : handhavingbeleidsplan 2010 Aanleiding Het team Integrale handhaving heeft als doel haar wettelijke taken op het gebied van Integrale handhaving op een professionele, transparante en eenduidige wijze vorm te geven. Het onderliggende handhavingbeleidsplan 2010 is hiervoor de leidraad. Inhoud mededeling Op 02-02-2010 heeft het college van B&W het handhavingbeleidsplan 2010 vastgesteld. Naar de inhoud van dit handhavingbeleidsplan wordt verwezen naar ingesloten bijlage. De volgende stukken zijn voor u bijgevoegd: De volgende stukken zijn voor u ter inzage gelegd: Collegevoorstel en het handhavingbeleidsplan 2010

2010 Handhavingsbeleidsplan Gemeente Aalten

Inhoudsopgave 1. INLEIDING 1 1.1 Doel 1 1.2 Omgevingsvergunning 2 2. INTEGRALE HANDHAVING IN AALTEN 3 2.1 WAT IS HANDHAVING? 4 2.2 Team Integrale Handhaving 4 2.3 Samenwerken 5 3. HANDHAVINGSBELEIDSPLAN: PROFESSIONELER EN INTEGRALER WERKEN 6 4. AANPAK 7 4.1 Afweging van risico s 8 5. PRIORITERING EN PROGRAMMERING 10 6. NAWOORD 17 BIJLAGE 1: TAKEN VAN HET TEAM INTEGRALE HANDHAVING 18 BIJLAGE 2: METHODIEK VAN HET AFWEGINGSMODEL EN AFWEGINGSCRITERIA 21 BIJLAGE 3: PRIORITEITSTELLING 26 BIJLAGE 4: PROGRAMMA 28

1. INLEIDING Het team Integrale Handhaving staat voor het transparant maken wat de taken en verantwoordelijkheden van het team zijn, welke capaciteit beschikbaar is en welke keuzen gemaakt dienen te worden bij het uitvoeren van de taken binnen de beschikbare capaciteit en (beleids)kaders. De totstandkoming van die keuzes vindt plaats binnen de context van interne en externe ontwikkelingen waar het team of in de toekomst mee te maken zal krijgen zoals de invoering van de omgevingsvergunning in 2010 en het stellen van nieuwe kwaliteitcriteria. Het stellen van een taakafbakening en prioriteiten met voldoende bestuurlijk draagvlak is de basis waarin deze opgave verder kan worden uitgewerkt. Dit resulteert uiteindelijk in een beleidsplan voor het team Integrale Handhaving waarin de keuzes op het gebied van handhaving zijn vastgelegd. Vervolgens kan op basis van de prioritering een verdere kwaliteitsbevordering plaatsvinden door (onder andere) het in kaart brengen en verbeteren van de werkprocessen. 1.1 Doel Het team Integrale Handhaving heeft als doel haar wettelijke taken op het gebied van (integrale) handhaving op een professionele, transparante en eenduidige wijze vorm te geven. Een middel om dit te bereiken is het realiseren van een handhavingsbeleidsplan. Met de ontwikkeling van dit plan kan de gemeente onder meer: draagvlak creëren binnen en buiten het team Integrale Handhaving voor het gewenste beleid en de invulling van het integrale karakter van handhaving; de beschikbare capaciteit zo effectief mogelijk benutten (o.a. invoeren risicoafwegingsmethodiek); invoeren van een beleidscyclus (plan, do, check en act, zie afbeelding 1) en daarmee tegemoetkomen aan de eisen van de VROM Inspectie om zowel het beleid, de programmering als de uitvoering op adequaat niveau te organiseren; inspelen op de komst van nieuwe wet- en regelgeving, zoals de Wabo. Afbeelding 1: Beleidscyclus BELEID BIJSTELLEN UITVOEREN EVALUEREN 1

1.2 Omgevingsvergunning Per 1 juni 2010 zal de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo) in werking treden. Deze datum is een richtdatum. Het uiteindelijke doel van de Wabo is het verbeteren van de dienstverlening aan burgers en bedrijven, het stroomlijnen van procedures, het afstemmen van diverse geldende voorschriften en het verlagen van de administratieve lasten voor burgers en bedrijven. De omgevingsvergunning is één vergunning waarin de bestaande vergunningen voor bouwen, monumenten, ruimte, natuur en milieu worden geïntegreerd. Het invoeren van de omgevingsvergunning betekent dat er één loket, één indieningformulier, één bevoegd gezag (één aanspreekpunt), één uniforme procedure, één procedure voor bezwaar en beroep en één handhavend bestuursorgaan dienen te worden gerealiseerd. Naar verwachting wordt in 95% van de gevallen de gemeente het bevoegd gezag voor de omgevingsvergunning. De toestemmingen op de volgende terreinen, waarvoor de gemeente Aalten bevoegd gezag is, worden in de omgevingsvergunning geïntegreerd of aangehaakt: VROM-wetten (locatie- en gebouwgebonden); Monumentenwet; Wet verontreiniging oppervlaktewateren (indirecte lozingen); Gemeentelijke en provinciale verordeningen. Het invoeren van de omgevingsvergunning betekent onder andere dat er één handhavend bestuursorgaan gerealiseerd dient te worden. Daarbij komt nog het integraal organiseren van zowel het toezicht op vergunningen als de handhaving van wetten en vergunningen. 2

2. 3. Integrale handhaving in Aalten 3

2. INTEGRALE HANDHAVING IN AALTEN 2.1 WAT IS HANDHAVING? Handhaven is een van de kerntaken van de overheid. Handhaven is geen doel op zich. Door het handhaven op de regelgeving worden waarborgen geboden ten aanzien van de veiligheid, gezondheid, leefbaarheid en het milieu. Handhaving wordt meestal slechts gezien als het sanctioneren van overtredingen van wetten en regels. Werkelijke adequate handhaving is alleen mogelijk als een breder perspectief wordt gehanteerd: niet alleen repressief maar correctief. Zo moet onder handhaving ook worden begrepen het voorkomen van overtredingen. Dat kan door het houden van toezicht en uitvoeren van controles, maar dat kan bijvoorbeeld ook door het geven van voorlichting. Daarnaast is het voor een effectieve handhaving van belang om beleid en regelgeving vooraf goed te toetsen op uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. Dat houdt bijvoorbeeld ook een zorgvuldige vergunningverlening en adequate bestemmingsplannen in. Ook de onderliggende verordeningen en de wijze waarop deze tot stand komen zijn van cruciaal belang. 2.2 Team Integrale Handhaving Gemeente Aalten geeft aan dat er verschillende werkdisciplines bestaan binnen de gemeente, deels georganiseerd in een recentelijk geformeerd team Integrale Handhaving. Dit team voert Wabogerelateerde en niet-wabo-gerelateerde handhavingstaken uit. De missie van het team Integrale Handhaving wordt in onderstaand kader weergegeven. Het team Integrale Handhaving zorgt voor een goede naleving van de voorschriften; bewustwording bij interne en externe klanten over risico s en het belang van handhaving; een gezonde, veilige en duurzame woon-, werk- en leefomgeving. Het team doet dit op een klantgerichte, duidelijke, heldere, oplossingsgerichte, samenwerkingsgerichte en constructieve manier en met een positieve houding, aan de hand van een duidelijke prioriteitstelling en landelijke, provinciale en lokale wet- en regelgeving. Het team doet dit door middel van handhaving en advisering. 4

Bij het team Integrale handhaving zijn de volgende taken ondergebracht: handhaving milieuvergunningen en -meldingen (frequente controles); handhaving bij illegale bouw; handhaving bij strijdig gebruik met bestemmingsplan; handhaving bij vergunningvrij bouwen; handhaving bij gebruiksvergunningen (frequente controles); handhaving op APV-aspecten en bijzondere wetten; onbewoonbaar verklaringen; overige handhavingstaken. Naast het team Integrale Handhaving beschikt de gemeente over een team Bouwen. Bij het team Bouwen is het toezicht op de verleende vergunningen ondergebracht. Dit betreft het toezicht op bouw-, sloop- en gebruiksvergunningen. De teams vervullen een oor- en oogfunctie voor elkaar (signaaltoezicht). 2.3 Samenwerken Integraal werken op het gebied van handhaving betekent dat de verschillende disciplines binnen de gemeente intensiever en nauwer met elkaar moeten samenwerken. Daarnaast zal een samenwerking gezocht moeten (blijven) worden met handhavers buiten de eigen organisatie (politie e.a.). Ervaring leert dat elke handhavende instantie een eigen definitie heeft van integrale handhaving en te maken krijgt met zekere knelpunten en randvoorwaarden voor een succesvolle invulling van integrale handhaving. De samenwerking en het integraal oppakken van taken op het gebied van handhaving kan zowel inhoudelijk, organisatorisch als procedureel worden benaderd. Inhoudelijk gaat het om de vraag of het mogelijk en wenselijk is om te handhaven onderdelen vanuit meerdere typen regelgeving te benaderen. Een vloerconstructie kan bijvoorbeeld op de bouwtechnische voorschriften worden gecontroleerd, maar kan tevens op milieuaspecten worden gecontroleerd. Zo kan een brandveilige opslag van gevaarlijke stoffen tegelijk gecontroleerd worden op de bouwtechnische aspecten van brandcompartimenten. Organisatorisch gaat het om de vraag in hoeverre het mogelijke en wenselijk is één inspecteur alle of meerdere facetten te laten controleren en te beoordelen. Hierin past ook de mogelijkheid van een allround handhaver (de superhandhaver ) die in voorkomende gevallen een specialist kan inschakelen. Procedureel gaat het om de vraag in hoeverre het mogelijk is handhavingsactiviteiten vanuit verschillende invalshoeken in de planning en uitvoering af te stemmen. Overigens kan samenwerking enerzijds gezien worden vanuit Wabo-perspectief en anderzijds vanuit een breder perspectief. Bijvoorbeeld: samenwerking met politie, brandweer, belastingdienst, waterschap, met andere kleine/grote gemeenten, met marktpartijen etc. Ook is een intensieve samenwerking met de klant mogelijk door bijvoorbeeld controles aan te kondigen, checklists uit te reiken, etc. zodat handhaven minder betrappen en meer stimuleren en belonen van naleving wordt. 5

3. HANDHAVINGSBELEIDSPLAN: PROFESSIONELER EN INTEGRALER WERKEN Het voorliggende handhavingsbeleidsplan betreft de werkzaamheden van het team Integrale Handhaving in het kader van integrale handhaving op het gebied van bouwen, milieu, ruimtelijke ordening en APV. Het beleidsplan biedt het antwoord op de volgende vragen: Voor welke taken ziet het team Integrale Handhaving zich gesteld? Op welke wijze wil de gemeente de samenwerking en het integraal oppakken van taken op het gebied van handhaving invullen (inhoudelijk, organisatorisch en procedureel)? Op welke wijze kan een prioriteitstelling worden gemaakt voor de taken van het team, zodanig dat tevens bestuurlijk draagvlak aanwezig is? Hoeveel capaciteit is nodig om de taken uit te voeren en hoeveel capaciteit is daarvoor beschikbaar? Op welke wijze worden de administratieve organisatie en de ondersteunende systemen vormgegeven? Met welke ontwikkelingen moet rekening worden gehouden? analyse professionalisering prioriteitstelling(en) programmering middelen referentiekader Door het beantwoorden van deze vragen kan inzichtelijk worden gemaakt op welke wijze het team Integrale Handhaving functioneert en waar zich knelpunten in de uitvoering voordoen. Tevens wordt duidelijk hoe door adequaat anticiperen op interne en externe ontwikkelingen een verbeterproces voor het team kan worden ingezet. 6

4. AANPAK Voor het opstellen van een beleidsplan is de volgende aanpak gebruikt, die schematisch is weergegeven in onderstaande figuur. De stappen in de figuur worden daarna toegelicht. Afbeelding 2: Mode Afbeelding 3: Stappenplan beleidsplan Huidige situatie Gewenste situatie Veranderplan intern Situatieschets & Vraagstelling Analyse extern Opties Afweging en en keuze Implementatie Interviews Documentonderzoek Knelpuntenonderzoek Tussenrapportage Workshop Verwerken feedback Eindrapportage Evaluatie Stap 1: analyse taken en werkprocessen Om de bestaande situatie in kaart te brengen zijn reeds bestaande documenten geanalyseerd. Dit leverde een beeld op van bestaande samenwerkingsrelaties en de werkprocessen binnen het team, de wijze waarop die al dan niet zijn vastgelegd, waar knelpunten en verbeterpunten aanwezig zijn. Stap 2: veranderopties De knelpunten en de verbeteropties en randvoorwaarden voor de gewenste situatie zijn in beeld gebracht. Op basis van de analyse en de workshop is een set met verbeterpunten beschreven, aan de hand waarvan de toekomstige wenselijke situatie beschreven is. Stap 3: risicoafweging Daarnaast is een risico-afweging gemaakt, waarmee inzichtelijk gemaakt is waar de objectieve risico s binnen het uitvoeren van wettelijke taken aanwezig zijn. Daar waar de risico s hoog zijn, zal onderbouwd voldoende capaciteit (moeten) worden geprogrammeerd. Voor taken met een laag risicoprofiel zal de noodzaak om veel tijd te investeren minder zijn. Deze risico-afweging is - samen met de medewerkers van het team Integrale handhaving ingevuld. 7

Stap 4: opstellen beleidsplan Vervolgens is het beleidsplan opgesteld waarin de gewenste werksituatie, de prioritering van de taken op het gebied van handhaving en de bijbehorende capaciteitsbehoefte staan beschreven en worden aanbevelingen gedaan in een veranderplan om te komen van de huidige situatie naar de gewenste situatie. 4.1 Afweging van risico s Voor het maken van een risico-afweging voor handhavingstaken is een instrument gebruikt dat beschikbaar is gesteld door het Ministerie van Justitie (Handhaven op Niveau). Dit instrument ( DBC Risico ) is gebaseerd op het Moerdijks Afwegingsmodel en is ontwikkeld door PRC. In onderstaande figuur is aangegeven welke fasen met dit model - idealiter - worden doorlopen. Afbeelding 4: Stappenplan Afwegingsmodel Bij het toepassen van de afwegingsmethodiek worden drie fasen doorlopen. Fase 1: het bepalen van prioriteiten: de afweging (stap 1 tot en met 4a in de figuur) In deze fase worden de prioriteiten bepaald en de handhavingstaken ten opzichte van elkaar gewogen. In deze afweging wordt bepaald wat echt belangrijk is en wat minder. Dit bepaalt in belangrijke mate de inzet van middelen in de toekomst. Fase 2: het plannen (stap 5 en 5a) In deze fase worden via strategieën en stappenplannen kengetallen gekoppeld aan de diverse taken op het gebied van handhaving. Zo kan de benodigde tijdsinzet bepaald worden. Daarnaast wordt de inzet voor taken die niet direct uit wettelijke verplichtingen voortvloeien geprogrammeerd. Deze inzet omvat bijvoorbeeld het geven van informatie, het voeren van overleg, etc.. Fase 3: het schrijven van het handhavingsbeleid (stap 6) Alle verzamelde en opgestelde informatie (beleidsuitgangspunten, de afweging, strategieën, stappenplannen etc.) wordt strategisch aan elkaar geschreven zodat een goed leesbaar en praktisch beleidsplan ontstaat voor alle handhavingstaken van het team Integrale Handhaving. 8

Door middel van het stappenplan kan een beleidscyclus doorlopen worden. Met het realiseren van het handhavingbeleidsplan zijn de in de figuur aangegeven groene stappen voltooid. Voor een volledige beleidscyclus dienen ook de rode stappen (uitvoeren en evalueren) doorlopen te worden. Conclusie: Uit de verschillende analyses en risicoafweging blijkt dat het beleid en de prioriteiten van 2009 in 2010 zal moeten worden doorgezet om de gewenste situatie te bereiken. In 2010 zullen de laatste stappen worden gezet om aan de gewenste situatie te voldoen. 9

Prioritering en programmering 10

5. PRIORITERING EN PROGRAMMERING Voor het rode, groene, paarse en grijze kleursporen is de inventarisatie en risicoafweging van de handhavingstaken uitgevoerd. Deze risicoafweging is verricht door een groep medewerkers van het Team Integrale Handhaving onder begeleiding van adviseurs van PRC. De resultaten van deze risicoafweging zijn vervolgens teruggekoppeld aan het team. Het resultaat van de risicoafweging staat in bijlage 3. Op dit moment hebben de diverse handhavingstaken een rangorde die volgt uit het invullen van de beoordelingscriteria voor alle handhavingstaken. Er zijn diverse redenen te noemen waarom het wenselijk is dat er wordt afgeweken van deze rangorde. Er kunnen bijvoorbeeld bestuurlijke prioriteiten worden meegegeven. Indien, bijvoorbeeld als gevolg van een calamiteit, een activiteit volgens het bestuur extra aandacht verdient, kan de prioriteit zichtbaar worden aangepast. De bestuurlijke keuze blijft in dit geval transparant. In dit beleidsplan is de prioriteit voor de taak toezicht op afgegeven onbewoonbaarverklaringen om deze reden op extra hoog gesteld. Handhavingstrategieën Op basis van de prioritering is de personele capaciteit bepaald. Voor de inschatting van de personele capaciteitsbehoefte zijn allereerst handhavingstrategieën opgesteld. Daarbij is onderscheid gemaakt in vergunninggebonden taken en niet-vergunninggebonden taken. Voor beide taken kan een strategie worden vastgesteld die afhankelijk is van de prioritering. Vergunninggebonden taken (toezicht) Bij vergunninggebonden taken is het aantal vergunningen waarop toezicht moet worden gehouden maatgevend voor de handhavingsinspanning. Een tweede aspect dat een rol speelt is de toezichtstrategie die gevolgd wordt op de betreffende taak. In de toezichtstrategie is beschreven op welke kwantitatieve wijze deze handhavingstaak wordt uitgevoerd. De kwaliteit van de uitvoering van de handhavingstaak maakt geen onderdeel uit van dit beleidsplan. De wijze waarop invulling gegeven wordt aan de prioritering van vergunninggebonden taken (toezicht) is weergegeven in onderstaande tabel. Hier is de prioriteit gekoppeld aan een controlepercentage (toezichtsstrategie). Prioriteit Controlepercentage Laag 10% Gemiddeld 50% Hoog 75% Extra hoog 100% Taken die een prioriteit gemiddeld hebben worden voor 50% gecontroleerd. De consequentie van deze keuze is dat bij vergunninggebonden taken 1 op de 2 dossiers (de helft van de dossiers) na vergunningverlening niet meer gecontroleerd wordt. Hier is dus sprake van een steekproefsgewijze handhaving. Deze steekproef kan ook anders worden uitgevoerd, bijvoorbeeld door 100% van de dossiers steekproefsgewijs te controleren op 50% van de te controleren aspecten. Bij de programmering van de milieuhandhavingstaken (toezicht) wordt aangesloten bij de professionaliseringsstrategie. Dit betekent voor het aantal controles per jaar: 11

Handhaving Aantal inrichtingen Frequentie Categorie 1 234 1x per 10 jaar Categorie 2 507 1 x per 5 jaar Categorie 3 223 1 x per 2 jaar Categorie 4 18 1 x per jaar Totaal 982 254 per jaar Niet-vergunninggebonden taken (controle) In de controlestrategie is beschreven op welke kwantitatieve wijze deze handhavingstaak wordt uitgevoerd. Is de taak niet-vergunninggebonden dan wordt bij de controlestrategie uitgegaan van een forfaitaire tijdsbesteding per taak. Het aantal dagdelen dat aan een prioriteit wordt toegekend is afhankelijk van de lokale handhavingspraktijk en wordt vastgesteld met behulp van praktijkgegevens (ervaringscijfers of kengetallen. Voor de gemeente Aalten zijn de volgende richtgetallen gehanteerd: Prioriteit Aantal dagdelen actieve opsporing per jaar Laag 1 Gemiddeld 5 Hoog 10 Extra hoog 15 Juridische opvolging en administratieve ondersteuning De genoemde toezichts- en controlestrategie is exclusief juridisch opvolging en administratieve ondersteuning. Voor elke toezichts- en controletaak wordt in de programmering rekening gehouden met de administratieve ondersteuning en juridische opvolging. Dit betekent in de praktijk dat een dagdeel toezicht houden of controleren vaak 15 tot 20 uur administratief en juridisch werk oplevert. Programma Op basis van de prioriteitenlijst en de toezichts- en controlestrategie komen we uit op een inschatting voor de benodigde capaciteit. In totaal betreft het 41 handhavingstaken: 13 toezichtstaken en 28 controletaken. De samenwerking met derden is bij de uitvoering van deze taken een belangrijk aspect: voor controle-uren van het team Integrale handhaving kunnen ook uren van andere handhavingsorganisaties worden verlangd (politie, OM, etc.). De benodigde capaciteit kan vervolgens vergeleken worden met de beschikbare capaciteit. Bij het in kaart brengen van het aantal beschikbare en het aantal benodigde aantal uren is onderscheid gemaakt tussen de tijd die geraamd is voor het uitvoeren van de controles zelf, de administratieve inzet en de juridische opvolging. 12

Beschikbare capaciteit Het team Integrale Handhaving heeft in totaal een toegekende formatieruimte van circa 5,67 fte. In onderstaande tabel is aangegeven hoe de formatie is verdeeld: Functienaam fte Beleidsmedewerker A 1,00 Beleidsmedewerker C 0,78 Medewerker beleidsondersteuning en uitvoering 2,89 Vacature 1,00 Tabel: Verdeling formatie Team Integrale Handhaving Er wordt ervan uitgegaan dat alle functies een bijdrage leveren aan de handhavingstaken. De uren die beschikbaar zijn voor de direct productieve uren worden als volgt berekend: Omschrijving uren Uren per fte (basis exclusief ADV) 1.870 Improductief: Verlof 240 -/- Ziekte 90 -/- Subtotaal: direct en indirect productieve uren 1.540 Indirect productief (20%): Bijzondere overlegstructuren 90 -/- Uitstapjes, recepties e.d. 90 -/- Overige indirect productieve uren (aansturing, beleidsvorming, automatisering, informatievoorziening, 128 -/- opleidingen, overleg, etc.) Direct productieve uren per fte (80%) 1.232 Tabel: Berekening direct productieve uren per fte Er wordt in 2009 voor bedrijfsvoering (indirect productieve uren, dus aansturing, beleidsvorming, automatisering, informatievoorziening, opleidingen, overleg) uitgegaan van de streefwaarde 20% van het totaal aantal werkbare uren, betekent dit per fte 308 uren voor bedrijfsvoering en overige werkzaamheden. Hiermee resteert 1.232 aan beschikbare uren voor de direct productieve taken. Voor het teamhoofd wordt gerekend met 1210 beschikbare uren voor bedrijfsvoering, zodat er 330 beschikbare uren voor de direct productieve taken resteren. In de berekeningen worden de beschikbare uren van de beleidsmedewerker C toegekend aan juridische opvolging. De beschikbare uren van het teamhoofd worden verdeeld over handhaving en juridische opvolging. 13

Voorts wordt in de berekeningen rekening gehouden met de volgende scenario s: A. De medewerkers beleidsondersteuning en uitvoering (inclusief vacatureruimte) houden zich voor 100% van hun beschikbare tijd bezig met handhaving. Het totaal beschikbare uren voor handhaving bedraagt in dit geval 4.991. Scenario A Taakverdeling Functienaam juridische handhaving administratie opvolging Beleidsmedewerker A 200 0 110 Beleidsmedewerker C - 0 958 Medewerkers beleidsondersteuning en uitvoering inclusief vacatureruimte 4.791 0 0 Beschikbare capaciteit 4.991 0 1.068 B. De medewerkers beleidsondersteuning en uitvoering (inclusief vacatureruimte) houden zich voor 80% van hun beschikbare tijd bezig met handhaving en voor 20% met juridische ondersteuning. Het totaal beschikbare uren voor handhaving bedraagt in dit geval 4.033. Scenario B Taakverdeling Functienaam juridische handhaving administratie opvolging Beleidsmedewerker A 200 0 110 Beleidsmedewerker C - 0 958 Medewerkers beleidsondersteuning en uitvoering inclusief vacatureruimte 3.833 0 958 Beschikbare capaciteit 4.033 0 2.026 Benodigde capaciteit Met behulp van alle beschikbare gegevens kan nu het aantal uren dat benodigd is voor controle op basis van de voorgestelde prioritering worden berekend. Hierbij wordt rekening gehouden met het volgende. Voor verzoeken om handhaving (klachten, meldingen, verzoeken portefeuillehouders), calamiteiten en speciale projecten wordt 20% van de capaciteit (direct productieve uren) gereserveerd. Op deze manier wordt flexibiliteit ingebouwd voor onverwachte zaken. Per fte wordt dus 80% van de direct productieve uren (80% van 1.232 uur) geprogrammeerd; één fte geeft dus 986 uur te programmeren capaciteit (zie figuur). Het programma wordt in bijlage 4 weergegeven. Op deze pagina wordt een samenvatting gegeven van de benodigde capaciteit. Principe programmering handhaving 308 uur 20%bedrijfsvoering (indirect productief) 1.540 werkbare uren (direct en indirect productief) 1.232 uur 80% direct productief 20% ad hoc / piep (246 uur) 80% programmeerbare taken (986 uur) 14

Het benodigde aantal uren wordt weergegeven in onderstaande tabellen. Toezicht (geprogrammeerde uren) Paars 152 264 132 Rood 304 152 152 Groen 0 0 0 Grijs 5.288 435 390 Totaal 5.744 851 674 Controle (geprogrammeerde uren) Paars 80 80 235 Rood 508 862 1.982 Groen 20 20 30 Grijs 340 340 1.360 Totaal 948 1.302 3.607 Totaal geprogrammeerde uren Paars 232 344 367 Rood 812 1.014 2.134 Groen 20 20 30 Grijs 5.628 775 1.750 Totaal 6.692 2.153 4.281 Totaal benodigd aantal uren (programma + ad hoc) Paars 290 430 459 Rood 1.016 1.268 2.668 Groen 25 25 38 Grijs 7.035 968 2.187 Totaal 8.365 2.691 5.351 Vergelijking beschikbare en benodigde capaciteit Wanneer de benodigde en beschikbare capaciteit met elkaar vergeleken worden (zie tabel op de volgende pagina), vallen grote verschillen op. Deze verschillen worden veroorzaakt door: Het grote aantal milieu-inrichtingen. De toezicht op vergunning- en meldingplichtige inrichtingen maakt 63% (= 5.288 / 8.365) uit van de totaal benodigde capaciteit. Het ontbreken van administratieve ondersteuning. Deze werkzaamheden worden tot op heden door de teamleden zelf verricht. Een tekort aan ondersteuning voor juridische werkzaamheden. 15 Capaciteit: benodigd en beschikbaar Beschikbare capaciteit (scenario A) 4.991 0 1.068 Beschikbare capaciteit (scenario B) 4.033 0 2.026

Benodigde capaciteit 8.365 2.691 5.351 Capaciteit: verschil in uren Scenario A 3.374 2.691 4.283 Scenario B 4.332 2.691 3.325 Capaciteit: verschil in fte (1.232 uur per fte) Scenario A 2,7 2,2 3,5 Scenario B 3,5 2,2 2,7 Gevolgen Op grond van deze programmering heeft het team Integrale Handhaving aangegeven wat nodig is om de handhaving op een adequaat niveau uit te kunnen voeren. Omdat de capaciteit om dit adequate niveau te halen niet toereikend is zal het bestuur van de gemeente Aalten een keuze moeten maken. De voorliggende keuzen zijn: Er worden interne verbeteringen doorgevoerd om efficiënter en meer integraal te gaan werken. Het capaciteitstekort dat resteert wordt opgelost door een aantal taken op een (nog) lager niveau of niet uit te voeren. Voordeel van de keuze is dat geen extra capaciteit geclaimd wordt. Nadeel van deze optie is een niveau van handhaving dat niet overeenkomst met de risico s zoals die door het team zijn ingeschat. De uitvoering van de taken zakt onder het adequaat niveau. Er wordt extra capaciteit gevraagd zodat uiteindelijk voldoende capaciteit voor de handhavingstaken beschikbaar is. Voordeel van deze optie is een intensievere en professionelere handhaving in de gemeente Aalten. Nadeel van deze optie is het extra budget dat aan het team moet worden toegekend. Na het vaststellen van het handhavingsbeleidsplan is het denkbaar dat binnen het team de expertise van de medewerkers niet geheel overeenkomt met hetgeen is vereist voor uitvoering van het programma. In overleg met de medewerkers zal afgestemd moeten worden op welke wijze omgeschoold zullen worden, zodat de uiteindelijke personele bezetting overeenkomstig het programma is. Om ervoor zorg te dragen dat een verzoek om meer personele capaciteit niet als een verrassing komt, is het raadzaam om de personele bezetting van het team voldoende aandacht te geven tijdens overleggen met het bestuur. 16

6. NAWOORD Een handhavingsprogramma staat niet op zich. In dit beleidsplan is beschreven welke keuzes er ten grondslag liggen aan handhaving en programmatisch werken. Het uitvoeren van een programma betekent dat in de dagelijkse praktijk bij het plannen en uitvoeren van controles en toezicht de risicoanalyse en programmering leidend is. Dat betekent in een aantal gevallen dat taken minder intensief uitgevoerd zullen worden en andere taken juist weer intensiever. Kortom: er gaat anders gewerkt worden. Dat gebeurt niet zo maar. Om een andere manier van werken te realiseren is de inzet van medewerkers, management en bestuur nodig. Het bestuur maakt de keuzes op hoofdlijnen en geeft commitment aan de uitvoering. Het management committeert zich aan de aanpak en stuurt de medewerkers aan op grond van de gemaakte keuzes. De medewerkers zullen zich blijvend moeten inzetten om nieuwe denk- en werkwijzen aan te leren. Als op deze drie niveaus de keuzes daadwerkelijk worden gedragen is een succesvolle uitvoering van het beleidsplan en het daarin voorgestelde stappenplan mogelijk. 17

18 Bijlagen

BIJLAGE 1: TAKEN VAN HET TEAM INTEGRALE HANDHAVING Wettelijke taak (per kleurspoor) Paars Openbare orde Toezicht op vergunning voor evenementen Toezicht op verleende kapvergunning Toezicht op stookontheffing Toezicht op in/-uitritvergunning Toezicht op reclamevergunning Toezicht op overige verleende vergunningen Controle op illegale activiteiten Brandbeveiligingsverordening Controle op illegale activiteiten brandbeveiligingsverordening Rood Slopen Controle op illegaal slopen Illegale bouwactiviteiten Controle illegaal bouwen kantoor/openbaar gebouw Controle illegaal bouwen bedrijfsgebouw, geen kantoor Controle illegaal bouwen lichte bouwvergunning of daarmee gelijk te stellen Controle illegaal bouwen woning Legale bestaande bouw Controle bestaande gebouwen, geen woningen, op voorzieningen uit bouwbesluit Controle bestaande woningen op voorzieningen uit bouwbesluit Controle gebruik open erven en terreinen in afwijking van de bouwverordening Controle bouwwerken geen gebouw zijnde op voorzieningen uit bouwbesluit Controle op ernstige mate van strijd met welstand Bestemmingsplan Controle op gebruik door bedrijven niet-buitengebied Controle op gebruik particulieren niet-buitengebied Controle op gebruik door bedrijven buitengebied Controle op gebruik particulieren buitengebied Terreinen Controle op illegale aanlegactiviteiten Brandveilig gebruik Controle gebruiksvergunningplichtig gebouw zonder vergunning in gebruik Toezicht vergunningen brandveilig gebruik Huisvestingsverordening standplaatsen van woonwagens Toezicht op standplaatsvergunning woonwagens Controle illegale standplaatsen woonwagens Onbewoonbaarverklaringen Toezicht op afgegeven onbewoonbaarverklaringen Groen Monumenten Controle illegaal veranderen gemeentelijk- of rijksmonument 19

Wettelijke taak (per kleurspoor) Grijs Reguliere toezichtscyclus Toezicht op inrichting categorie 4 Toezicht op inrichting categorie 3 Toezicht op inrichting categorie 2 Toezicht op inrichting categorie 1 Afvalstoffen Controle op of in de bodem brengen van afvalstoffen Controle op gevaarlijke afvalstoffen/bedrijfsafvalstoffen afgeven aan een ander dan bevoegd Controle op handelingen met afvalstoffen waarbij nadelige gevolgen voor het milieu ontstaan Controle op illegaal ontdoen van afval (water) in voorziening van afvalwater Bodem Controle op illegaal bodem verontreinigen of aantasten Controle op naleving bouwstoffenbesluit schone grond/cat 1 overig Lozingenbesluit Controle op illegale lozingen Inrichting illegaal in werking Controle illegale milieu-activiteiten Overige taken Klachten, meldingen, handhavingsverzoeken College en collega's 20

BIJLAGE 2: METHODIEK VAN HET AFWEGINGSMODEL EN AFWEGINGSCRITERIA Voor het stellen van prioriteiten wordt gebruik gemaakt van het risicoafwegingsmodel DBC Risico. De werkwijze gaat er van uit dat de prioriteit van een bepaalde taak (ten opzichte van een andere taak) wordt bepaald door de negatieve effecten die optreden indien deze taak niet of onvoldoende wordt uitgevoerd. Hoe groter het negatieve effect, des te hoger de betreffende taak op de prioriteitenlijst komt te staan. Voor het vaststellen van het negatieve effect wordt uitgegaan van de vraag: Wat gaat er mis indien de betreffende taak niet of onvoldoende wordt uitgevoerd, rekening houdende met het naleefgedrag van burgers en ondernemers?. Voor het beantwoorden van deze vraag is een methode gebaseerd op een zogenaamd Maximaal Calamiteiten Model ontwikkeld. Deze methode kent de volgende stappen: Bepaal welke taken ( het handhaven van de voorschriften die betrekking hebben op.. ) meegenomen moeten worden in de afweging. Stel vast welke negatieve effecten kunnen optreden en definieer de invullingen behorende bij het model. Deze beide eerste stappen zijn in principe éénmalig. De taken en definities zijn in het computerprogramma vastgelegd en kunnen daar door de gebruikers op ieder moment worden bekeken (en eventueel aangepast). Voor iedere taak moeten vervolgens de volgende stappen worden doorlopen, waarbij de variabelen frequentie, impact en omvang (zie een toelichting verderop) worden bepaald: Wat is de kenmerkende maximale verstoring ( calamiteit ) die kan optreden. Ga hierbij uit van de doorsnee bedrijfsvoering die in een branche plaatsvindt en welke verstoringen hierbij kunnen plaatsvinden. Een voorbeeld is ontploffing van brandstof bij een tankstation. De verstoring wordt in het programma vastgelegd en dient als uitgangspunt bij de verdere beoordeling. Bepaal de frequentie van de verstoring: hoe vaak komt de aanleiding voor de in de afweging mee te nemen verstoring. In het hierboven beschreven voorbeeld zou dat zijn het vullen van de tanks bij een tankstation. De frequentie is dus wekelijks. Bepaal de impact van de verstoring. Met impact wordt hier bedoeld de grootte van het negatieve effect naar aard en omvang. De impact varieert dus per beoordelingsaspect. De omvang van de verstoring. De omvang van de verstoring hangt af van de mate van verspreiding van het negatieve effect binnen de gemeente (lokaal (wijk of straat), in één op twee dorpen / steden of in de gehele gemeente). In veel gevallen zal het aandeel van omvang in de score voor veel beoordelingscriteria gelijk zijn. Hierna worden de verschillende termen toegelicht. 21

Afwegingscriteria Bij de afweging wordt voor de volgende criteria bepaald wat het negatieve effect van een bepaalde verstoring is: Fysieke veiligheid Milieu Maatschappelijk welbevinden Financieel economische schade Bestuurlijk imago Met het beoordelen van de risico s op bovenstaande criteria wordt in feite aangegeven, dat een negatief effect van een verstoring betrekking kan hebben op een aantal verschillende facetten en wordt het mogelijk de handhavingstaken als het ware onderling te vergelijken. De criteria zijn als volgt gedefinieerd: Fysieke veiligheid De te verwachten optredende schade in de vorm van lichamelijk letsel als gevolg van het optreden van een verstoring VOLGEND uit het niet en/of onvoldoende realiseren van de desbetreffende provinciale taak. Het gaat hier zowel om direct lichamelijk letsel als om letsel op de wat langere termijn. Voorbeelden zijn: lichamelijk letsel (gewond raken), ademhalingsmoeilijkheden, vergiftiging, asbestbeschadiging, straling, rug / wervelbeschadigingen e.d. Milieu De te verwachten optredende afbreuk en schade aan het milieu (vervuiling van milieu, natuur, landschap, water etc.) als gevolg van het optreden van een verstoring VOLGEND uit het niet en/of onvoldoende realiseren van de desbetreffende taak. Voorbeelden zijn: vervuiling van bodem, lucht of water, stank, zicht etc. (zintuiglijke overlast). Maatschappelijk welbevinden De te verwachten optredende afbreuk en schade aan de beleving van de leefomgeving door de burger als gevolg van het optreden van een verstoring VOLGEND uit het niet en/of onvoldoende realiseren van de desbetreffende provinciale taak. Voorbeelden: toename gevoel van onveiligheid, geen gehoor vinden bij klachten, etc. Financieel economische schade De te verwachten directe financiële schade voor burgers, bedrijven en de economie als gevolg van het optreden van een verstoring VOLGEND uit het niet en/of onvoldoende realiseren van de desbetreffende provinciale taak. Voorbeelden zijn directe schade, verlies van productie, etc. 22

Bestuurlijk imago De te verwachten optredende afbreuk en/of schade aan het imago, beeld, geloofwaardigheid en vertrouwen van de burger in het bestuurlijk apparaat en haar besluitvorming als gevolg van het optreden van een verstoring VOLGEND uit het niet en/of onvoldoende realiseren van de desbetreffende taak. Voorbeelden: (al dan niet georganiseerde) protesten, media campagnes, open brieven e.d. met als gevolg gezichtsverlies, gevoel van zaakjes wel of niet op ordecriterium leefomgeving: verduidelijken dat het niet alleen om het grijze kleurspoor gaat, maar ook andere kleursporen zoals natuur en landschap. Definities modelvariabelen Ten behoeve van het programma zijn definities en schaalverdelingen vastgesteld voor de variabelen frequentie, impact en omvang. Voor ieder van de variabelen is gekozen voor een 5-puntsschaal. Hieronder zijn de definities opgenomen, waarbij telkens een algemene beschrijving is gegeven en een meer exacte getalsmatige kwalificatie (indien mogelijk). De voor de definitie kenmerkende termen zijn telkens cursief weergegeven. Voor de variabelen frequentie en omvang wordt voor ieder afwegingscriterium dezelfde definitie aangehouden. Frequentie Het aantal keer dat de aanleiding voor een mogelijke verstoring voorkomt in de tijd: 1. De aanleiding voor de verstoring komt niet of nauwelijks voor. 2. De aanleiding voor de verstoring komt enkele malen per jaar voor. 3. De aanleiding voor de verstoring komt maandelijks voor. 4. De aanleiding voor de verstoring komt 1 à 2 keer per week voor. 5. De aanleiding voor de verstoring komt (vrijwel) dagelijks voor. Omvang Gebied waarbinnen het te beschouwen negatieve effect van een verstoring merkbaar is. Hierbij gelden twee aspecten: de omvang van de verstoring zelf en de het gebied waarbinnen het negatieve effect merkbaar is. Bij het bepalen van de waarde dient de omvang van de verstoring als minimale waarde aangehouden te worden. 1. Het negatieve effect is niet of nauwelijks merkbaar. 2. Het negatieve effect is alleen merkbaar ter plaatse van de locatie van de verstoring (en er is sprake van een beperkte grootte van deze locatie). 3. Het negatieve effect is merkbaar in de directe omgeving van de verstoring (enkele straten, op wijkniveau). 4. Het negatieve effect is merkbaar in een ruim gebied rondom de bron van de verstoring (enkele dorpen, stedelijk niveau). 5. Het negatieve effect is merkbaar in het gehele gebied dat wordt beschouwd (de regio). Impact De grootte van het negatief effect van een verstoring naar aard en omvang. Voor ieder afwegingscriterium wordt een andere schaalverdeling gebruikt. In de definities wordt onderscheid gemaakt tussen een negatief effect dat slechts optreedt gedurende het optreden van de verstoring en negatieve effecten die ook na het herstellen van de verstoring een blijvende schade veroorzaken (scores 4 en 5). 23

Fysieke veiligheid 1. De verstoring leidt niet tot enige persoonlijk letsel. 2. Pijn of gering letsel bij één of meerdere personen. Denk hierbij aan één of meerdere lichtgewonden. 3. Zwaar letsel bij één of meerdere personen. Denk hierbij aan één of meerdere zwaargewonden. 4. Één of meerdere dodelijke slachtoffers. Zodra de inschatting is dat de verstoring dodelijke slachtoffers tot gevolg kan hebben moet minimaal een 4 worden aangehouden. 5. Zwaar letsel bij meerdere personen en meerdere dodelijke slachtoffers over een groot gebied. Denk hierbij aan meerdere doden verspreidt over bijvoorbeeld een wijk of stad. Milieu 1. De verstoring leidt niet tot achteruitgang van het milieu / de leefomgeving. 2. De te verwachten afbreuk is gering. Hierbij valt te denken aan beperkte milieuschade als gevolg van (geringe) illegale stort, lozing of emissie van stoffen die slechts tijdelijk schade veroorzaken. Veelal betreft het kleine milieuovertredingen door particulieren of kleine bedrijven. 3. Er is sprake van een duidelijke aantasting van het milieu, doch deze is omkeerbaar en zal geen effecten op de lange termijn hebben. 4. De te verwachten milieuaantasting is evident en zal permanente gevolgen hebben. Hierbij valt te denken aan illegale lozing, stort of emissie van sterk vervuilende / giftige stoffen. 5. De te verwachten milieuaantasting is evident en zal permanente gevolgen hebben. Hierbij valt te denken aan illegale lozing, stort of emissie van sterk vervuilende / giftige stoffen in een kwetsbare omgeving. Maatschappelijk welbevinden 1. Er is geen sprake van een negatief effect op het maatschappelijk welbevinden of het effect is verwaarloosbaar klein. 2. De te verwachten afbreuk is minimaal / verwaarloosbaar. Hierbij valt te denken aan beperkte overlast in de vorm van stank, geluid of trillingen (zintuiglijke waarneming). De (beleving van) de veiligheid in de directe woonomgeving is niet in het geding. 3. De te verwachten afbreuk zal gevolgen hebben die niet ernstig en / of van korte duur zullen zijn. Hierbij valt te denken aan een geringe afname van (het gevoel van) veiligheid of een tijdelijke niet ernstige overlast in de vorm van stank, geluid of hinder die de kwaliteit van het leven beïnvloeden. 4. De te verwachten afbreuk zal ernstig gevolgen hebben die echter niet permanent zullen zijn. Hierbij valt te denken aan een afname van (het gevoel van) veiligheid of een tijdelijke ernstige overlast in de vorm van stank, geluid of hinder die de kwaliteit van het leven erg sterk beïnvloeden. 5. De te verwachten afbreuk is evident en zal permanente grote gevolgen hebben. Hierbij valt te denken aan een sterke afname van (het gevoel van) veiligheid in de directe omgeving en / of ernstige overlast in de vorm van stank, geluid of hinder die de kwaliteit van het leven erg sterk beïnvloeden, blijvende gezondheidsklachten veroorzaken, etc. 24

Financieel economisch schade 1. Er is geen sprake van enige financieel economische schade 2. De directe financieel economische schade is gering (tot maximaal ca. 10.000). 3. De financieel economische is aanzienlijk, doch schade staat in verhouding tot de inspanning om dit te voorkomen (tot ca. 100.000). 4. De financieel economische schade is hoog (tot maximaal 1.000.000). 5. De financieel economische schade is zeer hoog (meer dan 1.000.000). Bestuurlijk imago 1. Er is geen sprake van afbreuk aan het bestuurlijk imago. 2. De te verwachten afbreuk is minimaal. Denk hierbij aan enkele brieven aan de gemeente, ingezonden brieven in de krant en / of een enkele klacht. Het algemene vertrouwen in het bestuur wordt niet geschaad. Het idee dat het bestuur haar zaken niet op orde heeft zal niet aan de orde zijn. 3. De te verwachten afbreuk zal gevolgen hebben die niet ernstig en / of van korte duur zullen zijn. Denk hierbij aan een tijdelijke stroom klachten, georganiseerde buurtprotesten, enkele juridische procedures richting bestuur en een brede negatieve aandacht in de media. Algemeen ontstaat het beeld dat het bestuur niet alles op orde heeft. 4. De te verwachten afbreuk is evident en zal grote permanente gevolgen hebben. Denk hierbij aan voortdurende klachten over het onderwerp, brede maatschappelijke protesten en onrust, georganiseerde mediacampagnes, zware juridische procedures (nalatigheid, etc) en algeheel gezichtsverlies van het bestuur. De positie van bestuurders is in het geding (moties van wantrouwen) en het bestuur wordt door de burgers algeheel als incompetent beschouwd. 5. De afbreuk van het bestuurlijk imago is dermate groot dat de positie van het bestuur als geheel vanuit de burgerij gezien per direct onhoudbaar is. Naleefgedrag Het model kent de mogelijkheid om het naleefgedrag in te vullen. Op basis van de hierboven beschreven en gedefinieerde variabelen wordt een score voor het maximale negatieve berekend (de risicoscore ). Deze score zal optreden indien geen van de betrokken personen zich houdt aan de regels die ten behoeve van het voorkomen van verstoring zijn opgesteld. Indien het naleefgedrag 0% (of zeer laag) is dan is de risicoscore gelijk aan het uiteindelijke risico. In het risico-afwegingsmodel worden de risicoscores gecorrigeerd voor naleefgedrag. In het programma is een 5-punts schaalverdeling gekoppeld aan het naleefgedrag: 1. het naleefgedrag is zeer laag (minder dan 10%); 2. het naleefgedrag is laag (10 25%); 3. het naleefgedrag is gemiddeld (25 50%); 4. het naleefgedrag is hoog (50 75%); 5. het naleefgedrag is zeer hoog (hoger dan 75%). Afhankelijk van de score wordt de risicoscore gecorrigeerd met een getal tussen de 0 en 1, zodat een gecorrigeerde prioriteitenlijst ontstaat. De op dit moment in het model aanwezige correctiefactoren kunnen door de gebruiker worden aangepast aan specifieke omstandigheden. Van deze mogelijkheid is in het model (nog) geen gebruik gemaakt voor de situatie van Toezicht Gebouwen. Belangrijkste reden is het ontbreken van voldoende monitorings-informatie hiervoor. Na vergaring van de betreffende informatie kan in een later stadium het naleefgedrag alsnog worden meegenomen. 25

BIJLAGE 3: PRIORITEITSTELLING Wettelijke taak (per kleurspoor) Risico (1-10) Prioriteit Paars Openbare orde Toezicht op vergunning voor evenementen 5,5 Gemiddeld Toezicht op verleende kapvergunning 5,1 Gemiddeld Toezicht op stookontheffing 5,1 Gemiddeld Toezicht op in/-uitritvergunning 3,8 Laag Toezicht op reclamevergunning 3,8 Laag Toezicht op overige verleende vergunningen 5,1 Gemiddeld Controle op illegale activiteiten 5,1 Gemiddeld Brandbeveiligingsverordening Controle op illegale activiteiten brandbeveiligingsverordening 7,8 Extra hoog Rood Slopen Controle op illegaal slopen 5,4 Gemiddeld Illegale bouwactiviteiten Controle illegaal bouwen kantoor/openbaar gebouw 7,4 Extra hoog Controle illegaal bouwen bedrijfsgebouw, geen kantoor 7,4 Extra hoog Controle illegaal bouwen lichte bouwvergunning of daarmee gelijk te stellen 4,2 Gemiddeld Controle illegaal bouwen woning 6,3 Hoog Legale bestaande bouw Controle bestaande gebouwen, geen woningen, op voorzieningen uit bouwbesluit 4,3 Gemiddeld Controle bestaande woningen op voorzieningen uit bouwbesluit 4,2 Gemiddeld Controle gebruik open erven en terreinen in afwijking van de bouwverordening 6 Hoog Controle bouwwerken geen gebouw zijnde op voorzieningen uit bouwbesluit 5,5 Gemiddeld Controle op ernstige mate van strijd met welstand 3,8 Laag Bestemmingsplan Controle op gebruik door bedrijven niet-buitengebied 6,6 Hoog Controle op gebruik particulieren niet-buitengebied 5,5 Gemiddeld Controle op gebruik door bedrijven buitengebied 6,5 Hoog Controle op gebruik particulieren buitengebied 5,5 Gemiddeld Terreinen Controle op illegale aanlegactiviteiten 4,9 Gemiddeld Brandveilig gebruik Controle gebruiksvergunningplichtig gebouw zonder vergunning in gebruik 8,5 Extra hoog Toezicht vergunningen brandveilig gebruik 8,3 Extra hoog Huisvestingsverordening standplaatsen van woonwagens Toezicht op standplaatsvergunning woonwagens 3,8 Laag Controle illegale standplaatsen woonwagens 3,8 Laag Onbewoonbaarverklaringen Toezicht op afgegeven onbewoonbaarverklaringen 2,6 Extra hoog (*) Groen Monumenten Controle illegaal veranderen gemeentelijk- of rijksmonument 5,1 Gemiddeld (*) bestuurlijke prioriteit Wettelijke taak (per kleurspoor) Risico (1-10) Prioriteit 26

Grijs Reguliere toezichtscyclus Toezicht op inrichting categorie 4 8 Extra hoog Toezicht op inrichting categorie 3 6,8 Hoog Toezicht op inrichting categorie 2 5,2 Gemiddeld Toezicht op inrichting categorie 1 5,1 Gemiddeld Afvalstoffen Controle op of in de bodem brengen van afvalstoffen 6,2 Hoog Controle op gevaarlijke afvalstoffen/bedrijfsafvalstoffen afgeven aan een ander dan bevoegd Controle op handelingen met afvalstoffen waarbij nadelige gevolgen voor het milieu ontstaan 6,5 Hoog 6,5 Hoog Controle op illegaal ontdoen van afval (water) in voorziening van afvalwater 6,3 Hoog Bodem Controle op illegaal bodem verontreinigen of aantasten 6,2 Hoog Controle op naleving bouwstoffenbesluit schone grond/cat 1 overig 5,7 Hoog Lozingenbesluit Controle op illegale lozingen 5,7 Hoog Inrichting illegaal in werking Controle illegale milieu-activiteiten 7,2 Extra hoog 27

BIJLAGE 4: PROGRAMMA 28

Kleurspoor Wettelijke taak Prioriteit Taken en prioriteiten Algemeen Toezicht (vergunninggebonden) Controle (niet-vergunninggebonden) Tijdbesteding (uren) Risico-inschatting Aangepaste risico (MGT) Vergunning- of meldinggebonden J/N Aantal vergunningen / meldingen / inrichtingen Tijdbesteding per Aantal controles controle (uren) per jaar Tijdbesteding toezicht (uren) Opvolgingsuren per Tijdbesteding Opvolgingsuren per controle opvolging toezicht controle juridisch administratief / (uren) administratief inspectie / inspectie Tijdbesteding opvolging toezicht (uren) juridisch Tijdbesteding per jaar controle (dagdelen) Tijdbesteding controle (uren) Opvolgingsuren per Tijdbesteding dagdeel controle opvolging controle (administratief / (uren) administratief / inspectie) inspectie Opvolgingsuren per dagdeel juridisch Tijdbesteding opvolging controle (uren) juridisch Totaal exclusief administratief en juridisch Opvolging administratief Opvolging juridisch Paars Openbare orde p1 Toezicht op vergunning voor evenementen 5,5 Gemiddeld Gemiddeld J 20 4 10 40 4 40 2 20 0 0 0 0 40 40 20 p2 Toezicht op verleende kapvergunning 5,1 Gemiddeld Gemiddeld J 10 2 5 10 4 20 2 10 0 0 0 10 20 10 p3 Toezicht op stookontheffing 5,1 Gemiddeld Gemiddeld J 20 2 10 20 4 40 2 20 0 0 0 20 40 20 p4 Toezicht op in/-uitritvergunning 3,8 Laag Laag J 10 2 1 2 4 4 2 2 0 0 0 2 4 2 p5 Toezicht op reclamevergunning 3,8 Laag Laag J 25 2 2,5 5 4 10 2 5 0 0 0 5 10 5 p6 Toezicht op overige verleende vergunningen 5,1 Gemiddeld Gemiddeld J 75 2 37,5 75 4 150 2 75 0 0 0 75 150 75 p7 Controle op illegale activiteiten 5,1 Gemiddeld Gemiddeld N 0 0 0 0 5 20 20 10 20 20 10 4 2 Brandbeveiligingsverordening p8 Controle op illegale activiteiten brandbeveiligingsverordening 7,8 Extra hoog HOOG N 0 0 0 0 0 10 40 4 40 15 150 40 40 150 Rood Slopen r1 Controle op illegaal slopen 5,4 Gemiddeld Gemiddeld N 0 0 0 0 5 20 8 40 14 70 20 40 70 Illegale bouwactiviteiten r2 Controle illegaal bouwen kantoor/openbaar gebouw 7,4 Extra hoog GEMIDDELD N 0 0 0 0 5 20 4 20 16 80 20 20 80 r3 Controle illegaal bouwen bedrijfsgebouw, geen kantoor 7,4 Extra hoog GEMIDDELD N 0 0 0 0 5 20 4 20 16 80 20 20 80 r4 Controle illegaal bouwen lichte bouwvergunning of daarmee gelijk te stellen 4,2 Gemiddeld Gemiddeld N 0 0 0 0 5 20 4 20 16 80 20 20 80 r5 Controle illegaal bouwen woning 6,3 Hoog EXTRA HOOG N 0 0 0 0 15 60 4 60 16 240 60 60 240 Legale bestaande bouw r6 Controle bestaande gebouwen, geen woningen, op voorzieningen uit bouwbesluit 4,3 Gemiddeld EXTRA HOOG N 0 0 0 0 15 60 10 150 15 225 60 150 225 r7 Controle bestaande woningen op voorzieningen uit bouwbesluit 4,2 Gemiddeld EXTRA HOOG N 0 0 0 0 15 60 10 150 15 225 60 150 225 r8 Controle gebruik open erven en terreinen in afwijking van de bouwverordening 6 Hoog Hoog N 0 0 0 0 10 40 10 100 15 150 40 100 150 r9 Controle bouwwerken geen gebouw zijnde op voorzieningen uit bouwbesluit 5,5 Gemiddeld Gemiddeld N 0 0 0 0 5 20 10 50 15 75 20 50 75 r10 Controle op ernstige mate van strijd met welstand 3,8 Laag Laag N 0 0 0 0 1 4 10 10 15 15 4 10 15 Bestemmingsplan r11 Controle op gebruik door bedrijven niet-buitengebied 6,6 Hoog GEMIDDELD N 0 0 0 0 5 20 8 40 16 80 20 40 80 r12 Controle op gebruik particulieren niet-buitengebied 5,5 Gemiddeld GEMIDDELD N 0 0 0 0 5 20 8 40 16 80 20 40 80 r13 Controle op gebruik door bedrijven buitengebied 6,5 Hoog GEMIDDELD N 0 0 0 0 5 20 8 40 16 80 20 40 80 r14 Controle op gebruik particulieren buitengebied 5,5 Gemiddeld Gemiddeld N 0 0 0 0 5 20 8 40 16 80 20 40 80 Terreinen r15 Controle op illegale aanlegactiviteiten 4,9 Gemiddeld Gemiddeld N 0 0 0 0 5 20 4 20 16 80 20 20 80 Brandveilig gebruik r16 Controle gebruiksvergunningplichtig gebouw zonder vergunning in gebruik 8,5 Extra hoog Extra hoog N 0 0 0 0 15 60 8 120 16 240 60 120 240 r17 Toezicht vergunningen brandveilig gebruik 8,3 Extra hoog Extra hoog J 75 300 150 150 0 0 0 0 300 150 150 75 4 2 2 Huisvestingsverordening standplaatsen van woonwagens r18 Toezicht op standplaatsvergunning woonwagens 3,8 Laag Laag J 1 4 0,1 0,4 2 0,2 2 0,2 0 0 0 0 0,4 0,2 0,2 r19 Controle illegale standplaatsen woonwagens 3,8 Laag Laag N 0 0 0 0 1 4 2 2 4 2 2 2 2 Onbewoonbaarverklaringen r20 Toezicht op afgegeven onbewoonbaarverklaringen 2,6 Laag EXTRA HOOG J 1 4 1 4 2 2 2 2 0 0 4 0 16 0 4 2 2 Groen Monumenten m1 Controle illegaal veranderen gemeentelijk- of rijksmonument 5,1 Gemiddeld LAAG N 0 0 0 0 1 4 4 4 6 6 4 4 6 Kleurspoor Grijs Prioriteit Risico-inschatting Toezichtstaken en prioriteiten Algemeen Controle (vergunning- of meldingplichtige inrichtingen) Hercontrole (vergunning- of meldingplichtige inrichtingen) Tijdbesteding (uren) Risico-inschatting Vergunning- of meldinggebonden J/N Aantal vergunningen / meldingen / inrichtingen Tijdbesteding per Aantal controles controle exclusief per jaar administratie & juridisch (uren) Tijdbesteding controles totaal exclusief administratie & juridisch (uren) Opvolgingsuren per Opvolgingsuren Opvolgingsuren per controle controles totaal controle juridisch administratief (uren) administratief (uren) (uren) Opvolgingsuren controles totaal juridisch (uren) Aantal hercontroles per jaar (50% van aantal controles) Tijdbesteding per hercontrole exclusief administratie & juridisch (uren) Tijdbesteding hercontroles totaal exclusief administratie & juridisch (uren) Opvolgingsuren per hercontrole administratief (uren) Opvolgingsuren hercontroles totaal administratief (uren) Opvolgingsuren per hercontrole juridisch (uren) Opvolgingsuren hercontroles totaal juridisch (uren) Totaal exclusief administratief en juridisch Opvolging administratief Opvolging juridisch Reguliere toezichtscyclus g1 Toezicht op inrichting categorie 4 8 Extra hoog Extra hoog J 18 35 18 630 2 36 2 36 9,0 8,6 77 0,4 4 1,0 9 707 40 45 g2 Toezicht op inrichting categorie 3 6,8 Hoog Hoog J 223 24 111,5 2676 2 223 2 223 55,8 5,9 329 0,4 22 0,7 39 3005 245 262 g3 Toezicht op inrichting categorie 2 5,2 Gemiddeld Gemiddeld J 507 12,5 101,4 1267,5 1 101 0,5 51 50,7 2,8 139 0,4 20 0,4 18 1407 122 68 g4 Toezicht op inrichting categorie 1 5,1 Gemiddeld Gemiddeld J 234 6,5 23,4 152,1 1 23 0,5 12 11,7 1,4 16 0,4 5 0,2 2 168 28 14 Controletaken en prioriteiten Algemeen Controle Tijdbesteding (uren) Risico-inschatting Vergunning- of meldinggebonden J/N Tijdbesteding per jaar controle (dagdelen) Tijdbesteding controle (uren) Opvolgingsuren per Tijdbesteding dagdeel controle opvolging controle (administratief / (uren) administratief / inspectie) inspectie Opvolgingsuren per dagdeel juridisch Tijdbesteding opvolging controle (uren) juridisch Totaal exclusief administratief en juridisch Opvolging administratief Opvolging juridisch Afvalstoffen g5 Controle op of in de bodem brengen van afvalstoffen 6,2 Hoog EXTRA HOOG N 0 0 0 0 15 60 4 60 16 240 60 60 240 g6 Controle op gevaarlijke afvalstoffen/bedrijfsafvalstoffen afgeven aan een ander dan bevoegd 6,5 Hoog GEMIDDELD N 0 0 0 0 5 20 4 20 16 80 20 20 80 g7 Controle op handelingen met afvalstoffen waarbij nadelige gevolgen voor het milieu ontstaan 6,5 Hoog Hoog N 0 0 0 0 10 40 4 40 16 160 40 40 160 g8 Controle op illegaal ontdoen van afval (water) in voorziening van afvalwater 6,3 Hoog GEMIDDELD N 0 0 0 0 5 20 4 20 16 80 20 20 80 Bodem g9 Controle op illegaal bodem verontreinigen of aantasten 6,2 Hoog GEMIDDELD N 0 0 0 0 5 20 4 20 16 80 20 20 80 g10 Controle op naleving bouwstoffenbesluit schone grond/cat 1 overig 5,7 Hoog GEMIDDELD N 0 0 0 0 5 20 4 20 16 80 20 20 80 Lozingenbesluit g11 Controle op illegale lozingen 5,7 Hoog GEMIDDELD N 0 0 0 0 5 20 4 20 16 80 20 20 80 Inrichting illegaal in werking g12 Controle illegale milieu-activiteiten 7,2 Extra hoog Extra hoog N 0 0 0 0 15 60 4 60 16 240 60 60 240 Totalen Totaal tijdbesteding in uren Stelvariabelen Grenswaarden Paars 212 324 292 7 Rood 792 1.074 2.034 Extra hoog Deze variabelen kunnen gekozen worden! Hoog > 5,5 Groen 4 4 6 Gemiddeld > 4 Grijs toezicht 5.288 435 390 Laag >= 0 Grijs controle 260 260 1.040 Totaal 6.556 2.097 3.762 Intensiteit toezicht controle Totaal tijdbesteding inclusief klachten, meldingen etc. Prioriteit 'Extra hoog' : Extra actieve handhaving 100% 15 dagdelen Totaal 8195,16 2621,08 4702,14 Prioriteit 'Hoog' : Actieve handhaving 75% 10 dagdelen Prioriteit 'Gemiddeld': Steekproefgewijze handhaving 50% 5 dagdelen Prioriteit 'Laag': Extensieve handhaving 10% 1 dagdelen