BIJLAGE: Samenvatting effecten en resultaten Masterplan CGO Zuid-Holland Pagina 1: Effecten bij leerlingen Effecten bedrijven - onderwijs Toelichting: De percentages onder het kopje Nul zijn de uitersten tijdens de nulmeting in de eerste helft van 2009. De percentages onder het kopje EInd zijn de uitersten tijdens de eindmeting van het project in de lente van 2011. Met uitersten wordt bedoeld dat de percentages slaan op de uitkomst Erg mee eens (en dus niet: Beetje eens ). Pagina s 2 t/m 4: Subdoelen, resultaten en effecten Toelichting: Per beoogd resultaat is weergegeven in hoeverre dit is bereikt. Wanneer hierbij een staat, betekent dit dat het beoogde resultaat is bereikt. betekent niet bereikt en ~ betekent ongeveer. Wanneer bij een beoogd resultaat percentages staan (x% > y%), dan duidt dit op verbetering of verslechtering tussen de beleving bij de nulmeting in 2009 (x%) naar (>) de beleving bij de eindmeting in 2011 (y%). JS / Masterplan CGO Zuid-Holland, versie 10-11-2011
Samenvatting effecten en resultaten Masterplan Nul - Eind Nul - Eind Effecten bij leerlingen Het Masterplan moet leiden tot: Toename van het aantal MBO-deelnemers (niveau 2 en 3) die vinden dat er meer sprake is van doorleren in de betekenis van goed aansluiten (in competenties, in werkwijzen, in begeleiden en in beoordelen). Grotere doorstroom van VMBO naar MBO-2 en MBO-3 (was bij de nulmeting 216 leerlingen MBO-BOL en 1302 leerlingen MBO-BBL en bij de eindmeting respectievelijk 432 en 1041). Meer tevredenheid van deelnemers over keuzemogelijkheden en individueel maatwerk in hun opleiding. Dit blijkt uit: meer VMBO-leerlingen die tevreden zijn over het zichzelf kunnen specialiseren; VMBO-docenten die rekening houden met wat leerlingen willen leren; VMBO-docenten die rekening houden met wat leerlingen al weten/ 12% - 10% Telling niet compleet; ROC Leiden ontbreekt 37% - 44% 22% - 25% 27% - 25% Meer bekwaamheid van VMBO- en MBO-docenten en praktijkopleiders in het begeleiden en beoordelen van de deelnemers in hun loopbaanontwikkeling = meer docenten voelen zich deskundig in het begeleiden van leerlingen; meer praktijk/werkplekbegeleiders voelen zich deskundig in het begeleiden van leerlingen; meer docenten voelen zich bekwaam in het beoordelen van de leerling; meer praktijk-/werkplekbegeleiders voelen zich bekwaam in het beoordelen van de leerling. Een stijging van de mate waarin bedrijven een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor adequaat en aantrekkelijk onderwijs ervaren. Een stijging van de mate waarin scholen een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor adequaat en aantrekkelijk onderwijs ervaren. Een grotere tevredenheid van bedrijven en onderwijs over samenwerking: meer bedrijven voelen zich actief door de school betrokken bij de vormgeving en invulling van het onderwijs; meer scholen vinden dat bedrijven een actieve rol spelen bij de vormgeving en invulling van het onderwijs. Een grotere tevredenheid van bedrijven over de aansluiting tussen opleidingsinhoud en het werken in de praktijk = meer bedrijven vinden dat de school opleidingsvragen verwerkt in opleidingsprogramma s. Voor alle betrokkenen duidelijk herkenbare aanpak en werkwijzen voor loopbaanbegeleiding van de deelnemer en evalueren & beoordelen = meer medewerkers van bedrijven vinden dat hun taken bij begeleiden en beoordelen duidelijk zijn; meer medewerkers van scholen vinden dat hun taken bij begeleiden en beoordelen duidelijk zijn; meer bedrijven vinden dat ROC s op elkaar lijken bij beoordelen. Het door opleiders van VMBO en MBO en begeleiders uit bedrijven in teamverband werken aan de begeleiding en beoordeling van onderwijsdeelnemers = meer bedrijven vinden dat het begeleiden/beoordelen in het bedrijf en op school op elkaar zijn afgestemd; meer scholen vinden dat het begeleiden/beoordelen in het bedrijf en op school op elkaar zijn afgestemd; meer bedrijven voelen zich door de school actief betrokken bij begeleiden/beoordelen; meer scholen betrekken bedrijven actief bij begeleiden/ beoordelen. 16% - 25% 5% - 30% 16% - 29% 5% - 30% 21% - 46% 36% - 60% 16% - 32% kunnen; meer MBO-leerlingen die tevreden zijn over docenten die rekening houden met wat ze al weten/kunnen; het zelf kunnen bepalen van het tempo waarin ze op het ROC leren; MBO-lesstof die bekend is, mogen overslaan. Minder VMBO- en MBO-deelnemers die uitvallen in het laatste jaar van de opleiding (uitval VMBO ers bij nulmeting 1,5% en in 2011 2,4%; uitval MBO-BOL 23% > 10,6%; uitval MBO-BBL 18% > 9,1%). Een grotere tevredenheid van deelnemers over de opleiding en begeleiding in bedrijven = meer leerlingen dan bij de nulmeting zijn van mening dat ze in het bedrijf voldoende aandacht krijgen voor opdrachten; ze vinden dat het bedrijf naast techniek ook aandacht besteedt aan andere competenties; ze vinden dat ze in het bedrijf begeleiding krijgen waar ze veel van leren. 24% - 29% 23% - 30% 35% - 37% 15% - 14% 5% - 24% 0% - 33% 40% - 28% 27% - 46% 44% - 29% 52% - 46% 0% - 8% Effecten bedrijven - onderwijs Toename van het vakmanschap van deelnemers naar het oordeel van werkgevers bij de start van een werkrelatie = meer bedrijven vinden dat wanneer de leerling het diploma haalt, hij genoeg kennis en vaardigheden bezit voor het vak; meer bedrijven zijn van mening dat de leerling op school die competenties leert die in het bedrijf nodig zijn. 0% - 20% 0% - 22% 0% - 28% 14% - 29% 0% - 28% 36% - 60% JS / BIJLAGE: Samenvatting effecten en resultaten Masterplan CGO ZH, versie 10-11-2011 1
SUBDOELEN, RESULTATEN EN EFFECTEN LPI s en bedrijvenkringen Doelen Masterplan CGO Zuid-Holland Doel LPI s en Bedrijvenkringen = het realiseren van een structurele, actieve overlegvorm van bedrijven en onderwijs (VMBO s, ROC s) om daarmee te werken aan aantrekkelijk onderwijs dat aansluit bij leervragen van de onderwijsdeelnemers en bij regionale scholingsbehoeften. Doel Excellent Opleidingsbedrijf= een verbeterde kwaliteit van opleiding en begeleiding in leerbedrijven. Doel = het gezamenlijk ontwerpen, uitwerken en implementeren van pedagogisch-didactische werkwijze die: de deelnemer, zijn loopbaan en competentieontwikkeling centraal stelt; gericht is op doorstroom VMBO-MBO en op de doorstroom van MBO-niveau 2 naar niveau 3. Doel = het ontwerpen, uitwerken en implementeren in het MBO en in bedrijven van een totaal beoordelingssysteem, met daarin een belangrijke plaats voor de beoordeling van de competentieontwikkeling en een loopbaanperspectief vanuit de praktijk Doel = het realiseren van competentiegericht onderwijs in het VMBO door bedrijfssimulaties in te bedden in het VMBO-onderwijs en in de lesprogramma s Resultaten in de vorm van concrete producten Notitie LPI-structuur en bedrijvenkringen waarin rollen, taken en verantwoordelijkheden zijn beschreven. Kwaliteitscriteria voor Excellente opleidingsbedrijven. Een uitgeteste werkwijze voor auditing van bedrijven en voor ondersteuning van bedrijven om te voldoen aan de kwaliteitscriteria Excellent Opleidingsbedrijf. Een evaluatieverslag van de bevindingen met Excellent Opleidingsbedrijf plus adviezen voor de branche voor al dan niet verdere uitrol en zo ja, op welke wijze. Een uitgeteste en beschreven werkwijze en instrumenten/formulieren om in het VMBO, MBO en in bedrijven te werken aan de warme overdracht en de loopbaan- en competentieontwikkeling van deelnemers. Een scholingsprogramma om docenten en praktijk-/werkplekbegeleiders te scholen in het begeleiden van leerlingen in hun loopbaan. Een evaluatieverslag van de pilots met de werkwijze en formulieren en van de effecten die gerealiseerd zijn plus adviezen voor de verdere inbedding van de werkwijze. Een uitgeteste en beschreven werkwijze en formulieren voor ontwikkelingsgericht en kwalificerend beoordelen in de opleidingen monteur elektrotechnische en werktuigkundige installaties niveau 2 en 3. Uitgewerkte toetsvormen (Proeven van Bekwaamheid) gekoppeld aan competenties, passend bij de wensen van bedrijven en die voldoen aan de kwaliteitsstandaarden van de Inspectie. Een scholingsprogramma om docenten en praktijk-/werkplekbegeleiders te scholen in het beoordelen van leerlingen. Een evaluatieverslag van de pilots met de werkwijze en formulieren en van de effecten die gerealiseerd zijn plus adviezen voor de verdere inbedding van de werkwijze. Een stappenplan voor docenten en management van VMBO s en ROC s die competentiegericht onderwijs willen invoeren met behulp van bedrijfssimulaties. Een notitie met aanbevelingen voor bijstelling van het leerlingmateriaal van de Bedrijfssimulaties. JS / BIJLAGE: Samenvatting effecten en resultaten Masterplan CGO ZH, versie 10-11-2011 2
LPI s en bedrijvenkringen Resultaten in de vorm van waarneembare processen De betrokken VMBO s en ROC s, bedrijven en brancheorganisaties tonen in woord en daad support voor de structuur van LPI s en bedrijvenkringen. Dit blijkt uit: een toename van betrokkenheid en gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van scholen (36% > 60%) en bedrijven (21% > 46%); een toename van actieve deelname aan een bedrijvenkring door scholen (was 21% > 50%) en bedrijven (40% > 59%). Versterking van de vijf LPI s rondom ROC s en VMBO s tot een besluitvormende overlegvorm, met vertegenwoordigers die aantoonbaar mandaat hebben van de achterban en waarin gedocumenteerde kwantitatieve en kwalitatieve afspraken over het onderwijs worden gemaakt. Er is hiervoor een werkwijze beschreven (Regioprofielen). Minimaal een daadwerkelijk functionerende bedrijvenkring rond elk LPI met een ROC en (minimaal een) VMBO waarin docenten en praktijkopleiders samen werken aan de concrete invulling en vormgeving van het onderwijs en de begeleiding van deelnemers (11 Bedrijvenkringen). Meer medewerkers van bedrijven (5% > 24%) en meer medewerkers van scholen (18% > 49%) vinden dat de school opleidingsvragen van bedrijven verwerkt in de inhoud. Meer medewerkers van bedrijven (0% > 28%) en van scholen (14% > 29%) vindt dat de manier van begeleiden tussen school en bedrijf op elkaar is afgestemd. Meer bedrijven (16% > 32%) voelen zich actief door de school betrokken bij de vormgeving en invulling van het onderwijs; meer scholen (23% > 30%) vinden dat bedrijven een actieve rol spelen bij de vormgeving en invulling van het onderwijs. Deelnemers ontwikkelen loopbaancompetenties (zie bij effecten). Opleiders (docenten VMBO s en ROC s en praktijkopleiders) werken aan de begeleiding van de deelnemer in zijn loopbaanontwikkeling. Dit blijkt uit: meer docenten stellen dat eigen school/ team concreet werkt aan de doorlopende leerlijn (31% >54%), het centraal stellen van de loopbaan van de leerling (52% >60%) en het centraal stellen van de competentieontwikkeling van de leerling (44% > 51%); meer bedrijven stellen dat ze concreet werken aan de competentieontwikkeling van de leerling (37% > 76%) en de loopbaanontwikkeling (79% > 82%); meer bedrijven (0% > 6%) zijn van mening dat ROC s op elkaar lijken bij begeleiden; meer docenten (16% > 25%) en bedrijven (5% > 30%) voelen zich deskundig in het begeleiden van leerlingen. Alle betrokkenen bij zowel ROC s als bedrijven kunnen aantonen dat zij beschikken over de juiste competenties voor hun rol bij evaluatie & beoordeling. Dit blijkt uit: minimaal 100 werkplek-/ praktijkbegeleiders en docenten hebben het scholingsprogramma van het Masterplan gevolgd (per 31 oktober 2011 hebben ruim 360 begeleiders en docenten de scholing gevolgd); meer praktijk-/werkplekbegeleiders (5% > 30%) en docenten (16% > 29%) voelen zich bekwaam in het beoordelen van de leerling. Realisatie van voorwaarden (heldere afspraken tussen onderwijsinstellingen en bedrijven over taakverdeling, inrichting praktijktoetsruimte, organisatie van werkzaamheden, inzet en scholing van assessoren. Dit blijkt uit: meer bedrijven (0% > 33%) en meer medewerkers van scholen (27% > 46%) zijn van mening dat er heldere afspraken over beoordelen zijn gemaakt: meer bedrijven (0% > 8%) zijn van mening dat ROC s op elkaar lijken bij beoordelen. Vijf van de deelnemende VMBO s realiseren elk de uitvoering van drie bedrijfssimulaties in de leerjaren 3 en 4. Zes van de deelnemende VMBO s realiseren minimaal een bedrijfssimulatie. Dit is gerealiseerd door 4 VMBOscholen. Er is een hechtere samenwerking tussen bedrijven, VMBO s en ROC s die eruit bestaat dat docenten en praktijkopleiders contacten onderhouden met elkaar, bedrijven ondersteunen het onderwijs met kennis en gastlessen en leerlingen en docenten bezoeken bedrijven. Minimaal acht VMBO-docenten zijn geschoold in het werken met bedrijfssimulaties en in competentiegericht onderwijs. Vier bedrijven per VMBO zijn actief betrokken bij het werken met bedrijfssimulaties. ~ JS / BIJLAGE: Samenvatting effecten en resultaten Masterplan CGO ZH, versie 10-11-2011 3
LPI s en bedrijvenkringen Resultaten in de vorm van effecten 25 bedrijven die hebben deelgenomen aan een audit Excellent Opleidingsbedrijf; minimaal 15 bedrijven voldoen aan de criteria Excellent Opleidingsbedrijf. Resultaat per 31-10-2011: 17 bedrijven hebben het branchepredicaat behaald, 7 bedrijven zijn nog met het proces bezig en 1 bedrijf is te licht bevonden. Leerlingen merken effecten van samenwerking en afstemming tussen onderwijs en bedrijven. Dit blijkt uit: meer VMBO-leerlingen (27% > 30%) en MBO-leerlingen (28% > 19%) zijn van mening dat dat wat in de praktijk aan de orde komt, ook op school terugkomt; meer VMBO-leerlingen (6% > 10%) en MBOleerlingen (10% > 12%) zijn van mening dat de wijze van begeleiden op school en in het bedrijf op elkaar lijken. Toename van het aantal deelnemers dat meer inzicht in hun loopbaanmogelijkheden heeft. Dit blijkt uit: meer MBO-leerlingen dan bij de nulmeting die zich verantwoordelijk voelen voor hun loopbaan (57% > 41%); meer VMBO-leerlingen die tevreden zijn over: begeleiding op school die gericht is op de toekomst (14% > 20%); docenten die helpen met nadenken over de toekomst (26% > 25%); stagebedrijf dat helpt met nadenken over de toekomst (16% > 19%); meer VMBO-leerlingen die op school (43% > 34%) en in het bedrijf (39% > 36%) ontdekken waar ze goed in zijn; meer MBO-leerlingen die tevreden zijn over: docenten die helpen met nadenken over de toekomst (12% > 15%); bedrijven die helpen na te denken over de toekomst (22% > 19%); meer MBO-leerlingen die op school (20% > 24%) en in het bedrijf (47% > 36%) ontdekken waar ze goed in zijn. De tevredenheid van MBO-leerlingen over communicatie over de voortgang en de kansen op het behalen van een diploma stijgt ten opzichte van schooljaar 2007/2008. Dit blijkt uit: meer leerlingen (24% > 18%) die van mening zijn dat de school helder informeert over de manier van beoordelen; meer leerlingen die van mening zijn dat de docenten (46% > 33%) en bedrijven (45% > 32%) helpen om het diploma te halen. Het vertrouwen in de waarde van het diploma (civiel effect) stijgt bij de betrokken bedrijven ten opzichte van schooljaar 2007-08. Dit blijkt uit: meer bedrijven (0% > 20%) zijn van mening dat wanneer de leerling het diploma haalt, hij genoeg kennis en vaardigheden bezit voor het vak; meer bedrijven (0% > 22%) zijn van mening dat de leerling op school die competenties leert die in het bedrijf nodig zijn. Stijging van het aantal VMBO-leerlingen dat vindt dat het onderwijs een realistischer beroepsbeeld geeft en van het aantal leerlingen dat meer inzicht gekregen heeft in eigen talenten. Dit blijkt uit: meer leerlingen (12% = 12%) vinden dat docenten vertellen waar zij goed in zijn; meer leerlingen ontdekken op school (12% = 12%) en in het bedrijf (24% > 20%) waar ze goed in zijn; een groter aantal VMBO-leerlingen (43% > 35%) is van mening dat de school naast techniek ook aan andere competenties aandacht besteedt; een groter aantal leerlingen (37% > 44%) kan zich verdiepen/ specialiseren in de richting die zij willen. JS / BIJLAGE: Samenvatting effecten en resultaten Masterplan CGO ZH, versie 10-11-2011 4